Zoekresultaten voor

'woningcorporaties'

Foto: Cyril Wermers (cc)

€ 100 huurverhoging per maand in tijden van dalende koopkracht

LONGREAD - Hoe de ‘scheefhuurder’ steeds meer in het verdomhoekje komt te zitten. Dit jaar resulterend in een extreme versie van de inkomensafhankelijke huurverhoging. En dat in een tijd van slinkende koopkracht. Voor slechts een enkeling lonkt een uitweg. De inkomensafhankelijke huurverhoging zou alsnog van tafel moeten. Evenals de reguliere huurverhoging. Een  gastbijdrage van Jan Kok.

Kees is AOW’er, heeft een redelijk pensioen; zijn vrouw Mila werkt en verdient het minimumloon. In 2020 had hij daarnaast nog een lijfrente-uitkering, omdat hij altijd braaf had meegedaan aan de spaarloonregeling. Gezamenlijk huishoudinkomen van Kees en Mila: € 56.000, bruto welteverstaan. Een middeninkomen dus.

Zij wonen in een gereguleerde huurwoning van een particuliere verhuurder. Honderd jaar oud, energielabel G, enkel glas, moederhaard CV hapert en altijd gedoe over onderhoud. € 705,66 huur betalen ze hiervoor; daar komen de servicekosten nog bij. Voorwaar geen kattenpis.

Onlangs kregen ze van hun huisbaas de huurverhogingsbrief in de bus: € 50 huurverhoging! De verhuurder had het huurverhogingspercentage tot twee decimalen achter de komma voorgerekend: 7,09%. Of ze vanaf 1 juli 2022 maar even € 755,66 kale huur willen betalen.

Een buurvrouw, die ook in een gereguleerde huurwoning van een particuliere verhuurder woont, die al jarenlang het onderhoud achterwege laat, blijkt een huurverhoging van € 100 voor haar kiezen te hebben gekregen. Haar kale huur zou omhoog gaan met ongeveer 20%!

Foto: Foto lechenie-narkomanii op Pixabay

Waar staan we in de aanpak van dakloosheid in Nederland?

ESSAY - door Max Huber, Lia van Doorn, Maarten Davelaar

De afgelopen jaren zijn grote stappen gezet op het gebied van dakloosheid, qua kwaliteit van de opvang en begeleiding. Tegelijkertijd is er nog steeds te weinig aandacht voor de structurele oorzaken, met voorop de bestaansonzekerheid en het tekort aan betaalbare woningen. Dit essay beschrijft de uitdagingen om te komen tot een betere aanpak. Opvallend: er is een gebrek aan eenduidigheid over wat dakloosheid is. Dat heeft gevolgen voor de politieke keuze hoeveel geld er beschikbaar is voor daklozen.

In vrijwel alle landen van de Europese Unie tekent zich een sterke stijging af van het aantal dak- en thuislozen. In een poging om het tij te keren, heeft de Europese Commissie op 21 juni 2021 een verklaring ondertekend. Daarin beloven de lidstaten dakloosheid te beëindigen. In deze verklaring – de ‘Lisbon declaration to combat homelessness’ – staat dat:

  • niemand buiten hoeft te slapen door gebrek aan goede opvang;
  • niemand langer dan nodig in de opvang hoeft te verblijven;
  • niemand de gevangenis of het ziekenhuis verlaat zonder adequate huisvesting;
  • zo min mogelijk mensen uit hun huis gezet worden en niemand uit huis gezet wordt zonder ondersteuning naar een passende huisvesting;
Foto: peter hessels (cc)

Wonen en de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen 2022

Wat betreft Wonen valt er bij de gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam zeker wat te kiezen, ontdekten Harry Bleeker, René Hesse en Jan Kok.  Aan de hand van verkiezingsprogramma’s, de Amsterdamse Stemwijzer en het Kieskompas voor Amsterdam hebben zij voor de tien partijen die in de peilingen het hoogst scoorden op een rijtje gezet wat de de Amsterdamse kiezer van hen mag verwachten. Conclusie: Het verschil tussen links en rechts is groot als het om wonen gaat. Hierbij hun voornaamste bevindingen op een viertal thema’: (1) Nieuwbouw, sloop en verbouw, (2) Huursector, (3) Koopsector en (4) Verdelen van de schaarste.

