Zoekresultaten voor

'diederik stapel'

Foto: Guido van Nispen (cc)

Maagdenhuis: patstelling in de kenniseconomie

ANALYSE - Wat is het probleem van het Nederlands hoger onderwijs?

We hebben sinds de democratisering van het hoger onderwijs (HO) te maken met het herinrichten van de HO volgens economische maatstaven. Die democratisering, het massaal toegankelijk maken van hoger onderwijs, is onderdeel van de grote missie om in Nederland een kenniseconomie waar te maken. Economisering en democratisering van het hoger onderwijs gaan dus hand in hand, maar niet zonder problemen.

Hogescholen hebben hun geboorte gevonden binnen de kaders van dit programma van de kenniseconomie na de Tweede Wereldoorlog. Ook klassieke universiteiten zijn zichzelf gaan hervormen volgens kennis-economische modellen. De huidige problemen die de universiteiten tegenkomen zijn systeemproblemen die ontstaan wanneer ‘kennis’ en ‘economie’ niet de gewenste, voor vanzelfsprekend aangenomen, combinatie opleveren.

Niet alle kennis, kennisactiviteiten en kennisontwikkeling zijn te vertalen naar economische maatstaven van efficiëntie, haalbaarheid, optimalisering en winstgevendheid. De Homo Sapiens, de naar kennis zuchtende mens, en de Homo Economicus, de calculerende zelfzuchtige mens, lijken zelfs vaker in strijd met elkaar te belanden. Leuzen als ‘kennis boven winst’ geven uitdrukking aan zulke systeemconflicten van de kenniseconomie. De lijn van academisch scoren die Diederik Stapel heeft uitgezet duidt ook op zo’n problematische koppeling.

En het gedoe en mythes over de geesteswetenschappen

Foto: Truus, Bob & Jan too! (cc)

Wetenschap een falend systeem?

COLUMN - Universiteiten hebben twee taken: het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het verzorgen van wetenschappelijk onderwijs. Beide hebben problemen. Allereerst maar eens dat onderzoek. Veel burgers en politici denken dat wetenschappers gedreven door nieuwsgierigheid op zoek zijn naar de waarheid. Als wetenschappers genoeg geld krijgen, lossen ze maatschappelijke problemen vanzelf op.

De werkelijkheid is anders, erg anders. Natuurlijk levert de wetenschap een niet te onderschatten bijdrage aan de maatschappelijke vooruitgang. Onze wereld is zonder wetenschap volstrekt onvoorstelbaar. Maar wetenschap biedt geen absolute zekerheid en tussen wetenschappers bestaat veel onenigheid. Aan het front van de wetenschap woedt een felle strijd tussen wetenschappers met verschillende ideeën en vooral ook verschillende belangen. Het betekent dat wetenschappers complexe maatschappelijke kwesties – klimaatverandering of schaliegasboringen – helemaal niet kunnen oplossen. Ze kunnen alleen een bijdrage aan de discussie leveren. Politici en burgers moeten daarna zelf de argumenten wegen. Dat is even wennen.

Prestatiedruk

Deze rommelige gang van zaken is mede ontstaan door de ‘economisering’ van de wetenschap. Wetenschappers zijn gewone mensen wier salaris en carrière afhangen van hun wetenschappelijke prestaties. Met die resultaten proberen ze beurzen te krijgen of vaste banen te verwerven. Dat leidt als vanzelf tot publicatiedruk. Die nog eens wordt verzwaard door het idee dat de kwaliteit van wetenschappers te meten valt via het aantal publicaties en bovenal door de tijdschriften waarin die publicaties verschenen zijn. Dit is een aantrekkelijke veronderstelling omdat het wetenschappelijke kwaliteit reduceert tot een paar getallen, en daar zijn managers dol op. Niets is echter minder waar. Het resultaat is namelijk dat wetenschappers veel artikelen publiceren. Héél véél. Nederlandse wetenschappers schreven in 2011 mee aan meer dan 70.000 artikelen. Maar zit de maatschappij te wachten op al die stukken? Het afrekenen op aantallen gepubliceerde artikelen, plus de persoonlijke carrièremotieven van wetenschappers, zet de kwaliteit onder druk. Het levert veel matige, oninteressante, soms slechte, en een enkele keer zelfs frauduleuze publicaties op die de wetenschap niet dienen, maar die onderzoekers nodig hebben om te overleven. Fraudegevallen zoals Diederik Stapel zijn geen unieke excessen, maar symptomen van een falend systeem.

Foto: nik gaffney (cc)

Op ’t randje – of erover?

