COLUMN, RECENSIE - In de zesde en laatste aflevering van Zomergasten 2021 verschafte Hans Klok ons een kijkje in de wereld van de variété. Hoewel soms wat eentonig, werd het toch een amusante afsluiting van een prima zomergastenseizoen.
Voorafgaand aan de aflevering van Zomergasten met Hans Klok was ik een beetje bang dat ‘the world’s fattest illusionist’ (dixit de Chinezen) deze avond wilde gebruiken om zichzelf van zijn intellectuele kant te laten zien. Die angst bleek ongegrond. Hans Klok heeft zichzelf werkelijk geen seconde anders voorgedaan dan hij is. Hij was meer Hans Klok dan ik me Hans Klok had kunnen voorstellen. Zelfs qua kleding zag hij eruit zoals Hans Klok eruit hoort te zien: met een strakke donkere broek en een witte blouse waarvan de knopen dan wel niet tot de navel open stonden maar helemaal dicht tot en met de bovenste boordknoopjes zat ie ook niet bepaald. Het enige wat ontbrak was een windmachine die zijn haren deed wapperen. Een gemiste kans wat mij betreft. Maar los daarvan werd het een aardig avondje, waarin we een toch wel uniek inkijkje kregen in de wereld van de variété, zoals Hans Klok zijn vakgebied consequent noemde.
Aan de hand van fragmenten met zijn helden en inspiratiebronnen, gaf Hans Klok zijn kijk op de wereld van de schone schijn en vertelde hij en passant over de eigenaardigheden van het artiestenbestaan. Zo had ik me eigenlijk nooit gerealiseerd dat goochelaars hun trucs kopen. Ik nam altijd aan dat er een paar principes zijn waarmee je een serie basistrucs kan maken, en dat vervolgens elke andere truc een variant daarop is. Maar kennelijk zit het wat ingewikkelder in elkaar. Ik moet eerlijkheidshalve ook zeggen dat illusionisme mij nooit zo heeft geïnteresseerd. Ik hou wel van illusies, maar dan meer van de dagelijkse illusies, niet zo van de bovennatuurlijke illusies.
Waarmee we eigenlijk bij de kernvraag van de avond zijn: is Hans Klok zelf een illusie? Ik bedoel: is hij echt de positieve, energieke en veerkrachtige man die wij hier voorgeschoteld kregen of is dat imago een rookgordijn waarachter een diepe tragiek schuilgaat?
Ik vermoed toch het eerste: Hans Klok is echt het soort mens bij wie het glas altijd halfvol is. Die middag had hij nog even een showtje gegeven. Hij is 51 jaar oud, maar meende zelf dat hij op de helft van zijn leven zat. Kennelijk gaat hij ervan uit dat hij een jaar of honderd wordt. De tweede helft van zijn leven is hij van plan te cashen. De tijd van zaaien was voorbij, nu ging hij oogsten. Zijn droom om het te gaan maken in Las Vegas was in maart 2020 nog maar net begonnen toen corona ervoor zorgde dat Las Vegas in een spookstad veranderde. De billboards waarop een reusachtige Cher prijkten lieten nu de woorden ‘stay safe’ zien. Zes maanden later stierf een van de assistentes van Hans Klok, waardoor alles weer in perspectief werd gezet. Hans Klok ging terug naar Nederland en besloot te gaan rondtrekken in een circustent.
Hier zat een man die niet in staat is om bij de pakken neer te zitten. En ook niet om te twijfelen. Op de vraag of hij bang is om eenzaam te worden, antwoordde hij dat hij daar nooit over had nagedacht. ‘Het leven gaat terwijl je plannen maakt’, zei hij. Je moet niet denken dat je er volledige controle over hebt.