Nieuwbouw, sloop en verbouw

De verschillende politieke partijen bieden flink tegen elkaar op wat betreft de nieuwbouwaantallen de komende vier jaar. Hoe rechtser, hoe meer: D66 9.000, VVD 10.000, JA21 zelfs meer dan 12.000.

Een heet hangijzer bij nieuwbouw is altijd de voorgestelde verhouding tussen de drie woningsegmenten (1) sociale huur, (2) middenvrijesectorhuur/middenkoop en (3) durevrijesectorhuur/dure koop.

Niet voor niets heeft de Amsterdamse StemWijzer naar aanleiding hiervan twee stellingen geformuleerd.

De eerste stelling gaat in op het goedkopere segment: ‘Van de nieuw te bouwen woningen moet minimaal 45% een sociale huurwoning zijn.’ De partijen scoren daarop als volgt, zie onderstaande tabel.

Foto: CorporatieNL (cc)

Eenvoud, niet vernederen

OPINIE - In het  coalitie akkoord staan compromissen. Daarover moeten we iets vinden. ‘Idealen mogen iets vertellen over wat we willen zijn. Maar compromissen vertellen ons wie we echt zijn.’ Dus wat zijn dit voor compromissen? Compromissen roepen dilemma’s op. Aan het begin van de twintigste eeuw groeiden communisten en sociaaldemocraten uit elkaar. Sociaaldemocraten  kozen voor kleine stappen voorwaarts via het compromis. De communisten vonden dit gedrag  ruggengraatloos.

In de jaren tachtig kwam het neoliberalisme op,  dat met de val van de Berlijnse Muur aan kracht won. Iedereen geloofde in de kracht van de marktwerking en de vrije markt. De staat kon niet alles, dus veel overheidsdiensten moesten geprivatiseerd worden.

Dit was de fuik, waarin links is gezwommen, met de sociale wetgeving, zorg en de volkshuisvesting als verliezers. Het zijn de hoofdthema’s van de nieuwe coalitie.

Ik schrijf over volkshuisvesting, maar ik vermoed dat op de andere terreinen dezelfde dingen spelen. De kern is institutionele vernedering van de burgers: die ontstaat vooral door complexiteit in het openbaar bestuur.

Van vereniging naar stichting

In de jaren tachtig vonden we  beheren van woningen ineens een vak, een ‘product’ voor ‘woonconsumenten’. Ik moest binnen VROM een “woonconsumentenbeleid” formuleren. Leden van woningbouwverenigingen werden “klanten”  die “woondiensten” afnamen. Daar paste geen vereniging meer bij. Ik aarzelde daarover: woningbouwverenigingen waren toch emancipatie organisaties? Het ging toch om onderwijzers, om spoorwegpersoneel? Zij vormden, soms als beroepsgroep, verenigingen die voor hun leden woonruimte bouwden en beheerden?

Foto: IISG (cc)

Betaalbaar wonen en politiek

OPINIE - Als er nog een kabinet Rutte 4 komt, moet de woningmarkt een thema zijn. Voor de lokale verkiezingen is het thema niet minder belangrijk. Hoe kom je aan betaalbare woonruimte en met spoed en niet over tien jaar, is de vraag.

Als ik de brief aan de Tweede Kamer van 5 november lees van Minister Ollongren, word ik niet optimistisch. Het onderwerp is snelle besteding van een miljard voor “additionele woningbouw”. Alleen is het probleem niet de bouwnijverheid, maar het tekort aan betaalbare woonruimte voor woningzoekenden. Dat is een ander probleem. Versneld strooien met geld helpt, maar niet genoeg..

Waar is het zelfkritisch vermogen van onze overheid. Schade afhandeling, vergoedingen, vlottrekken vastgelopen levens? Het parlement wilde toch snelheid, eerlijkheid en rechtvaardige afdoening? Het lukt maar niet. De stabiliteit van een piramide hangt zelden van zijn punt af, maar toch is het altijd die top, die onze aandacht trekt. Gekrakeel in het parlement tussen Ollongren en Bosma is vertier. Alleen, het systeem corrigeert zichzelf niet, weten we dat nu nog niet? Daarvoor is “nieuw leiderschap” nodig, wat dat ook moge betekenen.