COLUMN - Over wetenschap op het randje, of er overheen.

Ik zat alleen op mijn chique kamer op de Groningse universiteit. Ik had de deur extra goed dichtgedaan en mijn bureau extra goed opgeruimd. Alles moest netjes en overzichtelijk zijn. Geen troep. Ik opende het bestand met de gegevens die ik had ingevoerd en maakte van een onverwachte 2 een 4 en een eindje verder in de matrix van een 3 een 5. Het voelde niet goed. Ik keek angstig om me heen. De gegevens dansten voor mijn ogen. Als de resultaten nét niet zijn wat je zo vurig had gehoopt; als dit al je derde experiment is over dit onderwerp en die andere twee wel goed zijn gelukt; als je weet dat elders op de wereld andere onderzoekers ook met dit soort experimenten bezig zijn en wel succes hebben – dan kun je de resultaten toch wel een klein beetje aanpassen?

Aan het woord is – u raadt het al – Diederik Stapel, in zijn egodocument Ontsporing. Wat hij deed was duidelijk over het randje, ook in sociaal opzicht, omdat hij in zijn val een heel rijtje jonge collega’s meetrok. De ernst daarvan lijkt hij niet te beseffen. In de verklaring die hij op TV voorlas ging het vooral over hemzelf en zijn te verschijnen boek. De excuses aan zijn collega’s klonken vlak en plichtmatig.

Foto: copyright ok. Gecheckt 11-03-2022

Spannende thriller over wetenschapsfraude

RECENSIE - Ruud Abma schreef een reconstructie over de affaire-Stapel, dat volgens Taede Smedes leest als een spannende thriller.

De wetenschappelijke wereld stond op zijn kop toen sociaal psycholoog Diederik Stapel in september 2011 bekende onderzoeksgegevens te hebben verzonnen. Drie commissies probeerden vervolgens de aard en omvang van de fraude vast te stellen. Er is nog altijd onderzoek gaande. Ruud Abma schreef de – op dit moment – definitieve reconstructie van de affaire-Stapel. Een razendknap boek dat leest als een thriller, met een heldere boodschap, dat een breed lezerspubliek verdient.

In dit boek reconstrueert de sociale wetenschapper Ruud Abma de affaire-Stapel door rijkelijk te putten uit Stapels eigen boek “Ontsporingen”, commissierapporten, oraties, etcetera. Het is op dit moment het definitieve werk over de affaire, ofschoon er, zoals gezegd, nog altijd onderzoeken gaande zijn naar de fraude.

Het boek is ongelooflijk goed gecomponeerd en is interessant op verschillende niveaus. Allereerst probeert Abma onder andere op basis van Stapels eigen biografische beschrijvingen te reconstrueren hoe Stapel dacht en hoe hij tot zijn fraude kwam. Daarnaast probeert Abma te analyseren in hoeverre het veld van de sociale psychologie Stapels omvangrijke fraude heeft mogelijk gemaakt en zelfs gelegitimeerd.

Verder is dit boek een doordringende analyse van het fenomeen citation index. Abma beschrijft het oorspronkelijke doel van de citation indexes en hoe die indexes in de loop van de tijd verworden zijn tot machtige instrumenten die misbruik en fraude in de hand werken. Ten slotte probeert Abma te analyseren welke lessen er getrokken kunnen worden uit de affaire-Stapel, waarbij hij een onverbiddelijke kritiek uit in de richting van het businessmodel dat de huidige universiteiten gegijzeld houdt.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Parlementair onderzoek, alsjeblieft

OPINIE - Een parlementair onderzoek naar het functioneren van hoger onderwijsinstellingen zou een eerste stap kunnen zijn in het voeren van een discussie over hoe we de wetenschap (opnieuw) moeten inrichten.

1.
Ik heb al vaker geschreven dat onze universiteiten niet langer voldoen aan de verwachtingen die we er redelijkerwijs van mogen hebben. Dat ik er opnieuw over schrijf, is omdat het opnieuw mis is: de Groningse Rijksuniversiteit heeft de hoogleraar criminologie Patrick van Calster op non-actief gesteld terwijl de universiteit waar hij is gepromoveerd, de Brusselse Vrije Universiteit, hem de doctorstitel ontneemt. Volkskrantjournalist Martijn van Calmthout twitterde gisteren dat er vandaag nóg een Vlaams-Nederlandse fraudezaak zal worden onthuld. Gisteren was Karima Kourtit van de Amsterdamse Vrije Universiteit in het nieuws.

