serie

KRAS

Foto: daisy.images (cc)

KRAS | Huidskleur

Net als elke stinkende blanke witte man van rond de vijftig ben ik dol op negers, zo lang ze maar niet op mijn verjaardag komen. Dat heet white privilege, weet ik sinds kort, en dat ga ik verdedigen, want anders ontneem ik anderen het genoegen om zich bij mijn feestje in te vechten.

Dat die anderen zich aan het melden zijn zie ik met sardonisch genoegen tegemoet. In tijden van virulent racisme is het alle gutmensch aan dek, maar is er eenmaal een rechtsstaat die de grenzen bewaakt, dan breekt de volgende fase aan, het bevechten van een prominentere plek door degenen die eerst achtergesteld waren. Die plek krijg je niet cadeau. Emancipatie is geen strijd voor watjes.

Foto: daisy.images (cc)

KRAS | Sesamstraat

Laten we eerlijk zijn: alleen bejaarden kijken nog televisie. Niemand onder de tien neemt een apparaat serieus waarmee je niet kunt swipen. Logisch dus dat Sesamstraat plaats moet maken voor een of ander programma van Omroep Max. Protesten daartegen zijn een uiting van nostalgie door halve bejaarden (want boven de twintig) die het zien als retrospectieve aanslag op hun eigen jeugd.

Filmpjes kijken doe je met een app. Op het moment dat het jou uitkomt. Eigenlijk zou dat slot van Sesamstraat deels leeg moeten blijven. Dat je dan een testbeeld krijgt waarnaar de kijkers van Omroep Max weemoedig kunnen staren tot de klok in beeld komt en een minuut later hun programma begint.

Foto: daisy.images (cc)

KRAS | Spaghettimonster

Toen ik na een avondje intense bijbelstudie zo gauw geen abortuskliniek kon vinden, koos ik dan maar een ander verzetje: het vliegende spaghettimonster. Dat is een god die wordt aanbeden door atheïsten. Nootjes erbij en surfen maar, want er is veel gaande onder de pastafarians dezer dagen. Hun inschrijving als kerkgenootschap is geweigerd.

Ik herinner me uitzichtloze discussies met atheïsten die al door het lint gingen als je ook maar suggereerde dat ze een metafysische stelling aanhangen. En hier had je dus ongeloofsgenoten van hen die per se een kerk wilden zijn (of een sekte, als ze er niet in slagen mainstream te worden onder atheïsten). Hoe dan ook, ik vermaakte me kostelijk met hun campagne om zieltjes te winnen. Toen waren de nootjes op en dook ik onbekeerd in bed.

Foto: daisy.images (cc)

KRAS | Morele superioriteit

Net toen ik gisteren op de bank – glaasje vintage whisky erbij, biologisch kaasje, u kent dat wel – zat te genieten van mijn morele superioriteit, werd ik er door gelijkgezinden in mijn tijdlijn weer eens op gewezen dat die niet langer vanzelfsprekend is. Vanuit de andere kant van het politieke spectrum rukken horden op die vinden dat niet wij maar zij recht hebben op de hoogste ethische medaille.

De waarheid is dat ik mij hier ongemakkelijk bij voel. Mijn morele superioriteit is mijn raison d’être, het fundament waarop mijn bedilzucht gegrondvest is. En dan krijgen we ineens van die gasten met hun fokkin arrogante pretenties die onze superioriteit proberen af te pakken, alleen maar omdat ze te lui zijn om een eigen opbouwende gedachte te verzinnen. Dacht het niet. Ik zeg: kom in verzet! Rot op naar je eigen ideologie!

Foto: daisy.images (cc)

KRAS | Grootmoefti

Sinds we weten dat de grootmoefti van Jeruzalem de aanstichter is van de Holocaust, mogen we stellen dat iedereen die wel eens ‘hallo’ gezegd heeft tegen een Palestijn niet alleen een smerig terroristenvriendje is, maar ook een antisemitische fascistennazi. Ik vrees dat ik voor die kwalificatie in aanmerking kom, want ik heb wel eens een hotel geboekt in Oost-Jeruzalem.

