serie

Kunst op zondag

Foto: Joan (cc)

De langst lopende serie op Sargasso. De kunstredactie zorgt voor wat kunsteducatie op de vroege zondagochtend. Lezersbijdragen worden zeer gewaardeerd.


Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | De muur (2)

Tot hier en niet verder. Dat is de boodschap van de muren die we vorige week lieten zien. Diezelfde muren werden door kunstenaars voorzien van geheel andere boodschappen. Wereldwijd is er zo genoeg werk voor kunstenaars, want er zijn nogal wat van dat soort muurtjes.

Van een andere orde zijn muren die ook van historische betekenis zijn, maar dan meer als geschiedkundig naslagwerk. In Los Angeles, toch al rijk aan betekenisvolle muren, is er behalve de Great Wall of Los Angeles, ook de Great Wall of Crenshaw. De eerste heet officieel “The History of California”, de laatste heet eigenlijk Our Mighty Contribution, ook bekend als The Crenshaw Wall en recentelijk gerestaureerd.

Enkele memorabele delen van de Great Wall of LA.

Ter herinnering aan de Zoot suit riots (1943). Om niet te vergeten. Niet te vergeten = als ‘nooit weer’ en niet als ‘dat gaan we vandaag nog eens doen’.
cc Flickr Gareth Simpson photostream Zoot Suit Riots

En de leukere dingen der geschiedenis.
cc Flickr Gareth Simpson photostream Great Wall of LA The birth of rock & roll

Ook in de Crenshaw Wall zit muziek…..


cc Flickr ATOMIC Hot Links The Wall on Crenshaw 2

…. als één van de verworvenheden die gedwongen en vrijwillige “immigranten” hebben bijgedragen aan wat “made America great” heet te zijn.
cc Flickr ATOMIC Hot Links The Wall on Crenshaw

Tot nu toe hebben we het gehad over muren van behoorlijke lengte en enigerlei historische betkenis. Verdienen de talloze muren zonder die meerwaarde geen plaats in Sargasso’s virtuele galerie?

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | De muur

Naar mate geschiedenis voortschrijdt zijn er steeds minder mensen die bij ‘de muur’ onmiddellijk denken aan het Koude Oorlog beton en prikkeldraad dat Berlijn in Oost en West verdeelde. Daarentegen zijn er duistere krachten in de wereld bezig het fenomeen ‘de muur’ levend te houden, met een retoriek die in de Koude Oorlog niet had misstaan.

In Berlijn is ‘de muur’ afgebroken en restanten zijn een toeristische bezienswaardigheid. Vooral de East Side Gallery, een stuk muur dat na de val van ‘De Muur’ door kunstenaars van ruim honderd muurschilderingen werd voorzien. Waaronder deze:

Dmitri VrubelMy God, Help Me to Survive This Deadly Love, 1990.
cc Flickr Walt Jabsco photostream My God, Help Me to Survive This Deadly Love

U zag de ‘broederskus’ van Leonid Brezjnev (staatshoofd van de voormalige Sovjet-Unie) en Erich Honecker (staatshoofd van de voormalige DDR). Staatshoofden schudden meestal handjes, maar er wordt wel degelijk ook gekust.

Of is dit een nepkus?

De kussende Trump is op de muur gezet door de Australische street art kunstenaar @lushsux, die ook verantwoordelijk is voor de Trump afgebeeld op de Israëlische West Bankmuur. De prent refereert aan Trumps bezoek aan de Klaagmuur in Jeruzalem.

De maker van het filmpje was in de veronderstelling dat de roemruchte Banksy de maker van de prent was. Banksy heeft wel het een en ander op die grensmuur staan.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Over tijd

Er zijn minstens twee momenten in het jaar waarop we een jaartje ouder worden: de verjaardag en de jaarwisseling.

Morgen staan we ineens in de toekomst. Een gebeurtenis die zich elke dag voltrekt, maar bij de jaarwisseling extra wordt benadrukt. Bijna 9 miljoen Nederlanders hebben echter minder toekomstige tijd voor de boeg, dan hun bijna 8 miljoen medelanders.

