Ethische kwestie #3: waarom anderen respecteren?
Het lijkt zo logisch: natúúrlijk respecteer je anderen, ken je hen waardigheid toe. Natúúrlijk neem je het leven of de belangen van anderen in ieder geval tot op zekere hoogte mee in je morele overwegingen. Maar waarom? Wat is er de reden van dat we anderen bepaalde rechten toekennen? En wie zijn dat, ‘anderen’? Tijdens mijn filosofische veldwerk sprak ik met Alex, die zei: ‘Je moet er naar streven om andere mensen, andere dieren, andere wezens niet bewust te laten lijden.’ Dit werpt de vraag op: wat is de basis van moreel respect? Is er daarbij een verschil tussen mensen en andere dieren?
Als we Alex’ theorie verder uitwerken, dan wordt pijn het criterium op basis waarvan een wezen morele overweging verdient. Kan iets pijn hebben? Dan moet je dat in ogenschouw nemen en ernaar streven de totale pijn die voortvloeit uit je handeling zo klein mogelijk te maken. Kan iets geen pijn hebben? Dan hoef je er in morele zin geen rekening mee te houden. Op basis van deze theorie kan je inderdaad zeggen, zoals Alex doet: ‘Dieren zijn onze zwakzinnige broertjes. Er is geen fundamenteel onderscheid tussen mensen en andere dieren.’
Deze trant van redeneren vinden we rechtstreeks terug bij Peter Singer, die een utilistische morele theorie neerzet. Het morele gehalte van een handeling is af te meten aan de hoeveelheid pijn (of genot) die eruit voortvloeit. Ook Singer wijst een strikt onderscheid tussen mensen en dieren resoluut van de hand. Zijn theorie speelt daarom een belangrijke rol in het ethische debat over dierenrechten.