Een bijdrage van Roemer van Oordt.
In het Amsterdamse onderwijs gaat veel mis. Eén van de meest dramatische ontwikkelingen is de overbevolking van, de vanuit arbeidsmarktperspectief bekeken, veelal kansloze opleidingen, waaronder de meer theoretisch georiënteerde richtingen binnen het VMBO. Extra frustrerend, omdat een behoorlijk deel van de jongeren dat deze opleidingen volgt helemaal niet met het hoofd maar met de handen bezig wil zijn. Ze haken daarom gedesillusioneerd af en belanden zonder diploma bij de Dienst Werk en Inkomen.
Vreemd genoeg zijn opleidingen op dat niveau in de zorgsector en vooral in de techniek in de grote steden veel minder populair. Het NRC kopte al in juni dat de laatste lagere technische opleidingen in Amsterdam dreigen te verdwijnen door een gebrek aan nieuwe aanwas. In de eind 2011 verschenen arbeidsmarktbrief, geven de Amsterdamse wethouders Gehrels (Economische Zaken) en Van Es (Werk en Inkomen) aan dat het verbeteren van zowel de kwantitatieve als kwalitatieve match tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt één van hun belangrijkste opdrachten is. Er zijn al te weinig kwalitatief geschoolde technici en verzorgers en dat tekort wordt alleen maar groter. Recent onderzoek van het ROA (pdf) wijst uit dat er nou juist met zo’n diploma op zak over de diepste recessie heengekeken wel werk is te vinden, en soms nog goedbetaald ook. Wat te doen?
Verontrustend beeld
Natuurlijk is deze problematiek stadsoverschrijdend. Niet voor niets kwamen VNO-NCW, MKB-Nederland en Stichting Platform VMBO (SPV) onlangs gezamenlijk met een bijna manifestachtige notitie die als petitie aan de minister van Onderwijs werd gepresenteerd onder de naam ‘Toekomst voor Techniek’ (pdf). Daarin wordt een verontrustend beeld geschetst van de overlevingskansen van het VMBO en dan vooral van de basisberoepsgerichte leerweg.
De situatie in de grote steden is overigens onvergelijkbaar met die buiten de Randstad. Als voorbeeld mag dienen dat volgens onderzoek van DUO-CFI de Zuid-Hollandse gemeente Schoonhoven met zo’n 12.000 inwoners momenteel meer leerlingen techniek in het VMBO heeft dan de ruim 100 keer zo grote steden Amsterdam en Rotterdam bij elkaar.
Minder leerlingen leiden logischerwijze tot minder opleidingen. Gecombineerd met de steeds eenzijdigere beoordeling van scholen op een zo hoog mogelijke opleidingskeuze voor leerlingen en het imagoprobleem van technische studies leidt deze tendens tot een gat aan technisch personeel dat in 2014 al schrikbarende proporties aanneemt. Techniektalent.nu komt uit op 38.000 VMBO’ers en 23.000 MBO’ers. Van Bijsterveldts’ reactie in het Parool: “Dat tij moet worden gekeerd”. Maar hoe?
Noodklok
Van alle kanten wordt de noodklok geluid. Hieronder een kleine greep uit opiniestukken in NRC Handelsblad van de afgelopen maanden. Hoogleraar innovatiemanagement Ben Dankbaar waarschuwt voor het wegvallen van de industriële productie in Nederland als voor de hele fase tussen onderzoek, uitvinding en octrooiaanvraag en het daadwerkelijk op de markt zetten van producten het gat MBO-techniekers niet wordt opgevuld.
Ondernemer Johan Schaberg stelt dat het economisch belang van arbeid buiten beeld is geraakt. Hij merkt heel beeldend op dat meisjes en jongens die vroeger de maakindustrie in Nederland overeind hielden, tegenwoordig in slaap vallen of gaan klieren in een of andere beroepsgerichte kwalificatiestructuur, terwijl ze bezig hadden kunnen zijn met lassen, stukadoren, timmeren, metselen of fijnmetaalbewerking.