Drie dagen, drie kwesties. En iedereen kent de oudere gevallen: Peter RijpkemaDirk SmeestersDon Poldermans en Diederik Stapel, waarbij we Roos Vonk dan maar het voordeel van de twijfel zullen geven, Ernst Jansen Steur zullen typeren als een medische aangelegenheid en Mart Bax zullen beschouwen als verjaard. De lijst opzichtig falende onderzoekers begint verontrustend lang te worden en het ergste is detrieste voorspelbaarheid van de affaires.

Het imago van de wetenschap wordt inmiddels meer bepaald door fraude- en fraudeachtige zaken dan door wat wél goed gaat. U bent vermoedelijk vergeten hoe de ontdekker van het grafeen heette, hoewel de goede man de Nobelprijs won, maar u weet allemaal wie Diederik Stapel is.

Foto: copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

Opnieuw wetenschapsfraude?

OPINIE - Er zijn genoeg wetenschappers die het niet altijd even nauw nemen met ethische normen. Maar als het wantrouwen aanhoudt, zal de wetenschap het niet overleven. Daarom is openheid nodig.

Er kan mogelijk een nieuwe naam aan het rijtje Diederik Stapel, Roos Vonk, Don Polderman en Dirk Smeesters worden toegevoegd. Vandaag is een oud-hoogleraar aan de VU, Mart Bax, de volgende onderzoeker die in opspraak komt. Ik citeer NU.nl:

“In het boek Ontspoorde Wetenschap dat vrijdag uitkomt, trekt onderzoeksjournalist Frank van Kolfschooten het bestaan van een klooster in het zuiden van Nederland in twijfel. … ” “Dat je je bronnen anonimiseert is in de antropologie vrij gebruikelijk”, aldus Van Kolfschooten. “Maar collega’s van Bax twijfelden aan het bestaan van dit klooster.”

Ik vind het eerlijk gezegd geruststellend. Als dit de beste teaser is die een auteur naar buiten kan brengen om aandacht voor een boek te genereren, dan valt het in feite mee. Maar er speelt meer. Voor één keer kan de ijsbergmetafoor met recht en reden worden gebruikt: maar een deel van de eigenlijke problemen is publicabel.

Ik weet dat, want ik heb Van Kolfschooten over zijn boek gesproken. Ik kon hem het bewijs geven van onder meer het plagiaat waaraan een vrij bekende Nederlandse onderzoeker zich schuldig had gemaakt. De gedupeerde wilde echter niet dat de zaak naar buiten kwam. Het kon hem zijn baan kosten.

De grootste bedriegerij in de onderwijsgeschiedenis?

In het onderwijs, maar ook bij het ministerie van OCW, wordt teveel waarde gehecht aan prestaties op de basisvaardigheden taal en rekenen. Sterker nog, over een aantal jaren zou wel eens kunnen blijken dat deze eenzijdige nadruk op (steeds grotere) cognitieve prestaties de grootste oplichterij uit de geschiedenis van het onderwijs is geweest volgens Hartger Wassink, onderzoeker bij de Hogeschool Utrecht.

Het is Tour de France-tijd, en bijna als vanzelfsprekend zijn de vermeende dopingpraktijken van record-Tourwinnaar Lance Armstrong in het nieuws. Ik schreef al eens eerder over hoe we hiervan kunnen leren voor het onderwijs. Greg Lemond, de eerste Amerikaanse Tourwinnaar, omschreef Armstrong, mocht hij schuldig bevonden worden, als ‘the biggest fraud in sports history’.

Laat ik eens een boude uitspraak doen. Ik denk wel eens dat opbrengstgericht werken over een tijdje ‘the biggest fraud in educational history’ zou kunnen zijn. Ho, wacht, voor u nu al geïrriteerd afhaakt: ik zal dit onderbouwen.

Onder ‘opbrengstgericht werken’ versta ik een manier van werken in de school die de nadruk legt op het behalen van (steeds hogere) cognitieve prestaties, vooral op taal en rekenen. Dat uit zich in het basisonderwijs in een toetscircus dat in de wereld z’n weerga niet kent. In het Voortgezet Onderwijs in (onder andere) een maniakale aandacht voor het verschil tussen schoolexamen) en het centraal examen. In het MBO en HBO door het schrappen van vakgericht onderwijs om leerlingen te trainen voor de verplichte taal- en rekentoetsen. Het WO blijft er nog enigszins van verschoond, maar op de wetenschap kom ik zo terug.

Foto: copyright ok. Gecheckt 02-03-2022

Tijd voor grote schoonmaak in de wetenschap

Laten we de laatste affaire rondom wetenschapsfraude gebruiken voor een fundamentele discussie over kennisvergaring.