Moeten we ons daar druk over maken? Misschien niet, maar maakt u zich dan wel druk over iets anders a.u.b.? Want wie tijd van leven heeft, dient zich druk te maken. Anders is het verspilde tijd, nietwaar?

Op de drempel van een ‘nieuwe tijd’ staan we even stil bij tijd (hetgeen we gedurende de waan van de dag ook hier en daar al eens deden).

De ‘Real Time’ klokken van Maarten Baas bevatten 12-uur durende filmpjes waarin de opgenomen ‘performance’ de wijzers van de klok in real time verplaatsen. Bij Maarten Baas lijkt tijd niets anders dan ‘opruimen en opnieuw beginnen’. Hier veegt men de tijd door.

U kent het werk van Maaten Baas misschien van de klok die hij voor Schiphol ontwierp.

Tijd, tijd en nog eens tijd. Was je er al niet door gebiologeerd, dan raak je er wel door gehypnotiseerd. ‘A million times’, ontworpen door Humans since 1982 (het Zweeds-Duitse duo Per Emanuelsson en Bastian Bischoff).

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Nep is Kunst

We hebben het hier al eens eerder betoogd: kunst is per definitie het ultieme nep. Kunst is nep omdat het niet anders kan zijn dan namaak. Dat geldt voor de bedrieglijke reproductie van een meesterwerk, voor plagiaat, kitsch en doelbewuste fake en voor feitelijkheden als soepblikjes en urinoirs.

Kunst heet kunst omdat het niets anders is dan weergave van een idee. Het is nooit het idee zelf. Het is een uitvoering er van. Die gedachte is niet nieuw, maar omdat ik vergeten ben welke grote denkers dat ooit hebben beschreven, zou ik mezelf gemakkelijk hoogst origineel kunnen vinden. Natuurlijk ben ik te lui om het even na te pluizen en er van uitgaand dat lezers ook die moeite ook niet nemen, zou de gedachte zomaar aan P.J. Cokema toegeschreven kunnen worden.

Het grote verschil tussen kunst en wat heden ten dage als nep de wereld wordt in geslingerd, zit hem in de intentie. Het hedendaagse actuele nep is bedoeld om mensen te bedonderen ter meerdere eer en glorie van een paar narcisten die louter op eigen gewin uit zijn. Kunst gaat louter om genieten of zet mensen zelf aan het denken.

Zo heeft Keith Haring zijn fake news wel bedoeld. In de tachtige jaren maakte hij collages van krantenkoppen uit de New York Post, fotokopieerde ze en verspreidde ze door New York.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Onder de brug

Hoe het werk er uit zag ben ik vergeten, maar de naam van de kunstenaar raakt nooit versleten. Zomaar een zondag rijmpje dat opborrelde na lezing van bruggen (of wat daar voor door moet gaan) die naar bekende schrijvers zijn genoemd.
We gaan er hier gemakshalve even vanuit dat schrijvers ook kunstenaars zijn, om het bruggetje te maken naar wat ik eigenlijk wil zeggen.

Kijk, kunst in de publieke ruimte is doorgaans redelijk zichtbaar. Op gevels. Soms moet je reikhalzen omdat het bovenop gebouwen staat. Verder lenen bushaltes, trafohuisjes, tunnels en bruggen zich uitstekend voor openbare galerie.

De zichtbaarheid van tunnelkunst is wat duister. Je moet er de diepte voor in en het is niet altijd ongevaarlijk om bij het kunstwerk stil te blijven staan. Dat geldt ook enigszins voor bruggen. Daar ga je over voort. Er op blijven staan leidt in veel gevallen tot verkeershinder.

In sommige plaatsen heeft men wegverkeershinder tot attractie, pardon, beleving verheven. De onderkant van ophaalbruggen als museummuur. Voor andere kunst onder de brug moet je eerst het water op. Da’s dus vrij elitiare kunst (want niet voor iedereen toegankelijk).