Enfin, zodra er ongeorganiseerd geweld uitbreekt in die regio, kun je er donder op zeggen dat de Sargasso-spambox vol loopt met propaganda. Sinds de eerste intifada heeft de Palestijnse elite en middenklasse het gebied al goeddeels verlaten. De Israëlische exodus begint ook op gang te komen: wie een toekomst wil voor zichzelf en zijn kinderen, pakt zijn biezen naar Berlijn. Wat overblijft zijn de fanatici die hun identiteit ontlenen aan de haat jegens de ander, tot in het zevende geslacht.

Foto: daisy.images (cc)

KRAS | Ajse uit Aleppo

Terwijl de keyboardwarriors van Twitter en omstreken elkaar nog altijd met het slijm op de lippen voor rotte vis uitmaken, mogen we constateren dat de asieltsunami door de Nederlandse golfbrekers naar behoren wordt opgevangen. Goed, er zijn auto’s in de fik gestoken en een kogelbrief verstuurd, maar het huis van de staatssecretaris staat er nog. Dat is wel eens anders geweest. Dankzij loslippigheid van Constant Kusters weten we bovendien dat het telkens dezelfde raddraaiers zijn die in den lande het democratische proces verstoren. Goed dat hij een podium kreeg bij Pauw: nu weten we hoe marginaal het verzet werkelijk is.

Velen maken zich terecht zorgen of de dijken het wel houden (juist als we dat niet deden, zouden ze bezwijken), maar uiteindelijk is het business as usual. De staat zorgt voor de basics, de kerken pikken de rest op. Wir schaffen dass, al zuchtend en mopperend zoals het zuinige Hollanders past. Over vijf jaar gaat de buurt de straat op omdat Ajse uit Aleppo teruggestuurd dreigt te worden naar haar oudtante in Beirut.

Foto: daisy.images (cc)

KRAS | Kindbruidje

In de trein vond ik een exemplaar van Tubantia, zo’n fijn regionaal dagblad waarin men het onvertogen woord zorgvuldig mijdt en gloedvol weet te spreken over de eigen voetbalclub of kruidkoek. Er stond een interview in met een echtpaar dat al zeventig jaar bij elkaar was. Zij was als geëvacueerde jonge wees uit Rotterdam in het schone Twente beland en dreigde naar een internaat gestuurd te worden. Dan maar liever trouwen, dacht ze, als zestienjarige.

Een kindbruidje! Door de gruwel van de oorlog in de armen van een vijf jaar oudere man gedreven! Met wie ze nu al zeventig jaar haar leven moest slijten! Tubantia mocht het dan presenteren als een vertederend liefdesverhaal, dit was nou precies waar ons alerte parlement tegen in actie was gekomen. Je mocht toch hopen dat dit huwelijk snel ontbonden zou worden. Maar nee, Zijne Koninklijke Hoogheid had zelfs felicitaties gestuurd.

Foto: daisy.images (cc)

KRAS | Tegen het hek

Dezer dagen moet ik nog wel eens denken aan de damherten in de overbevolkte waterleidingduinen waarvan we vonden dat ze beter konden creperen tegen het hek dan dat ze zich tegoed deden aan de toch al schaarse heesters in Bloemendaalse tuinen. Ik heb indertijd bepleit de beesten af te knallen en op te eten. Ik ben nu eenmaal iemand die vindt dat je ook ergens verantwoordelijk voor kunt zijn als je erbij staat en niks doet. Alleen dan kun je het geweer als een lichter te dragen last ervaren, althans als het om damherten gaat.

De alternatieven zijn afhankelijk van welk voldongen feit je bereid bent te accepteren. Je kunt bijvoorbeeld ook gaten in het hek knippen en de toorn van de Bloemendalers op je laden – maar wie burgerwoede over zich afroept geldt heden sowieso als een verwerpelijk sujet. De gewetensvolle helden van vandaag lopen weg van het hek, in de stellige overtuiging dat de herten het allemaal aan hun eigen voortplantingsdrift te wijten hebben en dat het een verkeerd signaal zou zijn om je hun lot aan te trekken.

