ACHTERGROND - Afgelopen week stond ik in Hoorn voor de eerste les van mijn cursus over de Kruistochten en daar hoort vanzelfsprekend een korte behandeling bij van de opkomst van de islam. Eén van mijn cursisten had daarop een boeiende vraag: die vroege moslims, dat waren toch eigenlijk gewoon christenen? Ik krijg deze vraag vaker op mijn cursussen, vanaf het moment dat Thomas Milo en Eildert Mulder (in 2009) een feuilleton in dagblad Trouw publiceerden over alternatieve theorieën over het ontstaan van de islam. Over dat onderwerp valt heel wat meer te zeggen dan wat ik erover te zeggen had in het kader van een les over de aanloop naar de Eerste Kruistocht.
Volgens die in Trouw besproken alternatieve hypotheses zouden aan de basis van de islam Arabische christenen hebben gestaan met alternatieve geloofsopvattingen over Jezus’ goddelijkheid. Hun overtuigingen zouden zich pas in de loop der tijd hebben ontwikkeld tot wat wij nu ‘islam’ noemen. De koran zou daarbij gebaseerd zijn op christelijke – al dan niet liturgische – teksten. Mohammed zou nooit hebben bestaan, maar diens naam zou eigenlijk een aanduiding zijn voor Jezus (het woord muhammad betekent ‘de geprezene’). Deze Arabische christenen die in de loop van de zevende eeuw het Midden-Oosten overnamen – van het ineenstortende Perzische rijk en het sterk verzwakte Byzantijnse – meenden dat Jezus slechts een mens was en geen God. Tot de islam als aparte religie zou het pas gekomen zijn dankzij latere ontwikkelingen, rond de wisseling van de zevende naar de achtste eeuw, onder de eerste kaliefen van de Umayyadendynastie.
Deze opvatting – ik vat hem hierboven ultrakort samen – is afkomstig van een Duitse onderzoeksschool,Inarah, waarin zich wetenschappers van zeer diverse pluimage hebben verenigd, allen met alternatieve en revisionistische opvattingen over hoe we aan de islam gekomen zijn. Die opvattingen stroken onderling niet altijd met elkaar. Sommigen dichten het ontstaan van de islam uitsluitend toe aan heretische christenen. Anderen zien ook een grote rol weggelegd voor invloed vanuit het boeddhisme. Eén van de bekendste leden van Inarah is Christoph Luxenberg, de man die de hypothese bedacht dat de 72 maagden in het islamitische paradijs gebaseerd waren op een verkeerde vertaling van een christelijke Aramese uitdrukking in de koran waarmee eigenlijk druiven bedoeld zouden zijn (mijn uitgebreide engelstalige recensie hier, kortere Nederlandse versie hier).
Inarah publiceert de laatste jaren bijzonder veel bundels met wetenschappelijke artikelen. Milo en Mulder verwerkten een aantal van die artikelen in het feuilleton in Trouw en later in een dik en lezenswaardig boek (mijn recensie hier). Waarin ze hier en daar ook enkele kritische kanttekeningen plaatsten bij de opvattingen die in de Duitse onderzoeksschool gehuldigd worden.
Maar er valt veel meer op te merken over Inarah, waar rijp en groen door elkaar te vinden zijn. Sommige wetenschappers willen nog wel eens een enkele hervertaling van een koranpassage door Luxenberg serieus nemen, maar er zijn ook Inarah-leden die betrapt zijn op een canard. En wie het overzicht van alternatieve theorieën over het ontstaan van de islam van arabist en islamoloog Wim Raven leest, beseft al snel dat Inarah niet per sé serieus genomen hoeft te worden. Goed, tot zover de herkomst van de opvatting dat de islam begonnen zou zijn als een van de orthodoxie afwijkende vorm van christendom onder Arabische stammen.
Inhoudelijk lijkt deze opvatting weinig kans van slagen te hebben. De koran bestaat voor het grootste deel uit verhalen die ook uit de bijbel bekend zijn en er komt ook buitenbijbels christelijk gedachtengoed in voor. Het verhaal over de zevenslapers bijvoorbeeld. Het idee dat de koran gemaakt is van christelijke teksten ligt dan ook erg voor de hand. Maar die gelijkenis verhult de overeenkomsten met joodse teksten. Bijbels materiaal is – voor zover het het Oude Testament betreft – per definitie zowel christelijk als joods. Wie echter thuis is in buitenbijbels joods gedachtengoed zoals de Misjna, de Talmoed, Midrasj en Targoem, herkent in vele ‘niet-christelijke’ koranteksten, joodse verhalen.
