serie

#Dezeweek

Peter Buurman bespreekt wat hij de afgelopen week op Twitter vond. Over mooie artikelen, Twitterfitties en andere ongein.


Foto: daisy.images (cc)

#Dezeweek | Mijn laatste stem

COLUMN - Wie gisteren de Algemene Beschouwingen heeft gekeken, was toeschouwer van het politieke dieptepunt van de 21e eeuw in Nederland. In de Tweede Kamer stond een figuur zijn collega in zijn gezicht ‘miezerig’ te noemen.

Die uitspraak van Geert Wilders tegen Alexander Pechtold is mensonterend, maar nog meer is het een minachting van het volk, dat beide ruziemakers pretenderen te vertegenwoordigen. Het is het zoveelste toonbeeld van de achterlijke poppenkast die er week in week uit in Den Haag wordt opgevoerd, en de reden voor het definitieve verlies van mijn geloof in de politiek.

Jarenlang kreeg ik de politieke beslommeringen vooral mee via Kopspijkers, waar de parlementaire actualiteiten werden behandeld, maar ook treffend op de hak genomen door de begaafde cabaretiercolonne. Ik kende de karikatuur van Balkenende beter dan de echte Jan Peter, maar het gaf mij een vat op de politiek die ik met het verdwijnen van het programma nooit meer terug zou krijgen. Intussen zijn politici karikaturen van zichzelf geworden en geeft het kijken van een debat eerder het gevoel van een GTST-aflevering. Dat zou prima zijn voor het amusement, ware het niet dat er in de politiek daadwerkelijk wat op het spel staat.

Foto: daisy.images (cc)

#Dezeweek | De magie is weg

COLUMN - Mijn eerste leraar op de basisschool kon iets heel gaafs. Meneer Guus kon met een beetje wrikken en sjorren zijn linker duim van zijn hand af trekken. Hij nam de duim dan in z’n rechterhand en liet die aan mij zien. Ongelofelijk.

Totdat een klasgenootje – die de truc al kende – mij vertelde dat het niet echt was. Dat meneer Guus gewoon zijn linkerduim in zijn linkervuist had verstopt, om mij vervolgens frauduleus zijn rechterduim tussen zijn rechtervingers te tonen. Het was gedaan met mijn ontzag. De magie was weg.

Een beetje hetzelfde gevoel kreeg ik bij de Apple keynote van afgelopen dinsdag, waarop onder andere de nieuwe iPhones werden aangekondigd. De tijd dat ik bij dergelijke presentaties van de ene verrassing in de andere donderde, is lang en breed verstreken. Apple lijkt sinds de dood van Jobs achter de feiten aan te lopen. Want dat iOs 7 flat design, hebben ze dat nou van Windows of van Nokia? Vooruit, het unlocken met de vingerafdruk is heel cool en futuristisch, maar wat betekent dat eigenlijk voor de privacy? De grootste aankondiging is dan misschien nog wel dat de telefoon in verschillende kleuren komt. Daar krijg ik dan toch wel een beetje het rechterduimgevoel van. De magie is weg.

Foto: daisy.images (cc)

#Dezeweek | Filosoof Frans Bauer

COLUMN - Om maar met een flink understatement te beginnen: Syrië houdt de gemoederen wel bezig he? Sinds de gifgasbommen van Assad (?) gevallen zijn heeft het onderwerp zich met schokgolven tot vele gesprekken uitgebreid. Dikke kans dat ik morgen op een verjaardag naar mijn mening over de situatie wordt gevraagd. Om dan met een bek vol taart (ik hoop dat er taart is) niet veel verder te komen dan de Frans Baueresque uitspraak: ‘Ik vind het allemaal heel erg, maar ik snap er niet zo veel van.’

Via televisie en kranten kom ik hooguit op de hoogte van alles dat ik niet weet over de kwestie. Hoewel je daarmee ook een eind schijnt te komen, vind ik de complexiteit van de kwestie beangstigend. Het is een constellatie waarbij de Habsburgse staatsvorming verbleekt, een plot waarvan de schrijver van Game of Thrones een nat broekje krijgt. Maar was het maar een televisieserie, dan kon ik ervoor kiezen niet te kijken.

