Eenvoud, niet vernederen

OPINIE - In het  coalitie akkoord staan compromissen. Daarover moeten we iets vinden. ‘Idealen mogen iets vertellen over wat we willen zijn. Maar compromissen vertellen ons wie we echt zijn.’ Dus wat zijn dit voor compromissen? Compromissen roepen dilemma’s op. Aan het begin van de twintigste eeuw groeiden communisten en sociaaldemocraten uit elkaar. Sociaaldemocraten  kozen voor kleine stappen voorwaarts via het compromis. De communisten vonden dit gedrag  ruggengraatloos.

In de jaren tachtig kwam het neoliberalisme op,  dat met de val van de Berlijnse Muur aan kracht won. Iedereen geloofde in de kracht van de marktwerking en de vrije markt. De staat kon niet alles, dus veel overheidsdiensten moesten geprivatiseerd worden.

Dit was de fuik, waarin links is gezwommen, met de sociale wetgeving, zorg en de volkshuisvesting als verliezers. Het zijn de hoofdthema’s van de nieuwe coalitie.

Ik schrijf over volkshuisvesting, maar ik vermoed dat op de andere terreinen dezelfde dingen spelen. De kern is institutionele vernedering van de burgers: die ontstaat vooral door complexiteit in het openbaar bestuur.

Van vereniging naar stichting

In de jaren tachtig vonden we  beheren van woningen ineens een vak, een ‘product’ voor ‘woonconsumenten’. Ik moest binnen VROM een “woonconsumentenbeleid” formuleren. Leden van woningbouwverenigingen werden “klanten”  die “woondiensten” afnamen. Daar paste geen vereniging meer bij. Ik aarzelde daarover: woningbouwverenigingen waren toch emancipatie organisaties? Het ging toch om onderwijzers, om spoorwegpersoneel? Zij vormden, soms als beroepsgroep, verenigingen die voor hun leden woonruimte bouwden en beheerden?

Naast mijn Haagse bureaubaan was ik ook lid van de ledenraad van de Algemene Woningbouwvereniging in Amsterdam. Maar ook daar drong dit denken door. Jan de Jong was de bezoldigde voorzitter, tevens erevoorzitter van  de Amsterdamse Federatie. Hij had over zijn positie als bezoldigd bestuurder ruzie gemaakt met Marcel van Dam, toen staatssecretaris. Hij voelde zich geen directeur van een beherend bedrijf, maar voorzitter van een vereniging.

“Ik denk dat het een verkeerde ontwikkeling is om de verenigingsstructuur op te geven. Ik hoop dat ik dat ook nooit mee zal maken. Ik heb een heilig geloof in het vermogen van mensen om de dingen zelf te doen. Zo zie ik een woningbouwvereniging ook. Eigen woningvoorziening. Zonder winstbejag. Zonder onnodig op de overheid te leunen.” Het mogelijke afscheid van de verenigingsgedachte in de volkshuisvesting “zet de elementaire gedachte van het zelf voorzien in de woningbehoefte, het zelf als burgers verantwoordelijkheid dragen op het spel en daarmee de directe betrokkenheid op de samenleving.” Ik vond dat ook. Jan de Jong werd de laatste bezoldigde bestuurder van een woningbouwvereniging in Nederland.  Het kon nog veel erger.

Van brutering naar verhuurdersheffing

Bij de Tussenbalans van 1991 werd een huurbeleid afgesproken waardoor eigenaren van huurwoningen eigen vermogen konden kweken voor woningverbetering. De reserves begonnen snel te groeien.

In die tijd ontstond ook het idee rechten op subsidies en verplichtingen tot terugbetalen, tegen elkaar weg te strepen; hierdoor kregen de woningcorporaties financiële zelfstandigheid, zoals Heerma in zijn nota had bepleit.

Die bruteringswet van 1995 paste bij de verzelfstandiging die Heerma voor de corporaties wilde; van de gekoppelde intentie om de gemeenten een sterkere rol te geven door decentralisatie, kwam evenwel veel minder terecht. De VNG was terughoudend.

