GeenCommentaar heeft ruimte voor gastloggers. Vandaag Chris Aalberts met de achtste en voorlopig laatste in de serie over twitter, vandaag het verhaal achter twitter zelf.
De manier waarop politici met burgers communiceren is al decennialang hetzelfde: massamedia verzorgen berichtgeving over de politieke actualiteit, journalisten interviewen politici over hun standpunten en kranten publiceren opinieartikelen van volksvertegenwoordigers. Deze middelen zijn beproefd, maar lijken inmiddels hopeloos ouderwets. Waarom zou je als politicus wachten tot een krant je opinieartikel publiceert of je een interview aanbiedt? Waarom zou je wachten totdat journalisten over je schrijven op een manier waar je geen controle over hebt?
De moderne oplossing heet Twitter. In 2010 brak dit medium definitief door als middel voor politici om hun achterban op de hoogte te stellen van hun standpunten en bezigheden. Inmiddels heeft meer dan de helft van de Tweede Kamerleden een account en maakt daar bovendien regelmatig gebruik van. Wat levert Twitter in politieke zin op? Een analyse van diverse tweets geeft geen positief beeld.
Zomaar iets roepen
Politici gebruiken Twitter vooral om iets te roepen en zo allerlei standpunten te verspreiden. Of die standpunten juist zijn, maakt daarvoor niet uit. Farshad Bashir twittert over aanbestedingen, maar vermeldt niet dat zijn partij de discussie over aanbesteden al heel lang geleden verloor. Ineke van Gent twittert over de treinchaos op Utrecht CS, en suggereert dat ten onrechte de Tweede Kamer hier iets aan kan doen. Het CDA twittert over treinvertragingen, maar verzwijgt dat het niets doet om het openbaar vervoer te verbeteren. Sophie in ’t Veld pronkt met verlengd zwangerschapsverlof, maar vergeet te melden dat het een vorm van Europese regelgeving is waar burgers sterk tegen zijn.
De tweede manier waarop politici Twitter inzetten is hun middelvinger naar anderen uit te steken. Ineke van Gent is blij dat de regering is teruggefloten door het Europese Hof, maar adresseert de zorgen van burgers over immigratie niet. Boris van der Ham maakt Maxime Verhagen verdacht omdat hij een goede band met Wilders heeft. En Han ten Broeke bagatelliseert dat treinreizigers op Utrecht CS massaal in de kou stonden te wachten op een trein die nooit kwam.
Incidentenpolitiek
Twitter laat zien wat de charme is van de traditionele journalistieke verslaggeving: standpunten worden tegenover elkaar gezet, het waarheidsgehalte van uitspraken wordt onderzocht en de intenties van politici bevraagd. Dit is precies wat bij Twitter niet gebeurt, conform het belang van politici die het debat niet aan willen of kunnen gaan en tegenstrijdig met het belang van een transparante politiek waarbij burgers een beeld krijgen van wat de standpunten van politici echt waard zijn.
En zo creëert Twitter het probleem waar velen al langer over klaagden: oppervlakkige incidentenpolitiek. Vroeger doken journalisten massaal op een nieuwtje of relletje, nu doen politici op Twitter dat zelf. Journalisten die aan oppervlakkige sensatiejournalistiek doen worden daar altijd op aangevallen. Waarom vallen we politici eigenlijk nooit aan als ze de slechtste journalisten imiteren?
Chris Aalberts is docent en onderzoeker politieke communicatie (www.chrisaalberts.nl)
Reacties (2)
Aardige insteek, maar ik ben het er totaal niet mee eens. Twitter leidt juist niet tot oppervlakkige sensatiepolitiek – integendeel, het heeft daarop relatief een geringe invloed – wat het wel doet is de manier waarop oppervlakkige sensatiepolitiek gevormd wordt genadeloos blootleggen. Tot een paar jaar terug ging dat via sms, email, en telefoon net zo, maar was het onzichtbaar.
Bovendien worden politici natuurlijk wél aangevallen op wat ze roepen, door Jan en alleman, voortdurend, juist omdat het kan. Natuurlijk proberen zij het spel goed te spelen en de zaak te manipuleren. Maar ze strijden in een open arena waar ze in principe gelijk zijn aan alle anderen, en er gaat ook voldoende mis. Neem nou Arend Jan Boekestein. Uiteindelijk zie ik geen reden voor pessimisme – en de argumenten die hier worden aangedragen zijn wel erg licht.
De gedachte van Chris klopt wel degelijk op het punt dat het eigenlijk een pr/marketing truc is. Je geeft bijv. als parlementariër aan op twitter dat je een situatie niet leuk vind. Dat vindt de achterban aardig, en zij hopen dat hun volksvertegenwoordiger daar wat aan gaat doen. Met nadruk op hopen, niet verwachten. Er is immers geen garantie gegeven dat de vv iets aan de situatie gaat/kan veranderen. Dat de vv dat moeilijk kan, of helemaal niet in staat is dat te doen, daar denken volgens mij weinig mensen aan. Het is meer op gevoel. Oh, die vv voelt ook wat ik meemaak. Dichterbij in beleving. Of ze daadwerkelijk wat er aan gaan doen is een tweede.