Het is dat ik kaartspellen bijna net zoveel haat als oorlogen in het Midden-Oosten, anders was ik in het Syrië-gesprek ongetwijfeld de onhandige John McCain geweest die zat te pokeren op z’n smartphone. Ik kan voor geen meter pokeren, maar in vergelijking met Syrië vind ik zelfs dat een overzichtelijk en fantastisch spel. Was het maar zo simpel als een robbertje Texas Hold ‘em. Dat iemand me kon vertellen: ‘Nee Peter, met een twee en een zeven kun je beter niet all-in gaan, dan verlies je.’ In Syrië vind ik het soms zelfs nog onduidelijk wie nou eigenlijk de tegenstander is, laat staan dat ik z’n pokerface herken.

Foto: daisy.images (cc)

#Dezeweek | Tot er dode vogels aan te pas komen

COLUMN - De rollen waren even omgedraaid. Het was opeens niet mevrouw Mees die zich al stalker profileerde, zij was zelf onderwerp geworden. Ze had zojuist bezonnebrild op onaangekondigde tijd het gebouw betreden. Om emoties te verbergen of om moeilijk herkenbaar te zijn, maar de media herkende onmiskenbaar mevrouw Mees, de stalker van meneer Buiter.

Het was snel gegaan. De dag dat meneer Buiter had besloten dat hun relatie tot een einde moest komen, was de dag geweest dat zij plotseling tot stalker was gebombardeerd. Een welbekend woordenboek duidt haar bezigheid als ‘voortdurend lastigvallen’ of ‘hinderlijk volgen’. En juist in het woord ‘hinderlijk’ lijkt de crux van haar bestaan te zitten. Hoe leuk was het voor meneer Buiter om elke dag een mailtje te ontvangen van iemand van wie hij dat wilde? Maar hoe leuk was diezelfde hoeveelheid post nog toen hij de afzender liever mondgesnoerd achterliet?

Toegegeven, met de dode vogel-mailtjes en de vingerende zelfportretten overschreed Mees al een grens. Ik zou dan ook niet zo ver durven gaan om te stellen dat stalking in the eye of the stalked zit, daarvoor zijn het te vaak excessen. Maar een woord als hinderlijk geeft toch zeker te denken. Dreigementen zullen bij sommige BN’ers aan dovemansoren gericht zijn, of stranden op de veelgenoemde dikke huid, terwijl diezelfde dreigementen bij Wendy van Dijk wel postvatten en angst zaaien. De één ondervindt eerder hinder dan de ander.

Foto: daisy.images (cc)

#Dezeweek | Het zijn net kinderen

COLUMN - Uw columnist ervoer een cultuurschok in China.

Wat begon als grap was al gauw realiteit, voor ik het wist zat ik met twee vrienden in een vliegtuig naar China, het land dat ik eigenlijk alleen kende omdat het vroeger op de buiken van mijn plastic dinosauriërs stond. Een dag later stond ik op Peking West, Een broeierig, lawaaiig en druk station. Vijf uur later verliet ik het gebouw weer. Een hoop illusies armer, uitgeput, maar wat nog veel erger was, het was niet eens gelukt om treinkaartjes te kopen.

Het was het eerste wapenfeit van het land China, met een ware cultuurshock als gevolg. Ik was al gewaarschuwd dat de eerste dagen over me heen zouden walsen als een bulldozer, maar begreep pas wat daarmee bedoeld werd toen het daadwerkelijk gebeurd was. De dynamiek van de Chinese steden is reusachtig, de tijd gaat daar twee keer zo snel. Toen ik aankwam in m’n hotel werd de weg ernaartoe opengebroken, toen ik de volgende ochtend wakker werd lag er al een nieuwe. Wat dat betreft is Nederland in vergelijking met China net een museum.

