Closing Time | The Magnificent Seven
Deze ode aan een dag in het leven van een vakkenvuller klinkt al bijna als hip-hop.
Het was 1981, Thatcher was net aan de macht en Groot-Britannië zat juist in een recessie.
Een gezonde woningmarkt is een ideaal waar wel wat verandering voor nodig is. Een progressief voorstel daarvoor zou vooral gericht moeten zijn op stagnatie. Stagnatie? Ja zeker: stagnatie van de huizenprijzen. Dat zou in één of twee decennia een gezondere woningmarkt opleveren en daarmee bijdragen aan de bestaanszekerheid - een begrip dat in het volgende regeerakkoord wel een hoofdrol moet spelen. De afgelopen decennia zijn de huizenprijzen vooral gestegen. Afgezet tegen het modaal inkomen ziet dat er zo uit: De gemiddelde verkoopprijs van een woning in 1995 was 93.750,- euro. Een modaal inkomen was in dat jaar 22.235,- euro. Dat betekent dat 4,2 modale jaarsalarissen gelijk stonden aan de waarde van een gemiddelde woning. In 2022 was de gemiddelde verkoopprijs van een woning 428.591,- en was het modaal inkomen 38.500,-. Dat betekend dat 27 jaar later 11,1 modale jaarsalarissen gelijk stonden aan de waarde van een gemiddelde woning. Hoewel er meer factoren van invloed zijn op de betaalbaarheid van een woning, is dit een verontrustende trend. Zelf heb ik nooit een politicus horen zeggen uit te zijn op stijgende woningprijzen. Maar het resultaat van allerlei wetgeving en beleid in de afgelopen decennia was het stijgen van de woningprijzen. En het is natuurlijk verre van toevallig dat het CDA en de VVD, die altijd opkomen voor de huizenbezittende middenklasse, een groot deel van hun electoraat getrakteerd ziet worden op grote overwaardes op hun woningen. Goed, je ondermijnt de bestaanszekerheid op lange termijn, maar als je het eigenbelang van specifieke groepen kiezers bedient, dan krijg je daar bij de volgende verkiezingen wel iets voor terug. Met een eenvoudige doelstelling, die de overheid zichzelf moet stellen, komen de huizenprijzen op termijn weer op een acceptabel niveau. Die doelstelling: zorg ervoor dat de huizenprijzen gelijk blijven. Zodra ze stijgen, neem je maatregelen om ze te laten dalen, zodra ze dalen neem je maatregelen om ze te laten stijgen. En gelijk betekent dus niet dat ze moeten meegroeien met de inflatie - daar zit de crux. Bij gelijkblijvende absolute prijzen komen woningen nooit onder water te staan, dus je benadeelt niet de eigenaar. Maar bij gelijkblijvende prijzen zorgt de inflatie er wel voor dat op termijn woningen minder duur worden. In relatie tot wat mensen verdienen worden ze goedkoper. Maar kan de overheid dat wel, zullen sommige mensen zich afvragen? En het is toch de markt die de woningprijzen bepaalt? Laten we met dat laatste misverstand beginnen. Het woord woningmarkt suggereert, geheel ten onrechte, dat het marktkrachten zijn die de woningmarkt in beweging brengen. Terwijl de belangrijkste krachten die de woningmarkt doen bewegen politieke krachten zijn. De politiek bepaalt het aanbod van woningbouwgrond. Die prijzen zijn hoog. Dat wijst op schaarste en betekent dus dat ze te weinig grond voor woningbouw bestemt. Ook op het kapitaal dat in de woningmarkt rondgaat heeft ze op allerlei manieren invloed, bijvoorbeeld op de grootte van hypotheken die particulieren kunnen afsluiten. De politiek is de belangrijkste oorzaak van de prijzenstijgingen in de afgelopen decennia en met diezelfde middelen kan diezelfde politiek ook voor stagnatie van de prijzen zorgen. Ze kan meer (of minder) grond omzetten naar woningbouwgrond, waardoor grondprijzen dalen (of stijgen). Ze kan de hypotheekrente-aftrek afschaffen (of weer instellen). Ze kan de hoogtes van hypotheken die mensen afsluiten beperken (of verruimen). Ze kan bezit van een tweede woning belasten (of subsidiëren). Dat zal niet zonder schommelingen gaan, die prijzen laten zich natuurlijk niet zo makkelijk sturen. Maar zolang de overheid erin slaagt op lange termijn de gemiddelde prijzen te stabiliseren, brengt het ons een gezondere woningmarkt. De woningmarkt is een politiek product, dat mensen niet rijk moet maken, maar een betaalbaar dak boven het hoofd moet bieden.
Deze ode aan een dag in het leven van een vakkenvuller klinkt al bijna als hip-hop.
Het was 1981, Thatcher was net aan de macht en Groot-Britannië zat juist in een recessie.
Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.