Econoom en publicist Ewoud Jansen wijst met de beschuldigende vinger naar onze fixatie op hoger opgeleiden. De diploma-inflatie die over de hele linie plaatsvindt, leidt volgens hem tot een groeiend leger hoger opgeleiden waarvan het niveau gemiddeld daalt. Jansen: “Ondertussen verwaarlozen we de basis en hebben we steeds minder gediplomeerde vaklui….Ik denk dat we meer hebben aan een paar extra lassers en metaalbewerkers dan aan een batterij vers afgestudeerde communicatiewetenschappers ”.
Veel onderwijs(des)kundigen omarmen het pleidooi van de SP om de kleinschalige ambachtsschool – als tegenhanger van de onpersoonlijke, kolossale ROC’s – weer nieuw leven in de blazen.
Handvatten voor verbetering
Al deze signalen geven aan dat op zeer korte termijn concrete en effectieve stappen moeten worden gezet. De notitie ‘Toekomst voor Techniek’ van de werkgeversorganisaties en de VMBO-koepel geeft daarvoor een aantal handvatten: Betere doorverwijzing, praktische vaardigheden testen bij de CITO toets, verbeteren van het aanbod (technomavo en techniek meer herkenbaar maken in basisvorming), meer docenten, betere samenwerking in de regio tussen scholen en bedrijfsleven en forse uitbreiding van de inzet van het bedrijfsleven zelf.
Vooral de laatste aanbeveling lijkt essentieel om de aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt te verbeteren. VNO-NCW, MKB-Nederland en SPV zien voor het bedrijfsleven een rol bij de samenstelling van betere, eigentijdse programma’s in het technisch VMBO, bij het beschrijven en vergaren van goede leermiddelen, bij de inzet van vakmensen als docent en bij het geven van goede voorlichting over techniek op basisscholen aan leerlingen en ouders.
Onorthodoxe aanpak
Of het voorlichten van leerlingen en ouders via de traditionele ingang van de school echt kans van slagen heeft, valt – door ervaring rijker – te betwijfelen. De instroom blijft vooral achter in de grote steden, waar een groot deel van de scholieren in het basis- en voortgezet onderwijs een niet-westerse achtergrond heeft. Het betrekken van de ouders van deze leerlingen bij hun maatschappelijke (school en werk) carrière blijkt keer op keer geen sinecure. Hordes ouderparticipatieprojecten zijn op scholen ingezet om daar iets aan te doen. De successen zijn schaars.
Met een belangrijk deel van de leerlingen en hun ouders valt dus nog veel te winnen. Vooral bij jongeren met hun roots in Marokko en Turkije leeft vaak een zwaar vertekend beeld over de status en het beroepsperspectief van bijvoorbeeld een metaalbewerker of loodgieter. Migranten van de eerste generatie die hier naartoe zijn gehaald om met hun handen te werken, zien hun zoon en dochter nu eenmaal bij voorkeur doorleren en liever achter het bureau dan aan de werkbank.
Het breed verstrekken van toegankelijke en eerlijke voorlichting over opleiding tot en inkomen/status van geschoold technisch vakmanschap op plekken waar de ouders wél komen, is een eerste vereiste. Daarbij valt vooral te denken aan de eigen sociale structuren, waaronder de moskee(koepels), sportclubs, sociaal-culturele organisaties en winkel/horeca(keten)s. Vorig jaar bleek tijdens het project Voorkomen is Beter dan Genezen van de Raad van Marokkaanse Moskeeën Noord-Holland en ACB Kenniscentrum de inzet op laagdrempelige voorlichting aan ouders in de moskee in combinatie met begeleid bezoek aan verschillende VMBO-scholen een succesnummer. Een uiterst bescheiden voorbeeld dat alleen al in Amsterdam veel breder kan worden uitgezet.
Het mag tegen de politieke stroom in zijn; als kenners de noodklok luiden zijn onorthodoxe maatregelen en middelen vereist. Laten we vooral voorkomen dat jongeren door vervormde beroepsbeelden verkeerde keuzes maken en we geen halve generatie weggooien. Meer maatwerk is op alle terreinen vereist. Dat de (Amsterdamse) economie daar uiteindelijk volgens alle deskundigen van meeprofiteert, zou voldoende drijfveer moeten zijn om er nu in te investeren.
