Het commonisme heeft de toekomst

Een alternatief voor het kapitalisme is te vinden in de ‘meenten’ (commons), schrijft Thijs Lijster in zijn boek Wat we gemeen hebben. De meent staat oorspronkelijk voor een gemeenschappelijk te gebruiken terrein in of vlak bij een dorp. Lijster tilt het begrip op tot een algemeen maatschappelijk principe en verplaatst het naar de hedendaagse maatschappij. De meent omvat kort gezegd alles wat ‘voor iedereen' is en 'van niemand’. Meenten zijn vandaag de dag te vinden, niet alleen in het gebruik van gemeenschappelijke grond, maar ook op het terrein van kennis, cultuur en de digitale informatievoorziening. In de herleving van de meent kunnen we een aanknopingspunt vinden om tegenwicht te bieden tegen het ongebreidelde kapitalisme dat is gebaseerd op privé-eigendom en individuele verrijking ten koste van de gemeenschap. Idealisme? Wacht tot je het boek hebt gelezen. Dat de oude meenten nu in beeld komen in kritische beschouwingen over het kapitalisme is niet zo vreemd. Het verdwijnen van de gemeenschappelijke weides voor het hoeden van schapen en de bossen waar iedereen vrij kon jagen, bessen of paddenstoelen kon plukken, had alles te maken met de opkomst van het kapitalisme. Wat oorspronkelijk van niemand was en door iedereen gebruikt kon worden is in de zestiende en zeventiende eeuw in Europa op veel plaatsen geprivatiseerd. Gemeenschappelijk gebied werd met steun van nieuwe wetten letterlijk omheind door machtige edellieden. De gebruikers bleven met lege handen achter en hadden op den duur geen andere keus dan hun arbeid te verkopen aan de nieuwe bezittende klasse. Daarvoor verhuisden ze in veel gevallen naar de steden om te gaan werken in de opkomende industrie, gefinancierd uit het grootgrondbezit. Even kort door de bocht gezegd. Lijster beschrijft deze geschiedenis uitgebreid en baseert zich onder andere op Elinor Ostrom (Governing the Commons, 1990) en Sylvia Federici (Caliban and the Witch, 2014). De laatste legt ook nog een interessante link tussen de onteigening van gemeenschappelijke gronden en de heksenprocessen in die dagen. Onteigening Maar het gaat Lijster in Wat we gemeen hebben niet om het verleden maar om heden en toekomst. Zijn boek is te zien als een principiële en filosofische kritiek op het hedendaagse neoliberalisme. Tegelijk wil hij laten zien dat er een alternatief is. Daarvoor moeten de vanzelfsprekendheden van het huidige economische en maatschappelijke systeem eerst wel inzichtelijk gemaakt worden. De vanzelfsprekendheid dat privatisering ook in het publieke domein altijd de voorkeur heeft. Dat alles koopwaar is en gebaseerd moet worden op verdienmodellen: wonen, zorgen, leren. Op alle levensterreinen zien we onteigening. Het consumentisme laat zien dat zelfs onze behoeftes en verlangens ‘steeds succesvoller worden geëxploiteerd door het kapitalisme’. En datzelfde geldt voor onze persoonlijke informatie, vriendschappen en sociale relaties. ‘Facebook is een goed voorbeeld van een nieuwe vorm van enclosure of onteigening’. Het boek analyseert drie gebieden die in de loop van de tijd onderworpen zijn aan onteigening maar waar tegelijkertijd ook tegen de verdrukking in bepaalde praktijken kenmerken van de meent in stand houden. ‘Universiteiten zijn misschien wel de prominentste overblijfselen van de traditionele meenten in onze hedendaagse samenleving’, schrijft Lijster. Ze bestaan bij de gratie van het delen en publiekelijk ter beschikking stellen van kennis. De sluipende onderwerping van het hoger onderwijs aan bedrijfskundige efficiëntiemodellen heeft het karakter van de meent voor een deel teniet gedaan. Maar de kritiek groeit en de open access beweging wint terrein. Ook het internet had aanvankelijk het karakter van een meent voor het delen en gemeenschappelijk gebruiken van informatie. Maar ‘het internet is stuk’, schreef Marleen Stikker bij het vijftigjarige bestaan. Het is inmiddels vrijwel volledig overgenomen, onteigend, zegt Lijster, door big tech monopolies. Digitale platforms kunnen onder het regime van het neoliberalisme niet anders dan als monopolies bestaan. Maar ook hier zien we nog iets van de meent-gedachte voortbestaan in Wikipedia en open source software. Disneyficatie van de stad Het derde gebied waar Lijster zowel onteigeningsprocessen als de kiemen van een meent ziet is de stad ‘als sociaal medium’. ‘Gentrificatie’ en ‘disneyficatie’ (toerisme) veranderen de stad als gemeenschappelijk verblijfsgebied in koopwaar bestuurd door