Toch, als alles op zo’n tempo gaat, lijkt het voor de gemiddelde Chinees erg moeilijk de kop erbij te houden. Ze racen op de automatische piloot door het dagelijks leven en gunnen zichzelf nauwelijks de tijd om ook maar eventjes na te denken waar ze nou eigenlijk mee bezig zijn. Er wordt op straat gespuugd en geplast, geschreeuwd in restaurants en eindeloos op de claxon gehangen in chaotisch verkeer. Het was smerig, storend en een grote herrie, maar toch had ik veel moeite het de Chinees kwalijk te nemen.

Foto: daisy.images (cc)

#Dezeweek | Ik ben de walvis

COLUMN - Geen Johannes of Johanna dit keer. Nee, de prijs voor zeezoogdier van de week ging naar de naamloze potvis die op Terschelling was aangespoeld. Goo goo good job! De mediamachine draaide op volle toeren. Twitter, tv en de kranten besteedden er allen aandacht aan. Het blijft knap hoe Rob Bats, de burgemeester van het eiland, schijnbaar futiele gebeurtenissen die binnen zijn gemeentegrenzen plaats vinden, weet te hypen tot het zaken van landelijke proporties zijn. Eerder was de VVD’er burgemeester van het dorp Haren. Gelukkig liep het dit keer niet uit de hand; Bats wist immers wat hij moest doen, want: er is een protocol!

Het betreffende protocol is opgesteld omdat het in ons land niet zo vaak voorkomt dat er een levende walvisachtige strandt. Bovendien bestaat er de mogelijkheid dat het een emotionele aangelegenheid voor het publiek wordt, omdat de kans op sterven bij zo’n stranding aanzienlijk is. Wat er met al dode walvisachtigen gebeurt, is een stuk minder belangrijk. Blijkbaar verliest datzelfde publiek zijn empathisch vermogen als de beesten al dood zijn. Of er stranden gewoon veel meer dode walvissen: alleen al 522 dit jaar. Voor zulke grote aantallen is het ook veel te moeilijk om uitgebreide generaliserende protocollen te schrijven.

Foto: daisy.images (cc)

#Dezeweek | Mijn drone en ik

COLUMN - Deze week heb ik een drone gekocht. Bij de Bart Smit voor maar €99,99. Nu kan ik eindelijk aan de slag als huis-tuin-en-keukenjournalist. Of als spion natuurlijk. Dat kan namelijk ook vanuit huis: organisaties als de AIVD schijnen het afluisteren uit te besteden aan private bedrijven, omdat ze zelf de grote hoeveelheid data nooit zo snel zouden kunnen verwerken. Als dat zo is, wil ik ook best meewerken vanuit mijn luie stoel. Bovendien krijg je er ook nog eens veel meer voor betaald dan wanneer je gewoon in overheidsdienst werkt. En een beetje spelen met zo’n op afstand bestuurbare helikopter, dat lijkt me ook wel wat.

Nadat ik mijn drone uit de verpakking had gehaald, besloot ik om er eerst maar eens mee naar Brussel te vliegen. Er was een kroning en een groots feest. Ik kreeg er beelden door van een niet zo houterige nieuwe koning. Maar hoe heet die nieuwe koning eigenlijk? Moet ik hem Filip noemen, of Philippe? De strijd tussen de twee namen is natuurlijk kenmerkend voor de verdeeldheid bij onze zuiderburen, maar ik vind het maar onhandig. Als de beste man twee verschillende namen krijgt, bestaan er ook twee verschillende beelden van hem, die ieder hun eigen geschiedenis creëren. Nu ik zo’n mooie drone heb, wil ik wel weten wat de waarheid is, hoe het werkelijk zit. En daar hoort één naam bij, anders kan ik natuurlijk nooit weten wat hier echt gaande is.  

Foto: daisy.images (cc)

#Dezeweek | Lekker reien

COLUMN - De honderdste Tour is nu bijna twee weken oud en het is een bijzondere editie. Er wordt niet alleen een jubileum gevierd, maar het is ook de eerste keer dat het publiek zich ervan bewust is dat het al jaren en masse naar een klassiek tragedie zit te kijken. Vol van de dope (schande!) proberen overmoedige renners het lot in eigen hand te hebben en boven hun kunnen uit te stijgen, om minstens een paar keer per week een Franse Olympos te beklimmen.