In veel gevallen is kunst onder de brug vooral tekst. One liners uit gedichten, hier en daar een volledig vers. Zelden beeldende kunst. Daar doe ik graffiti ernstig tekort mee. Nu behoeft dat segment amper meer publiciteit want, ook al is het veel van hetzelfde, vrijwel wekelijks is er wel ergens nieuw werk te zien.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Aantrekkelijke beleving

Zet een speel-, klim-, sluip-door-kruip-door attractie in een museum en het heet geen pretpark maar een beleving. Dat is natuurlijk veel beter geformuleerd. ‘Attractie’ suggereert toch dat het om iets aantrekkelijks gaat. Er zijn ongetwijfeld sujets die aangetrokken worden door de angst, misselijkheid en kots van het publiek dat een Sledge Hammer of een Python verlaat. Maar omdat daar ook anders over gedacht kan worden is het beter kiezen voor ‘beleving’. Daar kun je alle kanten mee op.

Dat een museum de allure van een pretpark kan hebben ontdekken we als er reusachtige interactieve installaties zien waar het publiek aan mag zitten. Wat heet ‘aan mag zitten’: er op klimmen, er af springen, er door rennen, er tegen gaan leunen.

Je zou denken dat een dergelijk kunstwerk van uiterst robuust materiaal moet zijn. Dat gaan we zien bij twee kunstenaars wiens werk je moet ‘beleven’. De één gebruikt robuust textiel, de ander juist heel tere lappen. Uiteraard ga je bij dat laatste kalm en voorzichtig er doorheen.

Eerst de Braziliaanse kunstenaar Ernesto Neto, wiens werk je wellicht in Nederland al eens hebt gezien tijdens Den Haag Sculptuur 2016 of in 2004 en 2009 in museum Boijmans van Beuningen, waar ´Célula nave´ (losjes vertaald: cel schip) werd geïnstalleerd.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Zelfafbeelding

Hoe kun je een massa kunstenaars van alle tijden en stromingen in één tentoonstelling bij elkaar zetten? Da’s makkelijk want één thema hebben ze bijna allemaal gelijk: zichzelf. En omdat er dus een schat aan zelfportretten is, pimpen musea, curatoren en recensenten de zelfafbeelding op door het van deze tijd te maken. Jawel, dankzij de ‘selfie’ zou het zelfportret razend populair zijn. Hoe je een trend met smoel maakt.

Ook de kunstenaars die in de vorige twee afleveringen (hier en hier) aan bod kwamen deden (en doen) aan zelfafbeelding.

Diego Rodríguez de Silva y Velázquez (1599 – 1660) – Zelfportret, 1645.
cc commons.wikimedia.org Self-portrait by Diego Velázquez

Het traditionele zelfportret, de ‘oerselfie’, kunnen we zowel bij Velázquez als bij Charlotte Salomon (1917 – 1943) zien als veredelde pasfoto.
Charlotte Salomon, Zelfportret, 1940. Collection Jewish Historical Museum, Amsterdam, © Charlotte Salomon Foundation, Charlotte Salomon®

Francis Bacon trekt zijn eigenaardige stijl door in zijn zelfafbeelding.

Francis Bacon (1909 – 1992) – Drie studies voor een zelfportret, 1967.
cc Flickr cea+ [ B ] Francis Bacon - Three Studies for a Self-Portrait (1967)

Keith Haring overdrijft het stileren dermate dat zijn zelfportret wel iedereen zou kunnen zijn. Maar stijl en kunstenaar zijn natuurlijk een en hetzelfde.