Het bekende koranische gezegde ‘wie één mens redt, redt de hele mensheid’ is bijvoorbeeld afkomstig uit de Misjna en de Jeruzalemse Talmoed. Het betreffende koranvers meldt zelfs expliciet dat het een woord is dat oorspronkelijk tot de joden gericht was.
Derhalve hebben wij aan de Israelieten voorgeschreven dat wie iemand doodt (anders dan voor doodslag of wegens verderf zaaien op aarde) is alsof hij de mensheid gezamenlijk heeft gedood en dat wie iemand laat leven is alsof hij de mensen gezamenlijk heeft laten leven (Soera 5:32)
Zo is ook het koranische woord voor ‘hel’, djahannam, een Hebreeuws leenwoord. Zou het zijn overgenomen van de christenen, die Aramees gebruikten, dan had de ‘m’ aan het einde van het woord ontbroken.
Dat joodse materiaal valt qua datering vaak zo laat dat sommige moslims nog wel eens willen suggereren dat het oorspronkelijk koranisch materiaal is, dat door de joodse traditie is overgenomen. Een herkomst uit jodenchristelijk milieu ligt dan niet meer voor de hand. Het jodenchristendom – waarin Jezus goddelijkheid niet werd erkend – was toen al vrijwel dood. Er wordt wel vermoed dat er in de streek rond Mekka en Medina misschien nog jodenchristenen waren. Revisionistische wetenschappers menen echter dat de islam niet daar is ontstaan, maar in het noorden van Arabië. De heretische christenen die dat gebied bevolkten, dichtten aan Jezus juist goddelijkheid toe, een opvatting die nou net niet strookt met de opvattingen in de koran en de islam.
Die ’christelijke herkomst’ van de islam ligt dus niet voor de hand. Er blijven voor nu grofweg twee mogelijkheden over: het ontstaan van de islam was een veel ingewikkelder proces dan alle – traditionele én dissidente – wetenschappers denken, óf van het traditionele verhaal dat moslims over hun eigen oorsprong vertellen is toch meer waar dan we voor mogelijk houden.
Reacties (27)
Ik geloof dat de vraag “hoe is de islam ontstaan” aanzienlijk minder interessant is dan de vraag “hoe komen we er vanaf”.
@1: Dat geldt voor elke religie.
“… óf van het traditionele verhaal dat moslims over hun eigen oorsprong vertellen is toch meer waar dan we voor mogelijk houden“.
Dan zal er toch eerst een goede verklaring moeten komen voor het feit dat niemand het ooit iets van Mohammed en de koran heeft vernomen tijdens de eerste veroveringen (N.Afrika, Syrië, Irak, Iran en Spanje). Niet alleen Karel Martel’s schrijvers en ambtenaren reppen nergens van ene “Mohammed” en/of een “koran”, maar datzelfde geldt ook voor al de andere hier genoemde gebieden. Dat is toch wel wat raar als de arabieren daar inderdaad gekomen zouden zijn met de uitdrukkelijke opdracht Het Woord te verspreiden want zowel Martels hof als wel al die Byzantijnen elders waren toch tamelijk goed tot lezen en schrijven in staat.
Los daarvan was “Mohammed” helemaal geen (mnl) eigennaam toentertijd. Dat is echter toch wel minimaal een noodzakelijke voorwaarde voor het historisch bestaan van ene “Mohammed”, dunkt me.
@3:
Het kostte me welgeteld dertig seconden om deze Wikipediapagina te vinden, met daarop het volgende citaat:
Met daarbij een verwijzing naar deze publicatie:
Michael Cook, Muhammed (New York, Oxford University Press; 1983), pp. 73-74.
En dan is er nog dit:
Dertig seconden.
Je verzinsels beginnen pathetische trekken aan te nemen.
Boeiend gedachtensnoep voor de belangstellende. Dat is vermoed ik overigens doorgaans niet de gelovige, die bij gebrek aan een eigen morele ruggengraat, zijn/haar overtuigingen stut met achterhaalde geschriften vol moralistische, oordelende verhalen, geschreven door mensen, c.q. mannen. Menselijk, of toch meer typisch voor mannen, die bijvoorbeeld hun vrouwen graag dienend zien. Voor hun is God dan ook niet voor niets een ‘Hij’, met baard en dus ook genitaliën, naar dan aangenomen mag worden.
Denkend aan de wereld van nu, vraag ik me werkelijk af waarom de seculiere beschaving geen antwoord heeft op de blindheid van godsdiensten en godsdienstigen op de werkelijkheid van het heden. Mogelijk zijn de gelovigen geloviger dan zij zelf willen toegeven, stiekeme volgers van Mammon als ze zijn. Je moet toch wat.
@3: We hebben het hier over de geschiedenis van de eerste helft van de zevende eeuw. Na 600 was er een verwoestende oorlog, die een einde maakte aan de schrijfcultuur van de Levant. Het doet een beetje denken aan het einde van de schrijfcultuur in West-Europa in de voorafgaande eeuw. Op het Arabische Schiereiland werd sowieso nooit veel geschreven, behalve poëzie en koningsinscripties. We zitten daardoor met een gierend bronnentekort.
Onder die omstandigheden is de verwachting dat er veel teksten over Mohammed zouden zijn, niet realistisch. Het is zoiets als verwachten dat er Azteekse teksten zijn over Cortez.
Interessante materie, maar de vraagstelling dat de islam ofwel uit het christendom ofwel het jodendom voortkomt, lijkt op het zoeken van een onnodige tegenstelling. Logischer is het om aan te nemen dat de islam uit beide (en nog meer) bronnen ontstaan is.
@6: “Onder die omstandigheden is de verwachting dat er veel teksten over Mohammed zouden zijn, niet realistisch“.
Maar het is toch realistisch te verwachten dat in de overwonnen gebiedsdelen (N.Afrika, Spanje, de Levant etc) teksten geschreven zouden zijn met de strekking: “Er zijn een stelletje onverlaten de grenzen overgekomen die zeggen dat ze uit naam van Mohammed ons de koran komen brengen”, of iets in die strekking, althans als die mensen écht door Mohammed gestuurd zouden zijn om met de koran in de hand het geloof te verbreiden…
Kroes:
Hebreeuws, Aramees en Arabisch zijn alledrie semitische talen, d.w.z. het was ooit één taal. En dat zonder gestandaardiseerde spelling. Is het dan nog wel mogelijk om op deze wijze te bepalen welke groep als eerste met een woord op de proppen kwam?
@4: “Je verzinsels beginnen pathetische trekken aan te nemen“.
Als je nog even doorzet met jouw rabiate manier van geschiedschrijving dan hebben we. nog vóórdat de huidige 1000 meter voor dames in Sochi is afgesloten, het bewijs voor het historisch bestaan van Gabriël, wat zeg ik – het bewijs voor een historisch bestaan van Allah zélf in handen…
@3 @8 Zoekt en gij zult vinden. Binnen een paar minuten kan ook jij op het internet The history of the patriarchs of Alexandria vinden, een geschrift van de Koptisch-orthodoxe kerk. Over de verovering van Egypte door de moslims in het jaar 642 noteert dat geschrift:
And in those days Heraclius saw a dream in which it was said to him: “Verily there shall come against you a circumcised nation, and they shall vanquish you and take possession of the land.” So Heraclius thought that they would be the Jews, and accordingly gave orders that all the Jews and Samaritans should be baptized in all the provinces which were under his dominion. But after a few days there appeared a man of the Arabs, from the southern districts, that is to say, from Mecca or its neighbourhood, whose name was Muhammad; and he brought back the worshippers of idols to the knowledge of the One God, and bade them declare that Muhammad was his apostle;
@10: ga eens in op de links die @4 post, en die kritiek niet afdoen met voorspelbaar op de man spelen. Of is ingaan op die kritiek/links pijnlijk omdat je dan geconfronteerd wordt met het feit dat je poep praat?
Jodendom, Christendom en Islam hebben alle drie dezelfde bakermat…tevens is dat, al zou je het niet zeggen, de bakermat van onze westerse beschaving.
Zowel in de bijbel vind je Joodse wetgeving en ideologie terug, als in de Koran.
Drie geloven die de vrede preken, en de religieus aangestuurde oorlogen gezellig in stand houden.
Of hebben die oorlogen niets met geloof te maken, maar meer met geld en macht?
Je zou in elk geval DAAR haast in geloven.
Je zou haast iets negatiefs over religie kunnen bedenken. :).
@13:
Vergeet de Grieken en Romeinen niet.
@14 de Phoeniciers
@9: De herkomst van Arabische woorden is een notoir ingewikkeld probleem. Ik heb de materie hier uitgelegd: http://mainzerbeobachter.com/2012/03/11/effectief-goropiseren/
@8: De niet-Arabische bronnen, die melding maken van de Arabische veroveringen, zijn te vinden in het boek van Kennedy, “De grote Arabische veroveringen” (http://mainzerbeobachter.wordpress.com/2012/11/21/de-grote-arabische-veroveringen/). De oudste vermelding van een profeet die onrust predikt en beweert de sleutels van de hemel te hebben o.i.d. is vrijwel contemporain en staat bekend als de Doctrina Iacobi.
