Nu het neoliberalisme in ons land leidend is geworden vraag ik mij af hoe je in deze tijd een kind het beste kunt voorbereiden op de toekomst. De kans is groot dat onze kinderen niet langer kunnen vertrouwen op de vangnetten van de verzorgingsstaat. Moeten we daarom onze kinderen daarom extra stimuleren om sociaal en solidair met zwakkeren te zijn? Of moeten we ze leren om juist voor hun eigen hachje te zorgen?
Tony Judt beschrijft in zijn testament (Het land is moe) de opkomst en de afkalving van de verzorgingsstaat. Doordat we de laatste dertig jaar vooral bezig waren met het najagen van materieel eigenbelang weten we wel wat de dingen kosten, maar we hebben geen idee wat ze waard zijn. Volgens Tony Judt moeten we leren van de geschiedenis om te begrijpen wat de verzorgingsstaat waard is. Die verzorgingsstaat is er niet zomaar gekomen. Er is veel ellende van slechte leef- en werkomstandigheden aan vooraf gegaan. Je kunt wat onze voorouders voor ons hebben opgebouwd niet zomaar afbreken. ‘We zijn allemaal schatplichtig aan degenen die ons voorgingen, maar ook aan die na ons komen.’
Ja, hoe leer je de kinderen wat dingen waard zijn, in een tijd van ‘enrichissez-vous’? Kinderen leren veel door het voorbeeld van hun ouders. We kunnen dus niet al te veel van onze spruiten verwachten als we zelf niet door hebben welke zaken werkelijk de moeite waard zijn. En we zullen zelf het voorbeeld moeten geven hoe je het beste tot een balans kunt komen tussen je eigen belang en de belangen van anderen.
Het moeilijkste vind ik dat ‘goed je best doen’ geen garantie meer is voor een goede behandeling. In een documentaire van Tegenlicht, ‘het testament van Tony Judt’ komen drie mannen van middelbare leeftijd aan het woord die de sociaaldemocratie trouw proberen te blijven. Ook al zijn ze hun werk kwijt geraakt door omstandigheden waar ze zelf niets aan konden doen. Bij globalisatie hoort ook dat grote bedrijven hun activiteiten graag verleggen naar lage lonen/lage rechten landen.
Toch houdt Tony Judt hoop. Volgens hem staan we aan de vooravond van een nieuw tijdperk en zijn de zelfzuchtige tijden voorbij. Volgens Judt is er uiteindelijk toch niets beters dan sociaal democratie, je kunt het niet zomaar weggooien. We moeten weer leren hoe degenen die ons besturen van kritiek te dienen. En om dat te kunnen moeten we weten wat de dingen waard zijn. We moeten leren dat cijfers en statistiek niet altijd doorslaggevend hoeven te zijn voor beleid. Er is ook nog zoiets als ‘wenselijkheid’ of ‘rechtvaardigheid’.
Wat kan ons nog meer helpen om onze kinderen voor te bereiden op de toekomst? Moeten we onze kinderen meer bewust laten worden van ‘goed’ en kwaad’? Het is niet voor niets dat Faust weer zo in zwang is. En ook al is het zo dat er goede en slechte kanten aan de mens zitten, ik denk dat goede kinderliteratuur doeltreffender is. Voorlezen uit Lisa Tetzners ‘Levende bezems’, over jongens die vroeger in Italië als schoorsteenvegertjes moesten werken, een beter fundament voor het sociale bewustzijn kun je niet leggen.
Reacties (15)
De verzorgingsstaat is het aangename produkt van het socialisme. Dit type staat had onder een conservatief-liberaal regime behouden kunnen blijven, maar wordt nu door een volgehouden socialisme vernietigd.
Misschien is deze gang van zaken onvermijdelijk. Een dialectisch denken had het kunnen voorkomen.
Ja, je hoeft kinderen niet te belasten met alle ellende waar ze toch niets aan kunnen doen.
@2 dat klinkt wel erg defaitistisch. wat is er mis met een beetje praktisch idealisme?
@1: Het verzorgingsstaat is eerder toe te schrijven aan de Sociaal-Democraten en Sociaal-Liberalen. De gedachte is dat je de ergste uitwassen van het Kapitalisme kunt compenseren. Socialisten daarentegen vonden dat samen met de Communisten een heilloze weg en wilden volledig breken met het Kapitalisme. De vraag is dan of het Kapitalisme nog een lang leven beschoren is en of het in zijn laatste stuiptrekkingen überhaupt ruimte zal bieden voor een verzorgingsstaat.
Met het scheppen van veiligheid in het onzekere bestaan lijkt mij niets mis. Tegen ziekte, ouderdom en werkloosheid moet je redelijk beveiligd zijn.
Maar de kletskoek over markt en overheidsingrijpen verabsoluteert de tegenstellingen ernstig. Vandaar de narigheid.
Tegen idealisme is niks, tegen een beetje ingrijperij en zekerheid ook niet. Maar het moet praktisch zijn en alleen een beetje.
Dan doe je niet veel goed, maar ook niet erg veel verkeerd. Hé, het lijkt Nederland wel!
Precies.
