Kunst op Zondag | Het grote gebeuren

Foto: Joan (cc)
Serie:

Kunt u zich voorstellen dat straatartiesten gevaarlijk zijn?, vroegen we u, omdat in het centrum van Amsterdam een verbod op straatoptredens van kracht is.

Dan maar een stukje verderop gekeken en in Floradorp, een buurt in Amsterdam-Noord, kwamen we kunst op straat tegen.

Een heuse Mondriaan op boogiewoogie muziek. Het blijkt om ‘Het Grote Gebeuren’ te gaan. Een project van Guda Koster en Frans van Tartwijk. Toen door de lockdown de kunst zich digitaal terugtrok, wilden zij met hun werk de straat opgaan om kunst terug te brengen in de publieke ruimte.

Het leidde tot vier performances, die plaats vonden tussen half juni en 10 juli. Ze zijn gefilmd en nu in de internetionale publieke ruimte te zien. Tevens zijn er posters van gemaakt die door heel Amsterdam zijn opgehangen.

In Amsterdam-West, bij het standbeeld van Domela Nieuwenhuis, zien we figuur met een houten bak om zijn/haar middel, waarop een socialistisch-realistisch mozaïek is te zien. De figuur komt in beweging zodra er socialistisch repertoire uit de dertiger jaren klinkt (herkent u iets?).  Een performance over verleden en toekomst, over utopie en ideologie, aldus de kunstenaars.

Kijk ook naar de overige twee performances. In park Frankendael (Amsterdam-Oost), over dieren die leegte vullen die door de lockdown is ontstaan en wandelende architectuur op de Amsterdamse Zuidas.

Heeft het werk nog enig verband met het verhaal ‘Het grote gebeuren’ van de schrijver Belcampo? Guda Koster antwoordde ons: “Het heeft in zoverre met Belcampo’s boek het grote gebeuren te maken dat er vreemde en grappige wezens op straat verschijnen als voorbode van de apocalyps.”

Het in 1946 voor het eerst uitgegeven verhaal speelt zich af in het Overijsselse Rijssen, De komst van wereldvreemde creaturen is de ‘self fulfilling prophecy’ van het geloof in de bijbelse apocalyps. En jawel, er verschijnen duivels en engelen, die de Rijssenaren begeleiden naar hel of hemel.

Belcampo vermomt zich als duivel en is zodoende in staat een ooggetuigenverslag te noteren, tot hij alleen overblijft, maar tot zijn geluk alsnog door engelen ten hemel wordt gevaren.

Zeker tot honderd jaar na Belcampo’s geboorte (en 12 jaar na zijn dood) zette het surrealistische verhaal kwaad bloed bij het reformatorische deel van Rijssen. Maar het werk heeft in de loop der jaren ook tot andere kunstwerken geleid. Een uitgave in 1958 met zeven houtsneden van Hans Peter Doebele. Het door Emile Puettmann geïllustreerde verhaal (1959) en een stripversie met tekeningen van meerdere kunstenaars (2013).

Op oudejaarsavond 1975 zond de VPRO de tv-bewerking van Jaap Drupsteen uit. Geen beter moment om het eind der tijden aan te kondigen dan op de drempel van oud- naar nieuwjaar.

Fijn dat de VPRO dat nog online beschikbaar heeft gesteld. Prettige dag verder.

Reacties zijn uitgeschakeld