de vastgoedsector en de bankiers. Tegen deze ontwikkeling in zien we in allerlei steden burgerinitiatieven om naar het principe van de meenten gebieden, gebouwen, terreinen in bezit te nemen voor gemeenschappelijk gebruik. Lijster noemt Napels en Barcelona, bij de boekpresentatie zagen we voorbeelden uit Antwerpen waar hij een tijdje onderzoek deed in het Culture Commons Quest Office van de Universiteit van Antwerpen. De grote uitdaging voor het bieden van tegenwicht tegen het hedendaagse hyperkapitalisme ligt in een andere manier van denken over individu en gemeenschap, schrijft de filosoof Lijster. In de neoliberale ideologie worden alle collectieve problemen teruggeworpen op het individu. Maar er is geen individu zonder collectief. Het gaat bij individuen niet om een losse verzameling elementaire deeltjes. ‘Er bestaat geen on-deelbare, in-dividuele identiteit, of althans, ik val nooit volledig met mijzelf samen (…) Wie ik ben is verdeeld over de relaties met al die identiteiten buiten mij’. Het probleem in die noodzakelijke omslag in het denken is dat wij in de loop van de tijd door en door geïnfecteerd zijn met een tegengestelde opvatting over onszelf: het autonome individu dat acteert als een ondernemer van zichzelf. Die verinnerlijking van de kapitalistische ideologie houdt het systeem in stand, hoe kritisch we er tegenwoordig ook over denken. Het probleem is dat we de meenten en de bijpassende ‘gemeenzin’ (Lijster vermijdt ‘gemeenschapszin’ vanwege de conservatieve connotatie) niet meer herkennen, in het westen nog het minst (elders nog wel zoals in het Afrikaanse concept van ‘ubuntu’: je bent wat je bent door je relaties met anderen). Maar juist in het westen heeft het precaire, kwetsbare bestaan van groepen wel bewegingen opgeroepen tegen het dominante systeem. Het concept van de meenten kan volgens Lijster veel van die verschillende bewegingen die nu onafhankelijk van elkaar opereren bij elkaar brengen. De meenten zijn ‘de bron  waaraan en de idee waarmee je zeer verschillende belangen, waarden en identiteiten, en verschillende vormen van politieke strijd met elkaar zou kunnen verbinden.’ Tegen Thatchers TINA Wat we gemeen hebben heeft als ondertitel Een filosofie van de meenten. Dat is het ook. Maar die filosofie resulteert, in navolging van Marx, in een duidelijke politieke boodschap gericht op verandering. Lijster citeert Gramsci’s opvatting over politiek: ‘de strijd om de hegemonie over de gemeenzin, dat wil zeggen over het vermogen om te bepalen wat mensen voor mogelijk en onmogelijk, realistisch en onrealistisch houden.’ De strijd tegen Thatchers TINA (There Is No Alternative). De strijd voor democratie ook. De meenten zijn onverbrekelijk verbonden met het idee van zeggenschap over de behartiging van gemeenschappelijke belangen. Lijster introduceert de term commonisme  om het centrale karakter van de commons in zijn filosofie te benadrukken. Hij neemt expliciet afscheid van het staatskapitalisme, de bureaucratie en repressie die de voormalige communistische landen kenmerkten. Het commonisme staat ook niet voor een heropleving van de sociaaldemocratische verzorgingsstaat. Minder markt en meer staat is niet de oplossing. Het gaat niet om een inrichting van de samenleving van bovenaf, maar van onderop. Economische democratie is dan ook een belangrijke vereiste. De zeggenschap over de materiële kant van de meent is van even groot belang als de onderlinge solidariteit, het gemeenschapsgevoel en het besef van elkaar afhankelijk te zijn. Hoe uniek die term commonisme (die mijn tekstverwerker blijft afwijzen) ook lijkt, de filosofie die er achter steekt is gebaseerd op het denken van een groot aantal oudere en recente filosofen die ons met een kritische analyse van de dominante economie en cultuur op het spoor zetten van een alternatief. Lijster vat hun ideeën samen in een zeer helder, prettig leesbaar betoog en voegt er zijn eigen inspirerende gedachten aan toe. In de inspiratie die hij biedt voor alternatieve denkrichtingen zit wat mij betreft de belangrijkste waarde van dit boek. Er zijn alternatieven voor het neoliberalisme. Ze liggen voor het oprapen als je bereid bent af te stappen van het dominante economische denken en het gemeenschappelijke denken en doen meer gaat waarderen. Thijs Lijster, Wat we gemeen hebben; een filosofie van de meenten. Uitgeverij De Bezige Bij, ISBN 9789403121116. 272 blz. Paperback, €24,99 Dit artikel is onderdeel van de Sargasso serie Een ander kapitalisme.