Geen wonder dat Zeus je dan van je fietsje flikkert.

Ondertussen wordt het hele schouwspel lyrisch bezongen door onze nieuwe poëet des vaderlands, Maarten Ducrot, die bij vlagen welhaast halve alexandrijen weet te produceren: ‘Ten lange leste in de chasse patate // gaat er alweer een renner op z’n gat.’ Alsof dat nog niet genoeg is, oreert Mart Smeets elke avond ook nog eens alsof ‘ie uit Delphi komt. Hij weet wel waar het heen moet met de sport.

En de mensen luisteren er nog ook naar. Wat een orakel. Uh, mirakel.

Het schijnt overigens dat er zich in het peloton ook nog een stel gereformeerden uit de Biblebelt bevindt; de overstap van een Utrechtse heuvel naar een Franse Alp is immers niet al te groot. De groep werd lange tijd geïmiteerd door Duitse volgelingen: ook het niet inenten is blijkbaar een virus dat zich onder grote groepen mensen kan verspreiden.  Deze hardlerenden gingen dan ook nog lang op voor de rode bollen maar schikten zich uiteindelijk rustig in de gebruiken van de wielerwereld door verboden middelen hun bloedbaan in te spuiten. (Schande!!) Dit alles om niet meer afhankelijk te zijn van het credo “mazzel of de mazelen”.

Foto: daisy.images (cc)

#Dezeweek | Herinneringen in Andermans Schedels

COLUMN - In de huidige versnipperende wereld is er in ieder geval nog één fundamentele eigenschap waarvan we kunnen zeggen dat die gemeenschappelijk is: wij zijn allen sterfelijk. Vroeg of laat zullen we allemaal het lootje loodje leggen. Voor de één wacht de steen op het gazon, de ander verwordt tot de verbrande inhoud van aardewerk op de schoorsteenmantel. De dood komt soms vroeg en rauw, maar even zo vaak zal hij geruisloos en traag zijn intrede doen. De dood is definitief. Waar we in ons leven nog enig idee hebben dat we zelf kunnen bepalen wie we zijn, ligt ons lot na de laatste dag definitief in de handen van anderen. En zijn we niets anders, dan herinneringen in andermans schedels.

James Gandolfini kon na zijn dood nog kort de beste acteur aller tijden zijn, een laatste lofzang die bij veel gestorven acteurs al gehoord werd, en ook in de toekomst nog vaak zal klinken. Heath Ledger was ook even de beste acteur die de wereld ooit gezien had, en cru genoeg zal het slechts een kwestie van tijd zijn tot Tony Soprano het niet meer is. Als de Sopranos-herhalingen weer gestopt zijn, als zijn dood alweer vergeten is en de sociale media haar steun al lang weer aan andere adressen dan de dertienjarige Michael betuigt, is James Gandolfini voor de wereld niks meer dan een gekreukelde dvd-box in een failliete dvd-zaak. Niks meer dan een geforceerd eerbetoon op een awardshow.

Foto: daisy.images (cc)

#Dezeweek | Roep om Romantiek

COLUMN - Dinsdag had iemand bij de universiteit het gore lef om een flyer aan mijn fietsstuur te hangen. Op die flyer stond minister van Onderwijs Jet Bussemaker achter tralies afgebeeld, schuldig aan ‘desastreuze bezuinigingen op studenten’. De oplossing volgens de ASVA: een grootschalige actie tegen bezuinigingen op studenten.

Nadat eerdere bezuinigingsplannen op studenten naar de prullenbak werden verwezen, komt het kabinet nu met een tweeledig plan, waarin zowel gekort wordt op de OV-toelage als een sociaal leenstelsel wordt ingericht. Dit, samen met het gigantische kamertekort in Amsterdam, was voor de Algemene Studenten Vereniging Amsterdam genoeg reden om een grootschalige actie tegen bezuinigingen op studenten te organiseren. Het werd een ludieke flashmob op de Dam.

