serie

De Kroonboekenclub

Neerlandicus Marc van Oostendorp recenseert boeken die gratis te verkrijgen zijn.


Foto: daisy.images (cc)

De Kroonboekenclub | Vrouwen lief en leed in de tropen

COLUMN - Het was geen pretje in Nederlands-Indië. In ieder geval niet volgens Thérèse Hoven, die in 1892 het boek Vrouwen lief en leed in de tropen publiceerde. Bij de titel van dat boek kun je je afvragen wat het woord lief daar doet, want voor vrijwel alle vrouwen in het boek is het een en al leed wat de klok slaat.

Hoven kruidde haar verhaal op het eerste gezicht met een behoorlijke scheut onbekommerd kolonialisme en seksisme.

De hoofdlijn gaat over de Nederlandse Nelly die verliefd raakt op de koloniaal Theodoor en met hem mee terug naar Indië gaat vanuit Den Haag. hove006vrou01_01_tpgDaar eenmaal aangekomen, wordt Theodoor heel afwerend, stuurs en nors. Wanneer Nelly zwanger is, stuurt Theodoor haar alleen naar de stad. Als ze terugkomt, blijkt dat Theodoors inlandse minnares, die al voor Nelly Theodoor leerde kennen een kind van hem heeft gebaard, het heft in handen te hebben genomen. Uiteindelijk vergiftigt die minnares Theodoor per ongeluk (eigenlijk was het de bedoeling Nelly te doden) en zichzelf expres. Het komt met Nelly allemaal goed – ze trouwt een degelijke, Hollandse man. Maar dat ‘lief’ gebeurt al eigenlijk niet meer in de tropen.

Javaanse vrouw

Behalve Nelly hebben ook vrijwel alle andere vrouwen te maken met het verwilderende effect dat de tropen op de Nederlandse mannen hebben. Een inlandse bijslaap nemen is in ieder geval al heel gewoon. Verschillende mannen deinzen er daarnaast niet voor terug zich bij gezonde blonde vrouwen op te dringen. Dat leidt allemaal vanzelfsprekend tot enorme ellende.

Foto: daisy.images (cc)

De Kroonboekenclub | Hélène Swarth, Sorella

COLUMN - Het mooie boekje dat Jeroen Brouwers over de dichteres Hélène Swarth (1859-1941) schreef, is inmiddels ook gratis te krijgen. Ik pikte het in ieder geval op van een tafel op mijn werk, waar collega’s boeken neerleggen die ze zelf niet meer willen. Het treurige verhaal van Swarth hoort daar dus bij. Het lag weken op de tafel voor ik het meenam.

Aan het begin van de twintigste eeuw was Hélène Swarth waarschijnlijk de bekendste dichteres in onze taal. Aan het eind van zijn boek beschrijft Brouwers hoe hij in de jaren tachtig hoe hij haar graf bezoekt, en de kerkhofwachter er zijn verbazing over uitspreekt dat er heden nog belangstelling voor Hélène Swarth bestaat. “Ik zeg,” luidt de laatste zin van het boekje, “dat er geen sprake van is dat er heden nog belangstelling voor Hélène Swarth bestaat.”

Inmiddels is er dus ook voor Brouwers’ boekje geen belangstelling meer.

Rondzingen

s-05153De afbladdering begon al tijdens Swarths lange leven. “Van de in 1942 posthuum verschenen bundel Sorella, voor het laatst dat er een boek van Hélène Swarth verscheen, werd geen kennis meer genomen. Het was oorlog, men had wel wat anders aan zijn hoofd.”  Gelukkig is Sorella onlangs gratis vrij gegeven op de website van de DBNL.

Foto: daisy.images (cc)

De Kroonboekenclub | Lady Chatterley’s Lover, van D.H. Lawrence

Een goede schrijver is altijd een dief. Ieder verhaal gaat minstens voor een deel over andere mensen. En door iemand anders verhaal op te schrijven, ontneem je die ander zijn verhaal.

De laatste weken woedt onder andere in NRC Handelsblad en op weblog Tzum een discussie over ‘culturele toe-eigening’ (cultural appropriation) in de literatuur: wat te denken van witte schrijvers die over zwarte personages schrijven? En wat als ze daarbij teruggrijpen op allerlei clichés?