De uitvoerende bureaucratie rond het wonen heeft wel aan de burger geleverd. Maar dat vermogen is verdampt. Laten we kijken waarom.

Foto: Cyril Wermers (cc)

De wooncrisis oplossen is óók de energietransitie versnellen

OPINIE - De woorden ‘wooncrisis’ en ‘energietransitie’ worden niet vaak in één zin gebruikt. Dat moet veranderen, stelt Nina de Haan.

In deze wooncrisis zou je bijna vergeten dat we onze woningen óók nog moeten verduurzamen, je bent immers al blij als je een huis hebt. Maar de stijgende prijzen voor gas en elektriciteit drukken ons met de neus op de feiten: we zaten al in de knel en als we geen haast maken met het verduurzamen van woningen wordt het nog erger.

Huurders in woon- en energiearmoede

De wooncrisis eist zijn tol: een groot deel van de bevolking is steeds meer geld kwijt aan huur of aan de aankoopsom van een koophuis. Terwijl huur- en koopprijzen van huizen oplopen, lopen ook de prijzen voor gas en elektra op en zo de maandelijkse lasten die mensen daaraan kwijt zijn. In een jaar tijd zijn de gasprijzen acht keer zo hoog geworden. Volgens Nibud komen honderdduizenden Nederlanders financieel in de knel door de gasprijsstijgingen. Naast toenemende ‘woonarmoede’ hebben Nederlanders dus ook te maken met toenemende energiearmoede.

De gevolgen van de energieprijsstijgingen blijven vaak zelfs verborgen, omdat mensen erop reageren door minder energie te gaan gebruiken om zo te voorkomen dat ze hun rekeningen niet meer kunnen betalen. Zij stoppen bijvoorbeeld met warm eten, warm douchen en de verwarming aanzetten. Zij zitten letterlijk in de kou – of in de hitte in de zomer. Hun wooncomfort holt achteruit en dit wordt niet direct gezien aan de kosten die ze daadwerkelijk betalen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 22-02-2022

Hoe het recht op huisvesting moet worden vertaald naar woonbeleid

Huisvesting is een grondrecht en het woonbeleid moet gericht zijn op het verwezenlijken van dat recht. Dit is de centrale boodschap van de grote landelijke demonstraties tegen de wooncrisis, eerst op 12 september in Amsterdam en opnieuw deze zondag tijdens de Woonopstand in het Afrikaanderpark in Rotterdam. Wat betekent dat concreet voor het woonbeleid?

Het recht op huisvesting is vastgelegd in artikel 22 van onze Grondwet en in verschillende internationale verdragen waaraan de Nederlandse Staat zich heeft verbonden. Het woonrecht gaat om “het recht om in vrede, veiligheid en waardigheid in een huis te wonen” en het omvat veel verschillende aspecten, waaronder beschikbaarheid, betaalbaarheid, woonzekerheid, gelijke toegang en zeggenschap. Onder meer de Speciale Rapporteur voor adequate huisvesting heeft richtlijnen opgesteld voor overheden. De wooncrisis is een schending van mensenrechten, schreven mensenrechtenjuristen Rosa Beets en Jan de Vries gisteren in het NRC. De staat moet zich dan ook inspannen voor behoorlijke huisvesting. Dat zou zich moeten vertalen in concrete beleidsmaatregelen.

Dakloosheid bestrijden is prioriteit

Geen dak boven het hoofd hebben tast de menselijke waardigheid aan: zonder huisvesting is het onmogelijk om andere levensbehoeften te vervullen. Toch zijn er in Nederland 36.000 geregistreerde dakloze mensen en het werkelijke aantal ligt veel hoger. Het bestrijden van dakloosheid zou dan ook topprioriteit moeten zijn in een op mensenrechten gebaseerd woonbeleid.

