Het wordt tijd dat bestuurders meer oog krijgen voor de oorspronkelijke betekenis van het begrip universiteit: gemeenschap van docenten en studenten.
Gerard Meijer vertrekt als voorzitter van de Radboud Universiteit en beklaagt zich in de Volkskrant over het gebrek aan Haags vertrouwen in het universiteitsbestuur. Dat zou leiden tot het vertrek van veel bestuurders. De politieke afhandeling van de Maagdenhuisbezetting – bij de Universiteit van Amsterdam – is daarbij zijn voornaamste illustratie. Daarin werden collegevoorzitters en hun collega’s volgens hem weggezet als graaiers en plucheplakkers.
Niet genoeg luisteren
Laat ik vooropstellen dat ik begrijp dat het vervelend is te worden geconfronteerd met een dergelijk frame. Maar in de Haagse politieke debatten over de bezetting van het Maagdenhuis, is hier nauwelijks iets over gezegd. Wel beklemtoonden Kamerleden dat bestuurders van Nederlandse universiteiten en hogescholen beter moesten luisteren naar hun medewerkers en studenten. Dat dit vaak niet gebeurde is aan de UvA ook door het bestuur toegegeven, zelfs met het opstappen van de toenmalige collegevoorzitter én de Raad van Toezicht als gevolg. Het Maagdenhuis werd namelijk niet bezet door mensen die uit waren op een relletje, maar door personeel en studenten die zich niet gehoord voelden en bot vingen als ze via de gangbare weg – de medezeggenschap – probeerden het beleid te beïnvloeden.
Voorstellen voor verandering
In Amsterdam is het bestuur in een nieuwe samenstelling aan de slag gegaan en besloot men een verandertraject in te zetten. De afgelopen maanden mocht ik een commissie voorzitten die als taak kreeg voorstellen te doen om organisatiemodellen te ontwikkelen, waardoor bestuur en inspraak zouden verbeteren. Het gebrek eraan was immers één van de oorzaken van de onvrede aan de Universiteit van Amsterdam, die uiteindelijk leidde tot de Maagdenhuisbezetting. Na uitgebreid medewerkers, studenten én bestuur geconsulteerd te hebben, brachten we onlangs een aantal adviezen uit. Die werden aan de universitaire gemeenschap voorgelegd.
Mensen moesten zich in onze voorstellen verdiepen om een oordeel te geven en een forse vragenlijst doorwerken. 2582 medewerkers (37,4 %) en 4062 studenten (11,7%) nam desondanks die moeite. Een grote meerderheid zou de universiteit graag anders bestuurd zien of wil op zijn minst dat inspraakmogelijkheden worden versterkt, zo bleek uit de eerste resultaten.
Wetenschappers en bestuurders
Meijer onderbouwt de stelling dat hij op meer steun uit de Hoftoren rekende met de mededeling dat hij was binnengehaald als gerenommeerd wetenschapper, wat voor toenemend aanzien van de Radboud Universiteit moest zorgen in de internationale academische wereld. Naar mijn mening is dat een denkfout.
Want inderdaad: terecht vragen we van wetenschappers dat zij de maatschappij op basis van hun kennis onbekend terrein in loodsen en accepteren we dat ze leidend zijn in hun vakgebied in de hoop dat ze ons tot nieuwe inzichten helpen. Maar gerenommeerde topwetenschappers die toetreden tot een universiteitsbestuur moeten zich niet verkijken op welke vaardigheden nodig zijn om het als bestuurder goed te doen. Een universiteitsbestuur moet er toch vooral voor zorgen dat het klimaat op een instelling zodanig is dat medewerkers en studenten tot grote hoogtes komen.
Dat brengt met zich mee dat een collegevoorzitter ontvankelijk moet zijn voor kritiek, en personeel en studenten de ruimte gunt visie en beleid van de onderwijsinstelling bij te stellen. In Amsterdam was het gevoel dat men betrokken werd bij een groot deel van de academische gemeenschap weg. Het lijkt me dan echter absoluut niet vanzelfsprekend dat ‘Den Haag’ dan automatisch achter de bestuurders gaat staan vanwege hun status als prominent wetenschapper.
Meeveranderen
De uitdaging voor huidig bestuurders is om de universiteit mee te laten gaan met een veranderende wereld. Niet alleen met betrekking tot kennis, maar ook als het gaat om verhoudingen binnen de organisatie. Zodat studenten en medewerkers weer meer eigenaar worden van hun eigen onderwijs en onderzoek.
Het wordt tijd dat bestuurders meer oog krijgen voor de oorspronkelijke betekenis van het begrip universiteit. Universitas magistrorum et scholarium: gemeenschap van docenten en studenten.
Reacties (2)
Het zal een wetswijziging nodig hebben. Sinds de invoering van de MUB is het hele idee van de universiteit als “gemeenschap van docenten en studenten” een wassen neus geworden. Universiteiten zijn bedrijfsmatiger geworden, met een bestuur dat slagvaardig moeten kunnen opereren en dus zo min mogelijke hindernissen moet ondervinden van inspraak door docenten en studenten.
@1: Slagvaardig als in ‘snel inspelen op de vastgoedmarkt’?
Misschien dat ik ooit nog eens in een weemoedige bui in dat exclusieve Soho House dat in het Bungehuis trekt een kamer boek op de eerste of tweede verdieping, waar de bibliothecaris zijn facsimile-uitgaven met zijn leven verdedigde, en me dan laat welnessen in de kelder waar ik ooit op fonetiek heb geploeterd en keer op keer ervoor zakte.
Eeuwig zonde dat de UvA uit de binnenstad vertrekt.