Diederik Stapel, Roos Vonk, Don Poldermans. In het buitenland Karl-Theodor zu Guttenberg, Philippe Gugler en Raphael en Norman Golb. De lijst opzichtig falende wetenschappers begint verontrustend lang te worden en het ergste aan de affaire rond de Rotterdamse hoogleraar Dirk Smeesters is haar godvergeten voorspelbaarheid.

Ik ben niet de enige die de indruk heeft dat er iets mis is met de wetenschap. Er zijn al onderzoekers die proberen deze indruk te onderbouwen met harde cijfers. Er wordt bijvoorbeeld vaak verwezen naar het onderzoek van Daniele Fanelli, die op tafel kreeg dat onderzoekers vaker rommelen met gegevens dan goed is. In Nederland constateerden Bakker en Wicherts dat psychologen moeite hadden met statistiek. Ik heb zelf een boek gepubliceerd over de problemen in de oudheidkundige disciplines. Het valt te verwachten dat er ook in de toekomst pijnlijke onthullingen zullen zijn.

Die voorspelbaarheid is al erg genoeg. Wat we nu vooral moeten vermijden, is dat het toch al slinkende vertrouwen nog verder vermindert doordat de bestuurders van de wetenschappelijke instellingen de problemen blijven bagatelliseren.

Dat doen ze immers al maanden. KNAW-president Robbert Dijkgraaf zei op 9 september dat de Stapel-affaire niet-representatief was. Hij legde uit hoe wetenschap behoorde te zijn en nam gemakshalve aan dat ze ook werkelijk zo is, hoewel dat nu juist ter discussie staat. De voorzitter van de VSNU, Sijbolt Noorda, verklaarde op 2 december dat het aanzien van de Nederlandse universiteiten niet was geschaad. Ook de directeur van NWO, Jos Engelen, meende dat het wel meeviel. Getuige de discussie die volgde in de wetenschapsbijlage van hetHandelsblad, laat niet iedereen zich nog door alle geruststellende woorden overtuigen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Roos Vonk bekeken volgens Roos Vonk

De Volkskrant publiceerde op 18 juni 2011 een recensie van Suzanne Weusten over Menselijke gebreken voor gevorderden van Roos Vonk. Weusten was heel positief over het boek

Nu de Nijmeegse hoogleraar wellicht steken heeft laten vallen met het ‘vleeshufter’ kreeg de recensent de vraag: “Kan iemand die fraudeert met onderzoeksgegevens eigenlijk wel een goed boek schrijven?”

Ja, ze vindt het nog steeds een goed boek. Ze verklaart: “Het feit dat lezers zich deze vraag stellen, komt trouwens ook voort uit een menselijk gebrek, om maar in de terminologie van Vonk te blijven. In het beoordelen van andere mensen vallen we gemakkelijk terug op simpele schema’s. In de psychologie staat dit mechanisme bekend als het horn-effect: als iemand één ding verkeerd doet, zal hij wel helemaal niet deugen. Zo’n fout komt voort uit onze behoefte aan consistentie, aan harmonie.”

Was het vleesetersonderzoek betreft meent Weusten dat Roos Vonk is in de valkuilen trapte die ze in het boek schetste:

1. Confirmation bias, onwelgevallige informatie negeren:

“Vonk wilde zo graag dat vleeseters hufters waren, dat ze kritiek wegwuifde en alleen de resultaten omarmde die haar hypothese bevestigden. Wie zichzelf wil leren kennen en verbeteren, zou feed-back met open armen moeten ontvangen, schrijft Roos Vonk in haar boek….Bij Pauw en Witteman gaf ze toe dat ze de man die haar kritiek gaf had afgebekt.

Foto: Free stock photo from FreeImages copyright ok. Gecheckt 27-09-2022

Academische fraude geen verrassing

Ik schreef, naar aanleiding van de Guttenberg-affaire, op 14 mei j.l. een stukje in het Handelsblad (hier). Ik wees erop dat het bizar was dat de frauderende doctor steeds in het nieuws terugkeerde, terwijl er meer mensen moesten zijn geweest die ervan geweten hadden. Ik wees er ook op dat dit dodelijk was voor het toch al sterk verminderende maatschappelijke vertrouwen in de universiteiten. Ik eindigde met:

Veel Nederlanders geloven de wetenschap niet langer. Wordt het, om het vertrouwen te herstellen, niet tijd voor een onafhankelijk onderzoek naar onze universiteiten? Of wachten we tot we ook in Nederland een affaire-Guttenberg meemaken?

