COLUMN - In de boekwinkel struikel ik over een klein boekje van Paul Scheffer, met de titel: “De vrijheid van de grens”. Het is een uitgave die past in ‘de maand van de filosofie’, en het kost maar 4.95 euro. Dat laat een mens niet liggen, al is de omvang niet genoeg voor een hele maand filosoferen.
De vrijheid en de grens
Actueel is het begrip grens wel: het journaal toont ons wegwaaiende tentjes bij Idomeni in Griekenland, waar nog steeds vluchtelingen wachten (op Godot?), alsof het een verregende vrijmarkt is op Koningsdag. Alleen hebben hun bewoners geen perspectief, terwijl de vierders van Koningsdag hun opbrengst van de markt kunnen gaan natellen in hun verwarmde huizen. Heel mooi, die deal met Erdogan, maar we hebben nog wat vluchtelingen vergeten.
Ik ben jaloers op het sleutelcitaat van Hegel, dat Scheffer gebruikt: “Iets is alleen wat het is binnen zijn grens en door zijn grens.” (p.18) Geldt dat ook voor de vrijheid, vraagt Scheffer zich dan af. Hij vraagt terecht of het wereldwijde web een bedreiging van die vrijheid is, want de ongekende informatiemonopolies (Google, Apple, Facebook, etc) zien hun kans schoon.
Maar dan laat Scheffer het zitten: hij definieert vrijheid niet, de begrenzing daarvan ook niet, maar bouwt zijn verhaal op binnen zijn eigen tak van sport, de migranten en hun problematiek. Dat is te verwachten, maar ik broed op het zinnetje van de duistere filosoof. De grens geeft iets betekenis en identiteit. Letterlijk is dat wel plausibel.
Maar is vrijheid ook begrensd? Wat is vrijheid dan? Wordt het bepaald door zijn begrenzing? Rob Wijnberg meende ooit van wel. “Zonder grenzen – dit mag wel en dit mag niet – is er geen sprake meer van vrijheid. Grenzeloze vrijheid is namelijk doelloos: ze dient nergens toe.” (p.45) Ik ben er in deze kolommen om bekritiseerd, toen ik hem volgde en terecht. Want ik weet niet of vrijheid een functie moet hebben. Vrijheid van inmenging, van pressie, van gedragsbeïnvloeding, het is een droom voor de echte anarchist. Vrijheid hoeft niet ergens voor te dienen.
Binnen en buiten
Als wij na een lange vakantierit de grens van ons land over reden, hief ik een vaderlandslievend lied aan, tot vermaak en later irritatie van mijn kinderen. Maar een thuisgevoel was niet te ontkennen. Alleen, gaat het om de grens of om het verschil? De borden kan ik in Duitsland en België ook lezen, maar de versterking van de identiteit als je het land binnen rijdt komt niet alleen uit de taal.
Met een begrip als “systeem” heb je iets dergelijks: een systeem wordt bepaald door zijn grenzen. Wat is dat dan? “Bepaald”, dus als je een grenspaaltje ziet.
Wikipedia zegt:
Een systeem is doelmatig samenhangend patroon, of een uit meerdere onderdelen bestaand stelsel dat als geheel toegevoegde eigenschappen heeft. Dus: waar het geheel die eigenschappen niet meer heeft, heb je een grens.
Scheffer ziet mensen die het eigen erfgoed omarmen en mensen die openheid prediken. “De pleidooien voor open en gesloten grenzen sluiten elkaar uit en dat voorspelt weinig goeds. Als deze breuklijn zich verder in onze samenleving vastzet, dan is wel duidelijk waar de meerderheid zal eindigen: niet aan de kant van de wereldburger, maar aan de kant van de kleinburger.” (p.38) Dat is wel mooie tekst, maar wat betekent het? Dat kleinburger Wilders de nationale grens weer gaat invoeren? Dat we dat alleen kunnen verhinderen, door onze hele marine naar Lesbos te sturen?
Filosofen en politiek
Het maakt mij eerder onrustiger, dan geïnspireerd. Het kan wel zijn dat je voor je eigen erfgoed bent of voor openheid, maar mag allebei ook? Ik zong: “ik heb u lief, mijn Nederland” als ik de grens over reed en vestigde daarmee een gevoel voor ironie bij mijn kinderen. Toch ben ik voor een open houding en verwelkom ik lastige bijdragen uit andere culturen.
Scheffer vindt de buitengrens van belang, want als je die niet bewaakt en je hebt de binnengrens afgeschaft, dan ben je volgens Hegel niet meer wat je bent. De vluchteling bedreigt dus onze identiteit? Is dat niet een opvatting, die de kleinburger past?
Het is een duister filosoof: het mag een compacte formulering van een gedachte zijn, maar wat de gedachte zegt sluit dat aan bij wat we ervaren? Heb ik een begrenzing nodig om te zijn wie ik ben? Geeft de grens vrijheid betekenis?
Ik voel me nog heel Nederlands en ook heel vrij; ik heb niet het idee dat het verandert als er een AZC voor 300 mensen in mijn gemeente komt.
De vrijheid van meningsuiting krijgt betekenis door zijn begrenzing, dat geloof ik nog wel. Ebru Umar beheerst het provocerende taaltje wel en krijgt storm terug van houders van een Turks paspoort. Het is een would-be journalist zei iemand bij Pauw. Och..
Ik vind het meer een kwestie van stijl. Als je provoceert en beledigt, krijg je een reactie. Dat is niet opmerkelijk of mis.
Ik vind wel iets van de maatvoering, in Turkije, maar dat interesseert Erdogan geheel niet. Ik vind ook iets van zijn bemoeizucht met ons, daarvan kan hij zich beter wel iets aantrekken, want het totalitaire gedoe veroorzaakt weinig goeds voor Turkije.
Kortzichtigheid
Het lijkt iets van de laatste jaren, deze discussie, maar dat is helaas niet zo. Op 22 september 1998 poogde de Belgische rijkswacht Semira Adamu uit te zetten. Omdat het de zesde poging was ging dat niet zonder geweld. De Nigeriaanse stikte onder een hoofdkussen.
We wachten in Europa al jaren op de barbaren.
Paul Scheffer, “De vrijheid van de grens”, 2016
Rob Wijnberg, “Nietzsche en Kant lezen de krant”, Amsterdam, 2009