Kunst op Zondag | 40 jaar tandeloos

Deel 1: De slag om de Blauwbrug Het is dit jaar veertig jaar geleden dat de proloog en het eerste deel verschenen van wat toen nog een ‘trilogie’ heette te worden: De tandeloze tijd van A.F.Th. van der Heijden. Het is een boek dat op allerlei manieren gaat over de tijd, het documenteert de Nederlandse samenleving in de afgelopen 70 jaar, het gebruikt als een centraal gegeven het idee van het ‘leven in de breedte’ als een manier om aan de tredmolen van de tijd te ontsnappen, en vaak geven personages beschouwingen over het verglijden van de tijd ten beste. De tandeloze tijd – er zijn nog altijd vele delen aangekondigd – begeleidt niet alleen het leven van de schrijver, maar ook van in ieder geval mijn generatie van lezers. Ik was 15 toen deel 1 verscheen, de leeftijd waarin ik een eigen weg in de rijstebrijberg van de literatuur begon te vinden, los van de tips van leraren of de boekenkast van mijn ouders. Ik denk dat ik, afgezien van de bibliofiele delen, alle delen heb gelezen binnen een maand nadat ze verschenen. Aan sommige heb ik heel sterke herinneringen: hoe ik op mijn slaapbank op mijn Tillburgse studentenkamer in een weekeinde Advocaat van de hanen las, en als freelance websitebouwer in Roermond een paar dagen vrij nam voor Onder het plaveisel het moeras en Hof van barmhartigheid. Of hoe ik, inmiddels hoogleraar en zelfs hoofdredacteur van Neerlandistiek, niet kon stoppen in Stemvorken. Inmiddels heb ik de bibliofiel verschenen delen ook tot mijn beschikking – wanneer komen die nu eens in de reguliere boekhandel! Het is tijd om de balans op te maken. Vóór december wil ik al die delen nog eens lezen. Is het boek (waarover in de vroege jaren tachtig werd gezegd dat het ‘de jeugd van de jaren zestig en zeventig beschreef’) uit zijn krachten gegroeid? Of heeft het inderdaad de tijd de tanden uit zijn bek geslagen? De slag om de Blauwbrug, de proloog die een paar weken verscheen voor het officiële eerste deel (Vallende ouders) was in ieder geval een paukenslag: een klein boekje dat spetterde, en dat spetterde van verwachtingen. Een boekje dat je best op zichzelf zou kunnen lezen, behalve dat je dan meteen zou verlangen naar de andere delen, in ieder geval de toen aangekondigde (Vallende ouders, De gevarendriehoek, Sneeuwnacht in september) waarin zou worden verklaard wat al die personages eigenlijk deden in het leven van Albert Egberts, de hoofdpersoon, die in deze proloog op de dag van de troonwisseling in 1980, door Amsterdam rondzwerft: eerst in een auto probeert in te breken, dan tot laat in de ochtend met een voormalige vriendin in een kroeg voor nachtverplegers zit, en uiteindelijk onderdeel wordt van de rellen op de Blauwbrug. Alles in deze proloog vertelt dat het een proloog is. Het boek begint met twee jongens die in de nacht voor de kroning bezig zijn een uitstalling op te bouwen. Wat zij gaan uitstallen is duidelijk (saté) – maar het is maar het eerste van vele uitstallingen die er in De tandeloze tijd te bewonderen zullen zijn. De hele cyclus is natuurlijk een grote uitstalling, een poging de tijd tandeloos te maken door het bric à brac uit te stallen. Een pagina later wordt de lezer ook al deelgenoot van het feit dat in de etalages van De Porceleyne Fles altijd ‘Delfts aardewerk’ had gestaan, en in de kern van het boek beschrijft Egberts met liefde en aandacht zijn verzameling scharen, en met afschuw zijn verzameling suikerzakjes van vroeger. Tijd is een kwestie van beweging én verstilling en al in de proloog laat Van der Heijden zien dat hij een meester is in beide. Er komen om te beginnen een groot aantal vervoersmiddelen aan de orde. Egberts