ONDERZOEK - Al 53 jaar gaan de Palestijnse gebieden gebukt onder Israëlische bezetting en kolonisering. Hoewel door de VN, EU en Nederland systematisch als illegaal veroordeeld, blijven sancties uit. Erger, door militaire samenwerking met Israël draagt Nederland bij aan het koloniale project, blijkt uit een nieuw rapport van de organisatie Stop Wapenhandel. Benjamin Baars zet de hoofdpunten op een rij.
Zoals de Israëlische onderzoeker Shir Hever heeft aangetoond, is de bezetting niet enkel een ideologisch gedreven project, maar ook een economisch project waarvan met name de Israëlische elite profiteert. Een belangrijke bedrijfstak die erbij gedijt is de Israëlische wapenindustrie. Israël heeft een omvangrijke defensie-industrie en staat in de top tien van grootste wapenexporteurs. Zeker voor een relatief klein land (ruim acht miljoen inwoners) is de bijdrage aan de globale wapenhandel aanzienlijk. De Israëlische industrie maakt technologisch hoogwaardige wapens.
Combat proven
Voor kopers is het interessant dat het Israëlisch militair materieel is uitgetest in gevechtssituaties, en wel in bezet Palestijns gebied en dan met name de Gazastrook. De meeste wapens zijn ‘combat proven’. In Der Spiegel verklaarde Avner Benzaken, hoofd van de afdeling technologie en logistiek van het Israëlische leger: “Als ik een product ontwikkel en ik wil het testen in het veld, hoef ik maar vijf of tien kilometer van mijn werkplek om het product aan het werk te zien. Ik krijg direct feedback, dit maakt het ontwikkelingsproces veel sneller en efficiënter.”
Op grond van de feedback van de krijgsmacht worden wapens aangepast en verbeterd. Hetzelfde doet zich voor in de ontwikkeling van surveillance-technologie, een sector waarin Israël een leidende rol speelt dankzij zijn ervaring met het controleren van de Palestijnse bevolking in de bezette gebieden. De globale trend van toenemende controle over bevolkingen maakt de Israëlische producten zeer gewild. Wapens worden verkocht aan iedereen die ze maar hebben wil, een wapenexportbeleid ontbreekt. Zo verkocht Israël bijvoorbeeld in het verleden wapens aan Rwandese milities.
Nederlandse aankopen
Het is zeer zorgelijk dat Nederland nog steeds samenwerkt met de Israëlische wapenindustrie en voor grote bedragen defensiemateriaal afneemt. Zo besloot de Nederlandse regering, samen met België en Luxemburg, in 2011 Israëlische draagvesten met rugzak en radio aan te schaffen als onderdeel van het project Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem (VOSS). Met de opdracht aan de Israëlische wapenproducent Elbit Systems was 135 miljoen euro gemoeid. In december 2019 tekende Elbit een vervolgcontract waarmee de order werd uitgebreid met 65 miljoen dollar. Elbit prijst onderdelen van het Smart Vest aan met de slogan ‘combat proven’.
Een ander voorbeeld is het Gill anti-tanksysteem van het Israëlische defensiebedrijf Rafael dat Nederland in 2001 aankocht. Acht maanden voor de deal werd de Gill door Israël voor het eerst gebruikt: bij beschietingen van de Palestijnse stad Beit Jala.
Europese en Nederlandse export
Andersom vindt Nederlands en Europees wapentuig zijn weg naar Israël. Sinds 2012 verkochten EU-lidstaten voor gemiddeld 680 miljoen euro per jaar aan wapens aan Israël. Hoewel de Nederlandse regering naar eigen zeggen een “zeer restrictief wapenbeleid ten aanzien van Israël” hanteert, exporteert het wel degelijk wapens naar Israël en draagt het zo direct bij aan de militaire bezetting van Palestijns gebied.
De meest opvallende Nederlandse leveringen zijn F-16 en F-35 vliegtuigonderdelen, onderdelen van korvetten en testapparatuur voor tankkoepels. Nederlandse onderdelen voor de F-16 en F-35 worden direct naar Israël geëxporteerd. Daarnaast is het aannemelijk dat Nederlandse onderdelen via de VS in Israël belanden, omdat bij export naar de VS het land van eindbestemming niet altijd wordt vermeld. De Israëlische gevechtsvliegtuigen worden regelmatig ingezet in de bezette gebieden (Gaza) en Syrië.