De vastgoedhausse die in 1993 begon, maakte dat vrij spoedig de politiek  jaloers naar de vermogensgroei van de woningcorporaties keek. Rond de eeuwwisseling ontstond de ambitie van de politiek om met de vingers aan de corporatie-vermogens te kunnen zitten. Dat het geld vooral in de stenen zat deed er weinig toe: “het klotste tegen de plinten.”

In 2012 had ‘Den Haag’ het eindelijk voor elkaar: een eenvoudige belastingheffing voor sociale verhuurders, met geen ander doel dan het vullen van de schatkist, zoals de memorie van Toelichting schaamteloos vermeldde. Sociale bouwplannen van de corporaties moesten sterk worden beperkt. Minister Blok beklaagde zich over hun “investeringsstaking”. Maar na één keer klagen begreep hij dat dit geen slim verwijt was.

Inmiddels staat gelukkig in het coalitie akkoord dat in 2023 aan deze gekheid een einde komt.

De tijdgeest

Het was de tijdgeest, tekenen Duco Hellema en Margriet van Lith op. We keken inderdaad naar kosten en efficiency. Ik gaf hiervoor een paar woorden en gedachten, die het denken sterk bepaalden.

Ik zag veel in de brutering, want ik had bij de corporaties gezien hoe het micromanagement van het Rijk verstikkende invloed had op de praktijk.  Maar er was natuurlijk ook de klassenstrijd, b.v. de huurverhogingen van de Tussenbalans (trend 5.5%) die buiten proporties waren, maar die nodig waren om de woningbezitters geld voor verbetering van hun bezit op te leveren. Dat lukte aardig. Om vervolgens de rijkdom van woningbeheerders te hekelen is dan minstens onlogisch.

De economische ontwikkeling ging goed, de vastgoedmarkt verdubbelde tussen 1993 en 2005 in waarde. Binnen VROM boden we een rekenexercitie aan, met het voorstel dat de huursubsidie door de woningcorporaties kon worden betaald. Als dat besluit was genomen, hadden we mogelijk geen toeslagenaffaire gehad. Maar de corporaties wilden niet en de politieke leiding durfde niet.

Ik schreef op Sargasso over Jetta Klijnsma en haar beleid over de sociale werkplaatsen en kreeg een telefoontje van SZW. Of ik daarover wilde praten. Dat wilde ik uiteraard. Uiteindelijk kwam ik na passage van portiers, kamerbewaarders, persoonlijke assistenten, in een soort balzaal waar Jetta met haar rollator moederziel alleen aan een tafel zat. Gezellig gesprek: maar ik zat tamelijk gedeprimeerd in de trein huiswaarts. Zoveel eenzaamheid had ik zelden gezien: bestuurder en ambtelijk apparaat hebben soms te weinig met elkaar.

Het kindertoeslagenschandaal laat het zien: er is een Haagse realiteit en een werkelijkheid van gewone mensen.  Hebben mensen geen gevoel meer, geen fatsoen? ‘Buikpijn’ hadden ze wel, de ambtelijke managers, maar tien jaar? Misschien komt het, omdat één ambtenaar tien miljoen brieven ondertekent? Dat is een onbevattelijke werkelijkheid.

Een fatsoenlijke samenleving

Ruud Koole was voorzitter van de PvdA toen het denken van Avishai Margalit als een soort bodem in het PvdA-programma kwam: “een fatsoenlijke samenleving is die, waarvan de instituties mensen niet vernederen.”

Het lijkt mij nog steeds een geldige norm. De toeslagenaffaire was een breuk van grote omvang, die door Asscher en Wiebes is begrepen, maar door Rutte is gemist. Het denken van Margalit heeft ons niet gered van de ondoordachte vernieuwingen van Rutte II en III.

De neoliberale ideologie heeft het medegevoel, de nuancering, het sociale aspect, op allerlei manieren verdreven. Het model van de markt, drukt de belanghebbende in de rol van (passieve) klant. De woningbouwvereniging verdween, in de zorg kwamen absurdistische aanbestedingen,  protocollen en toezicht rukten op.