Er was wel tragiek, maar niet in Hans Klok. Die tragiek zat in de wereld waar Hans Klok zijn hart aan heeft verpand, die van de entertainmentindustrie. ‘Niets zo vluchtig als roem’, zei Hans Klok. En weinig zo verslavend als de schijnwerper. Of je nu De Zangeres Zonder Naam bent, Josephine Baker, Stan & Ollie, Marlène Dietrich, Willem Ruis of Olga de Haas: naast het talent om met je talent om te gaan, moet je ook het talent hebben om klappen op te vangen en op te krabbelen als je aan de grond zit. En dat is niet iedereen gegeven. De Zangeres Zonder Naam is in eenzaamheid weggekwijnd. De danseres Olga de Haas is ten onder gegaan aan anorexia. Willem Ruis kreeg een hartaanval. Laurel & Hardy waren legendes zonder dat ze daar de vruchten van konden plukken. Je moet het geluk hebben van Josephine Baker die, nadat ze berooid uit haar kasteel werd gezet, door prinses Gracia van Monaco werd opgevangen, zodat ze uit haar eigen as kon herrijzen en een voorstelling over haar eigen leven ging maken. ‘Ze is in triomf gestorven’, zei Hans Klok. In haar slaap, omringd door lovende kritieken.
Hans Klok vertelde over zijn liefde voor Las Vegas, maar had tegelijkertijd oog voor de schaduwkanten. In een fragment uit Las Vegas, An Unconventional History zagen we hoe het ultracommerciële Las Vegas de atoombomproeven in de nabijgelegen woestijn gebruikte om toeristen te trekken. Je zat front row bij ground zero. Die lichtflits en paddenstoelvormige wolk waren even ‘gevaarlijk als sexy’. Precies waar toeristen dol op zijn. En terwijl nieuwsgierige bezoekers in zwembroek van hun atomic cocktail zaten te nippen daalde een regen met radioactieve deeltjes op hen neer.
Alles draait om geld in Vegas, zei Hans Klok. Dat is uiteraard geen nieuws. Maar dat het tot schrijnende situaties kan leiden, liet Hans Klok ons weten met zijn verhaal over het redelijke grote aantal chagrijnige gezichten dat er in Vegas altijd op de eerste rij van de show zit. Dat zijn mensen die al hun geld hebben vergokt. Het hotel weet dat er niks meer te halen valt. Die zetten die mensen op het vliegtuig. En om de tijd te doden krijgen ze kaartjes voor de show van het hotel. Kunnen ze geen problemen veroorzaken.
Soms werd het me wel een beetje te veel, alleen maar entertainment. En alleen maar optimistische nuchterheid. Bovendien ouwehoert Hans Klok zoals ze alleen in Purmerend en omstreken kunnen ouwehoeren. Een beetje rust werd ons niet gegund. Het denderde maar door, zoals ook de shows Hans Klok schijnen door te denderen. Had hij afgekeken van Sigfried & Roy. ‘Sta je wel ergens bij stil?’, vroeg Janine Abbring. ‘Jawel hoor’, zei Hans Klok. Maar tijdens deze avond merkte ik daar weinig van. Janine Abbring probeerde Hans Klok zo nu en dan aan het wankelen te krijgen. Na de dood van zijn vader had hij zijn broer gevraagd om zijn manager te worden. Die was directeur van een basisschool, maar zei zijn baan op om voor Hans te werken. Maar toen Hans Klok de kans kreeg om met Joop van den Ende naar Las Vegas te gaan, liet hij zijn broer zonder al te veel problemen gaan. Of hij daar spijt van had. ‘Aan spijt heb je niks’, zei Hans Klok, ‘een zinloze emotie.’
Een goede truc, zo leerden wij uit een fragment uit Prestige, bestaat uit drie delen. In het eerste deel zie je iets wat heel gewoon is. In het tweede deel gebeurt daar iets mee wat je niet kan verklaren. En in het derde deel volgt de ontknoping. Deze avond bleef een beetje hangen in het eerste deel. Hans Klok is Hans Klok. Hij liet ons de voorkant en achterkant zien, de bovenkant en de onderkant. Door te vertellen dat hij in God gelooft en zijn ouders weer denkt te zullen zien in een of ander hiernamaals, liet hij zelfs even een glimp van de binnenkant zien. Wij, als publiek, konden beamen wat we zagen: dit was Hans Klok. We zagen het met onze eigen ogen. Janine Abbring zag het ook. Er gebeurde niets wat onmogelijk was. Janine Abbring heeft hem niet doorkliefd met zwaarden. Hans Klok had niets in zijn mouwen verstopt. Hij is niet doormidden gezaagd. En niet voor onze ogen verdwenen. Kortom, de avond had een hoge amusementswaarde, maar weinig magie. Badoem-tsjing.