De naam Mohammed valt niet en dat is inderdaad wat problematisch. Van de andere kant: de naam van de Leraar der Gerechtigheid, een joodse vernieuwer in de tweede eeuw v.Chr., kennen we ook niet. Het bronnenmateriaal daar is vele malen rijker en die discrepantie heeft geen historicus ooit tot twijfel aangezet. Ik denk dat het verzwaren van de bewijslast voor het ontstaan van de islam een beetje oneerlijk is.
@16:
Bedankt, grappig stukje.
@16: “Ik denk dat het verzwaren van de bewijslast voor het ontstaan van de islam een beetje oneerlijk is“.
Ehh, ik weet niet precies welk beeld je nu precies hebt van mijn reacties. Ik ontken helemaal niet dat de islam ontstaan is. Het probleem is, welk gedeelte van de islam heeft universele geldigheid en welk gedeelte niet? Op die manier zou iedereen naar elke opvatting moeten kijken, ongeacht of dat wetenschappelijke, dan wel morele, dan wel esthetische opvattingen zijn (deze drie categorieën dekken samen ongeveer wel het geheel, denk ik), want iedereen zal zijn eigen denken daarover in evenwicht moeten brengen.
Laten we nu eens kijken naar wat de islam zegt. In de islam gaat men er van uit dat niet alleen Mohammed werkelijk bestaan heeft, maar dat een groot deel van de wereld islamitisch is geworden doordat ze in “shock & awe” waren toen Mohammeds legers aan kwamen zetten met Mohammeds levensverhaal en met de koran. De islam van nu leert zelfs dat we het leven van Mohammed zo ongeveer tot in detail kennen, bijna van dag tot dag zelfs (behalve dan weer de dagen in de schrikkelmaand vreemd genoeg, dat is een tweede probleempje waar het eerste probleempje was dat de overwonnen volkeren nooit van Mohammed en van de koran gehoord hebben). Dát is de claim van de islam.
Vroeger waren er in de natuurwetenschappen ook wat kleine probleempjes, met lichtsnelheden enzo. Licht dat uitgestuurd werd tegen de bewegingsrichting in bleek helemaal niet langzamer te gaan dan licht dat met de aether mee ging. Het was toen niet onredelijk om er, minstens als werkhypothese, eens van uit te gaan dat die “aether” helemaal niet bestond. Waarom zou het vandaag de dag dan opeens onredelijk zijn om van je intellectuele opponenten te verlangen dat ze een dergelijke werkhypothese ook eens op hun eigen filosofie loslaten?
Gelovigen hebben gewoonlijk ook een of meerdere soorten van “aether”, goden, en bemiddelaars (profeten) tussen die goden en de mensen (en soms ook nog een extra laag tussen de goden en die bemiddelaars, denk in het geval van Maria en/of Mohammed aan Gabriel). Het geloof in dergelijke entiteiten neemt voor veel mensen eenzelfde soort plaats in hun denken in als het geloof in de “aether” voor de mensen in het begin van de 20e eeuw. Maar waarom mag ik van gelovigen niet dezelfde flexibiliteit verwachten als van de mensen van 100 jaar geleden die, op gronden van intellectuele eerlijkheid, de mogelijkheid overwogen dat sommige van hun denkbeelden geen intellectueel bestaansrecht meer hadden? Waarom wil je dat ik ga discrimineren tussen deze mensen met een zekere mate van intellectuele eerlijkheid enerzijds en gelovigen anderzijds? Waarom noem je het een “verzwaren van de bewijslast” als ik bij moslims dezelfde intellectuele attitude verwacht aan te treffen als bij onszelf en bij onze eigen voorouders van ruim 100 jaar geleden?
@18: “Het was toen niet onredelijk om er, minstens als werkhypothese, eens van uit te gaan dat die “aether” helemaal niet bestond. Waarom zou het vandaag de dag dan opeens onredelijk zijn om van je intellectuele opponenten te verlangen dat ze een dergelijke werkhypothese ook eens op hun eigen filosofie loslaten?”
Omdat het automatisch tot de werkhypothese zou leiden dat god helemaal niet bestaat? Geloof en intellectuele eerlijkheid zijn nu eenmaal principieel onverenigbaar.