Closing Time | De prijs van een mijl

Er zijn van die dingen, waarvan je zou willen dat ze níet weer actueel worden. Zeg maar, in de categorie waar ook “wereldwijde gruwelijke pandemie met miljoenen doden” en “terugkeer van het fascisme” in vallen: loopgravenoorlogen. Met immense hoeveelheden slachtoffers, een landschap dat volledig verdwenen is en waarbij alleen maar kraters en modder achterblijven… afijn, zie hier. Sabaton beschrijft het uitstekend in hun nummer The price of a mile.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Barcelona En Comú (cc)

‘Ik denk niet dat het kapitalisme getemd kan worden’

INTERVIEW - door Daniël Boomsma, eerder verschenen in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over marktmacht (april 2021)

Econoom en politicus Yanis Varoufakis maakte naam als de markante minister van Financiën van het noodlijdende Griekenland in 2015, in de nasleep van de eurocrisis. Hij verzette zich – tevergeefs – tegen de geëiste bezuinigingen op de Griekse economie in ruil voor steunpakketten. Inmiddels is hij parlementslid voor MeRA25, dat deel uitmaakt van zijn pan-Europese beweging DiEM25 (Democracy in Europe Movement 2025). In zijn roman Another Now. Dispatches from an Alternative Present (2020) schetst hij een alternatieve economie waarin commerciële banken en aandelenbeurzen zijn verdwenen en werknemers bedrijven in collectief eigendom hebben. ‘De geschiedenis leert ons dat haalbare alternatieven absoluut onhaalbaar lijken totdat ze tot stand zijn gekomen.’

In uw roman Another Now stelt één van de hoofdpersonages, Iris, dat ‘er maar één keuze is. Óf we geven ons over aan een oligarchie die in naam van het liberalisme over elke vorm van vrijheid walst die ertoe doet. Óf we erkennen dat de uitvinding van het kapitalisme moet worden tenietgedaan’. Een ander personage, Eva, antwoordt dat het kapitalisme ‘ons allemaal uit de armoede heeft getild en het enige realistische perspectief biedt om hetzelfde te doen voor miljoenen mensen die er nog steeds onder te lijden hebben’. Maar Eva geeft ook toe dat ‘het temmen van het kapitalistische beest waarschijnlijk zinloos is’. Wanneer raakte u er zelf van overtuigd dat het kapitalisme niet te temmen is?
‘Laat me, voordat ik die vraag beantwoord, vooropstellen dat de twee personages die je noemt, Iris en Eva, een innerlijk conflict doormaken. Dat is iets goeds. Als we niet twijfelen, zijn we gevaarlijk. De romanvorm is daar bij uitstek geschikt voor. Als je een essay of een manifest schrijft, moet je zeggen waar je in gelooft. De structuur van de roman laat meer vrijheden toe en biedt de mogelijkheid om twijfels over je eigen opvattingen uit te drukken. Je ziet dat in deze roman omdat Eva uiteindelijk besluit dat ze zich niet kan verenigen met hoe het kapitalisme nu is, terwijl Iris het omgekeerde doet. Dat gezegd hebbende: ik ben al heel vroeg gaan geloven dat het ondoenlijk is om het kapitalisme te temmen. De macht van het kapitaal vandaag is immens. Het is een beest dat zowel geweldige als verschrikkelijke dingen kan doen. Ik denk niet dat het te temmen is. Het is eventjes gelukt, gedurende een kwart eeuw na de Tweede Wereldoorlog. Toen leek de financiële geest terug in de fles te zijn gestopt. We hadden feitelijk een wereldwijd geleide economie. We hadden overal dezelfde munteenheid met vaste wisselkoersen, controle op kapitaal zodat banken niet met geld konden gokken. Vijfentwintig jaar lang hadden we afnemende ongelijkheid, sterke economische groei, goede banen en lage inflatie. Dichterbij een beschaafd kapitalisme zijn we niet gekomen. Maar de periode sinds 1971, het jaar dat Bretton Woods explodeerde en het neoliberalisme werd ingeluid, bewijst dat het beest niet bedwongen kan worden. Het brak zijn ketenen. Het creëerde opnieuw een irrationele uitbundigheid, die leidde tot de financiële crisis van 2008 en de economische stagnatie die we sindsdien kennen – en die wordt versterkt door de coronapandemie.