@4
Die onderscheidingen in sociaal-democraten, Sociaal-liberalen enz. zijn mij te subtiel. Het gaat mij primair om socialisme als ideologie en die vind je ook in organisaties die formeel non-socialistisch zijn. Bijv. en o.a. in Christelijke politieke partijen.
Verder is Kapitalisme vooral iets dat niet bestaat. Het gaat om de moderne economie, die er vaak mee wordt aangeduid of verwenst, e.g. door Marx. M. heeft niet de economie (= van Quesnay, Adams)uitgevonden, maar het scheldwoord ervoor.
#4
Elke keer als de sociaal-democraten die ‘uitwassen’ proberen te compenseren, krijg je meer van die uitwassen.
Toch lees ik ergens: sociale democratie – en dat klinkt mij nog niet zo gek.
Als jij en je vriendengroepje zich zorgen maken over de verzorgingsstaat, dan kunt ge natuurlijk ook afspreken om zelf een deel van jullie inkomen af te staan aan een potje voor een sociaal vangnet voor het vriendengroepje en de kinderen.
Heb je geen overheid voor nodig natuurlijk.
@ 6, een na laatste regel: ‘Adams’; moet zijn: Adam Smith.
@9: Zo’n vriendengroep heet dan weer een vakbond, ook een belangrijke onderdeel in de totstandkoming van de verzorgingsstaat. Als je het aan hun overlaat, weet dan wel wat voor macht je ze in handen legt.
Dat heet geen vakbond, want je hoeft niet verbonden te zijn per vak. Dat heet mini-gemeenschap, misschien. Maar geen vakbond.
@9, @11: Klopt precies (muv. Als … legt). Dat is een van de belangrijke elementen in het verhaal van “Levende bezems”: een vriendenclub die tegelijkertijd als belangenbehartiger optreedt en veiligheid biedt.
Twee opmerkingen:
‘Levende bezems’ heeft diepe indruk op mij gemaakt toen ik 12 of 13 was. Niet alleen vanewege het gevaarlijke werk, maar ook het gewetenloze ronselen van kinderarbeid.
Ik moest eens voor een klein vergijp bij de directeur van de middelbare school komen, hij vroeg of ik wel eens een boek las. ‘Levende Bezems’ was mijn antwoord. Ik mocht gaan. De man was zelf een Shakespeare en Dickens ‘adept’, dus misschien zat ik wel goed.
M’n tweede opmerking betreft de sociaal-democratie. Die is in tegenstelling tot wat algemeen verondersteld wordt niet door de arbeiders tot stand gebracht, maar veeleer door de nieuwe heersende klasse van ondernemers die inzag dat het gemor van arbeiders contra-productief was. Zeg maar net zoals Henri Ford inzag dat z’n werkers ook in een T-Ford mochten rijden. Ik denk ook aan de prille Volkswagen.
‘Levende bezems’(LB). Is van – neem ik aan – L.Tetzner (LT). Haar op zichzelf realistisch verhaal gaat over Italiaanse jongens als bezemsteel gebruikt om schoorstenen schoon te vegen. Waarschuwing: LT-Tetzner niet verwarren met Dominicaan Tetzel (1465-1519) die tegen klinkende munt je ziel schoon poetste.
Of het doen (her)lezen van boek LB helpt om de Welvaartsstaat te behouden, ik weet het niet. Of eigenlijk wel. LB is een hartverscheurend verhaal, roept als zodanig medelijden op, en die of dat kan – onder democratische condities – tot volkssentiment uitgegroeid, instandhouding van de Welvaartsstaat ten gevolge hebben. Totdat die onder alsmaar aanstromende meelijwekkenden alsnog in elkaar stort. Tony Judd exit, LB/LT idem = samen ophoepelen
Een stichtend voorbeeld van het effect van medelijden bezorgt onze Tijl Uilenspiegel.
In de Middeleeuwen was in ons Christelijk Europa ziekenzorg vermaarde taak van bepaalde kloostergemeenschappen. Die van het klooster te Neurenberg (= NKL) had zo’n peil dat patiënten van heinde en ver er zich wilden laten opnemen*, terwijl wie daar al verpleegd werden niet meer weg te krijgen waren*. Aan deze benauwende toestand kon met de tijdelijke benoeming van Uilenspiegel tot ‘chef de clinique’ het hoofd worden geboden. Zo zal de originaire Prior van NKL. hebben gedacht die van Tijl’s reputatie op de hoogte zal zijn geweest en diens werkwijze hebben bevroed.
Die Abt had het goed gezien. Tot directeur ad interim benoemd liet Tijl alle lijders weten dat de verzorging op hetzelfde niveau zou worden gehandhaafd. Wel voegde hij daar de voorwaarde aan toe dat één zieke per dag z’n leven moest geven om als medicijn te dienen voor de overgebleven zieken. Als slachtoffer zou worden aangewezen de lijder die er het slechtst aan toe was. In korte tijd ontledigde zich de ziekenzaal van het klooster. **
Laat Tijl tot waarschuwing & therapie tegen medelijden dienen. Die overdreven – de Magister Primus leerde het, de Prior bevroedde het – is funest.
* Moge dit bericht het krankzinnige karakter van de NMI en van de Welvaartsstaat onthullen.
** Voor het ontwikkelen en implementeren van onafwendbare integratietraiecten zouden we van alles aan een Tijl hebben.