Wat is nu politiek nodig? De voortzetting van de coalitie in Rutte IV lijkt een misverstand, de verdere fragmentatie in het parlement een politiek bedrijfsongeval. De toets voor nieuw beleid lijkt mij tweeledig: hoe krijgen we weer kwaliteit in de betrekkingen tussen mensen in de samenleving en hoe dringen we de complexiteit in de uitvoering terug? Daarover zou ik het graag hebben in het openbaar debat. Kwaliteit van betrekkingen tussen mensen en hun instituties betekent niet vernederen. Dat haal je niet met prutsen en peuteren aan uitvoeringsregels.  Interventies van de overheid moeten vereenvoudigen.

In de volkshuisvesting betekent het dat we opnieuw moeten nadenken over het terugbrengen van de verenigingsvorm, want dat regelt de verbinding met en feedback van de mensen,  het herstellen van een statutair werkgebied, want zo kunnen de gemeenten en de corporaties weer een zinvolle relatie met elkaar krijgen. Of een koppeling maken tussen huren en inkomens, die lokaal wordt vormgegeven. De bemoeizucht van ideologen uit Brussel moet worden weerstaan.

Eenvoudige regels en fatsoenlijke verbanden tussen mensen en instellingen; dat lijken mij een paar simpele criteria om de dappere nieuwe ministers op te beoordelen.

Literatuur:

Avishai Margalit, “The Decent Society” , Harvard U.P., 1998

Duco Hellema, Margriet van Lith, “Dat hadden we nooit moeten doen,” Amsterdam 2020 (Sargasso recensie)

Egbert Ottens, “Moeilijke haring moet ook worden gevangen, een halve eeuw volkshuisvesting, gezien door de ogen van Jan de Jong”,  AWV 1993 (De titel van dit stuk is een citaat van hem)

Reacties (20)

#1 beugwant

Maar of dat alles in die Haagse hoofden van Lebak doordringt?

  • Volgende discussie
#2 KJH

De remedie tegen een gevoelloze overheid is niet om te proberen de overheid gevoelig te maken – dat lukt niet. De remedie tegen een gevoelloze overheid is minder overheid (en dus minder vectoren voor gevoelloos gedrag om echt te ontsporen). De toeslagenaffaire heeft kunnen plaats vinden door de obsessie van links om de samenleving ‘eerlijk’ te maken, op de gemicromanagede vierkante millimeter nauwkeurig als het even kan. En dus de belastingdienst (die bestaat om geld te innen, en dat is al moeilijk zat) uit te rusten met de taak om dat geld ook weer uit te delen. Volgens een volkomen onnavolgbare set regels, die ook nog eens jaar-in-jaar-uit aangescherpt werden en veranderd. De Kamer heeft kilo’s boter op het hoofd als het gaat om de toeslagenaffaire.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#2.1 Hans Custers - Reactie op #2

Jaaaa. minder overheid! De toverformule van de afgelopen 30, 40 jaar, die alle onvrede uit de maatschappij heeft doen verdwijnen. Behalve dan waar dat niet zo is. Maar dat is natuurlijk de schuld van links.

  • Volgende reactie op #2
#2.2 beugwant - Reactie op #2

Niet minder overheid, maar minder geheen en weer met geld. Maak diensten meteen overzichtelijk betaalbaar in plaats van de kosten ervan krankzinnig uit de hand te laten lopen om het dan met uiterst onoverzichtelijke constructies te compenseren.

Al die gefrustreerde dorknopers hadden ook een vak kunnen leren waar ze wel voldoening uit kunnen halen.

  • Volgende reactie op #2
  • Vorige reactie op #2
#2.3 lmgikke - Reactie op #2

Het is niet zo simpel als minder of meer. Het is een geval dat het ANDERS moet.

Het mantra van een kleinere overheid heeft nog NOOIT tot een kleinere overheid geleid. Het leidt alleen maar dat de functionele uitvoering vervangen wordt door een controle apparaat. Dus ja, minder naar de uitvoering waar het apparaat voor opgericht was, naar een waterhoofd organisatie die bezig is met controle en wantrouwen.

Het is eigenlijk ronduit schandalig en schaamteloos KJH om het gigantische falen te gebruiken om datzelfde falen nog extra door te voeren. Schaamteloos, dom en asociaal.

  • Vorige reactie op #2
#2.4 KJH - Reactie op #2.3

Nou nou nou. Het is best wel eens anders gegaan hoor. Zalm heeft de belastingen versimpeld. En dat is toen vakkundig gesloopt door de kabinetten die daarop volgden, omdat de inkomstenherverdeling nog niet radikaal genoeg was. Hoewel het ook gewoon een progressief stelsel was.