Deel 1: De slag om de Blauwbrug
Het is dit jaar veertig jaar geleden dat de proloog en het eerste deel verschenen van wat toen nog een ‘trilogie’ heette te worden: De tandeloze tijd van A.F.Th. van der Heijden. Het is een boek dat op allerlei manieren gaat over de tijd, het documenteert de Nederlandse samenleving in de afgelopen 70 jaar, het gebruikt als een centraal gegeven het idee van het ‘leven in de breedte’ als een manier om aan de tredmolen van de tijd te ontsnappen, en vaak geven personages beschouwingen over het verglijden van de tijd ten beste.
De tandeloze tijd – er zijn nog altijd vele delen aangekondigd – begeleidt niet alleen het leven van de schrijver, maar ook van in ieder geval mijn generatie van lezers. Ik was 15 toen deel 1 verscheen, de leeftijd waarin ik een eigen weg in de rijstebrijberg van de literatuur begon te vinden, los van de tips van leraren of de boekenkast van mijn ouders. Ik denk dat ik, afgezien van de bibliofiele delen, alle delen heb gelezen binnen een maand nadat ze verschenen. Aan sommige heb ik heel sterke herinneringen: hoe ik op mijn slaapbank op mijn Tillburgse studentenkamer in een weekeinde Advocaat van de hanen las, en als freelance websitebouwer in Roermond een paar dagen vrij nam voor Onder het plaveisel het moeras en Hof van barmhartigheid. Of hoe ik, inmiddels hoogleraar en zelfs hoofdredacteur van Neerlandistiek, niet kon stoppen in Stemvorken.
Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School, het Epicurisme en de Stoa. Een andere nieuwkomer was de Skepsis.
Twijfelaars zijn van alle tijden en plaatsen. Het oude Griekenland was niet anders. In het oude, democratische Athene waren al filosofen die twijfel als uitgangspunt hadden genomen: de sofisten. De skeptici lijken op hen met hun stelling dat er geen objectieve waarheid zou zijn. Er is echter een verschil. Van de Atheense sofisten beweerde Gorgias in elk geval nog ‘Er is niets’, en werd Protagoras bekend met zijn uitspraak dat de mens de maat zou zijn van alle dingen. Volgens de sceptici zijn ook dat geen zekerheden. Kennis bestaat niet, er zijn slechts meningen.
Ook de Cyreense School, die ten tijde van de eerste skeptici zijn laatste volgelingen voortbracht, twijfelde hardop. De Cyreense hedonisten vertrouwden slechts op de onmiddellijke persoonlijke ervaring: gevoelens van pijn en genot. Die enige zekerheid vormde de onderbouwing van hun hedonisme.
Maar volgens de skeptici geeft ook de onmiddellijke ervaring geen enkele zekerheid. Goed of slecht, rechtvaardig of onrechtvaardig, waar of onwaar, plezierig of onplezierig, dat zijn allemaal maar zaken die afhankelijk zijn van omstandigheden, ze zijn persoonsgebonden en situatie-afhankelijk, en uiteindelijk valt er niets zinnigs over te zeggen. Het zijn slechts meningen, en die zijn even arbitrair als veranderlijk.
Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.
Vertrekkend Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma (D66) adviseert de parlementaire pers:
‘Als toekomstig ambteloos burger zou ik ook de media een bescheiden advies willen geven: laat de parlementaire pers en de redacties van talkshows zich bezinnen op de rare mix van sportverslaggeving (wie wint en wie verliest) en de persoonscultus (wie doet het slecht, wie goed, wie was het meest opvallend?) die van de Haagse journalistiek is gemaakt. Mag het weer over beleid gaan en wat dat voor Nederlanders betekent’
De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.
Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.
Soms kom je op bands door de covers van andere artiesten. Zo vond ik ‘Strange Little Girl’ van The Stranglers door een versie van Tori Amos.
Die spreekt me trouwens meer aan. Zit net wat strakker in elkaar.
Trudy and the Romance is een retroband uit Liverpool, die haar inspiratie haalt uit de jaren ’50, met een beetje doo-wop en garage punk om het interessant te houden.
Een sarcastisch marsliedje over het zelfbeeld van koloniale mogendheden.
PJ Harvey neemt hier specifiek de VS en Groot-Britannië op de korrel, maar het is natuurlijk net zo goed toepasbaar op hoe Rusland haar imperiale ambities handhaaft.
Het bestuur van de Partij voor de Dieren heeft besloten Esther Ouwehand niet meer voor te dragen als lijsttrekker, wegens meerdere meldingen van vermeende integriteitsschendingen.
Het bestuur houdt zich op de vlakte om wat voor soort beschuldigingen het gaat (yeah that’s gonna work), maar het moge duidelijk zijn dat de timing niet heel handig is. Of juist wel handig, afhankelijk van wat het doel is.
Zwengel de complotmolen maar aan!
Bluesrocker Eric Gales weet ook wel hoe hij zijn gitaar moet laten janken. Hij leerde de gitaar ondersteboven bedienen van zijn oudere broer, die linkshandig is.
Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.
Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.
Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.
In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.