Foto: UCL Institute for Innovation and Public Purpose (cc)

Video | Mariana Mazzucato – Mission Economy

De overheid gaat de put pas dempen als het kalf al dik verdronken is. Dat is zonde van het geld dat daarmee gemoeid is. Een pro-actieve overheid had natuurlijk haar geld gestoken in het voorkomen van dat ongeluk.

De econome Mariana Mazzucato is erg optimistisch over de rol die de overheid zou moeten spelen als voortrekker en regisseur van vernieuwingen die in samenwerking met publieke en private bedrijven de grote vaagstukken van vandaag de wereld uit helpen.

Hoe dan?

We kunnen alleen een begin maken met het vinden van antwoorden als we het kapitalisme fundamenteel herstructureren om het inclusief, duurzaam en gedreven door innovatie te maken die concrete problemen aanpakt. Dat betekent het veranderen van overheidsinstrumenten en -cultuur, het creëren van nieuwe kenmerken van corporate governance en ervoor zorgen dat bedrijven, de samenleving en de overheid samenwerken om een ​​gemeenschappelijk doel te delen.

Citaat uit synopsis ‘Mission Economy A moonshot guide to changing capitalism’.

Mooi voorbeeld vindt Mazzucato bijvoorbeeld hoe vlot overheid en farmaceutische industrie aan de slag gingen om Covid-19 te tackelen. Daar ontbreekt wel één belangrijk element aan: de overheid, wij dus, zien maar bar weinig terug van het geld dat er in is gestoken.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Tyler Hewitt (cc)

Empirische onderbouwing genegeerd in neoliberale wetgeving

ANALYSE - De neoliberale wetgeving van de afgelopen decennia bevoordeelt vooral sterke, onafhankelijke burgers, ten koste van de kwetsbaren. Dat concludeert hoogleraar Marijke Malsch bij nadere beschouwing van de empirische onderbouwing van diverse wetten en beleid.

Bij sommige wetten is het probleem waarop zij gericht zijn duidelijk en ligt ook de oplossing voor de hand. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het rookverbod in cafés en de dodehoekspiegels bij vrachtwagens. Doelen en beoogde effecten van deze wetten zijn behoorlijk helder en zijn via empirisch onderzoek relatief eenvoudig vast te stellen. Maar er zijn ook wetten die veel gecompliceerder zijn en waarbij ook normatieve en rechtspolitieke vraagstukken een rol spelen.

Wetten maak je niet zomaar. Een wet is een ingrijpend middel. In de Aanwijzingen voor de regelgeving staat dat eerst andere maatregelen moeten worden geprobeerd.[1] En het Integraal toetsingskader beleid en regelgeving stelt dat een goede onderbouwing van wetsvoorstellen nodig is.[2] Als er empirisch onderzoek beschikbaar is dat relevant is voor een nieuwe wet, dan zou dat dus in een wetgevingstraject moeten worden betrokken.[3] De kans is dan groter dat de wet ‘werkt’ en geen of minder ongewenste neveneffecten heeft.

In dit artikel analyseer ik achtereenvolgens wetgeving en beleid over mensenhandel en prostitutie, over het spreekrecht voor slachtoffers en over het afbouwen van de ‘instituutszorg’.[4]

Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg

Alleen op vertrouwen kan je bouwen

ESSAY - van Michiel Nanninga, eerder verschenen in tijdschrift ‘De Helling”, (redactie Wetenschappelijk Bureau GroenLinks)

Om het leven op onze planeet te behouden is een fundamentele hervorming van onze economie onvermijdelijk. Dit kan alleen als we het vertrouwen in de overheid herstellen. Een sterke overheid die met zelfvertrouwen samenwerkt met haar burgers, is noodzakelijk als we het kapitalisme nog willen keren.