#2.5 beugwant - Reactie op #2.4

Die Zalm heeft willens en wetens de gulden veel te goedkoop in de euro laten opgaan en daarmee alle gewone Nederlanders op papier zo’n 10% armer gemaakt, in de praktijk echter nog meer. En hoewel ook vrij van alle lof, is dat een ander thema.

  • Volgende reactie op #2.4
#2.6 Hans Custers - Reactie op #2.4

Bedoel je nu het gedoe met toeslagen, die ineens allemaal door de Belastingdienst betaald moeten worden? Die kwamen in plaats van andere regelingen, dus met “radicale herverdeling” had dat maar bar weinig te maken. Dat was vooral mismanagement. Vanuit het kortzichtige idee dat het veel efficiënter – een efficiëntere overheid is een kleinere overheid, was het idee; helemaal in lijn met jouw ideologische voorkeur – zou zijn om een hele hoop taken neer te leggen bij één dienst die daar helemaal niet op toegerust was.

  • Vorige reactie op #2.4
#2.7 Hans Custers - Reactie op #2.6

Misschien was ik iets te snel met deze reactie. Bij nader inzien zijn er toch wel wat herverdelings-maatregelen geweest:
– BTW-verhoging;
– verlagingen van de vennootschapsbelasting;
– verhuurdersheffing, specifiek voor verhuurders van goedkopere huurwoningen.

#3 Tom van Doormaal

Het gaat over veel, maar de reacties zijn maar ten dele doeltreffend.
Mijn probleem is de complexiteit en de afstand tussen uitvoering en beleid. Inderdaad: de individuele huursubsidie had een structurele wanverhouding met de fiscaliteit (inkomen vaststellen), die nooit is gecorrigeerd. Zo ontstond een toeslagensysteem dat massaal correctie en na-berekening vroeg.
Ik zeg alleen: ga niet verder met dingen te compliceren, maar houd het simpel. Het waarom hangt samen met mijn tweede punt: zorg dat je mensen niet vernedert. Als een ambtelijk manager 10 miljoen brieven ondertekent, ben je bezig met een machinaal proces, waarin geen ruimte is voor menselijke maat. Sinds de PvdA dat principe van “niet vernederen” heeft aanvaard, konden we dat weten.
Misschien is een derde aansporing wel: zorg dat je dingen klein organiseert en zorg voor een koppeling met de mensen, waarvoor je zegt te werken. Daarom ben ik voor woningbouwverenigingen en niet voor zakelijk beheer.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3.1 Hans Custers - Reactie op #3

En toch denk ik dat je het ook eens op een ander niveau moet zoeken. Ideologisch wensdenken. Een kleine overheid, efficiëntie, deregulering en marktwerking als toverformules. Het kunnen allemaal heel zinnige bijdragen zijn aan het oplossen van problemen. Maar de afgelopen decennia had het er regelmatig de schijn van dat er vooral problemen werden gezocht voor die oplossingen. En Rutte mag dan wel eens wat gemompeld hebben over marktwerking die hier en daar te ver doorgeschoten zou zijn, ik heb nog niet de indruk dat de ideologische oogkleppen daarmee zijn verdwenen. Ik ben bang dat er eerst nog een hoop mis moet gaan, voor er echt verbetering komt.

  • Volgende reactie op #3
#3.2 KJH - Reactie op #3

En toch denk ik dat ‘niet vernederen’ eigenlijk alleen kan betekenen: ‘zo weinig mogelijk regels. De regels die er zijn zijn simpel, en die worden 100% gehandhaafd’. Omdat de toeslagenaffaire heeft aangetoond dat het alternatief – een overheid die iedereens persoonlijke situatie ter harte neemt en volgens een of ander tendentieus systeem herverdeelt – niet kan werken.

  • Vorige reactie op #3
#3.3 Hans Custers - Reactie op #3.2

Wat een onzin. Dat een regering wanbeleid voert betekent helemaal niet dat het per definitie onmogelijk is om goed beleid te voeren.

