Zondag kiest Hongarije een nieuw parlement. Het gaat er om spannen of premier Viktor Orbán met zijn coalitie van Fidesz en de Christendemocratische KDNP een meerderheid kan behouden. De oorlog in Oekraïne heeft hem als vriend van Poetin in een lastig parket gebracht. Hongarije steunt de Europese sancties en vangt ook vluchtelingen uit Oekraïne op. Maar Orbán geeft geen openlijke steun aan de regering-Zelensky. Hij gokt nu op de steun van zijn nationalistische aanhang met een gespeelde neutraliteit en de verzekering dat hij het land buiten de oorlog zal houden. En hij beschuldigt de oppositie er van dat die wild en oorlogszuchtig om zich heen slaat en het land zo mee trekt in een oorlog ‘die ons niet aangaat’. ‘Hongaars beleid’, verklaarde Orbán, ‘is noch Oekraïens-vriendelijk, noch Russisch-vriendelijk: het is Hongaars-vriendelijk.’
Orbáns ‘strategische kalmte‘ moet vooral kiezers overtuigen die op de eerste plaats kijken naar binnenlandse rust en welvaart. Een belangrijk deel van de Fidesz-aanhang gaat al jarenlang mee met het pro-Russische verhaal van hun leider. Uit een recente peiling van de Hongaarse denktank Publicus Institute, blijkt dat slechts de helft van de Fidesz stemmers de inval in Oekraïne ziet als Russische agressie. De invloed van de volledig door de regering gedomineerde media doet zich gelden. Tegenover de alomtegenwoordigheid van Fidesz propaganda op televisie en op straat kan de oppositie vrijwel uitsluitend in openbare bijeenkomsten steun proberen te vinden. Omdat de vrije pers in het land onder druk staat, brengt een beweging van vrijwilligers door heel het land zelfgedrukte kranten rond. Nyomtass Te Is wordt op Aviertjes verspreid, vooral ook in dorpen met een a-politieke of Fideszgezinde bevolking. Een herleving van de Samizdat-traditie.
Slavenwet
Voor het eerst staat er tegenover de Fidesz-coalitie een gezamenlijke lijst van de gehele oppositie van links tot rechts: Verenigd voor Hongarije, onder leiding van Peter Márki-Zay, een conservatief-christelijke burgemeester uit de provinciestad Hódmezővásárhely. De laatste cijfers van de opiniepeilingen laten zien dat hij nog een paar procentpunten achter ligt op Orbán. In onzekere tijden kiezen veel mensen toch eerder voor stabiliteit dan voor verandering. Daarom schat Mári-Zay zelf zijn kansen niet al te hoog in.
De campagne van de oppositie gaat vooral over het onheil dat Orbán het land bezorgt met zijn corrupte regime. Met dat thema heeft de oppositie in 2019 bij de lokale verkiezingen ook grote winst geboekt. Orbáns Fidesz is ‘geen politieke partij, maar een criminele organisatie’, zegt Márki-Zay, wier leider ‘stap voor stap Poetin kopieert’. Een land waaruit ondanks gezinssubsidies honderdduizenden jonge, getalenteerde mensen vertrekken ‘omdat ze niet als slaven willen werken’. Dat laatste slaat op een wet die enkele jaren geleden ondanks hevig verzet van de vakbonden is ingevoerd en die werkgevers de mogelijkheid biedt werknemers te dwingen 250-400 uur overwerk te verrichten waarvoor ze pas jaren later betaald kunnen worden. Hongarije heeft een groot tekort aan arbeidskrachten en vele buitenlandse bedrijven zijn gehecht aan de lage lonen in het land. Daarnaast probeert de oppositie nog zwevende kiezers uit handen van Orbán te krijgen door te verwijzen naar het mislopen van Europese subsidies, de hoge inflatie en stijgende prijzen. De keus die zij de Hongaren voorhouden is: Orbán plus Poetin of Europa.
‘Spionnenbank’
De oppositie heeft in de campagne een punt gemaakt van de aanwezigheid van een Russische investeringsbank in Boedapest. De International Investment Bank (IIB), waarvan Rusland een meerderheidsbelang heeft, zit sinds 2019 Boedapest. Medewerkers kregen diplomatieke onschendbaarheid . Experts vermoeden dat Russische agenten en spionnen zo via Hongarije een gemakkelijk ingang kregen in Europa. Om deze reden wordt de IIB door de oppositie bestempeld als een ‘spionagebank’. Begin maart was er een grote demonstratie op het plein voor de bank met veel Hongaarse en Europese vlaggen. Márki-Zay noemde premier Viktor Orbán een “huurling en dienaar” van de Russische president Vladimir Poetin en verklaarde hem gedeeltelijk verantwoordelijk voor de situatie in Oekraïne.
Orbán geïsoleerd
Als Orbán de verkiezingen wint wacht hem nog wel een groot probleem in de relaties met zijn Europese partners. De partners van de Visegrad-groep, buurlanden Polen, Tsjechië en Slowakije, hebben deze week een geplande bijeenkomst laten vallen uit protest tegen Orbáns standpunt over de oorlog. In de rest van de EU is de reputatie van Orbán al jaren flink beschadigd. Onlangs gaf het Europese Hof groen licht om Hongarije miljarden te onthouden vanwege misbruik van subsidiegeld en diverse aantastingen van de rechtsstaat. De Hongaarse regering heeft zich de afgelopen jaren niets aangetrokken van de opstapelende kritiek. Maar nu lijkt toch langzamerhand het plafond bereikt. Orbán komt in de EU alleen te staan en dat kan pijnlijke consequenties hebben voor zijn land. Of dit vooruitzicht zondag mee gaat spelen bij de afwegingen in de stemhokjes moet worden afgewacht.
Reacties (3)
Ik vrees van wel. De geriatische dictatuur vanaf het platteland, met de heimwee naar het verleden en wat woorden over normenwaarden en subsidie voor gezinnen ( zie ook : Polen ) is niet erg gevoelig denk ik voor het lijden elders. Velen zullen denken dat wie wordt aangepakt dat wel verdiend zal hebben.
Je vreest dat een meerderheid op het platteland kiest voor Orbán zonder zich rekenschap te geven van de gevolgen die een verder isolement van Hongarije in Europa kan hebben. Dat zou zondag inderdaad de uitkomst kunnen zijn. Maar we weten nog niet hoe groot de opkomst wordt. Als die in de steden en onder jongeren groter is dan op het ‘geriatrische platteland’ is een ander resultaat misschien niet helemaal uitgesloten.
Zou mooi zijn als Orban een keer verslagen wordt. Het lijkt weer niet te lukken, ondanks de verenigde oppositie, maar wie weet.