De Kroonboekenclub | Vrouwen lief en leed in de tropen
COLUMN - Het was geen pretje in Nederlands-Indië. In ieder geval niet volgens Thérèse Hoven, die in 1892 het boek Vrouwen lief en leed in de tropen publiceerde. Bij de titel van dat boek kun je je afvragen wat het woord lief daar doet, want voor vrijwel alle vrouwen in het boek is het een en al leed wat de klok slaat.
Hoven kruidde haar verhaal op het eerste gezicht met een behoorlijke scheut onbekommerd kolonialisme en seksisme.
De hoofdlijn gaat over de Nederlandse Nelly die verliefd raakt op de koloniaal Theodoor en met hem mee terug naar Indië gaat vanuit Den Haag. Daar eenmaal aangekomen, wordt Theodoor heel afwerend, stuurs en nors. Wanneer Nelly zwanger is, stuurt Theodoor haar alleen naar de stad. Als ze terugkomt, blijkt dat Theodoors inlandse minnares, die al voor Nelly Theodoor leerde kennen een kind van hem heeft gebaard, het heft in handen te hebben genomen. Uiteindelijk vergiftigt die minnares Theodoor per ongeluk (eigenlijk was het de bedoeling Nelly te doden) en zichzelf expres. Het komt met Nelly allemaal goed – ze trouwt een degelijke, Hollandse man. Maar dat ‘lief’ gebeurt al eigenlijk niet meer in de tropen.
Javaanse vrouw
Behalve Nelly hebben ook vrijwel alle andere vrouwen te maken met het verwilderende effect dat de tropen op de Nederlandse mannen hebben. Een inlandse bijslaap nemen is in ieder geval al heel gewoon. Verschillende mannen deinzen er daarnaast niet voor terug zich bij gezonde blonde vrouwen op te dringen. Dat leidt allemaal vanzelfsprekend tot enorme ellende.