Een gastbijdrage van GB van Publiekrecht & Politiek.
En weer wint Rutte op punten. Dit keer in het dossier over het Koninklijk Huis. Niet alleen is Pierre Heijnen het hok van de Oranjeverenigingen weer in geglibberd (‘als Rutte mooier schrijft dan Wim Kok, dan trek ik mijn keutel weer in’) maar er wordt terloops een neteligere kwestie afgedaan. In de nadagen van Balkenende klungelde Willem-Alexander nogal met vakantiehuizen, investeringen en ander jetset-gedrag. Dat leverde toenemende ergernis op in de Tweede Kamer, die dat afwentelde op het hoofd van Balkenende. Die had wel wat beters te doen en schoot de vluchtheuvel van de Raad van State op. De onderkoning moest maar eens ‘voorlichting’ geven over hoe het nu zat met de privé sfeer van de Oranjes.
Dan moet je net Herman Tjeenk Willink hebben. Die ging er even goed voor zitten, pakte zijn Oranje potlood en schreef mooie volzinnen, zoals: ‘Gezamenlijk staan wetgever, bestuur en rechter voor de taak inhoud te geven aan de democratische rechtsstaat. Daarvan is de Koning het symbool. Hij representeert niet alleen het bestuur, maar ook de wetgever en de rechter.’
Maar daar ging het natuurlijk niet om. Mocht Ineke van Gent zich bemoeien met de investeringen van de kroonprins en met zijn vakantiehuis? Nee, wordt langzaam duidelijk in de rollende zinnen uit de voorlichting. De privesfeer van de koning moet gerespecteerd worden, en dat geldt te meer voor leden van het koninklijk huis die geen koning zijn. Investering van het eigen vermogen is in beginsel prive. Het feit dat het in de openbaarheid is gekomen maakt niet dat het openbaar belang er meteen mee gemoeid is. Dat er beveiliging op staatskosten nodig is (zoals bij het vakantiehuis) ook niet.
De minister-president moet dan ook weigeren in te gaan op vragen over de privésfeer. Sterker nog: het parlement mag ze eigenlijk niet stellen. Bij de huldiging van een Koning zweren parlementariers ‘alles te zullen doen wat goede getrouwe Staten-Generaal schuldig zijn te doen.’ Dat brengt in de ogen van Tjeenk Willink ‘mee dat de leden van de Staten-Generaal bij het activeren van de inlichtingenplicht ook oog moeten houden voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de Koning (en de leden van het koninklijk huis).’
De winst van Rutte zit nu vooral hierin dat hij deze netelige kwestie heeft verscholen achter de veel wezenlijkere vragen over de rol van de Koningin in de regering. En daar gaat de discusise nu over. Terwijl de kroonprins weer rustig naar alex.nl kan surfen. Of een vakantie kan boeken in Tripoli.