Het vervagende gezicht van de ouderdom

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Schjerfbeck “De ziel van het model, sommigen van hen stralen iets uit van datgene wat alles week maakt en dat men graag wil schilderen.” – Helene Schjerfbeck

Ondanks dat Helene Schjerfbeck (1862 – 1946) de bovenstaande quote voor anderen bedoelde, was deze in de laatste jaren van haar leven vooral op haarzelf toepasbaar. De in een isolement levende kunstenares schilderde bij gebrek aan nieuwe modellen vooral zichzelf en meer ook uit praktische overwegingen omdat het model dan tenminste altijd beschikbaar was. En het is maar goed ook dat ze zo aan zichzelf overgeleverd was, want de werken die daaruit voortvloeiden tonen een prachtige weerspiegeling van een gezicht dat in verval is en de psyche die daarin meegaat. Het was de zogenaamde ‘dubbele blik’ die Schjerfbeck in haar portretten aanschouwelijk wilde maken. Daarbij liet ze steeds vaker iets weg uit dat gezicht, waardoor de afbeelding een soort realistisch kubisme over zich krijgt. In het Zelfportret met rode punt (1944) bijvoorbeeld, is er eigenlijk nog maar één oog overgebleven en kijkt het ander je hologig aan, waarmee ze de leegte van haar laatste jaren tot uitdrukking brengt. Haar laatste portret uit 1945 is meer een schets die als een dodenmasker in twee dimensies kan worden beschouwd.

Het geheim van Finland is de ondertitel van de tentoonstelling van de kunstenares die tot 2 september in het Haags Gemeentemuseum loopt. Het is de eerste niet-Scandinavische overzichtstentoonstelling van Helene Schjerfbeck ooit. De reden voor dit late onthaal ligt voornamelijk in de slechte gezondheid waarmee Schjerfbeck heel haar leven te kampen had. Op haar 28e keerde ze na een verblijf van tien jaar in Parijs, noodgedwongen terug naar Finland om daar in het afgelegen Hyvinkää de gezonde lucht in te gaan ademen en tevens voor haar moeder te zorgen. Deze wending in haar leven leidde er meteen toe dat haar bekendheid sterk afnam. In Finland nam ze al vanaf haar zeventiende deel aan de exposities van het Fins kunstgenootschap en ook in Parijs begon ze al enige naam en faam te maken. Maar haar vertrek naar Hyvinkää betekende ook dat ze de deur naar de kunstwereld achter zich dichttrok.

Schjerfbeck2 Toch bleef ze doorschilderen en hield ze zichzelf op de hoogte door de internationale kunsttijdschriften die ze toegestuurd kreeg door vrienden. Alleen veranderden de onderwerpen van haar werken sterk. In plaats van impressionistische afbeeldingen van landschappen, stillevens en portrtetten maakte ze in die periode vooral stillevens van naaisters, arbeidsters en oudjes in schommelstoelen, eenvoudig en zonder bravoure. Dit deed ze erg stillistisch, maar de hevig veranderende kunstwereld zag daar natuurlijk geen brood in. Later ging ze meer een eigen stijl ontwikkelen en werden haar schilderijen donkerder en kreeg ze meer aandacht voor de autonomie van het lichaam hetgeen tot uiting komt in een toegenomen hoeveelheid portretten die ze maakte. Op aansporing van de kunsthandelaar Gösta Stenman ging ze reproducties van haar eerdere portretten maken, hoofdzakelijk in zwart-wit.

Het werk van Schjerfbeck heeft in de portretten soms iets weg van Modigliani, maar dan zonder de twist die hij gaf aan de oogopslag en qua kleurgebruik van Gaugain, maar de mooiste typering is afkomstig van een journalist van the Independent uit 2003: “Imagine the life of Frida Kahlo yoked to the eye of Edvard Munch, and you’ll begin to get the measure of this oeuvre…”

Gemeentemuseum

Reacties zijn uitgeschakeld