ANALYSE - De column van Han van der Horst die afgelopen zaterdag op Joop.nl verscheen is mij uit het hart gegrepen. Hij benoemt dit stuk een aantal punten die ik dermate belangrijk vind dat ik ze graag nog even op rij zet.
Het opheffen van de democratie in de besluitvorming op de universiteiten heeft volgens hem geleid tot een onverantwoordelijk rendementsdenken dat keer op keer leidt tot mislukkingen:
(…) megalomane egotrippers konden op topposities ongeremd hun gang gaan, raden van toezicht en colleges van bestuur jutten elkaar op in plaats van dat er sprake was van een gezonde controle. Dat leidde tot onberaden bezuinigingen, fusiegolven in het hbo en het in de markt zetten van allerlei nieuwmodische opleidingen – Europese Studies, vrijetijdsmanagement et cetera – die als multidisciplinair werden gepresenteerd maar in feite studenten op heel breed gebied alleen maar oppervlakkigheden boden. Naast de onberaden bezuinigingen zag men even onberaden investeringen. Tot in derivaten toe. De werkvloer werd ondertussen aan een groeiende hoeveelheid administratieve controles onderworpen.
Wat klinkt dat toch allemaal treurig herkenbaar. Niet voor niets wordt in het stuk de universiteit vergeleken met “woningbouwverenigingen, de zorginstellingen en voormalige overheidsbedrijven”. Er is een hoop stukgemaakt in de jaren 90. Het is zo jammer dat veel politieke partijen (VVD, D66) daar nog steeds niet van geleerd hebben.
Maar goed, terug naar de universiteit. Opvallend is van der Horsts hekel aan multidisciplinaire studies, als stuk voor stuk mislukte pogingen om op die veranderende arbeidsmarkt in te spelen. Om op een continu veranderende arbeidsmarkt en samenleving voorbereid te zijn, moet je volgens van der Horst juist een studie volgen die verdieping geeft, die studenten leert dat er meer is dan de waan van de dag. Weg met ‘Europese studies’, ga Deens studeren. Om in de media te gaan werken ga je geen ‘Mediastudies’ of ‘Communicatieleer’ studeren, maar Psychologie. Ik kon het tot zover niet méér met van der Horst eens zijn.
Om de machtsbalans op de universiteiten weer te herstellen stelt van der Horst voor om ofwel studenten en onderwijspersoneel een stevige vertegenwoordiging te geven in de raden van toezicht, ofwel door universiteitsraad weer in de oude eer te herstellen.
Dit staat haaks op de houding van Jet Bussemaker, die hoopt dat de studenten en het UvA-bestuur er samen wel uitkomen. Haar geloof dat dit gaat lukken is naïef. Macht hoort officieel gedeeld en gecontroleerd te worden. Als inspraak alleen op goodwill is gebaseerd, zal ze nooit volwassen worden. Bestuurders met oren voor hun organisatie luisteren toch wel. Daar is geen excuusorgaan met adviesrecht voor nodig. En bestuurders die doof zijn voor hun eigen organisatie zijn nu juist de bestuurders die die adviezen lachend in de wind slaan als ze niet bindend zijn. Meer in het algemeen: wanneer leren we in Nederland nu eindelijk eens dat als inspraak niet bekroond wordt met het recht om mee te beslissen ofwel nutteloos is, of een wassen neus? Er is voor Bussemaker kortom werk aan de winkel.
Tot zover kon ik meegaan met het betoog van van der Horst. Op één punt zou ik echter veel verder willen gaan. Waar hij wil wachten tot ‘werkgevers hun verantwoordelijkheid nemen bij de organisatie van levenslang leren in eigen huis of via de branche-organisaties’, zie ik dat in een arbeidsmarkt die steeds meer richting flexwerk gaat echt niet gebeuren. Bovendien leidt het tot nog meer ongelijke rechten voor werknemers en daar moeten we juist eens vanaf willen.
Ook dit kan kortom niet aan de markt worden overgelaten. Ook hier dient de overheid in te grijpen. En de oplossing is niet zo ingewikkeld. Laat werkgevers geen cursussen betalen maar een premie, en geef iedere burger ongeacht zijn werkrelatie vanuit die pot een bijscholingsbudget, waarvan dan eventueel in overleg met een (toekomstige) baas af en toe een cursus gefinancierd kan worden.
En schaf die belachelijke leeftijdsgrenzen in het onderwijs af.
Alleen zo zie ik het idee van ‘een leven lang leren’ pas van de grond komen.
Reacties (11)
Of nog simpeler; maak HBO en Universiteit gratis voor iedereen met de juiste vooropleiding. (En laat werkgevers hieraan fors meebetalen)
@1: Een prestatiebeurs werkt prima. Verder goed idee.
@1:
Maar dan wel “inbouwen”:
Geen vorderingen/resultaten opduvelen.
@Tigger: Geen collegegeld kan ik me op zich wel in vinden. Maar de cursussen voor bij- en omscholing worden vaak door andere instituten dan de hogeschool en universiteit gegeven. Het laatste deel gaat dus over een ander circuit.
@Fons: Met het sociaal-leenstelsel zal volgens mij de prestatiebeurs verdwijnen. Terugbetalen moet je volgens mij sowieso. Het sociaal leenstelsel ben ik fel tegen, daar heb ik hier al vaker over geschreven. Maar ook van de prestatiebeurs was ik bepaald geen fan. Een beperking in vergoedde uren lijkt me prima, maar dit uitdrukken in jaren vind ik een waanzinnig slecht idee. Snelheid staat vaak haaks op kwaliteit. Ook vind ik het onwenselijk als mensen studies gaan afmaken en niet switchen, alleen maar omdat ze anders geld moeten terugbetalen.
Ook Han v/d Horst zal uiteindelijk moeten accepteren dat Zwarte Piet (die ‘ene’ van Sinterklaas) een historische verandering reeds ondergaat.
/vervroegde discussie ;-p
Het is zo jammer dat veel politieke partijen (VVD, D66) daar nog steeds niet van geleerd hebben.
Wat zou de PvdA hiervan hebben geleerd?
Eens, helemaal niets. Ze schrijven het dan wel niet in hun verkiezingsprogramma en noemen het niet keer op keer als oplossing voor alle problemen maar na de verkiezingen pakken ze gewoon op die agenda door.
@Klokwerk
Naar mijn idee ageer je toch wat heftiger tegen (inter- en) multidisciplinariteit dan Han van der Horst. Bij Han lees ik meer dat hij een probleem heeft met bepaalde soorten van branding, van alles bij elkaar gooien, het ‘multidisciplinair’ of ‘communicatie’ noemen, en -door ondoordachtheid- geen goed plan hebben om onderdelen op elkaar aan te laten sluiten, en door de druk van ‘rendementen’ uit zich dat dan in oppervlakkigheid.
Bij jou lees ik meer een fundamentele weerstand tegen multidisciplinariteit. En dat lijkt me onterecht. Aansluiting tussen disciplines en schakelen tussen verschillende manieren van denken kan innovatief zijn en creativiteit bevorderen, maar de meeste mensen ontbreekt het aan die interesse en die intellectuele discipline en flexibiliteit; veel meer mensen worden door toevoegingen als ‘multidisciplinair’ aan hun studie/opleiding wel verwacht dat te kunnen, maar zijn het niet.
De afhankelijkheidsrelatie overheid-bedrijfsleven wat betreft het onderwijs is een precaire. Tegenwoordig zie je dat onderzoeken aan de universiteiten deels betaald worden door bedrijven, wat toch wel de verdenking van ‘zoeken naar oplossingen’, in plaats van ‘zoeken naar kennis’ op zich kan laden (met alle implicaties van dien!). En universiteiten worden tegenwoordig ook steeds meer HBO+, in plaats van broedplaats van kritische geesten. ‘Aansluiting op de arbeidsmarkt’ is dan het adagium, want -inderdaad- ‘wij moeten voor afgestudeerden zorgen die straks werk kunnen krijgen’.
Je oplossing voor het ‘leven lang leren’ (óók voor flexwerkers) vertrouwt op de staat (en beargumenteert ook waarom). Maar het lijkt me nog geen elegante oplossing. Het roept eigenlijk op tot het optuigen van een heel apart circuit (zie ook jouw #4), en daar moeten zeker ook keurmerken en wat al niet meer bij (de werkgever moet toch immers weten waar hij aan toe is, als hij zijn werknemers ‘naar school’ stuurt)? Voor bijscholing die soms erg specifiek is en niet ’transplanteerbaar’ is (ik neem aan dat het vaak gaat om specifieke kennis of handelswijzen, geen denkwijzen). Je loopt dus tegen twee moeilijkheden aan: wanneer mag iets vergoed worden (‘wanneer mag zeer specifieke kennis met openbare gelden worden gesponsord?’), en: is jouw voorgestelde systeem, door al die kleine opleidinkjes (en bijbehorende bureaucratische rompslomp) niet fraudegevoelig?