Toen Rutger Bregman in 2019 mocht spreken op de jaarlijkse bijeenkomst van het World Economic Forum in Davos over het bestrijden van ongelijkheid, had hij zijn relaas grondig voorbereid. Tot afschuw van de organisatie sprak hij de woorden Taxes, taxes, taxes, all the rest is bullshit uit. Dat filantropie ongelijkheid de wereld niet uit gaat helpen, daar heeft hij gelijk in, maar ongelijkheid pak je slechts gedeeltelijk aan met belastingen voor de (super)rijken. Ook belastingen zijn slechts symptoombestrijding als we niets doen aan een compleet uit de rails gelopen wereldeconomie.

Een improductieve overheid?

Hoe zouden we de economie dan echt anders kunnen inrichten? In mijn zoektocht naar een antwoord stuitte ik op het werk van de Italiaanse econoom Mariana Mazzucato. In haar boek De waarde van alles brengt ze de lezer terug naar de kern van de economie: het creëren van waarde.[1] Hoe je de economie inricht, draait om de vraag wie als productief wordt gezien. Anders gezegd: wie creëert er waarde? Met als vervolgvraag: hoe worden de baten uit deze waarde verdeeld? Op doortastende wijze pluist Mazzucato het huidige economische narratief uit. Namelijk dat het bedrijfsleven als productief wordt gezien en de overheid als improductief. Dat is een ideologische aanname, zonder wetenschappelijk bewijs. En deze aanname heeft verregaande gevolgen.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Closing Time | Exhaust

Voor elektronisch artiest Lee Gamble, muziek is politiek. Hij maakte onder meer de driedelige serie Flush Real Pharynx rondom het concept ‘semioblitz’ van schrijver en kritisch denker Mark Fisher (bekend van het pamflet Capitalist Realism: Is There No Alternative?). ‘Semiotic pollution’ noemde Fisher het ook wel, en dat is te horen op het tweede deel in de serie, Exhaust, over “the extreme sensory overload that comes with the oppressive late capitalist system we are forced to inhabit, studded with incessant noise and manipulation.” Deel drie, A Million Pieces Of You, klinkt hoopvoller, alsof Gamble ruimte wil geven aan het alternatief. Fisher besloot zijn pamflet dan ook met de woorden: “From a situation in which nothing can happen, suddenly anything is possible again.”

Foto: charlene mcbride (cc)

Kunst op Zondag | Kapitalisme en de menselijke factor

Deze week begonnen we aan een serie over kapitalisme. Omdat dat op zijn minst een fikse opknapbeurt nodig heeft, misschien zelfs aan vervanging toe is.

Joseph Beuys verklaarde ooit dat de menselijke creativiteit het ware kapitaal is. In de installatie ‘Das Kapital Raum 1970-1977’ vatte hij zijn ideeën daarover samen.

kapitalisme

En hoe dat dan gaat met een kunstwerk: Erich Marx (geen familie van…), zoon van een fabrieksarbeider en later rijk geworden met een bouwonderneming, kocht het werk van Beuys voor ruim vier miljoen en gaf het in permanente bruikleen aan het Hamburger Bahnhof museum voor modern kunst in Berlijn. In september 2020 overleed deze kunstverzamelaar en in 2022 droeg zijn familie een deel van zijn collectie over aan het museum.

De installatie was gemaakt voor de 1980 biënnale in Venetië en daarna weer opgebouwd in het museum voor moderne kunst in Schaffhausen (Zwitserland). Een en ander met financiële steun van een paar ondernemende kunstverzamelaars. Dat museum ging failliet toen, na jarenlange gerechtelijke procedures, het gedwongen werd het kunstwerk aan die kunstverzamelaars te geven. Die het weer verkochten aan Erich Marx.

Intermezzo: kijk hier naar een gesprekje in 2019 met Erich Marx.

Joseph Beuys sloot zich later aan bij de politieke partij Die Grünen, die in 1998 gefuseerde met Bündnis 90. Deze partij werd in 2021 met 118 zetels de derde grootste partij in de Bondsdag (het Duitse parlement).
In dit filmpje (5 min. 38) werd hij (in 1980) doorgezaagd over de haalbaarheid van een ander politiek denken over kapitaal.

Closing Time | Jaar van de boemerang

Al die crisissen, iemand al op de gedachte gekomen dat we zo langzamerhand in het jaar van de boemerang terecht zijn gekomen? Het ene rapport na het andere bewijzen het. De ‘resultaten’ van jarenlang neoliberale kapitalisme komen hard aan.

‘Year of tha Boomerang’ van Rage Against the Machine verwijst naar Jean-Paul Sartre. In een voorwoord van boek ‘De verworpenen der aarde’(Les Damnés de la Terre; The Wretched of the Earth) van Frantz Fanon.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende