Ontgassen binnenvaart: actuele stand van zaken

Foto: Marko (cc)
Dossier:

ANALYSE - Deze week kwam De Gelderlander met het nieuws naar buiten dat binnenvaarttankschepen vanuit Duitsland naar Nederland komen om hier te ontgassen, zogenaamd ontgastoerisme. In de reacties daarop op sociale media krijgt de provincie Gelderland behoorlijk wat kritiek. De provincie heeft namelijk een ontgasverbod ingesteld voor benzeen en benzeenhoudende stoffen, maar onduidelijk is hoe groot het probleem is, hoe het ontgasverbod gehandhaafd wordt en wat de provincie doet om schippers een alternatief te bieden voor varend ontgassen. De provincie Gelderland staat hierin niet alleen, daarom een overzicht van de status op deze onderwerpen.

Achtergrond provinciale ontgasverboden

Ik begrijp de emotie in Gelderland naar aanleiding van de berichtgeving over ontgastoerisme. Een fenomeen waar Robert Tieman, toen nog van het CBRB, in 2012 al voor waarschuwde. Het is echter de vraag of het terecht is om dit op de provincie af te reageren, terwijl het juist de nationale overheid en de verladers zijn die in dit dossier zo langzaam bewegen. Daarom hier wat achtergrond over de provinciale ontgasverboden.

De provincie Gelderland stelde in juli 2017 een verbod op varend ontgassen van benzeen in, hiermee volgde de provincie het voorbeeld van de provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant (beide sinds 2015). Inmiddels zijn er in totaal 7 provincies met een ontgasverbod voor benzeen, ook Noord-Holland, Utrecht, Overijssel en Zeeland hebben inmiddels een verbod ingesteld op varend ontgassen.

Deze provinciale verboden zijn niet het ei van Columbus. Idealiter pak je dit op EU niveau, stroomgebied van de Rijn-Schelde (CDNI) of nationaal aan. De provinciale verboden waren het afgelopen decennium echter het maximaal haalbare en hebben een belangrijke bijdrage geleverd om het verbod op ontgassen in het CDNI verankert te krijgen. Op het moment dat Zuid-Holland en Noord-Brabant besloten het provinciaal verbod op ontgassen door te zetten verviel namelijk het nut voor de Europese branches om zich te verzetten tegen een internationaal ontgasverbod. Een internationaal verbod werd zelfs wenselijk, omdat een wildgroei aan provinciale regels dreigde.

Het CDNI is in 2017 aangepast. Het wachten is op de invoer in nationale wetgeving. Dit gebeurd in 2020, een invoertermijn van 3 jaar is rijkelijk traag. Voor het vaart maken van regelgeving kunnen bewoners hun peilen dan ook beter samen met binnenvaartschippers richten op het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en op de brancheorganisaties van verladers. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat beweert op Twitter nog steeds dat een nationaal verbod niet kan in verband met internationale regelgeving. Op mijn vraag waarom Duitsland dan wel in 2012 een nationaal verbod kon instellen heb ik nog geen antwoord.

Provincies en gemeenten hebben wel een andere belangrijke rol: vergunningen verlenen aan ondernemers en bedrijven met oplossingen voor verantwoord ontgassen.

Situatie Gelderland

Tegen De Gelderlander stelt de provincie Gelderland dat zij de landelijke eenheid van de politie gevraagd heeft de handhaving van het ontgasverbod ter hand te nemen, die heeft sindsdien één schip betrapt op illegaal ontgassen. De politie handhaaft niet actief, maar enkel op basis van binnengekomen meldingen.

Schippers van tankschepen die gevaarlijke stoffen vervoeren, erkennen tegen De Gelderlander dat er varend wordt ontgast op Nederlandse rivieren, maar alleen volgens de regels. Probleem is echter dat er verschillende regelgeving is: Europees, landelijk en en provinciaal. Wat bij mij de vraag oproept: welke regelgeving wordt er dan gehandhaafd?

Dat leidt tot verwarring bij schippers. Zo zeggen de schippers Fred Meurs uit Maasbracht en Hens van Buren dat het ontgassen met concentraties tot 10 procent benzeen is toegestaan. Schippers Leenard Spier uit Maasbracht en Hans de Waard uit Nijmegen weten zeker dat benzeen lozen, in welke concentratie dan ook, niet is toegestaan. Illegaal lozen komt wel voor:

omdat lozen sneller is en om niet langs de ontgassingsinstallatie van ATM in Moerdijk te hoeven. Schippers worden door de bevrachters onder druk gezet om toch illegaal te lozen. Het draait allemaal om geld.

In een ander artikel in De Gelderlander geven schippers aan dat ontgassen nu enkel kan bij ATM Moerdijk en dat het al snel 24 uur kost om het schip te reinigen. De controles van Rijkswaterstaat, de Inspectie Leefomgeving en Transport en de politie zijn streng, waarbij het dan wel de vraag is wat er gecontroleerd wordt: de Europese, de nationale of de provinciale regelgeving? Belangrijker dan de regelgeving is voor veel schippers de eigen gezondheid, schippers weten dat ze met ongezonde stoffen werken en willen zelf al jaren een oplossing.