Ik vind het een interessante kwestie en ik probeer er alles over te lezen wat erover gezegd wordt. Het lijkt me duidelijk dat je niemand het recht wil ontnemen om wat dan ook te fantaseren over wie dan ook. Het lijkt me ook duidelijk dat je kritiek moet kunnen hebben op verhaaltjes met een duidelijk racistische strekking. Waar ligt precies het redelijke midden?

De roman Lady Chatterley’s Lover van D.H. Lawrence is een interessant geval.  Het verhaal is bekend: Constance Chatterley is getrouwd met de gehandicapte en veel te intellectuele schrijver Lord Chatterley, en ze valt voor diens boswachter Oliver Mellors, van wie ze een kind krijgt en met wie ze uiteindelijk gaat samenleven. Het is een heel krachtig verhaal, waarin je als lezer heen en weer wordt geslingerd tussen sympathieën voor alle personages, en van intellectuele discussies over het bolsjewisme tot zeer zinnelijke beschrijvingen van erotische vervoering.

Foto: daisy.images (cc)

De Kroonboekenclub | De smalle mens, van E. du Perron

COLUMN - Hoe moet je jezelf zijn? Kun je dat bijvoorbeeld zijn door een specialist te zijn? Een deskundige op een bepaald gebied laat zich toch insnoeren door allerlei verwachtingspatronen, door regels en procedures? En kun je dat zijn door acteur te zijn? Je zegt en doet dan de hele tijd dingen die andere mensen voor je hebben verzonnen? Maar wat als dat nu eenmaal in je aard ligt?

Ik geloof dat er nog maar weinig volwassenen zijn die nog met deze vragen worstelen. De enigen die dat wel doen, smeren zich in met antipuistencrème of lezen het Viva forumZodra je een zekere leeftijd hebt bereikt, ben je jezelf.

In ieder geval zijn weinig mensen nog zo op zoek naar eerlijkheid als een groep Nederlandse intellectuelen in de jaren dertig was. De essaybundel De smalle mens van E. du Perron was er een neerslag van.

Eigenheid, persoonlijkheid

du_p001smal01_01_tpgDie enorme hang naar eerlijkheid en dat geloof dat het ook mogelijk was om eerlijk te zijn, had natuurlijk wel zijn wortels. Multatuli is sinds zijn eerste boek in de Nederlandse literatuur alom geëerd – ook door Du Perron. En bij Multatuli heb je veel meer dan bij alle Nederlandse schrijvers vóór hem het idee dat het allemaal om Multatuli gaat.

Foto: daisy.images (cc)

De Kroonboekenclub | Eva Bonheur van Herman Heijermans

COLUMN - Een onderwerp waarover geloof ik niet veel meer geschreven wordt hoewel het nog onverminderd actueel is: hoe het is voor ons Nederlanders om allemaal zo dicht op elkaar te wonen. Er verschijnen nog maar weinig romans die gaan over de makke van het hebben van bovenburen, en van hoe iedereen zich met iedereen bemoeit.

En dat terwijl Nederlanders er dol op zijn, op huizen verhuren en onderverhuren, vooral in de steden. Geen volk ter wereld heeft zo graag steeds weer mensen over de vloer. Voor niemand lijkt AirBnB zo geknipt als voor de Nederlander.

Het toneelstuk Eva Bonheur van Herman Heijermans is een klassieker in dit subgenre. Het stamt uit 1919, het is bijna honderd jaar oud, maar omdat Heijermans een meester was in de spreektaal, en omdat de spreektaal nu ook weer niet zó snel verandert, begrijp je er ieder woord van. 

Hartelijk welkom

borg006herm02ill95Het toneelstuk vertelt het verhaal van een gezin dat een huurster in huis neemt, de verzuurde weduwe Eva Bonheur. De moeder van het gezin maakt de vergissing om te speculeren op de beurs en daar bovenop de vergissing om dit te doen van het geld van Eva. Zo komt het gezin in de handen van de grijpgrage bovenbuurvrouw, die uiteindelijk het huis bezit en erin slaagt om de lover van de dochter des huizes voorgoed weg te jagen.

Foto: daisy.images (cc)

De Kroonboekenclub | Een Hollandsch Drama van Arthur van Schendel

COLUMN - Als er ooit een Nederlandse schrijver de Nobelprijs voor de Literatuur had moeten winnen, was het Arthur van Schendel. Hij was een briljant romanschrijver, met een hele trits romans op zijn naam die zich makkelijk kunnen meten met het werk van willekeurig welke andere Nobelprijswinnaar. Maar hij was vooral een heel Nederlandse schrijver. Niemand heeft zo krachtig literaire vorm gegeven aan die raadselachtige identiteit: die van de Nederlander.