Roemer van Oordt is redacteur van Republiek Allochtonië en oprichter van projectbureau Zasja
Reacties (18)
Prima.
En dan ook nog de sfeer in de klas verbeteren door de kinderen die gewoon wat willen leren, de les te geven waar ze recht op hebben. Dan leren ze tenminste wat, worden de schoolresultaten beter en dat trekt ook weer nieuwe leerlingen aan. Alleen maar omdat je IQ niet boven de 100 is, hoef je nog niet meteen op een hoop te worden gegooid met de potentiele criminelen in de klas. Die krijgen al aandacht genoeg.
Doe de klieren eerst maar in een eigen klas of school met sociaal-psychologische begeleiding. We willen ze later toch ook niet met zo’n houding in de gezondheidszorg hebben rondlopen? Of hebben we zo’n hekel aan de bejaarden en zieken dat ze alleen maar door misfits mogen worden verzorgd?
Dit stuk roept meerdere vragen op.
Hoe staat het met de ROC’s in de steden? Zijn die in alle steden zo giga groot? Is het directe schoolpersoneel berustend geworden vanwege slechte roosterplanning, te laat aangekomen software, lesuitval door ziekte en goedkoop -overal inzetbaar- personeel?
Hoeveel behoefte is er werkelijk aan vakmensen? En hoeveel loon heeft MKB en de grotere (zeldzaam wordende) fabrieken over voor hen? Fabrieken willen toch juist personeel dat makkelijk praat met de klant en weinig kennis heeft?
Wat doen we met de managers, de patjepeeërs (zie NRC 4/2 art.Bommeljée) Hun bestuurscultuur zorgde ervoor dat docenten en studenten niets te zeggen hebben, terwijl aan de top in twee decennia zoveel geld is verbrast waarvoor honderden aio’s en docenten hadden kunnen werken.
Leo Prick (NRC enkele weken geleden) hoort docenten klagen over de kwaliteit van het onderwijs. Ze worden gedwongen hun eisen te verlagen en moeten onduidelijke competenties afvinken. Maar die klachten worden verdoezeld als incidenten, totdat bijv. de affaire Inholland aantoont dat dit falen geen incident meer is, maar een structurele cultuur.
Wat doen we met de incestueuze relaties tussen afgezwaaide politici en regerende politici. Zij bejegenen elkaar begripvol ten koste van de vaklui onderaan de hiërarchie. Politici zien het onderwijs (met grote fusie) als de nieuwe banenbank na hun politieke periode.
Hoeveel invloed hebben de media op de beroepskeuze? Is er meer vraag én aanbod bijv. voor goede koks? Er zijn inmiddels heel wat tv-programma’s die het beroep tot spannende hoogten voeren. Als dat een gunstig effect heeft, wacht er nog een grote taak voor de media.
Beetje vreemd dat aan het eind van het stuk de immigratie er weer bij wordt gehaald, maar goed, als de cijfers kloppen dan zal het wel.
“Ik denk dat we meer hebben aan een paar extra lassers en metaalbewerkers dan aan een batterij vers afgestudeerde communicatiewetenschappers”
Dat denk ik ook, maar ik denk ook dat aspirant-communicatiewetenschappers op geen enkele manier over te halen zijn om een bbl op het vmbo te gaan doen.
Misschien is het een idee om de oude mavo weer uit het slop te trekken? De invoering van het vmbo met al zn leerwegen heeft naar mijn idee toch een soort gat geslagen tussen hoger- en lager opgeleiden.
Veel meer leerlingen Techniek in Schoonhoven? Ik vermoed dat ambachtelijke beroepen in dat stadje naar waarde worden geschat. Je kunt daar goede opleidingen volgen, onder meer voor goudsmid, zilversmid, glazenier en uurwerktechnicus.
“Vreemd genoeg zijn opleidingen op dat niveau in de zorgsector en vooral in de techniek in de grote steden veel minder populair.”
Volgens mij kan de schrijver daar best een goed antwoord op geven, maar doet hij dat niet helemaal, althans, hij licht een klein tipje van de sluier op onder het kopje “onorthodoxe aanpak”.
Ik ben van mening dat de eerste reaguurder, Ernest, de zaak helder en duidelijk voorstelt! Ik stel zelf vast dat je welwillenden, argelozen en tenslotte veel potentieel gevaarlijke criminelen op het VMBO ziet. Die laatste groep verziekt het voor de eerste twee groepen en het onderwijsgevend personeel. Laat men eerst daar eens wat tegen ondernemen!
Laten we dan eerst eens beginnen met te stoppen het vmbo af te schilderen als een broedplaats voor gajes en criminelen. De meeste herrieschoppers op het vmbo (op de havo en het vwo ook trouwens) heeft wel degelijk een grote passie voor zaken, maar ontbreekt het aan zelfvertrouwen. Hoe was je zelf als puber?
Inderdaad, ook met een gebrek aan zelfvertrouwen, maar er is een groep met net even iets teveel verkeerd zelfvertrouwen. Vooral op het laagste VMBO niveau in de steden is er een vervelende mix, namelijk goedwillenden met een laag, nog niet doorontwikkeld IQ en een groep structureel onwillenden met, ondanks hun leeftijd, een crimineel verleden. Die zitten bij elkaar. Fijn als je puberdochter of zoon in deze ontwikkelingsfase en met gebrek aan zelfvertrouwen daar tussen komt te zitten.
Wat kan ik zeggen? Zelf ben ik afgehaakt van een mbo opleiding verzorging. De klas was altijd een apenkooi. De opdrachten waren af binnen een uur en dan moest je verplicht je tijd ‘uitzitten’, omdat je verplicht aanwezig moest zijn. Je had veel zogenaamde DOL(docent op loopafstand) uren.
Dan heb je zoiets als compententie gericht onderwijs. Wat inhoud dat je meer bezig bent met het verzamelen van bewijsstukken (veel reflectie-verslagen schrijven) ipv. inhoudelijk les krijgen. Er zijn doktoren en hbo-verpleegkundige weg bezuinigd, wat resulteerde dat de leraar/lerares in alle vakken les gaf. Dit deed enorm afbreuk aan de specifieke lessen en de diepgang ervan. Een goed voorbeeld waren onze EHBO lessen van een lerares (zoals alle daar) die niet bekwaam en/of bevoegd waren namens het Oranje Kruis. Al met al heb ik besloten om geen onderwijs te genieten totdat dit is afgeschaft. Het mbo onderwijs is meer je tijd uitdienen dan inhoudelijk goed onderwijs genieten.
Het meest vreselijke vond ik de zogenaamde ontwikkelingslijn burgerschap. Voor deze ontwikkelingslijn moest je bewijsstukken verzamelen hoe de normen en waarden van de Nederlandse samenleving werkt en dat je conform die normen en waarden leeft . Pure staatspropaganda. Dit, omdat er nooit een serieus kritische blik op de Nederlandse samenleving werd geworpen.
De reflectieverslagen en de presentaties? Dat was pure plagiaat. Copy&pastes van Wikipedia, hier werd niet tegen opgetreden. Dit allemaal op het ROCVA te Amsterdam.
goed stukkie +1
Daar staat tegenover het leger kansloze afgestudeerden van het hoger onderwijs. De opleidingen gaan niet diep genoeg of ironisch genoeg niet breed genoeg. In het eerste geval op ’t vlak van onderzoek in het tweede geval op ’t vlak van praktijkervaring.
Tja, zullen we het die mensen van Nedcar maar even vertellen dat ze zo gewild zijn in dit land? Of al die technische divisies waar MTS electro-ers allemaal eruit gebonjoured zijn?
Man man, elke keer wordt er van de hoogste daken geschreeuwd dat er een tekort aan technisch personeel zou zijn. Alleen merk je daar in de praktijk barweinig van. In Nederland verdien je als technicus bizar weinig en zijn bedrijven er maar al te gewillig voor alles te outsourcen of als er ontslagen moeten vallen dit eerst neer te leggen bij technische afdelingen.
Klopt, daarom kan je in de praktijk toch maar beter iets met taal of cultuur gaan doen, omdat dat lekker lokaal gebonden is. Als je iets universeels doet als techniek dan staan er 10 Polen of, mits outsourcebaar, 200 Chinezen en Indiërs klaar die het beter en goedkoper kunnen.
De meest’innovatieve’bedrijfstak in Nederland,de kleine binnentuin,is door Opstelten en zijn voorganger nagenoeg om zeep geholpen.
Jammer voor al die enthousiate beginnende tuinders die hun toekomst voor hun ogen vernietigd zagen worden.
Jammer ook voor de consument die nu met bizarre prijzen wordt geconfronteerd.
Aardig stukje, maar dit is van alle tijden. Niks nieuws onder de zon. Vanwege dit soort problematiek zijn we de ambachtsschool LTS gaan noemen, de ULO werd MAVO, en nu heet het allemaal VMBO. Het is allemaal gerommel in de marge. De grootste verandering op dit moment is de houding van onze huidige regering ten opzichte van het bijzonder onderwijs, waardoor de in het stuk beschreven lastposten nog meer in het reguliere onderwijs terecht zullen komen. Die keuze wordt gebillijkt vanwege het feit, dat bijzonder onderwijs meer geld kost (bezuinigen…), maar dan is het erg naïef of juist heel manipulatief om te gaan klagen over de lastposten, die in het reguliere onderwijs terecht komen.
Je bedoelt “buitengewoon” of “speciaal” onderwijs. Bijzonder onderwijs is de term voor niet-openbaar onderwijs, op diverse religieuze / levensbeschouwelijke grondslag.
@015: Inderdaad.
Ik wil niet klagen hoor, maar ik geloof niet dat er in Nederland werkelijk belangstelling is om de evidente problemen in het onderwijs op te lossen. Geklaag is er genoeg, van binnen en buiten het onderwijs. Oplossingsrichtingen te over. Maar er gebeurt niks dat er toe doet. De VMBO’s-techniek zullen blijven krimpen; havo’s en vwo’s zullen hun toelatingsnormen blijven versoepelen totdat driekwart van Nederland er op zit, de witte kindertjes het eerst.
Ik wil niet klagen hoor, maar Van Bijsterveldt en Zijlstra zijn bezig met hun eigen hobby’s (een zinloos spellingtoetsje er bij, de CITO-toets verplicht op de laatste paar procent scholen waar die nog niet afgenomen wordt, studieleningen omhoog en leraren het onderwijs uit jagen met het evident schadelijke, want onrechtvaardige ‘prestatieloon’).
Ik wil niet klagen hoor, maar van de scholen zelf moeten we het niet hebben, althans niet in de huidige constellatie. Daar hebben we de macht en het geld nu juist in handen gelegd van mensen die de constellatie zo willen houden als die is. Nederland draagt nu twee keer zoveel belastinggeld naar het onderwijs als in 1997, maar aan de klassen, de lessen, de leraren en de resultaten is dat niet te merken. Politiek en bestuur hebben prachtige middelen gevonden om die 20 miljard extra doelloos te laten verdwijnen in het onderwijsbestel. Intussen werken er vier maal zoveel managers in alle geledingen van het onderwijs, die allemaal niet lesgeven, en staan er 30% onbevoegden voor de klas omdat er toch iémand moet staan.
Ik wil niet klagen hoor, maar we staan er bij, we kijken er naar, en we doen niks. Even eerlijk zijn: op de keper beschouwd kan het onderwijs u echt niks schelen. Anders deed u wel wat. Maar u doet ook niks, behalve eens een stukje schrijven of een stukje lezen. Dat het onderwijs bij u, beste burger, in wezen prioriteit nul heeft, heeft ook Rutte in de gaten, en daarom doet ook dit kabinet niks dat er werkelijk toe doet. Als de hypotheekrenteaftrek en de privatisering van publieke diensten maar overeind blijven, en als de scholen de kinderen maar van de straat houden. Wat de burger voor zijn goeie onderwijsafdracht terugkrijgt – dat zien we later dan wel weer. Dat is dan ‘ieders eigen verantwoordelijkheid’.
Sorry als dit klagerig klonk. Dat was niet mijn bedoeling.
Wat kan er aan gedaan worden en door wie? Behalve klagen, uiteraard?