ACHTERGROND - Dit verhaal is een vervolg op mijn blog van 12 oktober over de Bogomielen in Bosnië. Eerst grijp ik terug op het slot van mijn vorige stuk waarin ik schreef:
De Bogomielen zouden een grote materiële erfenis in Bosnië achtergelaten hebben in de vorm van 60.000 (!) Stećci, grafmonumenten waarvan de necropolis van Radimlja de grootste is. Dat het hier om alleen een Bogomiel verschijnsel gaat wordt tegenwoordig in hoge mate betwijfeld.
De Bosnische dodensteden
Niet alle middeleeuwse dodensteden in Bosnië-Herzegowina hebben dezelfde soort grafmonumenten. Ze kunnen variëren van onversierde, liggende slabs, zoals in Ravno, tot de fraaie monumenten van Radimlja. Het opvallendst zijn de monumenten die aan een huis met een schuin dak doen denken, niet alleen in Radimlja, maar ook op begraafplaatsen als in Mramorje. Ze worden geïnterpreteerd als ‘eeuwigbestaande huizen’, huizen waarin het lichaam van de dode een eeuwige thuis vindt.
Pilasters op de monumenten in de vormen van vereenvoudigde romaanse of Byzantijnse zuilen verraden de invloed van het Romaans of het Byzantijns of beide. Als vormen tussen de ‘slabs’ en de huisvormige monumenten treft men stenen sarcofagen, tal van zerken en losse kruisen aan. Dit laatste is in verband met de Bogomielen merkwaardig, aangezien deze ketterse groepering het kruis niet erkende.
Afbeeldingen
De afbeeldingen op de grafmonumenten zijn legio. Er zijn bijvoorbeeld scènes van jagers te paard of te voet, begeleid door honden en vogels, waarschijnlijk valken. Boogschutters jagen op herten, wilde zwijnen en beren. Er zijn ook afbeeldingen van de kolo-dans, een volksdans die nog steeds in bijna alle gebieden van het voormalig Joegoslavië voorkomt. Een derde groep betreft ridderscènes zoals duels en riddertoernooien.
Hiernaast treft men veel losse figuraties aan, zoals feodale emblemen en mens- en dierfiguren. Opvallend zijn de uitbeeldingen van manspersonages die met een opgeheven hand een soort bezwerend gebaar schijnen te maken. Tussen het hoofd van de man en zijn opgeheven hand is vaak een cirkel te zien die in de regel als symbool van de zon wordt geïnterpreteerd. Dat heeft de eerste onderzoekers waarschijnlijk op het verkeerde been gezet.
Teksten
Enkele monumenten bezitten ook teksten. Ze zijn ingebeiteld in het Bosančica, het oude Bosnische schrift dat geschreven werd met cyrillische letters. In deze teksten werden historische gebeurtenissen vermeld of gedachten over leven en dood uitgedrukt. Het kunnen simpele zijn, zoals deze:
Dit is het kruis van Radoja Mrksic. Ik bad tot God en deed niets verkeerds, toen de bliksem mij doodde (Djeici, 15e/16e eeuw).
Deze uit dezelfde periode van de begraafplaats bij Gornje Hrasno:
Hier rust Radivoj Drascic. Ik was een dappere held. Ik verzoek u mijn rust niet te verstoren. U zult worden zoals ik ben, maar ik kan niet zijn zoals u bent.
Naast de grafmonumenten in de ‘stijl van Radimlja’ is er ook nog de wat eenvoudiger ‘stijl van Ludmer‘ in het oosten van Bosnië. Karakteristiek voor deze stijl zijn de rechtopstaande platte stenen, ook wel in de vorm van prisma’s of obelisken. Deze zijn versierd met spiraalvormige motieven of motieven uit de plantenwereld.
Het eerste onderzoek
Het onderzoek naar de Bosnische stećci duurt inmiddels al een paar eeuwen en er is in typologisch opzicht een duidelijk overzicht van vormen, motieven en versieringen opgebouwd. Niettemin konden onderzoekers het ontstaan van deze grafmonumenten en hun versieringen niet afdoende verklaren.
Niet alleen voor de oppervlakkige lezer en observator, maar ook voor de wetenschap tot de Tweede Wereldoorlog, leek het of de Bogomielen dominant aanwezig waren in Middeleeuws Bosnië. Daarom schreef men veel verschijnselen en objecten aan hen toe. Reeds Arthur Evans, de fameuze ontdekker van Knossos op Kreta, bracht in 1875 de Bosnische grafmonumenten al in verband met Bogomielen en dit wellicht typische negentiende-eeuwse romantische idee zou voorlopig overeind blijven.
De belangrijkste vertegenwoordiger van de ‘old school’ van na de Tweede Wereldoorlog, die meende dat dit terecht was, was Alexander Soloviev (1890-1971). Soloviev bracht zinnige argumenten naar voren die de Bosnische grafstenen in verband brachten met Manicheïsche c.q. Paulicianistische dogma’s (zie mijn vorige blog).
Zo wees hij erop dat de vaak voorkomende halvemaan- en stervormige tekens op de stećci uitvloeisel van de leerstellingen van de Bogomielen zouden zijn. In de bogomielse leer zijn zon en maan ‘hemelse schepen’ waar de gerechtvaardigde zielen verblijven vóór ze in het paradijs aankomen. De aanwezigheid van het kruisteken verklaarde Soloviev als antropomorf en theomorf symbool. Of ook wel als het kruis van licht respectievelijk de zonnecirkel, zoiets als het Keltische zonnekruis. Inderdaad bevinden zich in Bulgarije, Servië en Grieks Macedonië, onder andere bij het dorpje Chalkidona, enkele kerkhoven die volgens de consensus begraafplaatsen van de Bogomielen zijn maar kruisen bevatten die sterk doen denken aan het Keltische zonnekruis.
Nieuwe ideeën
Het probleem is echter dat archeologen hebben vastgesteld dat de meeste ‘Bogomiele’ begraafplaatsen zich bevonden bij middeleeuwse kerken. De Bogomielen kenden echter geen kerken. Ook kunnen er paralellen getrokken worden tussen de afbeeldingen op de stećci en overeenkomstige voorstellingen op middeleeuwse wandtapijten uit West- en Midden-Europa met jachttaferelen, riddertoernooien en reidansen. Het blijkt hier dus te gaan om algemene uitbeeldingsmotieven uit Laat-Middeleeuws Europa.
De betreffende versieringen werden bovendien al eeuwen lang in deze gebieden toegepast. De zon- en maansymbolen kunnen hun oorsprong hebben in een verder teruggaand Slavisch verleden, toen bijvoorbeeld de wassende maan in de volkscultuur een fetisj voorstelde die invloed op de vruchtbaarheid en gezondheid van mens en dier uitoefende. Daarnaast was het motief van de maan en bijbehorende sterren al in Byzantium bekend.
De belangrijkste onderzoekers die zich beziggehouden hebben met de nuancering om niet te zeggen ontkrachting van de Bogomielen-hypothese, zijn Marian Wenzel (1932-2002), John Van Antwerp Fine (1939), Alojz Benac (1914-1992) en Svetozar Radojčić (1909-1978). Het laatste woord over de Bosnische stećci en de Bogomielen is echter nog niet gezegd. De laatste gezaghebbende overzichtsstudie over de Bogomielen, van Dimitri Obolensky, dateert uit 1948 en is bij gebrek aan beter (lees: actuelere informatie) in 2004 nog herdrukt. Tel uit je winst.