breekt dus in auto’s in en heeft er daardoor een bepaalde kijk op gekregen, een bijna sensuele: Mijn oog viel op een veelbelovende Chrysler LeBaron Sedan, met automatische transmissie Torqueflite en servobekrachtigde kogelkringbesturing. Hij zag er net zo welgevuld uit als een vette oester. Je kon de parel ruiken. Maar dat zijn dan nog maar stilstaande auto’s – Egberts komt ook een liefhebber tegen van rijdende exemplaren (Baruch D. Kirschenbaum), hij maakt een dodemansrit met zijn vriend Flix, en dat zijn dan nog maar de auto’s: er is ook de fiets waarop zijn oom Egbert Egberts beroepshalve en bij wijze van training probeert te ontsnappen aan politiehonden, en er zijn de politiehelikopters die boven de demonstranten zoemen (en die behalve in die politiehonden gespiegeld worden in een herinnering van Albert aan een helikopterlijn die er vroeger tussen Brussel en Eindhoven was en waarnaar hij ook al met oom Egbert ging kijken). Ik geloof dat er een uitvoerige studie te schrijven zou zijn van de belangrijke rol die vervoermiddelen in heel het oeuvre van Van der Heijden spelen. In De tandeloze tijd spelen ze vooral ook een belangrjike rol dat vervoer de tijd registreert: eerst was je daar, nu ben je hier, een beter bewijs dat er tijd verstreken is, is er niet. De proloog valt zelf ook weer in drieën: in het eerste (Joyriding) en het derde (De slag om de Blauwbrug) is er een en al actie, zoals de titels ook al zeggen, terwijl het in het tweede deel een en al stilstand is (een belangrijk stuk ervan staat de hoofdpersoon te wachten op een taxi). Onderzoeksvraag: zit die structuur ook in de oorspronkelijk geplande trilogie (die nooit helemaal zo gemaakt is omdat het derde deel ontplofte tot twee delen, en er naderhand nog allerlei andere delen aan zijn toegevoegd). Het spetterendst van De slag om de Blauwbrug (altijd als ik bij die brug ben denk ik er even aan, en mijn ouders hebben een paar jaar vrijwel naast die brug gewoond) vind ik het deel De slag om de Blauwbrug. De beschrijving van de manier waarop Albert Egberts verzeild raakt in een demonstratie waarvan het de meeste deelnemers óók niet duidelijk is waar hij toe dient, en dan met hen in confrontatie raakt met de ME, is magistraal. Op zeker moment staat Albert met een steen in de hand tegenover een helikopter, en beseft dat als hij die steen nu in de wieken gooit, hij een enorme ravage kan aanrichten – dat dit weleens het moment zou kunnen zijn waar hij heel zijn leven naartoe heeft geleefd. De steen zat opgesloten in mijn hand, achter het traliewerk van mijn vingers. Hij wilde eruit weg, ik voelde hem zwellen, maar hij barstte net niet uit mijn vuist… Het enige dat nog levend aan me leek: die steen. Ik was zelf versteend. Nog even en ik zou omvallen als een standbeeld… Deze passage gaat zwanger van betekenis, zoals bijna alles in De tandeloze tijd, al is het maar omdat – het ‘leven in de breedte’ indachtig – iedere passage met iedere andere passage te maken heeft. Een voorbeeld is dat eerder in De slag om de Blauwbrug uitvoerig is beschreven hoe Egberts in dezelfde hand juist altijd een schaar hield, en die schaar de vorm liet beheersen. Steen en schaar, en die allebei in de hand van iemand die zal uitgroeien tot een schrijver die zijn handen vol papier zal hebben! Zelfs steen, papier, schaar krijgt zo betekenis. Leestip: Dit mooie interview door H.M. van den Brink met A.F.Th. van der Heijden in NRC Handelsblad (9 december 1983) Deel 2: De stok en de schoenen die Thjum geslagen en geschopt hadden Deel 3: Mindful leven in de breedte Deel 4: ‘Het kleurloze soort vrouwen waarvan de Nijmeegse studentenwereld sinds jaren vergeven was’ Deel 5 en verder