Foto: daisy.images (cc)

KRAS | Nepparlement

Dit land heeft een sterke leider nodig, iemand die weet wat het volk beweegt en krachtige besluiten neemt. Het klonk nog niet overtuigend genoeg. Ik ging iets schuiner voor de spiegel staan, de borstkas fier vooruit. Had ik wapperende Mozartmanen gehad, als de Droomprins uit Shrek, dan zou ik die met een nonchalante beweging naar achter geworpen hebben. Dit land roept om een sterke leider. Dat klonk al beter. Dit land eist een sterke leider. Nog beter. Dit land schreeuwt om mij.

U bent een nepparlement, oefende ik alvast. U behartigt de belangen van het volk niet. U loopt aan de leiband van Brussel. Uw bestaan is derhalve zinloos. Daarom heb ik besloten u naar huis te sturen, zodat u daar uw peilloze zonden kunt overdenken. Voor u, mevrouw Arib, heb ik alvast een vliegtuig klaar laten zetten. Nee, die laatste zin was teveel eer. Ik probeerde nog iets serieuzer te kijken. Dit land eist een sterke leider, herhaalde ik, dit land eist een sterke leider. Dit land schreeuwt om mij.

Foto: daisy.images (cc)

KRAS | Samenzwering

In een verlaten worstenfabriek, waar de geur van muf berkenhout herinneringen opriep aan van wodka doordrenkte kolchozennachten, ontmoette ik de chef contraspionage van de SP. Hij was het die de hand van de VVD onthulde achter de infame Oranjerellen. In de hoop meer los te peuteren fluisterde ik dat het toch wel knap van Halbe Zijlstra was dat hij de latente volkswoede beter aan een touwtje had dan die andere gast.

Het is het grootkapitaal, zuchtte de man, van wie slechts de kale kruin zichtbaar was in het schrijlings invallende licht. Ze proberen de mensen uit elkaar te spelen om de aandacht af te leiden van de miljarden die de Bankendämmerung ons nog gaat kosten. Ik wilde vragen hoe dat precies in zijn werk ging, maar mijn zegsman was alweer opgelost in de rook.

Foto: daisy.images (cc)

KRAS | Wagenwijd openstaande grenzen

Zo onderhand werd ik toch wel nieuwsgierig naar die wagenwijd openstaande grenzen, met hun aanzuigende werking op Syrische testosteronbommen die ons land overspoelen om onze borstvergrotingen af te pakken. Ik reisde dus af naar Kerkrade, dat ik kende als een buitengewoon volatiele grensplaats sinds Mart Smeets ooit aan de vooravond van een Nederland-Duitsland in het straatbeeld verscheen met de verlekkerde constatering dat het hier wel eens behoorlijk uit de hand zou kunnen lopen.

Ik werd niet teleurgesteld. De grens stond inderdaad wagenwijd open. Zelfs toen ik een paar keer opzichtig heen en weer liep, vroeg niemand naar mijn paspoort. Nergens zag ik nerveuze legereenheden klaar staan om bij het geringste hoofdknikje van chef Hennis het prikkeldraad uit te rollen en zo de stormloop van gelukszoekers uit Herzogenrath te voorkomen. Onbevredigd droop ik af. De grens met Duitsland dichtgooien, het was een historische stommiteit die ik, als het toch ging gebeuren, graag van nabij had meegemaakt.

Foto: daisy.images (cc)

KRAS | Anti-democraat

Ik ben een anti-democraat. Dit is mij duidelijk gemaakt door een olijke matroos, die mij een aantal keer met een ranzige roze washand in het gezicht sloeg om mijn interesse te wekken voor een referendum over het associatieverdrag tussen de Europese Unie en de Oekraïne, een land met een hele grote Russische marinebasis waarvan de matroos mij verzekerde dat hij er niks mee te maken had. Enfin, als ik zijn enthousiasme niet deelde, was ik dus een anti-democraat. Soms heb je hulp van een buitenstaander nodig om iets over jezelf te weten te komen.

Zodra je eenmaal anti-democraat bent, hoef je je van andermans mening niks meer aan te trekken. Het is een bevrijding die ik iedereen gun. Dus heb ik een aantal banners van de PvdA-website geplukt en naar de matroos gestuurd met de opdracht die, als de democratie hem lief was, te plaatsen op de homepage van zijn ongefundeerde rebellenclub. Niets meer van gehoord. Anti-democraat worden, het is een fluitje van een cent en je hebt er veel plezier van.

Vorige Volgende