Reacties (18)
Tommy Cooper was de grote afwezige bij deze Zomergasten.
Ik weet nog dat ik in mijn jeugd met broer Wouter even binnen was in huize Klok. Die wees naar z’n jongere broertje. ‘Dat is Hans’. ‘Die zit helemaal in het goochelen’. Ik had meteen het beeld van een jochie met zo’n cape en een toverstaf op m’n netvlies, al was dat in werkelijkheid totaal niet het geval. Ben blij dat ik toen niet heb gevraagd of ‘ie een trucje kon doen.
Verder geen dikke vrienden met Wouter geworden, want ik was ook maar een via via vriend, dus ook verder geen gast meer bij de Klokjes.
De ultieme illusionist is zichzelf een raadsel
Ik had juist het gevoel dat het raadsel ontbrak.
Dat bedoel ik. Plat als een dubbeltje, maar charmant
En ik bleef zitten met de ellende van balletdanseres Olga de Haas en de eenzaamheid van Mary Servaes.
En met dat genante optreden van Godfried Bomans waar hij Marlene Dietrich niet aankijkt en voorover gebogen over het katheder zijn zwakke tekst opleest.
Kun jij de tijdgeest van 1963 en van Bomans wel vatten?
– Bomans was briljant, maar had zo zijn eigen stijl. Zijn “had mijn vrouw maar één zo’n been” is legendarisch. Voor bepaalde generaties dan.
– Hoe werden de andere prijzen uitgereikt, keek men toen wel de winnaar voortdurend aan? Ik weet het niet.
– Duidelijk is hoe in 1963 (de ellende van de) tweede wereldoorlog nog volop in de geest van de mensen zat, en hoe Dietrich daar een onderdeel van was, van twee kanten zelfs.
Bomans briljant? In welk ambacht, in welk genre dan? Zijn romans? ‘Erik of het klein insectenboek’, vond ik leuk, maar briljant? Van andere titels staat me niets meer bij. Dus dat briljante zou dan moeten slaan op zijn aanwezigheid in talkshows e.d.? Als je daar een briljant fragment van hebt, dan bekijk ik dat graag. Die grap over dat ‘ene been’ maakte hij tijdens de uitreiking van die prijs aan Marlene Dierich. Een mannetje naast hem in de bioscoop zou dat gezegd hebben. Nou, is me dat lachen. Nou, is me dat een partijtje briljant.
Brave hendrikken humor. Op een camping een paar jaar geleden klopte een andere vakantiegast zich op de borst met zijn geheimtipp Bomans, wat eerder imponeerde hij al met zijn visie over de zegeningen van de antroposofie.
[ Brave hendrikken humor ]
Alsof dat geen goede humor kan zijn.
En dat dan over iemand zeggen in 2021 over het tijdperk 1963.
[ zijn visie over de zegeningen van de antroposofie. ]
Oh, wacht een fan van Bomans is een vreemde kwiebus, dus Bomans… Hitler was een groot fan Laurel and Hardy, dus…
Bomans was de held van een paar van mijn helden, zoals Kees van Kooten en Guy Mortier. En daardoor ben ik geneigd om dit optreden van Bomans met milde ogen te bekijken. ‘Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen’, vind ik zelf ook wel tamelijk briljant. Meer ken ik eigenlijk niet van Bomans. O ja, Herr Seele had in Winteruur met Wim Helsen een stukje van Bomans uitgekozen om voor te lezen, over Tante Pollewop en Pa Pinkelman, over de misère van de bureaucratie. In het begin zei Herr Seele dat hij het fragment eigenlijk niet zo fantastisch vond, maar dat hij het had gekozen omdat hij zelf het slachtoffer was van bureaucratische misère. Maar aan het eind van Winteruur, nadat ze er tien minuten over hadden geluld, noemt hij het geniaal. En ik was het wel met hem eens. Zelf werd ik er ook een beetje ongemakkelijk van (mijn handen begonnen wat te zweten), moet ik trouwen ook wel toegeven. Maar ik dacht ook: misschien hebben we hier wel met een zeer verlegen man te maken. En durft hij haar gewoon niet aan te kijken.
