COLUMN - Vorige keer heb ik het gehad over de geschiedenis van het Zweedse eiland Gotland, de stad Visby en zijn kerkruïnes. Twee kerken vielen daarbij qua ontwerp uit de toon. Ik heb er één besproken, de Sankt Lars. Die was gebouwd op het grondplan van een Grieks kruis terwijl de overige kerken gebouwd zijn op de plattegrond van een Latijns kruis, zoals je van gotische kerken kan verwachten. Deze tweede blog gaat over de andere kerk met een afwijkend patroon, de kerk gewijd aan de Helge And (Heilige Geest), gebouwd op het grondplan van een octogoon (achthoek).
De symboliek van het octogoon
Eerst iets over de spelling van het woord, want die leidt nog wel eens tot misverstanden. Het begrip is afgeleid van het Griekse woord voor acht: októ. In het Nederlands spelt men dan ook consequent octogoon men een ‘o’ in de tweede lettergreep. De Duitsers doen dit ook: Oktogon, net als de Fransen (octogone) maar de Engelsen hebben het over een octagon met een ‘a’ in de tweede lettergreep. Zij gaan uit van de letterlijke vertaling van het Grieks voor achthoek: oktágonon. In het Latijn heet een achthoek in het verlengde van het Grieks een octangulum.
Acht is het symbool van regeneratie (letterlijk: herwording): vernieuwing, wedergeboorte en overgang. De acht hoeken staan symbool voor acht ‘deuren’ die toegang geven tot de volgende passage. Zij worden wel de ‘acht winden’ genoemd, een gedachte die letterlijk is toegepast bij de Toren der Winden in Athene uit de tweede of eerste eeuw vóór Christus.
Gezien de symboliek werd en wordt het octogoon vaak gebruikt als grondvorm bij doopvonten en zelfs bij complete doopkapellen (baptisteria) zoals de Doopkapel der Arianen in Ravenna uit circa 500 en het baptisterium in Florence, gebouwd tussen 1059 en 1128. De doop is tenslotte het symbool voor de wedergeboorte in Christus. Ook is het een verwijzing naar de wederopstanding van Christus, die acht dagen na Jezus’ komst naar Jeruzalem plaats had.
Ook mausolea symboliseerden ‘overgang’ in achthoekige vorm. Een voorbeeld is het mausoleum van Helena uit 330 n.Chr. in Rome voor de moeder van Constantijn de Grote. Het gebouw is weliswaar rond van buiten, maar achthoekig van binnen.
Het octagoon in de christelijke bouwkunst
Het octogoon werd als bouwvorm van de Grieken en Romeinen overgenomen door de Byzantijnen, waarbij rekening moet worden gehouden met beïnvloeding door de Armeniërs. Het principe van de achthoek is nog steeds in ruime mate terug te vinden in de kerken van de landen van de Kaukasus.
Eén van de oudste voorbeelden van het gebruik door de Byzantijnen van het octogoon is, vreemd genoeg, de islamitische ‘koepel van de rots‘ in Jeruzalem, gebouwd tussen 688 en 692. Deze lijkt sterk op het oudste gedeelte van de Heilig Grafkerk. De bouwer van de Rotskoepel, kalief Abd al-Malik, wilde hiermee waarschijnlijk een statement maken dat de islam het christendom als ware religie had vervangen.
Het ligt voor de hand dat de kruisvaarders in het Heilige Land en in Byzantium in aanraking kwamen met het bouwprincipe van het octogoon, maar anderen waren hen al voor geweest: de Ostrogoten. Zij hadden in Ravenna al in de zesde eeuw de achthoekige San Vitale gebouwd. Als er één gebouw is dat de octogoonbouw populariseerde, is het wel de San Vitale. Een opvallende volgeling was keizer Karel de Grote, die zijn rijk graag presenteerde als opvolger van het Romeinse imperium. De San Vitale gebruikte hij als voorbeeld voor de achthoekige Paltskapel in Aken.