Keith Haring (1958 – 1990) – Zelfportret, 1989.
cc Flickr Ron Cogswell photostream Keith Haring's 'Self-Portrait' -- Astor Place Greenwich Village (NY) April 2016

Caspar Berger (1965 – heden) vraagt zich af of niet elk kunstwerk per definitie een zelfportret van de maker is. We vroegen hem of dan elk kunstwerk als een gehele of gedeeltelijke replica van de kunstenaar zelf gezien moet worden. Ja, antwoordde Caspar Berger, het kunstwerk is een uiting van de “the back story” van de kunstenaar.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Tentegenovertoonstelling III

Ook deze Kunst op Zondag is geïnspireerd door een van de reacties op ‘Tentegenovertentoonstelling’, dat handelde over het naast of tegenover elkaar geëxposeerde werk van verschillende kunstenaars, uit verschillende tijden en/of stromingen.

Vorige week namen we drie keer een paus naar aanleiding van deze reactie. Nu maken we dankbaar gebruik van de de andere reactie:

Het zou misschien wel interessant zijn om het werk van Charlotte Salomon te zien naast de schilderijen van Keith Haring. Beiden leefden voor hun schilderwerk, en bij beiden kon je op hun werk zien wat hen bezig hield, allebei figuratief. En beiden stierven tragisch jong. En ze waren allebei, als ik dat woord mag gebruiken, gepassioneerd bezig met hun schilderwerk.

Tja, welke kunstenaar leeft niet voor zijn/haar werk. Bij Salomon en Haring kun je ook stellen dat hun werk een middel was de aldoor aanwezige dood te trotseren.

Charlotte Salomon kwam uit een familie waar zelfmoord erfelijk leek te zijn (haar moeder, een tante, haar oma en drie andere familieleden doodden zichzelf), ze vermoordde haar grootvader met een omelet, leefde onder de continue dreiging van de Holocaust en werd zelf op 26-jarige leeftijd in Auschwitz vergast. Ze had nu 100 kunnen zijn.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Tentegenovertoonstelling II

De inspiratie voor deze Kunst op Zondag komt uit de reacties op ‘Tentegenovertentoonstelling’, het artikel van vorige week over werken van verschillende kunstenaars, uit verschillende tijden en/of stromingen, tegenover elkaar geëxposeerd.

Neem deze reactie:

Voor mij zou het een droom zijn om het werk van Francis Bacon uit 1953: Study after Velázquez’s Portrait of Pope Innocent X naast het bronzen werk Innocenzo X van de Nederlandse beeldhouwer Caspar Berger te plaatsen. Liefst nog met de vroegste bron erbij uit 1650: Portrait of Pope Innocent X van Diego Velázquez. Super!

Maar natuurlijk geachte reaguurder! Doen we. Van links naar rechts: Velázques, Bacon, Berger.
Sargasso Drieluik Innocent Velazques Bacon Berger

Diego Rodríguez de Silva y Velázquez (1599 – 1660) was een Spanjaard, op 61-jarige leeftijd in Madrid aan een fatale koorts overleden. Bij leven en welzijn verdiende hij de kost als hofschilder, hetgeen hem onder andere in staat stelde af en toe in Italië te wonen en te werken, geïnspireerd als hij was door Italiaanse kunstenaars als Titiaan. Tijdens zijn tweede reis naar Italië ontmoette hij paus Innocent X, die graag door Velázquez geportretteerd wilde worden.

Velázquez schilderde de paus niet mooier dan hij was, hetgeen voor die tijd opmerkelijk genoemd mag worden. De hofhouding van Innocent X dacht dat de eigenzinnige, narcistische paus Velázquez wel zijn tempel uit zou smijten, maar de paus bleek erg in zijn nopjes over het meesterwerk.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag| Tentegenovertoonstelling

Sinds 2012 is in het Haagse Gemeentenmuseum de doorlopende tentoonstelling ´Ontdek het moderne´ te zien. Het grappige aan de tentoonstelling is dat de moderne kunst niet in een historisch chronologisch overzicht wordt gepresenteerd, maar dat kunstwerken van verschillende tijden en stromingen in vijf thema´s bij elkaar zijn gezet.