Closing Time | Leegstand is misdaad

Nog vijf dagen en dan is het Woonopstand. Tot dan is onze dagsluiter een fijn stukje woongerelateerde protestmuziek. Na Hang Youth, Sophie Straat en Rubberen Robbie vandaag ‘Leegstand is misdaad” van de punkband Blafkat. Afkomstig van hun album ‘Lubbers crisiskabinet’, dus ten tijde van het CDA-VVD kabinet Lubbers I.

De band zou van 1982 tot 1984 bestaan hebben, maar in de jij-buis archieven troffen we ze nog aan bij een optreden op 3 juni 2016 in café Pitcher in Haarlem (dat vier maanden later de deuren sloot).

Foto: Cyril Wermers (cc)

Waarom we nu eindelijk massaal beter woonbeleid eisen

ACHTERGROND - Op zondag 12 september heeft de nieuwe woonbeweging zich op de kaart gezet. Tijdens het Woonprotest in Amsterdam spraken 15.000 demonstranten zich uit voor beter woonbeleid. Zij spraken zich uit tegen de wooncrisis met te hoge woningprijzen, te hoge huren en te veel onzekerheid voor huurders en kopers. De problemen stapelen zich al jaren op en steeds meer mensen lijden eronder. Het was dan ook wachten op een massaal protest. Een veel gestelde vraag is daarom: waarom werd er niet eerder massaal geprotesteerd tegen de wooncrisis? Nina de Haan legt het uit.

Een immense wooncrisis

Ondanks dat er de laatste tijd veel over de wooncrisis gesproken en geschreven wordt, is er nog geen algemeen gedeeld begrip van hoe de crisis precies is ontstaan, hoe deze stand houdt en hoe we het moeten oplossen.

Dat is wel begrijpelijk, want de wooncrisis is een gigantisch en complex probleem waarbij vele verschillende belangen een rol spelen. Het treft niet alleen alle mensen die lijden onder hoge woonlasten of precair wonen in de huursector en alle mensen die grote moeite hebben een huis te kopen vanwege hoge woningprijzen. Het treft zeer diverse belangen van grote groepen mensen en instanties We hebben het dan over alle eigenwoningbezitters, hun banken, alle woningbeleggers (inclusief onze pensioenfondsen), alle eigenaren van dure (bouw)grond zoals gemeenten, en groepen als woningcorporaties, projectontwikkelaars en bouwers. Deze gevestigde belangen maken het geen makkelijk probleem om te bespreken, laat staan op te lossen.

Foto: Reichenberger 55 e.V. (cc)

Wat voor investering in huisvesting willen we?

Uiteindelijk gaat de strijd voor betaalbaar wonen niet over de miljarden die wel of niet naar woningcorporaties gaan, maar over de vraag hoe wij huisvesting zien: een basisbehoefte en daarom een grondrecht, of een investeringsproduct? Want het is duidelijk: het kan niet allebei.

In Berlijn stemde gisteren in een adviserend referendum een meerderheid (56,4%) voor onteigening van grote particuliere woningbedrijven. Berlijnse huisvestingsactivisten haalden met hun grassroots-campagne ‘Deutsche Wohnen & Co Enteignen’ in augustus voldoende handtekeningen op voor hun voorstel om woningbedrijven die minstens 3000 woningen bezitten weer in publieke handen te brengen. Alleen al Deutsche Wohnen & Co bezit meer dan 113.000 woningen. In totaal zouden door onteigening meer dan 240.000 woningen weer in de sociale huurcategorie komen.

In Nederland maakten we ons dit weekend druk over het Amerikaanse investeringsbedrijf Blackstone, dat niet alleen parasiteert op onze woningmarkt, maar ook via belastingontwijking aasgierengedrag vertoont. Blackstone koopt sinds 2019 woningen op in Nederland, vooral in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, en heeft er momenteel zo’n 1.700 woningen in bezit. In andere landen is Blackstone al bekend vanwege agressieve huurverhogingen en huisuitzettingen.

‘Stevige’ huurbescherming?