Gezondheidseffecten ontgassen

De gezondheidseffecten van ontgassen hangen af van de stoffen die ontgast worden. In geval van benzeen kan langdurige blootstelling of blootstelling aan pieken ernstige gezondheidseffecten hebben. Al is het lastig om één op één relaties te leggen. Het RIVM meldt dat een kankerverwekkende stof is. Het is door het International Agency for Research on Cancer(IARC) ingedeeld als ‘kankerverwekkend voor de mens’ (Groep 1).  Langdurige blootstelling aan benzeen kan acute myeloïde leukemie veroorzaken, dit is de meest voorkomende vorm van acute leukemie bij volwassenen. Wie korte tijd met veel benzeen in aanraking komt, kan volgens De Gelderlander last krijgen van vermoeidheid, hoofdpijn, slaperigheid of duizeligheid. Volgens de GGD worden deze effecten merkbaar vanaf concentraties die 100.000 keer hoger zijn dan de normale concentratie van 1 tot 4 microgram per kubieke meter lucht.

Ook andere stoffen die ontgast worden en die (nog) niet verboden zijn kunnen gezondheidsschade opleveren. De loodvervangers ETBE en MTBE worden in verschillende Amerikaanse staten als kankerverwekkend beschouwd.

Omvang probleem

De omvang van het probleem blijft een groot grijs gebied. Naar mijn weten wordt er nog steeds niet standaard gemeten op binnenvaarttankschepen. Voorstellen die er liggen gaan enkel over het meten van de uitlaatgassen van binnenvaartschepen. Het laatste rapport om ons op te baseren is zodoende nog steeds het rapport van CE Delft waarmee dit dossier in 2013 begon. Sindsdien worden jaarlijks de cijfers op emissieregistratie.nl geactualiseerd, maar dat is nog steeds zo’n papieren exercitie als voorheen. Alleen nu op basis van het rapport van CE Delft uit 2013 en informatie over het aantal scheepvaartbewegingen, volumes per stof en (niet onderbouwde) aannames over comptabiliteitsvaart en dedicatievaart.

Markt voor oplossingen

De Gelderlander bericht ook dat uit onderzoek van haveneconoom Kuipers met professor Harry Geerlings, blijkt dat er vijf extra ontgassingsinstallaties bij moeten komen in Nederland en over de grens. Ze zijn nodig op plekken waar veel vaarbewegingen met gevaarlijke stoffen zijn, zoals Amsterdam, Arnhem-Nijmegen, Delfzijl en Rotterdam en ook in België (Antwerpen) en Midden-Duitsland. Zelf verwacht ik dat er ruimte is voor meer installaties, omdat ik nog steeds weinig vertrouwen heb in comptabiliteitsvaart en dedicatievaart. Zeker die tweede oplossing, waarbij schippers nog maar 1 stof of stofmengsel vervoeren leidt tot hogere kosten. Een schip vaart dan immers zonder retourvracht terug. Of de keten moet zo onlogisch in elkaar zitten dat er benzeen van Moerdijk naar Dortmund gaat en tegelijkertijd benzeen van Dortmund naar Moerdijk of Rotterdam…

Oplossingen

Al sinds ik in 2011 betrokken ben bij het dossier ken ik ondernemers en bedrijven die werken aan verantwoorde oplossingen voor ontgassen. Zowel startups als gevestigde namen, zoals Linde Gas. In al die jaren zijn er naar mijn weten drie installaties van de grond gekomen. ATM in Moerdijk heeft een installatie in gebruik genomen waar schippers hun schip kunnen laten reinigen en waar de afgevangen gassen verbrand worden. Het havenbedrijf Rotterdam heeft in 20.. 100.000 Euro subsidie gegeven om de Don Quichote in de vaart te krijgen, een schip met een mobiele oplossing van het Nederlandse Vaporsol. De derde installatie is van het Nederlandse Ventoclean, waarin ook NRK een belang had. Een bedrijf dat failliet is gegaan, wachtend op het internationaal verbod waar als sinds zeker 2004 aan gewerkt wordt. Voor gemeenten en provincies in de gebieden waar naar verwachting veel ontgast wordt ligt er een schone taak om locaties aan te wijzen waar ontgassingsinstallaties vergund mogen worden. Op dit moment wijst iedereen daarbij naar de Taskforce Varend Ontgassen. Dus in plaats van de gemeente of provincie lastig te vallen is het misschien verstandig om der Taskforce Varend Ontgassen massaal lastig te gaan vallen.

Reacties (1)

#1 Adri van der Hoeven

Ik ben gepensioneerd RWS-er. Gaf in 2006 al een presentatie over en de gevolgen van ontgassen. Is het niet zo dat de lidstaten (ok, gaat veel te traag, maar internationaal….) eerst een netwerk ontgassingsinstallaties moeten (laren) inrichten en daarom het internationale verbod in 3 fasen moeten worden uitgevoerd?