In sommige literaire tradities is die nationale identiteit een belangrijk thema. De Amerikaanse letterkunde is een goed voorbeeld. Iemand als Nobelprijskandidaat Philip Roth heeft verschillende boeken geschreven waarin Amerika zelfs in de titel staat (American pastoral, The plot against America). En breder is de wens om een Great American Novel te schrijven, die vertelt hoe het is om een Amerikaan te zijn.

Alles is voorbeschikt

een_hollandsch_drama_w131_h210Maar hoe is het dan om een Nederlander te zijn? Een drama, zegt de titel van dit boek (dat je hier kunt downloaden). In sommige opzichten was tragedie misschien nog wel een beter woord geweest. De hoofdpersonen spoeden zich voort naar het noodlot, zonder dat ze er veel greep op lijken te hebben.

Alles is voorbeschikt, alleen zijn de verschillende personages het er niet over eens door wie of wat dat voorbeschikken is gedaan. Omdat het een Hollandse roman is, die zich bovendien afspeelt in de negentiende eeuw, zijn er natuurlijk personages die denken dat alles door God is voorbeschikt; maar ook degene die niet streng calvinistisch zijn, lijken zich erbij te hebben neergelegd dat hun afkomst, of hun omstandigheden hen hebben bepaald.

Foto: daisy.images (cc)

De Kroonboekenclub | Het Mekkaansche feest

COLUMN - Of de beroemde geleerde Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936) wel een ware erflater van de Nederlandse beschaving mag heten, dat kun je je afvragen. Snouck bestudeerde de islam namelijk niet alleen maar om er hysterisch over te gillen, maar om hem te begrijpen, om er zo diep mogelijk in door te dringen en op zeker moment liet hij zich zelfs besnijden en bekeerde hij zich tot dat geloof. Desalniettemin werd hij benoemd tot professor en zelfs rector magnificus in Leiden. (Laat de PVV, de VNL en het Forum voor Democratie maar niet horen! De islamisering van Nederland is al veel eerder ingezet dan wij zouden willen!)

Beroemd werd Snouck vooral door zijn prachtige boek Mekka. Hierin bracht hij verslag uit van zijn bezoek aan Mekka en zijn pogingen om deel te mogen nemen aan de Hadj. Dat boek is voor zover ik kan nagaan helaas alleen in Engelse vertaling in de handel, en wat nog erger is: ook niet gratis te verkrijgen. Wel heeft de Kroonboekenclub, waarin we iedere week een gratis boek bespreken, deze week Snoucks proefschrift Het Mekkaansche feest  (1880) in de aanbieding. 

Een versleten kleed

snou004mekk01_01_tpgIn dat proefschrift gaat Snouck vooral na wat de pre-islamitische oorsprongen van de Hadj zou kunnen zijn. Daarover is bijzonder weinig bekend – of zo was het in ieder geval in Snoucks tijd, ik kan niet beoordelen hoe het nu zit. Zoals ik ook niet zou durven proberen in te schatten hoe achterhaald Snoucks werk inmiddels is. Maar in ieder geval probeert hij met ijzeren geduld en door zo logisch mogelijk na te denken over ieder bouwsteentje in het feest iets te achterhalen van wat voor geloof en wat voor tradities de Arabieren gehad moeten hebben voordat Mohammed langs kwam en alles op zijn kop zette.

Foto: daisy.images (cc)

De Kroonboekenclub | Gedichten van De Schoolmeester

COLUMN - De Kroonboekenclub is zoals jullie inmiddels weten toch al het frivole hoekje van Sargasso. Hier geen mismoedige klachten over het einde der beschaving vanwege de leugens van extreem rechts of linkjes naar rapporten die minstens tien centimeter dik zijn voor iedere centigraad dat de temperatuur de afgelopen maand boven het gemiddelde lag. Hier lezen we gratis boeken voor ons plezier.

Maar deze week maken we het wel heel bont: we nemen de Gedichten van De Schoolmeester ter digitalen hand.

Wees niet bang, lezers van Sargasso! We hebben hier heus te maken met een baken in onze literaire cultuur. “Nog geen eeuw geleden”, schreef de Amsterdamse hoogleraar Marita Mathijsen nog geen twintig jaar geleden in haar naschrift bij de Gedichten van De Schoolmeester, “leerde men op Nederlandse scholen de gedichten van De Schoolmeester van buiten.” Ook meldde ze dat de verzamelde werken van Gerrit van der Linden, de man die zich nauwelijks verstopte achter het pseudoniem, in het begin van de twintigste eeuw “zelfs cadeau werd gedaan bij repen chocolade.”

Anarchistisch

9207_g_66_1-1Inmiddels hoef je er zelfs geen chocola meer voor te kopen: een internetaansluiting volstaat om de gedichten te downloaden van deze wonderlijke losbol – de man die naar Engeland vluchtte nadat hij in Leiden, waar hij studeerde, torenhoge schulden had gemaakt én bovendien de vrouw van een hoogleraar had bezwangerd. Hij werd in zijn nieuwe vaderland inderdaad schoolmeester en bleef er absurde gedichten schrijven, die zijn vriend Jacob van Lennep na zijn dood zou samenbrengen en publiceren.

Foto: daisy.images (cc)

De Kroonboekenclub | Anna Blaman, Eenzaam avontuur

COLUMN - Er zijn mensen die beweren dat je meer over de mens kunt leren van een goed boek dan van de sociale wetenschap. Nu allerlei zogeheten bevindingen van de o zo empirische psychologische wetenschap op niets blijken te berusten – onlangs bleek weer dat het toch niet bewezen is dat mensen zich vrolijker gaan voelen als ze hun lippen in de stand van een glimlach dwingen – kun je je waarschijnlijk inderdaad beter tot boeken wenden. Je leert meer van het soort eenzaam_avontuur_w131_h210literatuur dat het er géén geheim van maakt dat het dingen verzint en dat de menselijke geest nu eenmaal minder geneigd is tot repliceerbaar gedrag dan een waterstofatoom.

Deze week wendt De kroonboekenclub zich daarom tot een van de rijkste psychologische romans die er ooit in het Nederlands geschreven is: Eenzaam avontuur (1948) van Anna Blaman.

Dat boek staat bekend om de verkeerde dingen. De lesbische vrouwen die erin voorkomen, en in het algemeen de aandacht voor (vrouwelijke) seksualiteit. Dat zijn natuurlijk ook wel ingrediënten in de roman, maar er valt vooral op hoe gewoon er over die dingen gedaan wordt. Homoseksualiteit maakt de mens bijvoorbeeld wel eenzaam, maar de hetero’s zijn er in dit boek nu niet bepaald veel vrolijker af. Iedereen heeft het moeilijk in Eenzaam avontuur.

Foto: daisy.images (cc)

De Kroonboekenclub | Albert Helman, De stille plantage

COLUMN - Er zijn tijden geweest dat je moest betalen voor boeken, maar die tijden liggen ver achter ons. Integendeel, de beste boeken die je nu kunt krijgen zijn gratis. De boekwinkels liggen vol stapels met slecht leesbare onzin die er dan ook na enkele maanden weer uit verdwenen is om plaats te maken voor nieuwe onzin.

Ondertussen bloeit het gratis boek: overal staan langs de straat kleine minibiebjes opgesteld waar mensen hun boeken neerleggen, zoals ook op menig kantoor een tafel staat met exemplaren Tolstoj en Flaubert van een collega die beseft er niet meer in te kijken. En dan is er nog het internet, waar alle groten van de wereldliteratuur inmiddels verkrijgbaar zijn, en vaak ook nog in heel behoorlijke edities. Wie zou er nog geld neerleggen voor Maartje Wortel als ze gratis Carry van Bruggen kon krijgen?

Alleen: over die wereld van het gratis boek wordt nauwelijks geschreven. In de krant lees je alleen recensies van boeken die commercieel verschenen zijn, nooit van alle meesterwerken die gratis op de markt zijn.

Daar wil ik in dit hoekje van het internet verandering in brengen. Iedere maandag bespreken we in de kroonboekenclub een gratis meesterwerk uit de Nederlandse literatuur of uit de wereldliteratuur – bijvoorbeeld uit het aanbod van de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren (DBNL), of een van de vele buitenlandse equivalenten, maar ook van de plaatselijke minibieb. Kroonboekenclub heet deze boekenclub, naar het kroonboek dat de boekenclubs vroeger hadden: wie in een periode geen boek bestelde kreeg dit gratis toegestuurd. Dat waren soms meesterwerken, want ook toen gold al de wet dat de duurste boeken het minste waard waren.

Vorige