Kruisvaarders in Visby
Na deze Karolingische octogoonkerken was de achthoekige kerk zo goed als verdwenen. Des te merkwaardiger is dus de Heilige Geestkerk van Visby uit het begin van de dertiende eeuw. Waarom is die in het achthoekige patroon gebouwd ? Dat de kerk een voortzetting is van de Karolingische bouwstijl ligt niet voor de hand, want die heeft het niet geschopt tot op Gotland. Er is waarschijnlijk een indirecte link met de Kruistochten.
Er is namelijk een theorie dat de kerk in Visby is gebouwd door bisschop Albert van Riga, en wel als verzamelplaats voor pelgrims, missionarissen en kruisvaarders op weg naar Livland in het huidige Letland. De bisschop leidde een leger dat geheel in de geest van de Kruistochten de oostelijke Baltische regio met geweld tot het christendom bekeerde, juist toen de Vierde Kruistocht Constantinopel aan het plunderen was.
Bisschop Albert had daartoe in 1202 een monastieke ridderorde opgericht, de Livonsche Broeders van het Zwaard , officieel genoemd de Fratres militiæ Christi Livoniae. Een kleine veertig jaar later zou deze orde opgaan in de Teutoonse Orde, opgericht in 1192 met hetzelfde doel als de Tempeliers. Zij bleven evenwel een zelfstandige tak binnen de Teutoonse Ridders als de Livonsche Orde en bleef als zodanig bleef actief tot 1561.
De Helge And
De Helge And in Visby was een kerk met twee verdiepingen, waarom is niet precies bekend. Het is mogelijk dat één verdieping bestemd was voor de kruisvaarders en/of edelen en de andere voor het ‘gewone volk’, zoals meer kerken van het Duits-Baltische type. De kerk was genoemd naar een ziekenhuis voor de armen vlak in de buurt, genaamd het Helgeandshus, hoewel de kerk in eerste instantie waarschijnlijk gewijd was aan de apostel Jacobus.
De kerk kwam in 1532 in handen van de Reformatie. In 1611 brandde een deel van de stad af (zie deel 1) en ook de Helge And en het ziekenhuis vielen hieraan deels ten prooi. Het ziekenhuis werd herbouwd, maar de resten van de kerk werden sindsdien gebruikt als schuur. Inmiddels is de ruïne een beschermd monument.
Reacties (3)
Is ook bij deze kerk de link naar de Varjagen niet een stuk voor de hand liggender dan omslachtige verhalen over Teutoonse en Livoonse ridders die -net gevormd en in weerwil van hun opdracht om de Baltische volkeren te kerstenen- naar het Midden-Oosten waren gegaan om dat dáár te doen? De Varjagen waren huurlingen en handelslui, waarvan vrij bekend is dat ze via o.a. de Wolga-route contact onderhielden tussen Scandinavië en het Byzantijnse rijk/Midden Oosten. (En nee, niet per sé via Novgorod, maar ook via Riga, via de Westelijke Dvina en de Dnjepr).
De eerder genoemde Spillingsskatten met Byzantijnse en Arabische munten zijn niet ’toevallig’ op Gotland gevonden. De runensteen G216 op Gotland zou getuigen van een reis naar ‘Griekenland’, het Midden-Oosten en IJsland. De contacten van de Varjagen tussen Scandinavië en Byzantium zijn eeuwen ouder dan de jonge militaire monnikenorde van de Livoonse Ridders. Terzijde: in deel #1 wordt gesproken over Varjagen die aan de kruistochten meededen en zodoende inspiratie opdeden voor Byzantijnse kopieën (door o.a. Byzantium te plunderen). Hoewel dat ook zeer zeker mogelijk is, was de Varangiaanse Garde een stel elitetroepen… in de dienst van de Byzantijnse keizer! ‘Gewone’ Varjagen waren vaak ook huurtroepen in de dienst van de Byzantijnse Keizer, en zullen dus eerder tegen de plunderaars van de Vierde kruistocht hebben gevochten, dan mét hen.
Hans Overduin sloeg al vaker wilde wegen in. Die eindigden steevast in een theorie-moeras.
Ik wil misschien wel de oude terug.
Nee? De kerk in Visby is gebouwd rond 1200, lang na de tijd van de Varjagen.