Closing Time | The Glorious Land

Een sarcastisch marsliedje over het zelfbeeld van koloniale mogendheden.

PJ Harvey neemt hier specifiek de VS en Groot-Britannië op de korrel, maar het is natuurlijk net zo goed toepasbaar op hoe Rusland haar imperiale ambities handhaaft.

Foto: bron: Livius.org

Skepsis (2): Niet oordelen

Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School, het Epicurisme en de Stoa. Een andere nieuwkomer was de Skepsis.

Twijfelaars zijn van alle tijden en plaatsen. Het oude Griekenland was niet anders. In het oude, democratische Athene waren al filosofen die twijfel als uitgangspunt hadden genomen: de sofisten. De skeptici lijken op hen met hun stelling dat er geen objectieve waarheid zou zijn. Er is echter een verschil. Van de Atheense sofisten beweerde Gorgias in elk geval nog ‘Er is niets’, en werd Protagoras bekend met zijn uitspraak dat de mens de maat zou zijn van alle dingen. Volgens de sceptici zijn ook dat geen zekerheden. Kennis bestaat niet, er zijn slechts meningen.

De Cyreense School

Ook de Cyreense School, die ten tijde van de eerste skeptici zijn laatste volgelingen voortbracht, twijfelde hardop. De Cyreense hedonisten vertrouwden slechts op de onmiddellijke persoonlijke ervaring: gevoelens van pijn en genot. Die enige zekerheid vormde de onderbouwing van hun hedonisme.

Maar volgens de skeptici geeft ook de onmiddellijke ervaring geen enkele zekerheid. Goed of slecht, rechtvaardig of onrechtvaardig, waar of onwaar, plezierig of onplezierig, dat zijn allemaal maar zaken die afhankelijk zijn van omstandigheden, ze zijn persoonsgebonden en situatie-afhankelijk, en uiteindelijk valt er niets zinnigs over te zeggen. Het zijn slechts meningen, en die zijn even arbitrair als veranderlijk.

Foto: Deutsche Bundesbank (cc)

Duitse coalitie vecht door

De Duitse bondskanselier Olaf Scholz verscheen deze week in de Bondsdag met een ooglapje en beschadigd gezicht ten gevolge van een val tijdens het joggen. ‘Ik kijk uit naar de memes’ zei hij. Het beeld past goed bij alle verhalen over de moeizame verhoudingen binnen zijn coalitie van sociaaldemocraten, groenen en liberalen halverwege de rit. Scholz heeft het niet makkelijk als scheidsrechter tussen zijn groene en liberale ministers. Het ene conflict volgt op het andere. Maar Scholz blijft positief gestemd. Na de ‘heidagen’ van zijn kabinet op een kasteel bij Berlijn, vorige week, wees hij op de behaalde resultaten zoals het voordelige treinkaartje voor regionaal vervoer en de snelle installatie van LPG-terminals na het wegvallen van Russisch aardgas. Bij de begrotingsbehandeling presenteerde hij woensdag zijn Pakt für Deutschland, een plan om de bureaucratie te verminderen en urgente projecten zoals de woningbouw te kunnen versnellen.

Scholz vindt het de hoogste tijd om Duitsland wendbaarder en moderner te maken en bureaucratie te bestrijden. Het idee is dat de verschillende overheidsorganisaties beter op elkaar afgestemd worden en sneller gaan werken. Wetgeving rond ruimtelijke ordening moet vereenvoudigd worden. Ook wil hij meer digitaliseren. Bouwvergunningen moeten online aangevraagd kunnen worden. “Burgers zijn deze stilstand beu. En dat ben ik ook,” zei Scholz. Opvallend was zijn uitval naar de AfD: “De grote meerderheid van burgers weet dat het zelfverklaarde ‘alternatief’ in feite een sloopploeg is – een sloopploeg voor ons land.”

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Ouwehand geen lijsttrekker Partij voor de Dieren?

Het bestuur van de Partij voor de Dieren heeft besloten Esther Ouwehand niet meer voor te dragen als lijsttrekker, wegens meerdere meldingen van vermeende integriteitsschendingen.

Het bestuur houdt zich op de vlakte om wat voor soort beschuldigingen het gaat (yeah that’s gonna work), maar het moge duidelijk zijn dat de timing niet heel handig is. Of juist wel handig, afhankelijk van wat het doel is.

Zwengel de complotmolen maar aan!