Ik kreeg daarop verschillende reacties van mensen die zeiden dat ik het veel te somber inzag. Dit was slechts een incident, meenden ze. Ik meende van niet, en dat leidde tot een weddenschap. Inzet: één krat bier. Binnen drie jaar zou er, volgens mij, in Nederland een gepromoveerde wegens fraude in opspraak zijn. Mijn opponenten dachten dat zeker niet zou gebeuren.

Honderdzestien dagen na het publiceren van mijn stukje heb ik mijn krat bier al binnen. Gisteren, zo las ik, is de Tilburgse hoogleraar cognitieve sociale psychologie Diederik Stapel op non-actief gezet omdat hij in zijn publicaties gebruik zou hebben gemaakt van gefingeerde gegevens.

Foto: Roel Wijnants (cc)

Gedoe in de coalitie hoeft geen probleem te zijn

ANALYSE - De coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie hebben gedurende Rutte III meermaals en over diverse onderwerpen in de clinch gelegen. Menig keer werd dan gesproken over een potentiële kabinetscrisis. Terwijl deze incidenten juist ook bij kunnen dragen aan behoud van het electoraat van deze partijen, een analyse van bestuurskundige Aron van Balveren.

Na maanden van onderhandelen presenteerden VVD, D66, CDA en ChristenUnie op 15 december het nieuwe regeerakkoord: ‘omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’. Sceptici stelden nog tijdens de formatie dat de kans groot is dat de regeringsperiode van kabinet Rutte IV niet zo lang gaat duren. Want zijn de tegenstellingen tussen de politieke partijen niet enorm groot, en scheerde het kabinet Rutte III niet al een aantal keer langs de rand van de afgrond voordat het uiteindelijk ten val kwam?

Discussie, onenigheid en perikelen rondom (het oplossen van) het stikstofprobleem, het kinderpardon en het klimaatakkoord. Een drietal voorbeelden van onderwerpen waarbij sprake was van een botsing tussen de coalitiepartijen in Rutte III. Deze voorbeelden zijn in de afgelopen jaren breed uitgemeten in de media. Gesuggereerd werd dat deze gebeurtenissen zo maar eens zouden kunnen leiden tot een kabinetscrisis. De termen ‘bijna-crisis’ en ‘de rand van de afgrond’ vielen. De vraag is of deze botsingen daadwerkelijk de potentie hadden om een val van het kabinet te kunnen veroorzaken, of dat dit juist onderdeel is van een gezamenlijke politieke strategie om electoraal te kunnen overleven als regeringspartijen?

Foto: Foto via Wikimedia copyright ok. Gecheckt 06-10-2022

‘Dat hadden we nooit moeten doen’

RECENSIE - PvdA-prominenten kijken terug op hun tragische keuzes in de jaren negentig.

In zijn nieuwste, monumentale boek Kapitaal en ideologie laat Thomas Piketty aan de hand van overvloedig statistisch materiaal zien hoe de aanhang van centrum-linkse, sociaaldemocratische partijen in de loop der jaren ingrijpend is gewijzigd. Cijfers over partijvoorkeur van kiezers op basis van opleiding in zowel Europa als de Verenigde Staten wijzen uit dat deze partijen vlak na de oorlog bovenmatig in trek waren bij de laagstopgeleiden, de werkende klasse. Hoger opgeleiden gaven in meerderheid de voorkeur aan conservatieve partijen. Vijftig jaar later zien we een omkering van de verhoudingen qua politieke voorkeur bij verschillende opleidingsgroepen, centrum links is uit de gratie bij lager opgeleiden maar favoriet bij de hogere, goed opgeleide middenklasse.

Het Nederlandse verhaal achter deze trend is onlangs door Duco Hellema en Margriet van Lith opgeschreven in Dat hadden we nooit moeten doen. De PvdA en de neoliberale revolutie van de jaren negentig (zowel de titel als het paarse omslag spreken voor zich). Hellema en van Lith hadden Piketty waarschijnlijk nog niet gelezen, toen ze hun boek schreven. Maar wat ze aan de hand van gesprekken met voormalige PvdA-prominenten, stapels oude beleidsnota’s en verslagen uit de Tweede Kamer hebben opgetekend is een perfecte illustratie van zijn stelling: hoger opgeleiden hebben aan het einde van de vorige eeuw de sociaaldemocratische partijen overgenomen en de traditionele aanhang van laagstbetaalden en minder hoog opgeleiden volledig van zich vervreemd,  ‘in de steek gelaten’, zoals voormalig minister van VROM Margreet de Boer nu erkent.

Vorige Volgende