Een bijzondere Amerikaanse president
Dinsdag overleed op bijna 90-jarige leeftijd de voormalige Uruguyaanse president José Pepe Mujica. In de jaren zestig stond hij aan de wieg van de guerillabeweging Tupamaros die vocht tegen de militaire dictatuur. Hij werd gevangen genomen, ontsnapte en werd weer gepakt. Hij zat dertien jaar vast. Na het herstel van de democratie in 1985 sloot hij zich aan bij de linkse beweging MPP (Movimiento de Participación Popular). Mujica, in de volksmond Pepe, werd in 1994 gekozen als parlementslid. De brede linkse beweging waarin de MPP de grootste partij was groeide in de jaren daarna onder zijn populariteit. In 2005 benoemde de linkse president Vázquez hem tot minister van Landbouw. Eind 2009 won Mujica de presidentsverkiezingen van de conservatief Lacalle.
Als president viel Mujica op door zijn bescheiden leefstijl. Hij gaf bijna zijn hele presidentiële salaris weg aan goede doelen, arme Uruguayanen en kleine ondernemers. Hij bleef wonen in zijn kleine boerderij op het platteland, waar hij bloemen kweekte. Hij reed in een oude Volkswagen naar Montevideo (zie de foto, naast Pepe de Braziliaanse president Lula) en deelde daar op straat pamfletten uit tegen de machocultuur. NOS correspondent Marc Bessems ging in 2014 bij hem op bezoek. Pepe liet hem zijn tomatensaus van zelfverbouwde tomaten proeven. ‘Ik ben niet arm, ik leef sober’, zei de president. Over geld zei Mujica: „We zijn te gefocust op rijkdom en niet op geluk. We zijn alleen maar bezig met dingen doen en voor je het weet is het leven aan je voorbijgegaan”.