Eeen ideetje van museumdirecteur Benno Tempel, die ook het gelijknamige boek er bij schreef. Benno Tempel wil zo dwarsverbanden zichtbaar maken, maar zonder dat boek er bij zie je sommige van die verbanden niet meteen. Eén van die thema’s is ‘stilstand en beweging’. Hier worden Mondriaan, impressionisten, urbanisatie, het Hollandse platteland en de Haagse School bij elkaar gebracht. Kort door de bocht samengevat: reizende kunstenaars in een veranderende wereld.

Maar zie je dat er van af als je langs de kunstwerken loopt? Nee, daarvoor zijn ze te verschillend. Dat er dwarsverbanden, zelfs overeenkomsten te vemoeden zijn valt pas op bij kunstwerken waarbij  enige gelijkenis meteen opvalt.

Dat is het geval bij de sculptuur Into One-Another II To P.P.P. van Berlinde De Bruyckere, dat midden in het Francis Bacon-zaaltje is neer gezet. Het lijkt wel of Berlinde De Bruyckere schatplichtig is aan Bacon’s ‘Seated figure’ en ‘Paralytic Child Walking on All Fours (from Muybridge)’.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag| Wat was

We hadden het in de vorige aflevering over wasserettes en wat gebeurt? Komen reaguurders op de proppen met wasplaatsen, bleekvelden en waslijnen.

Eén van de leuke aspecten van Kunst op Zondag: de aanvullingen. Daarmee dreigt soms een onderwerp vreselijk off topic te gaan, maar dat valt in deze rubriek erg mee. Want laten we wel zijn: sommige onderwerpen lenen zich soepeltjes voor een associërende verbreding van het thema.

De meeste reacties bij Kunst op Zondag doen dat: verbreden van het onderwerp. Dat is elders op Sargasso helaas nog wel eens anders. Daar zie je in de reacties soms wat versmalling, verenging is toepasselijker.

De lezers hielden zich vorige keer in. Ik kan het niet laten. Vandaag doen we nog wat was en associëren er op los.

We hebben er tussen de regels enigszins op gezinspeeld: achter de was schuilt een geschiedenis van ellende. De wasserette-, wasgoed-, wasknijper- en wasmachinekunst laat daar weinig van zien. Wassen was een zware, vervelende, slecht betaalde klus. Zowel voor de mensen die dat als huishoudhulp deden, als voor de mensen die in wasserijen werkten.

Wasvrouwen

Vermoeide ruggen, gekloofde handen, we zien het niet terug in deze toch wat idylische schilderijen. Laten we het zien als een ode aan de wasvrouwen.

Foto: Joan (cc)

Kunst op Zondag | Wasserette

Wasserette – ‘bedrijf, waar de huisvrouwen met behulp van zich aldaar bevindende wasmachines tegen betaling hun was (-) kunnen doen’.

Wij verklaren hiermede, dat uit de bovenstaande vermelding niet mag worden geconcludeerd, dat op deze naam en dit merk geen eigendomsrechten bestaan. De rechten behoren uitsluitend toe aan de N.V. Wasserette te Amsterdam.

Als de geschiedenis even anders had gelopen, had Sargasso een advocaat aan de deur gehad wegens het gebruik van de wasserette. Dat wil zeggen: van het woord. Het citaat hierboven komt uit een advertentie in drie landelijke dagbladen die uitgeverij Wolters-Noordhoff in 1967 plaatste nadat de eigenaar van N.V. De Wasserette eiste dat het woord uit het woordenboek werd geschrapt of dat er bij werd vermeld dat wasserette een beschermde merknaam was (bron: NRC, artikel van Ewoud Sanders, 1996). .

Wasserette is niet de enige merknaam die als soortnaam gangbaar is geworden in het dagelijks taalgebruik. Maar is de wasserette inmiddels zo zeldzaam geworden dat ze museumwaardig is geworden?

Nee, de wasserette in museum Boijmans van Beuningen is een staaltje ‘social design’ van Manon van Hoeckel, één van de finalisten in VPRO’s Toekomstbouwers op de Dutch Design Week. In museum Boijmans neemt ze deel aan de tentoonstelling ‘Change the System’.

Vorige Volgende