In een halve eeuw is de bevolking in Nederland met 60 procent toegenomen. Daarmee ligt het niet voor de hand dat we er nog een schepje bovenop doen, en onze problemen door immigranten laten oplossen. Toch hangt die dreiging boven ons hoofd en zijn er signalen dat verkrapping op de arbeidsmarkt opnieuw zal leiden tot substantiële immigratie. De nadelen van bevolkingsgroei zullen echter groter zijn dan de baten van immigratie. In plaats van gemakzuchtig buitenlanders binnen te halen is het beter om ons eigen huis op orde te brengen. Aldus hoogleraar Joop Hartog in zijn felle afscheidsrede, die Sargasso (via Me Judice) hier in verkorte vorm weergeeft.
Het bevolkingsprobleem van Nederland
De ontwikkeling van de Nederlandse bevolkingsomvang is een fenomeen op zich. Terwijl tussen 1500 en 2000 de Fransen vier keer zo talrijk werden en de Belgen zes keer, steeg onze bevolking tot het 15-voudige! De Gouden Eeuw leverde daarin zijn aandeel, immigratie was substantieel en de bevolkingsexplosie na 1800 hield bij ons langer aan dan elders door de multiplicatiedrift van katholieken en, met minder effect, van orthodoxe gereformeerden. Pas in de jaren zestig van de vorige eeuw, toen de Paus zijn macht verloor aan de anticonceptie pil, raakten we weer in de pas met de rest van Europa. Maar daarmee hadden we wel een exceptionele bevolkingsdichtheid opgebouwd. In 1900, met 5 miljoen inwoners, was per inwoner 6500 m2 beschikbaar, in 1950, met 10 miljoen inwoners, was dat gehalveerd tot 3200 m2 en in 2000, met de teller op 16 miljoen inwoners, was er nog 2100 m2 per hoofd van over. In de laatste vijftig jaar is de dichtheid met 50% gestegen en daarmee de beschikbare ruimte per hoofd met een derde gedaald.
Geen wonder dat in de eerste drie decennia na de Tweede Wereldoorlog afremmen van bevolkingsgroei hoog op de politieke agenda stond. Religieuze groeperingen zagen natuurlijk geen heil in afremmen van de vruchtbaarheid, maar hadden geen bezwaar tegen emigratie. De discussie over immigratie is later belast geraakt door besmetting met xenofobie. Om de discussie opnieuw te voeren is het essentieel om te zoeken naar zuiver rationele argumenten.
De economie van de bevolkingsomvang
Wat kunnen we, op grond van economische theorie en empirisch onderzoek, zeggen over de economische betekenis van bevolkingsomvang? Als we ons in eerste aanleg beperken tot een puur demografische redenering, en grond als productiefactor negeren, stuiten we direct op twee belangrijke conclusies. Met alleen arbeid en kapitaal als productiefactoren en constante schaalopbrengsten, is de bevolkingsomvang irrelevant voor het inkomen per hoofd. Als er maar voldoende kapitaal per werknemer beschikbaar is, hoeven we niet bezorgd te zijn over bevolkingsdaling, en is er ook geen noodzaak om bevolkingsgroei te stimuleren.
Het standaard model voor effecten van immigratie levert ons ook een belangrijke basisregel: immigranten zijn alleen nuttig voor ingezetenen als ze verschillen van ingezetenen, en zelfs als ze verschillen is het effect beperkt. Als immigranten gemiddeld genomen dezelfde kenmerken hebben als ingezetenen (zelfde opleidingsverdeling, zelfde talenten en vaardigheden, etc.) halen we in feite alleen kopieen van ingezetenen binnen en zijn we terug bij constante schaalopbrengsten: rust ze toe met net zoveel kapitaal als ingezetenen en ze hebben dezelfde productiviteit. Als immigranten afwijkende kwaliteiten hebben ontstaan vooral verdelingseffecten: substituten verliezen, complementen winnen. Ongeschoolde gastarbeiders drukken het loon van ongeschoolde ingezetenen en verhogen het loon van hooggeschoolde managers, accountants en andere complementen. Met het elementaire basismodel heeft de Amerikaanse econoom Borjas niet zo lang geleden geschat dat in de Verenigde Staten immigratie de ingezeten werknemers een nadeel heeft opgeleverd van 1,9% van het nationaal inkomen, en kapitaal eigenaren een voordeel van 2,0 %. Het voordeel voor alle ingezeten tezamen bedroeg dus slechts 0,1 % van het nationaal inkomen. Voor Nederland zijn de resultaten door de WRR (2001) berekend als 3% nadeel voor werknemers en 3,14% voordeel voor kapitaaleigenaren, wat een positief saldo oplevert van 0,15% van het nationaal inkomen.
Met het standaardmodel kun je ook schattingen maken van het soort immigratie waar nu iedereen van droomt: het lokken van top talent. Ter wille van de illustratie definieer ik toptalent als kwaliteit overeenkomend met de bovenste 5% van onze eigen beroepsbevolking. We laten dus alleen maar immigranten toe die minstens zo goed zijn als onze eigen top 5%. Stel dat we zo de beroepsbevolking vergroten met 10 %. Dan stijgt het inkomen per hoofd van de ingezetenen eenmalig met 7,3%: de economische groei van een half decennium. Daar moeten we dan 700 000 buitenlandse werknemers voor binnenhalen. En de goeie selecteren! De zwakte van zo’n beleid is natuurlijk ook intuïtief duidelijk: als buitenlanders onze productiviteit moeten verhogen heb je een enorme hefboom nodig. In plaats van de buitenlanders als hefboom te gebruiken kun je beter de kwaliteit van de ingezetenen zelf verhogen. En ruim baan aan talent geven. Tussen 16 miljoen mensen is genoeg talent te vinden. Ter eenvoudige adstructie: tussen 1901 en 1913, toen onze bevolkingsomvang nog in de buurt van de 5 miljoen lag, won vier keer een Nederlander de Nobelprijs voor natuurkunde of scheikunde.
We missen natuurlijk de essentie van het probleem van stijgende bevolkingsdichtheid als we grond als productiefactor negeren. De agrarische sector moge geslonken zijn tot een paar procent van het nationaal inkomen, daarmee is het belang van grond niet navenant gekrompen: fabrieken en kantoren hangen niet in de lucht, voor wonen en recreëren is grond essentieel. Het eerste wat we kunnen doen is onze productiefunctie uitbreiden met grond. Voor een gangbare productiefunctie met constante schaalopbrengsten is eenvoudig af te leiden dat het effect van toenemende bevolkingsdichtheid op inkomen per hoofd gelijk is aan het aandeel van grond in het nationaal inkomen. Het inkomensaandeel van grond (pacht, de vergoeding voor grondgebruik opgenomen in huren, opbrengsten van kantoren, fabrieken, recreatievoorzieningen etc) wordt niet gemeten door het CBS, maar met schattingen van grondprijzen en rendement op investeringen in kapitaal is wel een schatting te maken. Dat suggereert dat een stijging van de bevolkingsdichtheid met 10 procent het inkomen per hoofd doet dalen met 2 à 3%.
Schaalvoordelen zouden die kosten kunnen compenseren. Empirisch onderzoek naar de effecten van bevolkingsdichtheid is schaars en alleen te vinden in de economie van steden en agglomeraties. Daar geldt als argument dat hoge bevolkingsdichtheid in steden de productiviteit langs diverse kanalen opjaagt: hogere productiviteit door de nabijheid van concurrenten, snelle verspreiding van innovaties en stimulering van creativiteit door de heterogeniteit van de beroepsbevolking. Schattingen van dat effect, voor de VS en voor Europa, komen op beperkte schaalvoordelen: verdubbeling van de bevolkingsdichtheid, bij constante hoeveelheid kapitaal per werkende, verhoogt de arbeidsproductiviteit met 5 à 6%.
Over dynamische effecten van immigratie hebben we nauwelijks robuuste kennis. Groeitheorie houdt zich niet bezig met migratie. Empirisch onderzoek naar de effecten van migratie op dynamische variabelen als productiviteitsgroei, innovaties, patenten, ondernemerschap komt op gang (zie een recent gehouden conferentie over immigratie en groei). De beperkte resultaten die er zijn geven echter geen steun aan de hypothese dat immigratie een significante stimulans betekent voor economische groei. De conclusie is dat economische theorie en empirisch economisch onderzoek niet wijzen op geaggregeerde baten van immigratie van enige omvang.
De richtingaanwijzer staat verkeerd
Als de baten van immigratie zo gering zijn is het onwaarschijnlijk dat ze de externe effecten van oplopende bevolkingsdichtheid zullen overtreffen: schade aan het milieu, congestie, lawaai, verlies van natuur en cultuurhistorisch unieke landschappen, wellicht zelfs psychische schade. De effecten zijn in principe afzonderlijk kwantificeerbaar, en worden ook gekwantificeerd. Maar het zou veel effectiever zijn als ze werden opgenomen in een primaire graadmeter voor economische groei. Die graadmeter is in zijn huidige vorm misleidend.
Richtsnoer voor economische politiek is het nationaal inkomen (of het bruto nationaal product). Externe effecten worden per definitie niet worden meegenomen. Maar, en ook dat is bekend, het nationaal inkomen per hoofd is fundamenteel misleidend als maatstaf van welvaart. Wat hier nodig is, is de wil om beter te meten.
In 1972 hebben Nordhaus en Tobin de basis gelegd voor een heroriëntatie, met hun oogmerk om “een correctie aan te brengen voor de meest opvallende afwijkingen tussen nationaal inkomen en economische welvaart”. Voor hun ogenschijnlijk bescheiden doelstelling voeren ze rigoureuze bewerkingen uit. Ik pik er drie uit. Allereerst, omdat de welvaartsmaatstaf mikt op consumptie per hoofd die duurzaam kan worden gehandhaafd worden voorzieningen geboekt die nodig zijn om kapitaal per werkende constant te houden: als de bevolking groeit moet je ook de nieuwelingen goed uitrusten met productiemiddelen. Ten tweede, niet langer meegeteld worden spijtbestedingen (”regrettables”): die genereren niet zelf nut, maar zijn noodzakelijk voor activiteiten die wel direct nut kunnen opleveren. Hun voorbeeld is uitgaven aan defensie. Een goed Nederlands voorbeeld zijn uitgaven aan waterbeheer: we houden de polder niet droog om nut te creeren, maar om nut te beschermen. Ten derde, ze nemen ook een aftrekpost op voor de “disamenities of urban life”, de bezwaren van het stadse leven: “vervuiling, afval, lawaai, onveiligheid, bouwwerken en reclames die een belediging zijn van de goede smaak, etc.” Hun toepassing voor de VS over de periode 1929-1965 geeft spijtbestedingen die oplopen van 8 tot 16% van het nationaal inkomen en “disamenities of urban life” getaxeerd op 6 a 7 % van het nationaal inkomen. Na alle correcties bedraagt de jaarlijkse groeivoet niet 1,7%, maar 1,1%, een reductie met ruim een derde.
Sarkozy heeft recent een extra impuls aan deze benadering gegeven, met een commissie onder leiding van topeconomen als Joseph Stigliz en Amartya Sen. Hun rapport wijst op een breed gedragen opvatting onder vooraanstaande economen dat het anders moet en anders kan. De effecten kunnen ingrijpend zijn: een eenvoudige herschikking van posten uit de Nationale Rekeningen gericht op zichtbaar maken van de kosten van bevolkingsgroei suggereert al dat de welvaart tussen 1970 en 2000 in Nederland niet is gestegen.
Een politiek dilemma
Hebben dit soort inzichten vanuit de economie de politiek dan niet bereikt? Allerminst. Om een voorbeeld te geven, in 1977 rapporteerde de Commissie Muntendam (Staatscommissie Bevolkingsvraagstuk) over het bevolkingsvraagstuk met heldere aanbevelingen: streef naar zo spoedig mogelijke beëindiging van de natuurlijke bevolkingsgroei, mik op een ontwikkeling van de vruchtbaarheid die tussen 15 en 30% beneden de vervangingswaarde ligt, hou op lange termijn het oog op een stationaire bevolking en zorg er voor dat immigratie op het tijdpad der demografische ontwikkeling geen noemenswaardige invloed uitoefent. Aanbevolen wordt om de behoefte aan gastarbeid te beperken. In 1972 had het CPB ook al gemeld dat gastarbeiders importeren niet zo’n goed idee was. De baten zijn gering, zeker niet beduidend hoger dan voor een alternatief beleid van meer kapitaalintensieve productie en stimuleren van arbeidsparticipatie van gehuwde vrouwen. “De problemen die uit de tegenwoordige bevolkingsomvang voortvloeien zijn al groot genoeg, bevolkingsgroei maakt de problemen nog groter.”
Economen wisten dus dat hoge bevolkingsdichtheid schadelijk is, en wisten ook dat immigratie niks oplevert. Jan van de Beek heeft in zijn proefschrift laten zien hoe ze in de beleidsvoorbereiding buiten spel kwamen te staan. Advies over immigratie werd snel het domein van sociologen en, nog belangrijker, van (cultureel) antropologen. En die identificeerden zich met hun onderzoeksobject. Zoals een latere waarnemer observeert:
“Deze methodologische voorkeur was gerelateerd aan een onderzoeksethos dat van de onderzoekers vereiste dat ze zich identificeren met immigranten, vaak gedefinieerd als de ‘underdogs’”.
De econoom bood zijn dorre schriftje met kosten en baten aan, de antropoloog stond klaar met zijn menslievend perspectief op een beklagenswaardige immigrant. En dat perspectief domineerde. De adviseurs hadden direct toegang tot de politici. In de invloedrijke Advies Commissie Onderzoek Minderheden was de dominante visie dat onderzoek moest dienen tot positieverbetering van de immigranten. Zulk beleid sloot naadloos aan bij een breed levend politiek sentiment dat racisme en discriminatie moesten worden voorkomen en bestreden. Een volslagen terecht sentiment, maar het elimineerde en verlamde de economen. Wijzen op de nadelen van immigratie zou je in de verkeerde hoek zetten, angst voor beschuldiging van xenofobie onderdrukte de zakelijke discussie.
Politici overbrugden de inconsistentie van afremmen van bevolkingsgroei en stimuleren van emigratie met een welbewuste leugen. Toen bijvoorbeeld de econoom Delfgaauw in 1949 stelde dat de snelle bevolkingsaanwas ons grootste economische probleem was, werden al Italiaanse arbeiders binnengehaald voor de staalindustrie en de Limburgse mijnen. In 1960, toen de natuurlijke bevolkingsgroei nog uitbundig was, werd de eerste overeenkomst voor gastarbeiders gesloten. Publiekelijk werd de analyse van de Commissie Muntendam nog in 1988 expliciet onderschreven. Maar het proefschrift van Tesseltje de Lange, gebaseerd op officiele documenten, inclusief verslagen van de Ministerraad, laat zien dat nimmer een helder en consistent immigratiebeleid is geformuleerd of gevoerd. Ook het parlement speelde geen rol van betekenis. De fictie van de tijdelijkheid van gastarbeid is heel lang in stand gehouden. De Minister van Justitie heeft herhaaldelijk geprobeerd, zonder succes, om de tijdelijkheid van gastarbeid wettelijk vast te leggen, net zo als dat gold voor stages en seizoensarbeid. De Lange concludeert dat er sprake was van bewuste misleiding:
“Ook uit het debat over het toestaan van gezinshereniging wordt duidelijk dat Arbeidsvoorziening en de Ministerraad begin jaren zestig er van uitgingen dat buitenlandse werknemers zich, als zij dat zelf wilden, permanent in Nederland zouden vestigen. Toch werd in de externe communicatie met het parlement, media en sociale partners van overheidswege gezegd dat arbeidsmigranten tijdelijk in Nederland waren en dat Nederland geen immigratieland was.”
Hoe verder met bevolkingsprobleem?
Nederland heeft op dit moment 16,5 miljoen inwoners. Het CBS voorspelt dat we doorgroeien naar 17,8 miljoen in 2040, en dat we dan op dat niveau blijven. Maar de marges van onzekerheid zijn groot. Ook het te voeren beleid is een onzekere factor. Pro-immigratie en pro-natalistische geluiden duiken regelmatig op. Het overheersende beeld is niet tevredenheid dat we nou eindelijk verlost raken van niet te stuiten bevolkingsgroei. Op zijn best heerst er een zekere gelatenheid dat we het onvermijdelijke maar moeten accepteren. Ik vrees dat de komende krapte op de arbeidsmarkt de macht weer terug legt bij werkgevers en dat immigratie weer zal worden gezien als een oplossing voor onze problemen. Net als in de jaren zestig, maar dan natuurlijk net iets anders, met net iets andere retoriek en met net iets andere fouten.
Ik vrees dat de nadelen van hoge bevolkingsdichtheid zullen worden genegeerd; een betere indicator voor nationale welvaart moet hier de politici dwingen om op een zuiver kompas te varen in plaats van op gegist bestek. Het is een fatale omkering van causaliteit om te denken dat slimme immigranten economische dynamiek brengen: economische dynamiek trekt slimme immigranten aan. We moeten eerst onze eigen zaakjes op orde hebben, met onderwijs op topniveau, met een stimulerend ondernemersklimaat en een omgeving waarin ambitie, creativiteit, intellect en vernuft in hoog aanzien staan en ruim baan krijgen. Op mijn schaal zijn de zorgen over de verkrapping op de arbeidsmarkt zwaar overdreven. Carone (European Commission Economic Papers, 2005) voorzien op Europees niveau ook bij dalend arbeidsaanbod nog steeds comfortabele groeivoeten, van 1,5% in de jaren 2005-2050. Ons eigen CPB voorspelde in 2000 dat in Europa tot 2050 de groeivoet van GPD per capita 0,4 procent lager zou zijn ten gevolge van dalende participatiegraden en stijgende afhankelijkheidsratio’s. Zelfs op de foute teller van het conventionele GDP per capita zijn dat toch geen ondragelijke lasten? Of moeten we nu allemaal bitter wenen om zulke drastische verarming?
De beperkte keuzeruimte
De mogelijkheden voor een restrictief immigratiebeleid worden drastisch ingeperkt door internationale verdragen en Europese regels. Er is sprake van een duidelijke kentering in het immigratiebeleid: restrictiever in toelating van asielzoekers en toegenomen ruimte voor de beter betaalde arbeidsmigranten. In het asielbeleid zit de speelruimte in de uitvoering, bij migranten uit de EU is er geen beleidsruimte, evenmin als bij immigranten uit niet-visumplichtige landen. Bij gezinsmigranten is er beleidsinvloed via de inkomenseis op gezinsniveau en middels het inburgeringsexamen. Met het beleid ten aanzien van kenniswerkers wordt ruimte geschapen voor arbeidsimmigratie, bij reguliere arbeidsimmigratie zit de ruimte in de normen voor een onvervulbare vacature. De inkomensgrens voor kenniswerkers definieert een kenniswerker ruwweg als iemand met een brutoloon in de top 20% van de loonverdeling. Een redelijk hoog niveau maar zeker niet het absolute topsegment.
De druk op de ketel van belanghebbenden bij immigratie, wanneer de spanning op de arbeidsmarkt oploopt, zal ontstaan bij de definitie van een onvervulbare vacature en mogelijk bij verlaging van de loongrens voor de definitie van kenniswerkers. Buiten beleidsinvloed blijven immigranten uit EU land en niet-visumplichtige landen. Restrictief beleid zal naar het zich laat aanzien worden gehandhaafd bij asielzoekers, en bij gezins- en arbeidsmigratie van buiten EU.
Beheersing van de bevolkingsgroei middels immigratie moet in hoge mate preventief beleid zijn, beheersing van de nadelen van bevolkingsgroei vraagt om stringent milieubeleid en strakke ruimtelijke ordening. Noodzaak van immigratie voorkomen betekent: inzet op hoge kwaliteit van onderwijs op alle niveaus, goede coordinatie tussen vraag en arbeid op de arbeidsmarkt, een flexibele beloningsstructuur, goede secundaire arbeidsvoorwaarden in zorg en onderwijs: autonomie is voor vakmensen belangrijker dan salaris. Strakke ruimtelijke ordening vraagt om centraal beleid, voorkomen van de uitwaaiering van de bebouwing en overaanbod van huizen en kantoren, ruimte voor natuur en milieu. Handhaven van een goede scheidslijn tussen stand en platteland biedt ruimte voor heterogene voorkeuren. Voor krimp in de buitengebieden moeten we niet bang zijn, maar we moeten het proces wel goed begeleiden en excessief kapitaalverlies opvangen.
* Dit is een samenvatting van mijn afscheidscollege aan de UvA, op 29 juni 2011. Voor uitgebreide toelichtingen en details zij verwezen naar de volledige tekst.
Lees meer bij Me Judice.
Reacties (78)
Ach, wellicht wordt in 2050 niet langer slechts naar de bevolkingsdichtheid en participatiegraad van Nederland gekeken, maar wordt de EU als geheel nog slechts genomen, en dan hebben we ruimte zat voor nieuwe ingezetenen, en banen te over.
En is Nederland slechts een wat dichter bevolkte stedelijke regio.
Probleem is dat de volheid subjectief is. Als je Nederland ziet als een “gezellige” aangeharkte stad met parkachtige recreatiegebieden, is het nog lang niet vol. Als je Nederland ziet als een wijds natuurgebied met een aantal pittoreske steden op de meest strategische plekken, waarin iedereen de mogelijkheid heeft om eens een tijdje niet in de verongelijkte rotkop van een medekoekhaplander te hoeven staren, mag >50% van de bevolking wel worden geconverteerd tot biobrandstof.
Lang stuk.
@laatste alinea heeft een aantal niet zo verrassende handvatten, uit de PvdA-hoek als ik het goed zie.
Wat hier toch ontbreekt is een sociologisch verhaal met de hand in eigen boezem. En een rijtje aanbevelingen waar Henk en Ingrid zich ook in kunnen vinden.
Ik heb het hele verhaal gelezen, maar lees niets over de oplossing van dit probleem:
Joop Hartog legt toch wel even keurig de problematiek vast. Ik durf het hier niet even samen te vatten, maar ik kan iedereen aanraden om even het PDF’je te lezen.
Jammer dat deze man met pensioen gaat!
Tja, vruchtbare delta met bruikbare zeehavens, grote bevaarbare rivieren en een behoorlijk koopkrachtig achterland. Probeer er eens een in de wereld te vinden van vergelijkbare typologie waar géén grote bevolkingsdichtheid is. Hoe stuurbaar is bevolkingsdichtheid nou echt?
@4 dat is impliciet een belangrijk onderdeel van het probleem; daardoor wordt de druk tot meer immigratie groter. Hartog houdt die boot af tot de laatste alinea.
@Eli
Duitsland heeft te maken met een krimpende bevolking. Trouwens de meeste landen ten zuiden en oosten van Duitsland hebben te maken met bevolkingskrimp. Duitsland heeft meerdere rivierdelta’s, meer en langere rivieren en is koopkrachtig.
Overigens oppert Joop Hartog heel wat anders. Hij stelt platweg gezegd dat de kwaliteit van leven niet afhankelijk is van de grootte of omvang van de bevolking, dus waarom immigratie?
@7 Dat begrijp ik, maar hoe lost hij dat op? Dat los je niet op met een betere kwaliteit van studenten.
Geen woord ook over de kansenwijken, waar het mes van de oplossing(en) aan twee kanten zou snijden.
Ik mis in dit verhaal de aanzienlijke emigratie van toptalent vanuit Nederland, die niet los gezien kan worden van de immigratie. Juist de mensen met meer kwaliteiten, academisch of ondernemend, zien betere mogelijkheden in het buitenland met alle gevolgen van dien.
Er zou dan ook een onderzoek onder studenten moeten komen hoeveel straks van plan zijn te emigreren. 150,000 mensen per jaar zijn toch 1,5 miljoen emigranten over de afgelopen 10 jaar.
Dan hebben we het over mensen die wel in Nederland gestudeerd hebben maar hun kennis en kunde met zich meenemen naar andere landen. Nederlanders doen het namelijk verassend vaak goed in het buitenland.
@9
Sommige problemen lossen zichzelf op, zeker in een tijdsspanne van ongeveer 25 jaar.
@11 Bron?
@12 Oh ja?
17,8 miljoen Nederlanders in 2040 en onze ergste probleem is dan spanning op de arbeidsmarkt. Gelukkig maar, ik was even bang dat er niet voldoende te eten zou zijn.
@13
Ja, een beproefd trucje bij overheden. Niets is voor eeuwig en de gemiddelde levensduur van een mens is bekend.
11 Die eerste zin slaat de spijker op de kop. De huidige immigratie jaagt de emigratie aan. Let daarbij op de kwaliteit van beide.
@16
Gelul.
@16 #ikbenweg gezien op TV ?
@8 Ik doel op ontwikkeling tot nu. Bevolkingskrimp heeft nog maar net ingezet. Hamburg is wel vergelijkbaar met Rotterdam e.o. Zeehaven met goed bereikbaar achterland. Aardige dichtheid ook (klik m’n link).
@19
Wat denk je dan van de monding van de Wisla, de Oder, de Donau, de Garonne, de Rhone, de Seine etc.
De Eems ligt trouwens in een van de dunstbevolkte gebieden in het vasteland van NW Europa
Overbevolking is geen probleem. Neergaande economie, oorlogen en ziektes brengt uiteindelijk de oplossing. De linksmens is altijd de sigaar, dat wel, maar een kleinigheidje hou je altijd.
Des Duivels! Is het niet de goedgelovige?
Op het gevaar af dat ik zo laat op de avond er een nulletje naast zit, maar als ik de gemiddelde Ecologische Voetafdruk van de Nederlander deel door het oppervlak van Nederland dan is er maar plaats voor 670.000 Nederlanders. Tijd voor een Geen-kind beleid?
Onze pensioenen worden sowieso afgebroken, ik zie ons al op ons tachtigste staan als zo een oudje die je dikwijls in Amerikaanse Supermarkten (of in Chinese zaken) ziet staan aan het einde van de lopende band de boodschappen inpakken. Een beetje langer doorwerken mensen, dan hebben we heul geen immigratie nodig!
Jaaah Frank, maar dan gaan we er wel van uit dat je zelf je karpers vangt, je je groenten verzamelt, je je bevers zelf vilt en ’s avonds aan het weefgetouw de doeken voor jouw kleding fabriceert.
Ik kom nog wel eens in Amerikaanse supermarkten. Meestal zijn het jongelingen (al dan niet met een geestelijke handicap) die mijn boodschappen inpakken.
De ouderen worden daar ingezet waar meer sociale vaardigheden vereist zijn! Ach, op mijn tachtigste heb ik er geen moeite mee om de gratis koffie voor anderen in te schenken. Ik hoop dat ik het nog kan.
Wisla, moeilijk bevaarbaar (ondiep). Achterland is stuk minder welvarend dan achterland Maas/Rijn monding. Aan de monding ligt Gdansk. Agglomeratie van ruim 1 mio inwoners.
Oder, monding bij Szczecin (ca. 400.000 inwoners) in de Oostzee. Heeft maar 1/3 van de afvoer van de Rijn bij vergelijkbare lengte. Grote delen van het jaar onbevaarbaar wegens lage waterstand of ijsgang.