En natuurlijk moet de overheid niet meer regels stellen dan nodig. Dat is niet meer dan een open deur intrappen. Het gaat erom wat je nodig vindt. Wat mij betreft moet de overheid in een beschaafd land zorgen dat iedereen toegang heeft tot basale levensbehoeften: eten, een dak boven je hoofd, onderwijs, gezondheidszorg, om maar wat te noemen. Dat blijkt niet vanzelf te gaan en dus zijn er regels nodig om dat te garanderen. Het zou inderdaad wel simpeler kunnen. Met een basisinkomen, bijvoorbeeld.

#4 Tom van Doormaal

Hans, mooi dat je een basisinkomen wel ziet zitten. Ik denk dat we inderdaad wat dapperder moeten denken. Maar ik weet niet of je goed inschat welke ideologische krachten werken. Ik heb dat aangeduid in het stuk: de scheiding tussen communisten en sociaaldemocraten, de neoliberale denklijn, die gekoppeld is aan de crisistheorie en de overbelasting van de staat, die rond 1970-1980 op kwam.
KJH ruikt dat, maar de tegenstelling tussen meer of minder overheid is mij net wat te schematisch.
Daarom gaf ik in een reactie hiervoor aan dat ik inderdaad een andere vorm van politiek denken bepleit. Hoe kun je voor decentralisatie zijn, wordt mij gevraagd. Ik ben daar voor, omdat het kleinschalige organiseren kansen biedt voor burgers en feedback. Maar heb je dan oog voor de sukkeligheid? Het totale gebrek aan samenwerking en kwaliteit?
Ja, zeg ik dan. Ik wel. Maar hebben jullie de dure ambtelijke managers gezien, die voor hun verhorende kamerleden hun “buikpijn” en hun nietsdoen in de kinderopvangtoeslagen moesten erkennen? Het openbaar bestuur is een morsig vak.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4.1 Hans Custers - Reactie op #4

Tom,

Wat jij een andere vorm van politiek denken noemt, is in mijn ogen vooral managementspeak. Interessant voor ambtenaren, bestuurskundigen, en misschien ook bestuurders. Maar niet iets waar ik als kiezer, of als politiek geïnteresseerde iets mee kan. Het komt op mij niet over als een pleidooi voor verandering in de politiek, maar als pleidooi voor pappen en nathouden. Voor symptoombestrijding. En daarmee uiteindelijk als pleidooi tegen wezenlijke veranderingen. Ik heb het stellige vermoeden dat een overgrote meerderheid van de kiezers het op dezelfde manier zou lezen.

Overigens denk ik dat ik best aardig snap welke ideologische krachten er werken. Een groot probleem in onze huidige maatschappij is volgens mij dat de overheersende ideologie door een groot deel van de politici en de bevolking niet meer wordt herkend als ideologie. Maar dat ze die beschouwen als een soort onvermijdelijke natuurwet. Het beste voorbeeld daarvan is de bewering van Rutte dat hij geen visie zou hebben. Wat hij daarmee eigenlijk zei, zonder het zelf te beseffen, was dat hij niet in staat is om te reflecteren op zijn ideologische visie. En de kiezer met hem, zo blijkt wel, nu hij vandaag aan zijn vierde periode als premier mag beginnen.

#5 Tom van Doormaal

Tja Hans, eerst is mijn taal niet goed, want ik bereik de gewone man niet.
Vervolgens verzet je je tegen het apolitieke geneuzel van Rutte, precies waar ik me tegen richt.
Kortom, hoe zou jij dan de perversiteit van onze politiek bestrijden? Ik zie mensen in Groningen urenlang voor een loket staan, voor een tegemoetkoming in de aardbevingsschade en denk: “wat een systematische vernedering”.
Hopelijk zijn we het daarover eens. Of druk ik me nu te ambtelijk uit?

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5.1 Hans Custers - Reactie op #5

eerst is mijn taal niet goed, want ik bereik de gewone man niet.

Het gaat niet om de taal. Of in elk geval niet alleen. Het gaat erom dat je kiezers niet bereikt door in te zoomen op allerlei details die alleen interessant zijn voor ambtenaren, of bestuurskundigen. Waarbij je de grote lijnen wel even kort aanstipt, om er vervolgens niks mee te doen.

