Dik tien jaar geleden was Eveline Herfkens (PvdA) minister van ontwikkelingssamenwerking. Zij besloot het aantal landen dat hulp ontving drastisch terug te brengen, tot een stuk of negentien. Nu is het een staatssecretaris die over het onderwerp gaat, Ben Knapen (CDA). Een van zijn belangrijkste voornemens: het aantal landen terugbrengen tot onder de 16. Het zijn er nu 36, terwijl Herfkens er 22 achterliet.
Een tweede oud refrein is dat de hulp meer ten dienste moet staan van het Nederlandse bedrijfsleven. Minder onderwijs en gezondheidszorg, meer infrastructuur en andere ‘harde’ investeringen. De multinationals zelf krijgen overigens steeds meer oog voor de softe kant in de arme landen waar ze opereren. De relatie met ontvangende landen moet minder eenzijdig, zegt Knapen, ongeveer het argument waarom ‘ontwikkelingshulp’ ooit omgedoopt werd in ‘ontwikkelingssamenwerking’, zonder dat er wezenlijk iets veranderde.
Kortom, in de afgelopen tien jaar heeft in elk geval het Nederlandse beleid op dit terrein weinig ontwikkeling doorgemaakt, en te vrezen valt dat dat ook de komende jaren niet het geval zal zijn. En dat terwijl de WRR eerder dit jaar nog een steekhoudend voorstel tot hervormingen deed, waarin meer nadruk ligt op het geven van eerlijke kansen aan arme landen op de wereldmarkt, bijvoorbeeld in de sfeer van handelsvoorwaarden en maatregelen tegen belastingontduiking en corruptie.
Reacties (2)
Eerlijke kansen geven voor de armere landen op de wereldmarkt. Klinkt erg idealistisch.
Het gebeurde bijvoorbeeld bij Heineken al dat zij een fabriek neerzetten in land x, en dat de boeren voor de brouwerij landbouwproducten gingen verbouwen. De boeren werden daarbij ‘geholpen’ door medewerkers van het ministerie van OSW of NGO’s. Een stukje economische ontwikkeling in land x, en meer winst voor het bierconcern. Hand in hand, de koopman en de dominee. Daarom zijn de verhalen van de bodemloze putten soms lariekoek.
Weinig ontwikkeling in het ontwikkelingsbeleid: een interessante conclusie. Hoe komt het? Geen prioriteit, geen visie en weinig creativiteit laat staan kritisch denken over alles wat zich buiten de landsgrenzen bevindt.