Donau, mondt uit in Zwarte Zee. Echte hub is aan de andere kant van de Zwarte Zee: Istanboel (ca. 19 mio inwoners). Tot aan Wenen goed bevaarbaar, daarna veel sluizen.
Garonne, mondt uit in trechtervormige monding nabij Bordeaux (agglomeratie ca. 800.000). Ongeveer half zo lang als de Rijn en grotendeels onbevaarbaar.
Rhone, mondt uit in natuurgebied de Camargue. Beroemd om zijn hoge stroomsnelheden van Avignon stroomafwaarts. Geen duwvaart mogelijk. Hub nabij de monding is Marseille (agglomeratie ca. 1,4 mio).
Seine, monding bij Le Havre (agglo rond 250.000), ongeveer half zo lang als de Rijn en een kwart van de afvoer. Tegenwoordig goed bevaarbaar tot aan Parijs. Vroeger erg ondiep.
Eems, monding bij Emden/Delfzijl (natuurgebied). Afvoer ongeveer 1/25ste van de Rijn, lengte nog geen kwart. Niet vergelijkbaar.
De Rijn/Maas monding aan de makkelijk bereikbare Noordzee is best bijzonder. Wie niet ongelukkig wordt van hoge dichtheid kan hier van oudsher goed zijn boterham verdienen.
Bronnen: Wikipedia.
Beste Eli,
dan is de Rijnmond best uniek,zo’n typologie vind je dus niet gemakkelijk.
Mooi verhaal, maar het gaat volledig voorbij aan de mogelijkheid dat er grenzen zijn aan de economische groei. Bovendien gaat het verhaal uit van een blijvende econmische achterstand van andere landen ten opzichte van Nederland (en Europa) en daarmee de wil om hier te komen werken. Ik deel dat optimisme niet.
“Als de baten van immigratie zo gering zijn is het onwaarschijnlijk dat ze de externe effecten van oplopende bevolkingsdichtheid zullen overtreffen: schade aan het milieu, congestie, lawaai, verlies van natuur en cultuurhistorisch unieke landschappen, wellicht zelfs psychische schade.”
Het moet voor de linkse socio’s op sargasso een gevoelige slag in het gezicht zijn dat een droge econoom als Joop Hartog een groter empathisch vermogen heeft dan de hele linkse jandoedel bijelkaar.
Ik bedoel maar: Deze man onderbouwt wat bevolkingsaanwas door immigratie aan schade oplevert voor de gewone man en aan het milieu.
Dat zie ik de pvda nog niet snel doen.
@27
Maar het ging toch om water?
Ik snap er geen ene moer van.
@30 Een hoge dichtheid is toch alleen een probleem als er een hoge muur om het land staat? Dat met een andere definitie de welvaart hoger of lager kan uitpakken is nogal wiedes maar is een hoge dichtheid wel echt een probleem in onze open wereldeconomie?
@31
Leg uit…
@28
Jaja Henk en Ingrid hadden die hele lezing allang in hun hoofd. Zal Hartog trouwens fijn vinden dat jij zijn wetenschap empathisch noemt.
Begrijp ik het goed dat je vindt dat de wetenschap wat meer voeling voor de politiek moet hebben?
@31
Migratie van arbeid en kapitaal binnen Europa gaat heel wat simpeler dan 20 jaar geleden. Niks muur. En de schaarse factor natuur wordt opeens een stuk minder schaars als er geen grenzen meer zijn.
@33
Neen, je begrijpt mij niet en naar ik vrees velen anderen niet. Leeft u ietwat geisoleerd misschien???
@35
Nee ik leef niet geisoleerd. Ik woon in de Europalaan.
@36 Enfin, fijn voor u.
@37
Jup.
En zo eindigt een wellicht belangrijke discussie over Nederland als immigratieland op sargasso…
met de historische retoriek bij monde van Sjiek met “Jup”.
Geen intellectuele schermutseling.Hoogstens puberaal, bijna dom te noemen of dwaas(?) tegensputteren.
@28
Is dit bericht een kentering van meningen of draagt het bij tot de veelzijdigheid aan informatie. Ik denk het laatste.
Kennelijk heeft de auteur een persoonlijk probleem met de huidige bevolkingsdichtheid. Zo droog als zijn berekening van het economisch nut van immigratie is, zo suggestief en impliciet is zijn observatie dat de bevolkingsdichtheid problemen veroorzaakt. Droog economisch bekeken zou het wel eens zo kunnen zijn dat gebieden met hoge bevolkingsdichtheid juist het meest succesvol zijn. Het lijkt er op dat de auteur nogal willekeurige en vermoedelijke inconsistente criteria hanteert voor wat hij wenselijk acht. Het stuk mist de verdediging van twee essentiele veronderstellingen:
– bevolkingsdichtheid is een/het hoofdprobleem
– immigratie is verreweg de belangrijkste factor die bijdraagt aan bevolkingsdichtheid
Ondertussen vermijdt hij zorgvuldig heel belangrijke elementen, zoals de bevolkingssamenstelling (zie @4) en toename van de bevolking door geboorte. Wenst hij ook op dit terrein beleid? En wat zijn dan de effecten op de bevolkingssamenstelling?
Het ergste vind ik dat de politieke klasse ons bewust heeft voorgelogen over:
1. Terugkeer was nooit bedoeld.
2. Ze wisten dat er geen economisch voordeel was
Die twee dingen heb ik altijd geleerd op school. Blijkbaar klopte er niks van. Het zet je aan het denken dat onze politiek en cultuur al 40 jaar gevangen genomen is door een multiculturele knuffelhouding die elk gezond verstand eruit heeft gezet om maar hun ideaal te bereiken. Zelfs liegen. Hopelijk houden Glinks en D66 nu ook op de mantra te herhalen dat we er economisch voordeel aan hebben.
Nou, ik heb me door het stuk geworsteld. Belangrijkste conclusie: geen geld meer naar economiefaculteiten.
Hij is alleen bezig de juiste modellen te vinden om zijn gevoel (de polder wordt wat vol) te staven en “wetenschappelijk” te maken.
Los van het feit dat er heel veel correcte en relevante zaken in staan, schiet het op heel veel punten te kort.
(Al was het maar de vraag, wat als je al die immigranten niet had toegelaten of niet meer toe laat, wat doe je dan met de onderkant van de economie.)
Economen die met tekortschietende modellen zaken proberen te verklaren en daaruit aanbevelingen doen voor de toekomst, die hebben we nu wel genoeg gehad. Wat meer bescheidenheid in die groep zou welkom zijn.
Oh ja, en dat geld dat we niet naar de economiefaculteiten sturen, steken we in vakonderwijs. Nieuwe waardering voor mensen die echt wat kunnen maken.
@38
“En zo eindigt een wellicht belangrijke discussie over Nederland als immigratieland op sargasso…
met de historische retoriek bij monde van Sjiek met “Jup”.
Geen intellectuele schermutseling.Hoogstens puberaal, bijna dom te noemen of dwaas(?) tegensputteren.”
Beste knul/meid, jij vraagt me leg eens uit (@32) en dat doe ik (@34) je enige reactie is vervolgens een min of meer bedekte sneer (@35: Neen, je begrijpt mij niet en naar ik vrees velen anderen niet. Leeft u ietwat geisoleerd misschien???)
Mijn conclusie:
1) je hebt nog steeds niet mijn vraag beantwoord (@33: Begrijp ik het goed dat je vindt dat de wetenschap wat meer voeling voor de politiek moet hebben?). Ik die van jou daarentegen wel.
2) Je gaat niet op mijn argumenten in
Dus beste rare snijboon, wie maakt nu hier de discussie kapot? Jij toch…
Weet je wie de discussie ook altijd kapot maakte?
“Economen die met tekortschietende modellen zaken proberen te verklaren en daaruit aanbevelingen doen voor de toekomst, die hebben we nu wel genoeg gehad. Wat meer bescheidenheid in die groep zou welkom zijn.”
Misschien moet ook eens onderzocht worden of aanbevelingen voor de toekomst gebaseerd op pijltjesgooien effectiever is dan gebaseerd op economische modellen, zoals al eens is gedaan op de effectenbeurs: http://www.studyfinance.com/jfsd/pdffiles/v8n1/liang.pdf (waarbij het pijltjesgooien de voorkeur had).
@23: “aan het einde van de lopende band de boodschappen inpakken.”
Aan dat soort banen hebben we niet veel. de productiviteit daarvan is nihil. Als die 80-jarige niet in een fabriek spullen staat te maken, voor de klas mensen iets staat te leren, of in het verzorgingstehuis de luiers van zijn leeftijdsgenoten te wisselen, kan hij net zo goed in de luie stoel voor de haard zitten.
@41: Als je geboortebeperking in oog wil nemen, dan moet je eigenlijk de grenzen van Nederland wagenwijd open zetten. Als we één ding geleerd hebben van de immigratie van de afgelopen decennia is dat ze enorm geboortebeperkend werkt: Mensen die naar Nederland komen en hun nakomelingen krijgen veel minder kinderen, dan hun achtergebleven (ex-)landgenoten.
“Met alleen arbeid en kapitaal als productiefactoren en constante schaalopbrengsten, is de bevolkingsomvang irrelevant voor het inkomen per hoofd.” … “immigranten zijn alleen nuttig voor ingezetenen als ze verschillen van ingezetenen”
Dat geldt niet alleen voor immigranten! Dat geldt voor iedere willekeurige buurman die ik heb!! Indien we het inkomen per hoofd willen vergroten, kunnen we het beste de minstproductieven buiten de deur zetten. Immigraten of niet. Grens dicht na vakantie in O O Cherso.Dat is balen voor diegene die wordt buitengesloten, maar goed voor MIJ!!!! De welvaartsverbetering die de migrant behaald doet klaarblijkelijk helemaal niet ter zake. Het gaat om ONS inkomen per hoofd.
Voorts is het natuurlijk zo dat, ivm met de vergrijzing, die immigranten zich juist onderscheiden van de ingezettenen. Broodnodig onderscheiden zelfs.
“schade aan het milieu, congestie, lawaai, verlies van natuur en cultuurhistorisch unieke landschappen”
Zou het misschien ook nog zo kunnen zijn dat er nog voordelen zijn aan migratie? Verijking van je cultuur, lekker shoarma, mooi vrouwen, of zit dat allemaal in de productiviteits stijging van de bevolkingsdichtheid? Zo ja, waarom deze nadelen dan niet?
@steeph eens, maar je kunt met de zelfde economische theorie ook wel kritisch denken.
@28: er wordt niet beweerd dat bevolkingsaanwas door immigratie nadelige gevolgen heeft, er wordt beweerd dat bevolkingsaanwas nadelige gevolgen heeft. Een essentieel verschil.
Die gevolgen treffen trouwens net zo goed die immigranten, en niet alleen de gewone man. De meeste immigranten zijn ook gewone mannen en vrouwen.
Dat jij een hekel hebt aan immigranten betekent nog niet dat deze econoom het met je eens is, hoe graag je dat er ook in wilt lezen.
Ik krijg de indruk, als ik de reacties lees, dat het hebben van bedenkingen bij immigratie in Nederland de linkse variant oproept van rechtse klimaatscepsis. De man is wetenschapper, hij citeert wetenschappelijke onderzoeken, en wordt desalniettemin afgeserveeerd, precies wat klimaatonderzoekers overkomt.
Ik begrijp niet waarom linkse thema’s als milieu, volksgezondheid, inkomensverschillen, duurzaamheid, grenzen aan economische groei en het toekennen van andere waarden als graadmeter voor het nationaal welzijn opeens cynisch mogen worden afgedaan als je na moet denken over het wel of niet toelaten van vreemdelingen in je land.
50 Omdat links zich dan gedwongen zou voelen zichzelf te beschrijven in termen waarmee zij rechts al decennia demoniseert.
@52; dat Nederland vol is, blijkt alleen al uit de files en de woonkosten.
@Ernest #50: Voor mezelf. Mijn verwijt is niet dat hij niet een relevant thema en problematiek aansnijdt. Mijn verwijt is dat hij dat doet met tekortschietende modellen. En als ik dan toch een brug mag slaan naar wat jij aanhaalt. Er is een bekende econoom in Nederland die zich heftig met het klimaatdebat bemoeit. Betere illustratie van waar de grens van economen liggen is er niet (sorry JSK).
Immigratie is iets wat zeker niet ongestuurd moet groeien. Maar het zuiver vanuit beperkte modellen en een beleving van “vol zijn” benaderen helpt de discussie niet.
En mbt de waarde van het wetenschappelijke gehalte van economische onderzoeken, lees Beinhocker.
@52 Typisch Nederlands verschijnsel: files.
Zijn de woonkosten in Nederland hoog en als ze hoog zijn, zijn ze dat niet fors opgeklopt door bijvoorbeeld de HRA, huursubsidie en grondpolitiek?
@51 En rechts is totaal niet geinteresseerd in de linkse thema’s. Als rijke rechtse mensen een natuurgebied willen zien nemen ze wel het vliegtuig naar Tanzania of Zuid-Afrika. En wat betreft arme rechtse mensen – tja. Die zijn uiteindelijk maar wat blij met wat linkse partijen voor hen uit het vuur halen.
@54; niet door de huursubsidie, want die krijg je niet in de private sector (krijg je nl. alleen als je woning niet duurder is dan zeshonderdnogwateuro’s, kortom, als je toch al in een gesubsidieerde woning zit).
Grondpolitiek heeft er wat mee te maken; daarom vind ik de liberalisering van de woningmarkt ook bizar. Dat kan helemaal niet in Nederland, tenzij je overal vrij laat bouwen, en daar hoor ik de VVD zich niet sterk voor maken.
Hypotheekrenteaftrek heeft er ook mee te maken, idd.
@53 Ok, ik ben geen econoom en kan zijn model niet goed beoordelen. Maar dat geldt ook voor de modellen van klimaatwetenschappers, want dat ben ik ook niet. En dat geldt natuurlijk voor veel mensen: op een bepaald moment moeten ze wetenschappers maar gewoon vertrouwen.
Ik reageer ook op de andere opmerkingen, die tamelijk ballorig zijn.
Opeens is Nederland weer heel erg groot geworden, met onze Rijnmond en dergelijke. Alsof we allemaal nog in de havens werken. Die tijd is al lang voorbij.
@50: Omdat je, als je deze problematiek bekijkt met het oogpunt op immigratie, je je verengt tot de grenzen van dit land. Iets dat, gezien de internationale aard van de meeste thema’s redelijk zinloos is. Door de immigratie te beperken, verbeter je niets aan milieu, inkomensverschillen, volksgezondheid, duurzaamheid en grenzen aan de groei.
@55
Linkse mensen gaan naar Nepal of Nieuw-Zeeland. Groen-Links ziet liever dat er geschrapt wordt in het kindgebonden budget dan in windmolens.
OK, ik ben het met je eens, GL is geen linkse partij, het is “lifestyle” partij.
De SP is nog wel een linkse partij en de PvdA is een vriendenpartij geworden, namelijk dat waar het CDA zo berucht om was.
In 2009 groeide de bevolking met 89 000 “zielen”, 51 000 door het geboorte-overschot, 34 000 door het immigratie saldo. Het immigratie-overschot beloopt dus 40%. Daarmee zijn we een land met substantiële immigratie. In 2010 kregen in de VS 1 miljoen immigranten een permanente verblijfsvergunning, 3/10 procent van de bevolkingsomvang. In Nederland ontvingen we in 2009 146 000 immigranten, 9/10 procent van de bevolkingsomvang. Naar verhouding dus drie keer zoveel als een traditioneel bolwerk van immigratie.
Lees ik in het oorspronkelijke artikel.
Om te beginnen vergelijkt hij het aantal mensen dat een permanente verblijfsvergunning hebben gekregen in de VS, met het totaal aantal immigranten van Nederland.
Dit zijn de CBS cijfers naar nationaliteit. Wat we dus zien is dat van die 146.000 er 42.000 Nederlander zijn. Blijven er over 104.000. Daarvan zijn er 54.000 uit de EU en die hebben dus ook geen verblijfsvergunning nodig. EU-onderdanen zijn sterk vergelijkbaar met migranten tussen de verschillende staten van de VS en die telt hij ook niet mee. Blijft over 50.000 die wel een verblijfsvergunning nodig hebben. Vrijwel niemand krijgt een permanente verblijfsvergunning maar een tijdelijke. In Nederland ben je al snel een immigrant: bij langer dan 4 maanden verblijf. In de meeste landen is dat 12 maanden. Veel immigranten blijven maar een korte periode in ons land en zijn dus tijdelijke immigranten die een tijdelijke vergunning krijgen.
Bovendien was het migratiesaldo van niet-westerse landen naar geboorteland 19.000 in 2010. Klinkt allemaal al heel anders als 149.000.
Het is ook heel raar om een migratieoverschot te nemen van de bevolkingsgroei. Als het geboorteoverschot 0 is en het migratiesaldo 1 dan is het immigratieoverschot 100%. Met een migratiesaldo van 34.000, 0,2% van de bevolking , noem ik ons land geen immigratieland, maar dat is een kwestie van smaak. Het is in ieder geval geen 0,9%.
Van economie heb ik geen verstand. Van migratie wel. Dit soort rekenen van Hartog heb ik vaker gezien: het wordt zo geleerd op de PVV-rekenacademie. Als je zo bezig bent dan heb ik dikke twijfels over wat hij dan op de achterkant van de sigarendoos uitrekent.
Ik vind het een gemiste kans. Het is een uitstekende zaak om na te denken over eventuele toekomstige arbeidsimmigratie van buiten de EU, maar dan wel graag goed.
Plust Vandyke. Zou een hoogleraarschap Economie van de Integratie aan de UvA niet wat kunnen zijn?
De felste redes blijken vaak afscheidsredes. Kennelijk kan de waarheid alleen worden uitgesproken als je niets te verliezen hebt.
@58 Mag de bevolking van een land zelf ook genieten van een goed milieu, andere waarden op het gebied van economische groei en welzijn, en duurzaamheid? Daarin speelt bevolkingsdichtheid een rol, hoe je het ook wendt of keert.
Waarom zou je, als die thema’s zo internationaal zijn, je dan nog nationale politiek willen voeren met doelstellingen op dat gebied?
@63 De mensen die roepen van Nederland is vol, zijn nu juist de mensen die zich geen ene flikker aan trekken van het milieu. Voor die mensen is het Vondelpark al natuur.
Dit Kabinet is het grootste antimilieu Kabinet in tientallen jaren.
Ik irriteer me dan ook aan de natuurverhaaltjes van Hartog. Ik ben ongeveer van dezelfde leeftijd, dus ik herken wel wat, maar het is onzin om het verdwijnen van Nederland uit zijn jeugd aan de migratie op te hangen. In mijn vroege jeugd hadden in mijn buurt van pakweg 100 huizen, 2 mensen een auto. Voor de deur lag een stofweg en ook de weg naar het dorp was een vuilpad. Ik herinner mij de kleurrijke vlinders, die ik nu al vele jaren in Nederland niet meer heb gezien. Die jeugd bestaat niet meer, maar die had ook niet bestaan als we nu 13 miljoen mensen gehad i.p.v. 16,5 miljoen.
Ik heb het ook niet zo op dat grensjes denken. Ik denk Europees en dat doe ik al heel lang. Als net over de grens in bijvoorbeeld de Ardennen en de Eifel wel heel veel mooie natuur is te vinden waar ik dagenlang ongestoord kan rondstruinen, dan ben ik ook tevreden, zolang unieke Nederlandse natuur maar wordt beschermt.
Plust @vandyke eveneens. Misschien een idee om met je cijfers contact op te nemen met Joop Hartog, @vandyke?
61 & 64, op zich stelt Hartog in zijn afscheidsrede zich niet afwijzend op tegen immigratie of immigranten. Hij stelt dat kleinschalige (kennis)migratie economisch niet zo zinvol is. En hij definieert ‘vol’ op een economische manier: boven een bepaalde bevolkingsdichtheid neemt het economische rendement niet toe, maar zelfs af. Hij wijt trouwens het overgrote deel van de Nederlandse overbevolking aan de Nederlanders zelf, die tot in de jaren ’30 vaak wanstaltig grote gezinnen hadden van 10 kinderen of meer.
Of dit allemaal werkelijk zo is, weet ik niet. Ik ben benieuwd of een economisch iemand Hartog’s verhaal wil verifiëren.
In zijn fascinerende pageturner http://www.hitte.nu/volksbeving.html
over de wereldwijde bevolkingspolitiek komt de wetenschapsjournalist Fred Pearce tot de conclusie dat het goed denkbaar is dat aan het eind van de eeuw nauwelijks Europeanen meer bestaan.
“Als Italië op het recente vruchtbaarheidsniveau blijft steken en zijn bevolking niet aanvult met immigranten van buiten, zal het land tegen het einde van deze eeuw 86 procent van zijn inwoners verliezen en er nog maar 8 miljoen overhouden, tegen 56 miljoen nu. Spanje zal 85 procent verliezen, Duitsland 83 procent en Griekenland 74 procent”.
Is dat niet even schrikken dan wel een plezierig vooruitzicht ?
@Ernest #57: Er zit een levensgroot verschil tussen de modellen van economen en die van klimaatwetenschappers. Die laatste groep maakt gebruik van natuurkundige en scheikundige principes. Heel harde materie. Discussie gaat daar nu meer of cijfers achter de komma en de complexiteit van een heel groot systeem als de aarde (lucht, water, zon, etc…).
Economen hebben niet het genoegen van eenduidig bewijsbare wetmatigheden als bv de zwaartekracht of warmteopname van een bepaalde molecuul. Ze hebben benaderingen, ruime modellen en formules.
@66
Europeanen zijn mensen die in Europa wonen. Ik denk niet dat Pearce tot de conclusie komt dat Europa leeg is.
Al met al een stuk dat mij te weinig context biedt om er inhoudelijk op te reageren. Ergens vind ik dit het gebrek van de schrijver maar ook van de redactie. Je moet toch van te voren kunnen inschatten dat dit artikel voor de gemiddelde leek te veel techniek bevat. Behalve die techniek snijdt het artikel wel een relevant onderwerp aan. Dat zal dan wel de reden geweest zijn waarom het geplaatst is.
Eigenlijk een gemiste kans. HARTOGGGGGGGGG melden bij de ingang.
Goed stuk!
@70
Ik neem aan dat je oordeel over het stuk niet lichtvaardig geveld is. Je oordeel doet me vermoeden dat je heel goed begrijpt wat er allemaal staat. Misschien kun jij me dan uitleggen waarom een hoge bevolkingsdichtheid problematisch is als er vrij verkeer van kapitaal en arbeid is in onze open Europese zone?
Wat ik niet helemaal snap, dat Hartog het perspectief van migranten niet in zijn beschouwing meeneemt. Mensen zijn uit Suriname (land met lage bevolkingsdichtheid) naar Nederland (land met hoge bevolkingsdichtheid) gemigreerd. Dat deden ze toch omdat ze er beter van werden, en ze zijn er ook beter van geworden. Welvaartspeil in Nederland is hoger dan in Suriname. Mensen kijken echt niet naar bevolkingsdichtheid als ze hun woonplek zoeken : mensen zoeken naar bestaanszekerheid, dus werk en dat is meestal op plekken die dichtbevolkt zijn. Op wereldschaal lijkt me dat welvaart daarom ook toeneemt door migratie. Mensen kunnen productiever zijn door naar ander land te trekken.
@64 “Milieu” is meer dan “natuur” in de vorm van plantjes, vlinders en bospaadjes, hoewel die steeds slechter beschermd worden door mensen die ruimte moeten maken voor huisvesting en economie, nodig voor de economische en bevolkingsgroei. Het gaat er niet om hoever je van huis moet gaan om eens ongestoord te kunnen rondstruinen. Sommige mensen moeten daar niet eens aan denken.
Het gaat om de bestanddelen van de leefomgeving van mensen. Dat moet wel wat meer zijn dan asfalt, beton en bloemperken. Met een groei van de bevolkingsdichtheid creëer je een situatie waarbij je continu de milieunormen overschrijdt. Je kunt dan beter die normen voortaan schrappen voor de Randstad, want ze zijn niet hanteerbaar. Iemand die daar woont moet maar akkoord gaan met de grotere gezondheidsrisico’s die samenhangen met het grote auto- en vliegverkeer.
En waarom? Voor wie eigenlijk?
@73
“Je kunt dan beter die normen voortaan schrappen voor de Randstad ….”
Dat soort keuzevrijheid is toch de basis van onze samenleving? Met andere woorden: bevalt het niet verkas je. De markt heft veel fricties op en daar waar de markt niet snel genoeg gaat schakelt de overheid zich als een achtergrondprogramma van windows vista automatisch in. Zeker in een open Europa mag je van die werking van de markt uitgaan. Sterker nog. In dat open Europa is die hoge bevolkingsdichtheid economisch gezien een voordeel.
Het ligt me bijna op de tong om te schrijven dat Hartog nog uit de tijd van de planeconomie is.
@74 “Bevalt het niet verkas je” is niet bepaald de manier waarop een samenleving wordt gevormd. Volgens mij is het meer vechten om een plekje bij het vuur.
Ik vraag het me dus af of keuzevrijheid de basis van onze samenleving is. Als het al zo is, je hebt er niet veel aan, want hij wordt door veel normen beperkt. De keuzevrijheid wordt vooral door linkse partijen en milieu-organisaties bestreden, die iedere activiteit die een norm overschrijdt proberen tegen te gaan, en normen proberen in te voeren die die activiteiten beperken.
Laat ik mijn punt (@31 34) dan zo proberen te maken:
Als de toename van de bevolkingsgroei nationaal een economisch probleem is dan is de bevolkingsgroei in een stad voor de economie van de stad een probleem. Dus zou je denken: stad doe er wat aan. Maar dat mag niet. Van de wetgever en de rechter. Doorkruising van rijksbeleid. Dit soort beleidsinstrumenten is in ons huidige stelsel aan de rijksoverheid voorbehouden. Hier prevaleert weer even de eenheidsstaat en niet zijn gedecentraliseerde zusje.
De laatste 10 jaar hebben we een ontwikkeling gezien naar Europese integratie. Een nieuwe situatie. Ook nu weer moeten we ons de vraag stellen waar het beleidsinstrumentarium waar we het hier over hebben neergelegd moet worden. Bij de nationale staat of bij Europa. Voor mij een nobrainer.
@75
Die keuzevrijheid die aan de vrije markt ten grondslag ligt werkt natuurlijk niet perfect. De ene groep zegt dat hij niet perfect werkt omdat de overheid te veel barrieres opwerpt en de andere groep is niet van de perfectie van het systeem van de vrije markt overtuigd en ziet een actieve rol voor de overheid. Blablabla.
Als ik verhaal van Hartog mag geloven is een hele generatie economen er niet in geslaagd om actief beleid op dit gebied bij Den Haag erdoor te krijgen. En nu de tijd rijp lijkt om het politiek op de agenda te krijgen is de relevantie weg om met beleid op nationaal nivo te komen. O ironie.
Nederland is vol. Maar dat is geen probleem. Want er is welvaart. En een niet vol land, maar geen welvaart, dat is een groter probleem.