Je bereikt de kiezer door je eerst en vooral de concentreren op de hoofdlijnen. Systematische vernedering lijkt me een prima omschrijving van wat er gebeurt. In Groningen, bij de toeslagenaffaire, of bij hoe er wordt omgegaan met bijstandsgerechtigden. De verhuurdersheffing past wat mij betreft ook in dat rijtje. Het is, kortom, een mentaliteit, die hoort bij de ideologie regerende partijen die het als hun taak lijken te zien om de economie te beschermen tegen de bevolking. (Goed, dat is wat gechargeerd. Maar toch ook een mooie oneliner die ergens de kern van het probleem weergeeft.) Die partijen blijken nog altijd een flink deel van de stemmen te krijgen.

Ideologie, mentaliteit verander je niet door in te zoomen op allerlei details. Details kunnen dienen als voorbeeld van wat er misgaat. Maar een uitgebreide analyse van een detail is geen analyse van het onderliggende, veel grotere probleem. Detailoplossingen zijn ook geen oplossingen voor het grote probleem. Je wekt ermee juist de indruk het onderliggende probleem te negeren.

Waar hij in de kern op neerkomt: probeer hoofd- en bijzaken te scheiden.

#6 Tom van Doormaal

Maar ik wil helemaal geen kiezers bereiken. Taal doet er toe, lijkt me. Als je dingen niet benoemt, dan kun je er geen gesprek over voeren.
Ik weet ook niet op welke details je mij ziet inzoomen.
Geen idee hoe jij verandering van ideologie of mentaliteit ziet. Maar ik ben blij dat je systematische vernedering als een goede omschrijving ziet van wat er gebeurt en ook vindt dat die er niet zou moeten zijn.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6.1 Hans Custers - Reactie op #6

Ik weet ook niet op welke details je mij ziet inzoomen.

Voorbeeld. Je springt aan het eind van je verhaal van:

Kwaliteit van betrekkingen tussen mensen en hun instituties betekent niet vernederen. Dat haal je niet met prutsen en peuteren aan uitvoeringsregels. Interventies van de overheid moeten vereenvoudigen.

naar:

In de volkshuisvesting betekent het dat we opnieuw moeten nadenken over het terugbrengen van de verenigingsvorm, want dat regelt de verbinding met en feedback van de mensen, het herstellen van een statutair werkgebied, want zo kunnen de gemeenten en de corporaties weer een zinvolle relatie met elkaar krijgen.

Eerste citaat: helemaal raak. Tweede citaat: ballon die leegloopt.

Volgens mij impliceert dat eerste citaat dat het probleem ‘m niet zit in de uitvoering, maar in de politieke keuzes en prioriteiten die samenhangen met de ideologie van regerende partijen. Om vervolgens de oplossing voor een specifiek probleem wel op het niveau van de uitvoering te zoeken. Misschien ligt het aan mij, maar daar raak ik de draad kwijt.

#6.2 Tom van Doormaal - Reactie op #6.1

Ik zou kunnen zeggen dat het een suggestie van de redactie was. Maar dat is flauw.
De kern van het verhaal heb je goed gezien: niet vernederen, niet vastlopen in complexiteit van uitvoering.
Dan komt mijn wending naar de volkshuisvesting. Door gerichtheid op “zakelijkheid” en beheer is de verenigingsvorm verdwenen en de rem op schaalvergroting ook. Daardoor kan de klant (de burger) niet zorgen voor feedback, voor de menselijke maat.
Dat zien we op allerlei plekken gebeuren: in steeds grotere ziekenhuizen, bijvoorbeeld. Of in steeds grotere onderwijsinstellingen. De ambachtelijkheid van de zorg helpt nog een beetje. Ook in het onderwijs remt de relatie tussen leraar en leerling.
Maar daarom gaat het: de belastingdienst maakt administratieve processen, die alleen nog door machines lopend blijven. Tussen liberale en socialistische machines is geen verschil. Alleen hebben sommige politici iets meer dedain voor uitvoering dan anderen.
Maar dat je de draad kwijt raakt, siert je, want je poogt te lezen wat ik probeer te verhelderen. Ik weet dat het lastig is, dus ik ben al heel blij met enig begrip.