Foto: Geert Wirken (cc)

Randstadparlement

Op 17 augustus jl. verscheen er in Trouw een interessante opinie van Universitair Hoofddocent Sociale Geografie en Planologie Evert Meijers van de Universiteit Utrecht. Hij stelde dat Nederland een ‘Randstadparlement’ heeft, en baseerde zich daarbij op de relatie tussen herkomst van Kamerleden en de Kamervragen die gesteld worden.

Meijers: “Van de in 2017 gekozen vertegenwoordigers die een zetel bemachtigden, stelden slechts 17 Kamerleden vragen over álle twaalf provincies. En 38 procent stelde de meeste Kamervragen over de provincie waar ze zelf wonen. Kamerleden uit de Randstad hebben veel minder oog voor ‘de regio’ dan Kamerleden die daar zelf vandaan komen: gemiddeld de helft minder.”

Om daadwerkelijk te weten of Nederland een ‘Randstadparlement’ heeft, is het interessant om voor zowel de Tweede als Eerste Kamer een langere periode te onderzoeken. Hoe heeft de woonplaats van politici zich door de jaren heen ontwikkeld? Die vragen zijn met data uit het biografisch archief van PDC te beantwoorden.

PDC onderzocht voor de periode 1958-2019 hoeveel procent van de Kamerleden in Noord-Holland, Zuid-Holland of Utrecht woonden. Als meetmoment is 1 januari gekozen, met een interval van vijf jaar.

Percentage Kamerleden dat woonachtig is in de Randstadprovincies (1958 - 2019)

Percentage Kamerleden dat woonachtig is in de Randstadprovincies (1958 – 2019)
Foto: Roel Wijnants (cc)

Afbouwen en intrekken

COLUMN - De Tweede Kamer lijkt ook tijdens de demissionaire status van het kabinet gewoon door te willen gaan met wetgeving. Het ziet er niet naar uit dat er veel onderwerpen controversiëel worden verklaard, volgens Nieuwsuur gisteren. Maar wat gaan onze volksvertegenwoordigers doen met de recente berichten over die gigantische fossiele subsidies? En wat is hun antwoord op het rapport dat minister Van der Wal gisteren naar de Kamer stuurde waarin geconcludeerd wordt dat een derde van alle subisidieregelingen in de landbouw schadelijk is voor de biodiversiteit?

In opdracht van het Ministerie van Landbouw heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) onderzocht hoe allerlei subisieregelingen uitpakken voor natuur en biodiversiteit. Het gaat om inkomenssteun aan boeren tot subsidies voor innovatieve staltechnieken en behoud van grasland. Twaalf subsidieregelingen ter waarde van een miljard euro worden beoordeeld als mogelijk schadelijk. ‘Het Rijk werkt zichzelf met deze subsidies in feite tegen’, concludeert de NRC. Het probleem is dat de meeste subsidieregelingen schaalvergroting in de hand werken. En dat schaadt op den duur de biodiversiteit. Minister van der Wal noemt de uitkomst van het onderzoek ‘serieus’ en…..belooft nieuw onderzoek.

Het geval lijkt sterk op de nog altijd vigerende regelingen die het gebruik van fossiele brandstoffen stimuleren. Een recent onderzoek waarin alle regelingen zijn opgeteld laat zien dat de fossiele sector zich jaarlijks mag verheugen op een overheidsbijdrage van 37,5 miljard. Het gaat dan om belastingvoordelen, prijssteun en overheidsinvesteringen die er niet alleen toe leiden dat de overheid inkomsten misloopt, maar die ook strijdig zijn met het beleid van het kabinet om het gebruik van fossiele brandstoffen af te bouwen. Het bedrag aan fossiele subsidies blijkt nog hoger dan het bedrag van 35 miljard dat het kabinet opzij heeft gelegd voor het Klimaatfonds. Ook op dit gebied werkt het Rijk zichzelf dus tegen.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Closing Time | Meditation

Bluesrocker Eric Gales weet ook wel hoe hij zijn gitaar moet laten janken. Hij leerde de gitaar ondersteboven bedienen van zijn oudere broer, die linkshandig is.

Closing Time | Cortez the Killer

In 1519 zeilde de Spaanse veroveraar Hernán Cortez vanuit Cuba naar het Zuid-Amerikaanse vasteland. In twee jaar tijd zou hij het Azteekse rijk in wat nu Mexico heet onderwerpen

Vorige Volgende