Zie hier het fragment: https://open.spotify.com/episode/5E0VzwNWtWgoaQVvB7AP9T?si=VJztgsNYRAq19h2_qnPKzQ&dl_branch=1
‘Ik wou dat ik twee hondjes was’, die klassieker ken ik ook. Als ik op bezoek ga bij mijn dementerende moeder, lees ik altijd wat gedichten voor. Die blijven hangen, dan kan zij inhaken, kan ze de rest aanvullen. En ‘Als ik twee hondjes was’ vulde ze moeiteloos aan. En daar was ik erg blij mee. Dus ja, dat gedicht is legendarisch.
[ Meer ken ik eigenlijk niet van Bomans. ]
Nou een beetje zoeken, kom je onder andere “Kopstukken” tegen.
Het leek mij ook authentieke verlegenheid. Uit de tijd dat nog niet iedereen die maar een beetje bekend was ontzettend camerabewust was. En zeker geen mediatraining had gehad.
Ik had al het vermoeden dat jouw smaak van een andere orde was.
Het zou zomaar kunnen dat de houdbaarheidsdatum van een programma als Zomergasten allang voorbij is. Alle interessante mensen in NL zijn op. Het was duidelijk dat dit jaar in het rechterrijtje van kandidaten was gezocht. Dit programma bestaat bij de gratie van het verhaal en de magie van de expressie. Deelnemers dienen te beschikken over een minimaal vermogen om een boeiend en coherent verhaal te vertellen aan de hand van een persoonlijke canon aan beeldmateriaal. Dat kan een persoonlijk verhaal zijn, maar ook een uitleg hoe de wereld in elkaar zit. Die canon zal betekenisvol moeten zijn voor de kijkers, anders is 3 uur tv een marteling. En dat was het ook dit jaar. Als je niks te vertellen hebt, blijf dan thuis. Toegegeven, als je Floris Alkemade of Sevdaliza heet en je moet presteren in de schaduw van monumenten als Hugo Claus, Henk Hofland, Rudy Kousbroek of Renate Rubinstein, ben je van tevoren al behoorlijk kansloos. Het is eigenlijk geen doen. Tegen zoveel rijk gevulde levens en eruditie is geen kruid gewassen. Uit dat soort tegenstellingen zouden de programmamakers konsekwenties kunnen trekken. Ook de interviewster van dienst van de laatste jaren is geen hoogvlieger en is nauwelijks in staat om het programma meerwaarde te bezorgen.
Misschien moet het programma Zomergasten in het kader van een stukje frisse wind naar de kijker toe een account op TikTok maken en daar haar ding doen. Zoals Milan Knol en Ties Granzier interviewen over fietsbanden oppompen en jezelf laten arresteren voor de poorten van Area 51, voor drie tergende minuten aandachtsspanneverrekkende amutainment.
Ik vond die Hans Klok (altijd met achternaam) een verademing in de Zomergasten-reeks. Hij liet met z’n fragmenten boeiende kanten van artiesten-waar-je-als weldenkend-mens-nooit-wat-mee-mocht-hebben zien. En hij deed zich niet belangrijker of filosofischer voor dan hij is, ik vond hem daarin vaak juist verrassend wijs. Ook wel eens fijn om naar te kijken en te luisteren na al die voorzichtige peinzers met diepe ambities, bij Zomergasten. Recht door zee, enthousiast en gedreven… Ik denk trouwens dat als je hem stil zou zetten hij in zou zakken, smelten en verdwijnen. Zijn bruisende acte de présence houdt hem levend en vrolijk.