Het verbaasde me niet zoveel. In de twee jaar dat ik nu studeer heb ik organisaties als de ASVA en het LAKS leren kennen als groeperingen die zich voornamelijk geroepen voelen bij elke poging tot wijziging in het onderwijs te gaan roepen. Ongeacht de aard van de wijzigingen is de reactie vaak al te voorspellen. Voor de 1040-urennorm op middelbare scholen stroomde de dam vol met puberende onruststokers, bij de langstudeerboete ging een arsenaal aan zwarte ballonnen de lucht in. Het geeft mij een gevoel van ‘protesteren om het protesteren’, om nog maar te zwijgen van de Sywerts die zichzelf ten onrechte profileren als ‘de stem van een generatie.’

Foto: daisy.images (cc)

#Dezeweek | Is het al Komkommertijd?

COLUMN - Toen ik mijn (met een beetje geluk) laatste tentamens van het jaar had ingeleverd, en daarna voldaan, maar ook flink verbrand op de bank lag, ontsprong in mijn hersenpan de vraag: Is het al Komkommertijd?

Op de televisie was een aflevering van de Lama’s. Ik dacht dat ik vijf jaar geleden voorgoed van dat programma verlost was. Vijf jaar na dato zijn de grappen nog even plat, is Patrick Lodiers een nog even slechte presentator en roept het publiek nog altijd achterlijke suggesties om vervolgens slaafs te klappen na elke grap die ze niet begrepen. Dat dit blijkbaar de beste optie voor het vrijgekomen tijdslot van De Wereld Draait Door is, is best wel een harde fuck you naar de andere programma’s op de NPO. Hoe dan ook nog steeds een kijkcijfersuccesje, maar ze mogen in die cijfers best rekening houden met de mensen die dachten dat ze in de rubriek De TV Draait Door hadden ingeschakeld. Stomme oude TV-programma’s herhalen, het móest wel Komkommertijd zijn.

Dan nog het nieuws over ‘gevaarlijke IKEAkopjes’, waar de bodem uit zou kunnen kletteren als je er hete vloeistof in zou gieten. En zeg nou zelf, dat doen we allemaal wel eens met theekopjes. Het leverden dan ook tientallen gewonden op. Geen zorgen, als je het (overigens foeilelijke) kopje hebt gekocht, mag je ‘m gewoon terugbrengen. Ook wordt het servies uit de handel gehaald, erg fijn. Nieuws over theekopjes, het móest wel Komkommertijd zijn.

Foto: daisy.images (cc)

#Dezeweek | De Revanche van de IJdeltuit

COLUMN - Als er al een typisch Nederlandse eigenschap bestaat, is het die van valse bescheidenheid. Want stel je voor dat je op nationale televisie zegt dat je ergens goed in bent.

Aan het begin van deze week zat Jeroen Krabbé aan Mathijs’ tafeltje. Ik heb wel wat met de familie Krabbé. Ik las leuke boeken van Tim, en heb mezelf er zelfs eens op betrapt te lachen om Martijn. Ook Jeroen kon mij bekoren, toen hij maandag een mooi concept presenteerde voor zijn nieuwe expositie van schilderkunst: Dum Vivimus Vivamus.

Die spreuk betekent zoveel als ‘Laat ons leven zolang we leven’, en ik denk dat er wel te stellen valt dat Jeroen Krabbé tot nog toe aardig heeft geleefd. Hij acteerde over de hele wereld, regisseerde films en theaterstukken en als hij ergens nog een gaatje had, dan vulde hij dat graag met schilderen. Best iets om trots op te zijn, en dat was Krabbé dan ook in volle glorie. Met behulp van jeugdfoto’s, herinneringen en eigen tekeningen maakte hij een, in zijn woorden, geschilderde autobiografie. Het werk ontsluiert een aparte jonge Jeroen, die Mathijs maar al te graag lanceerde tot ‘wonderkind’. Jeroen was zeker niet de eerste om dat te ontkennen.

Vorige Volgende