Laatste deel van een vierdelige reeks over de laatste, naar mystiek neigende stromingen binnen de antieke filosofie.
De christelijke gnosis
De best bekende gnostische stromingen zijn christelijk van aard en zijn gedocumenteerd in de boeken uit Nag Hammadi. Tussen de christelijke gnosis en het traditionele christendom bestaan nogal wat verschillen.
Het christendom is begonnen als een joodse stroming rond Jezus van Nazaret, maar al snel werd het geloof van deze messias ingeruild voor geloof in hem. Hij gold – en geldt – als goddelijk, terwijl de mens sterfelijk is. God en mens zijn van elkaar verwijderd geraakt – denk hier aan het vraagstuk van de erfzonde – en alleen door de kruisdood is hierin verandering gekomen.
Bij de gnosis is dat compleet anders. God en de mens zijn in de gnosis niet gescheiden. Ze zijn feitelijk één: God huist in de mensen. Dus niet alleen Jezus is goddelijk, dat geldt voor iedereen. Verlichting is volgens de gnosis niet zozeer te verkrijgen door het bestuderen van een heilig boek of door het volgen van religieuze voorschriften en autoriteiten, maar door introspectie. De christelijke gnosis benadrukt eerder de innerlijke zoektocht naar kennis dan het geloof.
Ratio en meditatie
Bij deze zoektocht gebruikt de gnosis minder de rationele methode dan meditatie. Dogmatisch waren de gnostici daarbij niet. Ze wezen namelijk elke vorm van gezag af, en dus ook kerkelijke. Een gnostische geloofsbelijdenis zou altijd persoonlijk zijn, nooit die van een gnostische kerk.
Ook het gezag van de Bijbel is in de wereld van de gnostici anders dan in die van de orthodox geworden stromingen van het christendom. Het heilige boek dient volgens de gnostici symbolisch te worden opgevat en ze schreven zelf nog wat nieuwe evangeliën. De genezingen die Jezus volgens de canoniek geworden evangeliën heeft verricht, werden door de christelijke gnostici niet ervaren als werkelijke, echt gebeurde wonderen, maar als een symbolische weergave van de spirituele genezing. Een spirituele genezing die de gnosticus kan bereiken door het contact met het innerlijke weten te herstellen, iets waarin Jezus de mensheid was voorgegaan.
Christelijke gnostici en het jodendom
Deze kijk op de Bijbel heeft vérstrekkende gevolgen voor de gnostische kijk op het Oude Testament, waarover de gnostici weinig goeds hebben te melden. De wrekende Jahweh uit de joodse religie kan volgens de christelijke gnostici nooit dezelfde zijn als de liefdevolle God die Jezus aanduidt als zijn vader. Sterker nog, hij moet daar wel lijnrecht tegenover staan.
De God van het Oude Testament moet wel de heer van het kwaad zijn, de Diabool of Demiurg, de grote veroorzaker van de dwaling waar mensen in leven. Dit wordt heel duidelijk in de gnostische interpretatie van het scheppingsverhaal. Daarin plant Jahweh in het paradijs de “boom van de kennis” en verbiedt de mens ervan te eten. Wanneer de mens op aanraden van de slang toch van de boom eet, wordt Jahweh razend. Voor straf maakt hij de mens stoffelijk en sterfelijk.
In deze lezing van het aloude verhaal speelt Jahweh dus een kwalijke rol. De slang wordt daarentegen in ere hersteld. Die zet de mensen immers aan tot het verwerven van kennis, gnosis. Hij wordt door de gnostici vaak gezien als symbool van vernieuwing, aangezien de slang vervelt.
De christelijke gnosis breekt dus radicaal met het jodendom, terwijl de orthodox geworden vorm van christendom zich het joodse verleden heeft toegeëigend.
***
Deze reeks was gebaseerd op het boek De wereld vóór God van Kees Alders. Het boek biedt een introductie tot de filosofische stromingen van de oude wereld en is hier te bestellen.
Reacties (1)
Jacob Slavenburg is denk ik wel de kenner in Nederland op het gebied van gnostiek.
https://www.jacobslavenburg.nl/algemeen/gnosis-weten-van-binnenuit/
Over de Nag Hammadi