@Folkward: Dat is raar dat je dat verschil leest want zo lees ik het niet en het is ook niet zoals ik het bedoeld heb. Ik heb helemaal geen probleem met multidisciplinaire studies op zich, ik heb zelf aan het eind van mijn studie psychologie juist veel filosofie- en andere vakken gevolgd. Het gaat mij om het maken van een oppervlakkige combi om bij de zogenaamde arbeidsmarkt aan te sluiten, precies zoals in dat stuk van van der Horst staat. Misschien leest het anders omdat ik omdat het daar al staat niet nodig vond het letterlijk te herhalen.
Even voor de duidelijkheid: Het hele idee dat je studeert om je op een baan voor te bereiden, dat moet er mijns inziens juist uit. Je studeert om je op je leven voor te bereiden. En als je het dan per se puur economisch wil zien, studeer je om je voor te bereiden op een variëteit aan banen die je in je leven gaat vervullen.
Die paar vaardigheidjes extra die je nodig hebt voor een baan leer je wel op de werkvloer of via een aanvullende cursus. Ik gebruikte mijn academische kennis voor zowel het schrijven als toen ik bij een grote verzekeraar werkte als projectmanager, en zelfs nu als webdesigner, hoewel dat best ver van ‘psycholoog’ af ligt: ik gebruik wetenschappelijke vaardigheden eigenlijk overal bij. Dat is het blijvende wat je leert. En daar doet de studie niet zo voor ter zake. Wat dat betreft zijn er eigenlijk geen ‘zinloze studies’. Behalve dan de studies die opgericht zijn juist om zogenaamd op te leiden voor een baan. Daarin volg ik dus die van der Horst graag.
Verder denk ik dat je te moeilijk denkt over die opleidingen. Het is nu al zo dat bijscholing, die vaak door de werkgever wordt gefinancierd maar lang niet altijd (zo betaalde ik een aantal jaar geleden zelf als zzp’er ook een cursus), door een heel scala aan instituten gegeven wordt, en daar zijn geen verdere eisen aan verbonden dan dat het bedrijf of de cursist denkt dat het een goede opleiding is.
En dat zou ik vooral zo willen houden. Als iemand denkt dat hij zich voor de arbeidsmarkt traint door met dolfijnen te zwemmen moet hij dat mijns inziens vooral doen. Het gevaar dat politici die het introduceren wél met een keurmerk te willen werken (rendementsdenken!) is inderdaad wel levensgroot, dus daar heb je zeker een punt. Zo is het dus echter niet hoe ik het zie (ik had het gevaar nog niet eens bedacht nota bene :) ). Het gaat mij puur om het oprichten van een ‘opleidingsfonds’ waaruit een leven lang leren gefinancierd wordt. Als dat namelijk afhankelijk blijft van een vast contract, weet je zeker dat juist de mensen die het misschien het meest nodig hebben buiten de boot vallen.
@Klokwerk
Goed, dan zijn we het verder eens :). Komt waarschijnlijk door een combinatie van factoren.
Dat zijn echt niet alleen politici. Iedereen wil zo min mogelijk regels, maar als er dan niet iets misgaat, kijkt men al snel naar de verwijtbaarheid. Of het nou om Arbo-regels gaat, of natte hondjes in de magnetron. Keurmerken kunnen effectief zijn, maar voegen wel altijd wat bureaucratie toe. De kleine incrementen in de bureaucratie van elke extra regel of keurmerk ervaren mensen niet als een probleem, maar het uiteindelijke geheel wel.
Het is niet moeilijk om een systeem te bedenken dat werkt, maar zorg maar eens dat je dat systeem niet (of moeilijk) kapot kan maken! En als je dan zoiets hebt, is de uitdaging altijd om van de huidige situatie naar de nieuwe situatie te komen, zonder -bijvoorbeeld- de achterliggende motieven voor het nieuwe systeem geweld aan te doen.
In principe is natuurlijk ieder systeem kapot te maken. De kans dat dit gebeurt is kleiner naarmate er minder onvrede is over zo een systeem. Dus het gaat naar mijn idee niet zozeer om een waterdicht systeem als wel om een systeem die de meeste belangen dekt.
En ja, rode lijn door mijn gedachte mag wel heten dat ik niet zo ben van regeltjes en controles. Er is natuurlijk niets mis met keurmerken voor opleidingen. Maar niet als voorwaarde om je (bij)scholingsbudget aan te besteden lijkt mij, want dat is vragen om administratie, gedoe, uitzonderingen, beroepen en een hele hoop discussie. Als dat ertoe doet dat mensen hun avondje bier zuipen met oom Daan gaan declareren als scholing (in het leven natuurlijk, want daar weet oom Daan alles van) dan moet dat maar. Uiteindelijk hebben ze zichzelf ermee.