Daarnaast zijn er in de periode 2015-2020 meerdere vergunningen verstrekt voor de export van militaire maritieme producten, waaronder onderdelen voor korvetten van de Israëlische marine. Waarschijnlijk gaat het om de Sa’ar 5 of Sa’ar 6 korvetten. Deze zwaarbewapende korvetten zijn multi-inzetbaar, onder andere voor luchtafweer, kustpatrouille en ondersteuning van special forces. Een Sa’ar 5 korvet is in 2010 ingezet tijdens de Israëlische aanval op de humanitaire Gaza Flotilla, waarbij tien activisten omkwamen. Daarnaast schiet de Israëlische marine veelvuldig op Gazaanse vissersboten.
Een andere opmerkelijke levering is de testapparatuur voor tankkoepels in 2018. Er is veel onduidelijkheid rond de leveringen, maar de export van deze wapensystemen past absoluut niet binnen de beleidsdoelen van de Nederlandse regering en geeft een verkeerd signaal af aan Israël.
Subsidie voor de wapenindustrie
In 2000 trad het EU/Israël-Associatieverdrag in werking. Het verdrag vergemakkelijkt de handel tussen Israël en EU-lidstaten en stelt Israël in staat mee te doen aan de onderzoeksinnovatieprogramma’s van de EU. Sinds 2014 kunnen Israëlische bedrijven en organisaties meedingen naar Europese fondsen uit het EU-financieringsprogramma Horizon2020. Van 2014 tot 2018 werden 1.387 aanvragen goedgekeurd met een waarde van 1,04 miljard euro.
Hoewel financiering die Israël ontvangt uitsluitend gebruikt mag worden voor civiele toepassingen, ontbreekt hierop elke controle. De ‘dual use’-clausule in de financieringsrichtlijnen van Horizon2020 biedt Israëlische bedrijven in feite toegang tot EU-financiering voor een ‘civiel’ project dat later wordt ontwikkeld voor de militaire sector. Zoals Isaac Ben-Israel, voorzitter van Israel Aerospace Industries (IAI), stelde: “Omdat we een klein land zijn zal je, bijvoorbeeld bij het opzetten van een satelliet-productielijn, het product voor zowel militaire als commerciële doeleinden gebruiken.”
De Israëlische samenleving is in hoge mate gemilitariseerd, en verschillende sectoren zijn verweven met de bezetting. De wapenindustrie is grotendeels in staatshanden, maar ook de wetenschap heeft innige banden met het leger. Universiteiten zijn de grootste ontvanger van subsidies uit het Horizon2020-fonds. Ook bij universiteiten krijgen civiele of ‘dual-use’ projecten uiteindelijk vaak een militaire of militair-ondersteunde toepassing. Het onderscheid tussen civiel en militair vertroebelt naarmate samenlevingen meer gemilitariseerd raken. Door middel van veiligheidsagenda’s worden maatschappelijke conflicten omgezet in ‘veiligheidsdreigingen’ die verschillende instrumenten rechtvaardigen – dreigingsevaluaties, massasurveillance, anti-oproer-maatregelen en dodelijk geweld.
Nederlandse samenwerking
Verscheidene Nederlandse overheidsinstanties, bedrijven en universiteiten werken samen met Israëlische partners. Zo werkt de Veiligheidsregio Haaglanden samen met de Israëlische wapenproducent Elbit aan een drone-project, waarbij technologie toegepast wordt die is gebruikt bij bombardementen op Palestijnen. Ook het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium, het Nederlands Forensisch Instituut, Europol (locatie Den Haag), het ministerie van Justitie en Veiligheid, Prorail, Single Quantum BV, Corvers Procurement Services BV, de Erasmus Universiteit, de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit Utrecht werken samen met Israëlische partners aan programma’s die een militaire of repressieve toepassing kunnen hebben, zoals technologie voor cockpits, surveillancetechnologie en ‘veiligheidsprogramma’s’.
Stop militaire samenwerking met Israël
De internationale diplomatie van de afgelopen decennia heeft het agressieve koloniseringsbeleid van Israël enkel gefaciliteerd. Mislukte vredesbesprekingen en de oprichting van de Palestijnse Autoriteit hebben ertoe geleid dat Israël alle lasten van de bezetting heeft kunnen overdragen aan de Palestijnse ‘vertegenwoordigers’ en de internationale gemeenschap, terwijl Israël profiteerde. Sinds de vredesbesprekingen begin jaren negentig nam het aantal kolonisten op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem toe van 110 duizend tot meer dan 600 duizend. Daarnaast controleert Israël praktisch alle grondstoffen en 85 procent van de vruchtbare grond op de Westoever, en heft het belastingen op Palestijnse import en export.
Hoewel de Nederlandse regering en de EU in woord afstand nemen van het Israëlische beleid, faciliteren ze datzelfde beleid door de samenwerking bij wapenproductie en de aankopen bij de Israëlische militaire industrie. Nederland heeft binnen de EU vaak op de rem gestaan als het gaat om kritischer beleid ten aanzien van Israël. Het wordt tijd dat Nederland het voortouw neemt en op geen enkele manier meer bijdraagt aan – en tegelijkertijd profiteert van – de bezetting. Het verbreken van alle militaire relaties tussen Nederland en Israël is een logische eerste stap. Omdat de Israëlische samenleving in hoge mate gemilitariseerd is en de economie vervlochten met de gekoloniseerde gebieden, zouden Nederland en de EU uiteindelijk Israël, en haar onderaannemer de Palestijnse Autoriteit, in zijn geheel economisch moeten boycotten.
Benjamin Baars
Dit artikel is overgenomen uit Vredesmagazine(2020/4). Het is geschreven naar aanleiding van het door Stop Wapenhandel gepubliceerde rapport Technologie en onderdrukking. Samenwerking tussen Nederland en Israël in wapenhandel en veiligheidsonderzoek. Voor meer informatie: www.stopwapenhandel.org.
Reacties (8)
Dit zegt zoveel. Yeah, marktwerking. Ten koste van alles.
“Combat proven
Voor kopers is het interessant dat het Israëlisch militair materieel is uitgetest in gevechtssituaties, en wel in bezet Palestijns gebied en dan met name de Gazastrook. De meeste wapens zijn ‘combat proven’. In Der Spiegel verklaarde Avner Benzaken, hoofd van de afdeling technologie en logistiek van het Israëlische leger: “Als ik een product ontwikkel en ik wil het testen in het veld, hoef ik maar vijf of tien kilometer van mijn werkplek om het product aan het werk te zien. Ik krijg direct feedback, dit maakt het ontwikkelingsproces veel sneller en efficiënter.”
“Een ander voorbeeld is het Gill anti-tanksysteem” Ik wist niet dat de Palestijnse terroristen over tanks beschikten.
Deze systemen zijn natuurlijk niet voor de terroristen bedoeld, maar voor de agressieve buurlanden als Irak en Iran die het liefst de Joodse staat, een lokale schandvlek vanuit Islamitisch oogpunt, zouden willen vernietigen als zij een militair overwicht zouden hebben. Israël heeft alle recht zich hier tegen te verdedigen, en het behoud van deze relatief vredige bondgenoot in het midden Oosten is ook voor ons van groot defensief belang.
@2:
Artikel niet gelezen? Kennelijk wel in de ban van Orwell’s 1984: ‘Oorlog is vrede (war is peace); Vrijheid is slavernij (freedom is slavery); Onwetendheid is kracht (ignorance is strength).’
En dan vooral het laatste.
Ter bestrijding van de onwetendheid hier nog een Israëlisch artikel over de voortgaande verovering van Area C op de West-Bank door kolonisten.
Leve de Joodse staat. Dat hij nog maar veel wapens mag ontwikkelen. Zal’ie nodig hebben ook, omringd door islamitische barbaren en met Europese antisemieten immer nabij, ijverig paraat om de Joodse staat een dolk in de rug te steken.
@5: Je bent laat.
Net als de Joodse staat, beter laat dan nooit :-).
‘Combat proven’ tegen burgers is waardeloos though. Kijk naar Argentinië in de Falklandoorlog of China in de Chinees-Vietnamese oorlog van 1979. Beide legers hadden, net als het Israëlische, vooral ‘gevechtservaring’ in de vorm van het doodschieten van ongewapende vrouwen en kinderen, en werden (mede als gevolg daarvan) in confrontatie met een echt leger eenvoudig weggeblazen en volkomen vernederd.
Niettemin, als je als land van plan bent je eigen burgers te terroriseren kan het wel een goede aankoop zijn natuurlijk.