Wanneer krijgen we nou eens een serie over de wordingsgeschiedenis van sprookjes, sagen en legenden? Ik ben zo benieuwd naar de meningsverschillen en de kinnesinne tussen de lezers van de gebroeders Grimm en volgelingen Anderson.
En dan al die plagiaat van de oude volksvertellingen,
verschrikkelijk gewoon!
@14: Voor zover ik weet gaat dit stuk niet over de Romeinen, Grieken of Phoeniciers.
@19: Op mijn vraag naar een bepaalde intellectuele methodiek antwoordde je met een wedervraag en een stelling: “Omdat het automatisch tot de werkhypothese zou leiden dat god helemaal niet bestaat? Geloof en intellectuele eerlijkheid zijn nu eenmaal principieel onverenigbaar“.
Maar het ligt iets ingewikkelder vrees ik. Daar had ik eerder in dezelfde reactie al op gehint waar ik het had over wetenschappelijke en morele en esthetische opvattingen die met elkaar in evenwicht gebracht dienen te worden (tenzij iemand natuurlijk een enorme proleet of een bepaald soort gelovige is). Als je daarmee bezig bent zit je op een ander niveau dan het strikt wetenschappelijke of strikt morele (of strikt esthetische) niveau. Het woord “bestaan” echter, zoals jij het gebruikt, slaat slechts op het wetenschappelijk niveau niet op dit overkoepelende niveau waar men zoekt naar evenwicht en waar tevens gelijkwaardigheid tussen atheïsten, agnosten en gelovigen aanwezig geacht mag worden (móet worden zelfs, anders zou men discrimineren) en waar tevens het begrip “god” gesitueerd moet worden.
@21
Er is geen sprake van gelijkwaardigheid m.b.t. intellectuele eerlijkheid tussen gelovigen en niet-gelovigen. Net zo min als er sprake is van gelijkwaardigheid wat betreft intellectuele eerlijkheid tussen jou en mij (zodra het supergeheime codewoord door iemand op deze website gebezigd wordt).
@21: Atheïsten, agnosten en gelovigen zijn natuurlijk gelijkwaardig als mensen, dus de stelling dat ik zou discrimineren als ik religie als bijgeloof zie en gelijkstel met sprookjes is onzin,
zoals PVV-ers regelmatig betogen.
Dus ik voel me niet verplicht -zelfs niet moreel verplicht, zoals jij dat graag zou zien- om het begrip ‘god” ergens anders te situeren dan in het rijk der fabelen.
Jammer he? Want anders zou je er uren, dagen, maanden, jaren over kunnen lullen en 10 Sargasso’s over vol kunnen schrijven en zo wordt het allemaal ontmaskerd als opgeklopte lucht.
@23: Jammer dat je niet inziet dat het “bestaan” van iets wetenschappelijks (bijv. het electron of het Higgs-deeltje) van een andere orde is dan het (mogelijk) bestaan van een concept in de wiskunde of van een moreel idee (of dat van “god”). Het woord “bestaan” betekent in dit soort gevallen nou eenmaal niet hetzelfde. Het al dan niet bestaan van rechtvaardigheid in de wereld is iets totaal anders dan het al dan niet bestaan van het Higgs-deeltje. Als je dat niet wilt erkennen dan is elke filosofie over het met elkaar in overeenstemming brengen van de verschillende denksferen bij voorbaat onmogelijk.
@24: Daar hebben we het al eens over gehad Morika: rechtvaardigheid bestaat niet, net zo min als goed en kwaad en nog andere soortgelijke waarderingen die mensen uitspreken.
Je kunt het prima gebruiken om je gevoelens mee onder woorden te brengen, vriendschappen en vijandschappen aan op te hangen en je interesses mee te verdedigen, maar voor het overige
zijn het allemaal net zulke verzinsels als god.
En natuurlijk is het onmogelijk om overeenstemming aan te brengen in de denksferen van mensen die in sprookjes geloven en de mensen die daar niet in geloven.
Daar ben ik dan ook helemaal niet naar op zoek: tijdverspilling.
@25: “rechtvaardigheid bestaat niet”
Kun je dat wel (proefondervindelijk) aantonen?
Dat was het hele punt toch, of vergis ik me hier?
@25: “rechtvaardigheid bestaat niet, net zo min als goed en kwaad en nog andere soortgelijke waarderingen die mensen uitspreken.”
Vrijheid, bestaat dat eigenlijk?
En als het goede en het kwaad niet bestaan, dan bestaat de morele plicht om de waarheid te achterhalen ook niet meer, waar maak je je hier dan eigenlijk nog druk over?