Voormalig VN-Speciale Rapporteur Leilani Farha – die het bedrijf een aasgier noemde – trok hierover in 2019 aan de bel, wat leidde tot Kamervragen. Maar volgens minister Ollongren was er geen reden tot zorgen, zo schreef zij (met een veelzeggende verspreking):

Foto: lO rEs (cc)

De wooncrisis is een mensenrechtencrisis

De kern van de wooncrisis is dat het woonbeleid niet uitgaat van huisvesting als basisbehoefte en een grondrecht dat door de overheid moet worden gegarandeerd, maar van huisvesting als verdienmodel.

Woningcorporaties verkochten tussen 2009 en 2020 ruim 236.000 woningen, eerst vooral aan de zittende huurders of starters, maar sinds 2015 steeds vaker aan beleggers. Het leidde in Amsterdam onlangs tot een nogal ongewoon voorstel van de gemeente, namelijk om zélf corporatiewoningen te kopen om te voorkomen dat deze in de vrije sector belanden.

Vaak wijzen woningcorporaties naar de verhuurderheffing, de belasting op sociale huurwoningen, waardoor corporaties te weinig geld zouden overhouden voor nieuwbouw, onderhoud en verduurzaming. De corporaties dringen aan op afschaffing van de heffing, maar de verkoop begon dus al veel eerder. Zowel het afstoten van corporatiebezit als de verhuurdersvergunning zijn onderdeel van een langer lopend overheidsbeleid, door Cody Hochstenbach een ‘ideologisch project’ genoemd, om huisvesting over te hevelen naar de vrije markt. Dat heeft geleid tot tal van negatieve effecten.

Eigenwoningbezit gesubsidieerd

Eigenwoningbezit wordt sinds de jaren negentig door de overheid gepromoot als het hoogste ideaal en gesubsidieerd door tal van belastingvoordelen. Met alle gevolgen van dien: maatregelen zoals de hypotheekrenteaftrek, de belastingvrije schenking en recent de eenmalige vrijstelling van overdrachtsbelasting, bedoeld om starters te helpen, stuwen zowel de woningprijzen als de hypotheken verder omhoog. Wie een koophuis bezit wordt vanzelf rijker, maar voor starters is het bijna onmogelijk geworden om zonder eigen vermogen (lees: rijke ouders) een woning te kopen.

Foto: Alexandervn_85 (cc)

Stopt de overheid nu zelf ook met het discrimineren van huurders?

De discriminatie door verhuurders is “zeer alarmerend”, aldus minister Ollongren in reactie op landelijk onderzoek. Maar de overheid maakt zich ook zelf schuldig aan discriminatie van huurders door de inzet van de Rotterdamwet en de Leefbaarometer.

Uit een landelijk onderzoek in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) naar discriminatie bij woningverhuur blijkt dat woningzoekers met een buitenlands klinkende naam vaker afgewezen voor een huurhuis dan woningzoekers met een Nederlandse naam, en dat makelaars en bemiddelaars vaak meewerken aan het verzoek om bepaalde groepen uit te sluiten voor een huurwoning. Het onderzoek bevestigt de uitkomsten van eerdere onderzoeken op kleinere schaal (bijv. van de Groene Amsterdammer in 2018, van Radar in 2019, en onderzoeken in Rotterdam, Utrecht, Amsterdam en Den Haag in 2020 en dit jaar).

“Zeer alarmerend”

Minister Ollongren kondigde direct aan dat de aanpak van discriminatie door verhuurders wordt geïntensiveerd, want:

Dat vind ik zeer alarmerend. Discriminatie is niet toegestaan en wordt niet getolereerd. Dat geldt zowel voor de verhuurbemiddelaars als voor de verhuurder die zijn woning openbaar aanbiedt.

Fijn dat de ogen van de minister geopend zijn, maar gaat de minister dan nu ook eindelijk het eigen beleid kritisch onder de loep nemen? Al jaren verstrekt de minister via de omstreden Rotterdamwet aan gemeenten een wettelijke basis om huurders te discrimineren op basis van hun inkomen, en indirect hun afkomst, met het doel om de leefbaarheid in zogenaamde achterstandswijken te verbeteren. En ook het aanwijzen van de gebieden waar deze discriminerende wet mag worden ingezet is gebaseerd op een discriminerend instrument, de Leefbaarometer.

Vorige Volgende