Doel, Belgie
Ik heb hier niet gewoond, ik heb hier geen verbintenis.
Ik ben hier slecht als doorgangsreiziger, als toerist op de fiets.
Maar ik ken uw dorp. Uit de media, het voelt gelijk vertrouwd;
“daar bij die molen”of is dat al te afgezaagd?
Is het eerder nu:”Daar bij die koeltorens”?
Ik fiets hier door uw straten, ik verken de boel.
Ik slalom langs het glas dat uit de sponningen
geslagen is. Ik kan niet om de graffiti heen:
elk huis is hier een palet of een ezel geweest.
Het klopt wat ze over u schrijven, die dichtgetimmerde
vensters en deuren, alsof er een Tsunami
werd verwacht, of een overval. Dat er slecht volk
op pad hier naar toe was. En dat klopte ook wel.
De dijk bood uitzicht als altijd, de bankjes
stonden klaar. De kroeg bij de molen: Stella Artois.
De dijk doet wat tie moet doen: het water buiten
houden, en de mensen en het land droog.
Dit is immers het land waar ze land maken van water,
maar waar ze water willen maken van huizen,
van leven, van bewoond historisch gebied,
niets ontziend – want dat kan ook niet.
Het land waar een dijk geen onoverkomelijk
obstakel is, en protest of argument evenmin.
Doel, daar bij die molen. En die kerncentrale.
Ik fiets door Pastorijstraat, Parkstraat,
Havenweg en Camermanstraat. Systematisch,
links, rechts, links, het dambord af, maar
het hart is weg, er klopt hier iets niet.
Ik denk: er zullen ooit vissen zwemmen
door deze straten. In deze huizen zal wier wuiven.
En de kerkklokken zullen onder water luiden.
********
Het gedicht is uit 2015. Inmiddels is duidelijk dat Doel toch mag blijven.
Headerfoto: graffitikunstenaar Roa.