Foto: copyright ok. Gecheckt 11-02-2022
Behalve de bombardementen, beschietingen, doden, gewonden, en angst was afgelopen week vooral een tijd van koffiedik kijken; zou er een groot offensief op de Gazastrook worden uitgevoerd, of niet? Er waren voldoende signalen voor beide opties en er veel mensen analyseerden er op los, om daarmee toch een gevoel van overzicht of controle op de omgeving te voelen. Langzaam lijkt de situatie in en rondom de Gazastrook nu te kalmeren, onder andere door bemiddeling van Egypte bij het bewerkstelligen van nieuwe wapenstilstanden. De tweede van deze week ging gisteren in en de grootste Palestijnse facties zijn ‘aan boord’. Nu is het afwachten. Het tweede staakt-het-vuren lijkt tot nu toe stand te houden en ik zie hoe de mensen om mij heen voorzichtig wat ontspannen. Maar nog niemand is er echt gerust op. Daarvoor zijn deze week teveel afschuwelijke herinneringen en trauma’s van de laatste onverwachtse oorlog (Cast Lead) intens herleefd.Meerdere malen werd me aangeboden om mee te gaan in een van de konvooien die buitenlandse inwoners voor dag en dauw over de grens met Israel brachten. Dat vond ik geen optie. Een van de internationale observanten raadde me daarop met klem aan om niet de straat te gaan, tenzij absoluut noodzakelijk en dan alleen in een auto. Tjah, wat heet noodzakelijk? Ik beperkte mijn route tot huis-werk-winkel. Na een aantal dagen van relatieve rust in mijn wijk had ik daar wel genoeg van en begon ik weer met vrienden af te spreken. De afgelopen week heb ik geen angst gevoeld, maar vooral bezorgdheid om families in de gevaarlijkste gebieden en frustratie over de zinloosheid en onrechtvaardigheid van het geweld om mijn heen.Mijn hersenen maken overuren in een poging mijn nieuwe leefomgeving te doorgronden. Door veel mensen hier wordt me op het hart gedrukt om ‘de werkelijke situatie’ van hun Gazastrook naar buiten te brengen. Volgens hen krijgt de buitenwereld een verkeerd beeld voorgeschoteld van de leefomstandigheden in deze smalle kuststrook. “De één schetst een beeld van hongersnood en de ander doet alsof alles in orde is. We willen gewoon onze rechten en vrijheid!” zegt een mondige jongerenwerkster vol passie.

Diezelfde schreeuw om vrijheid weerklinkt overal. De mensen hier zijn (ongelofelijk) gefrustreerd over twee dingen: het feit dat van de Gazastrook een openluchtgevangenis is gemaakt en de omstandigheden waaronder ze gedwongen in die gevangenis moeten leven. Ze zijn collectief bestempeld als een stelletje boeven en de sleutel van hun cel is al jaren zoek.

Je moet je voorstellen dat je bewegingsruimte beperkt wordt tot twee keer oppervlakte Texel. Zelfs al zou het hier een aards paradijs zijn, dan nog wil je weleens wat anders, je horizon verbreden. Het hoge ‘hutje mutje’ gehalte -met 1.6 miljoen inwoners behoort de Gazastrook tot de meest dichtbevolkte gebieden ter wereld- versterkt heeft claustrofobische gevoel nog verder.

Toen twee weken geleden een algehele ‘black out’ van de communicatielijnen (telefoon, internet, elektriciteit) plaatsvond, was het gevoel van isolement en machteloosheid compleet. Er was enigszins paniek; velen vreesden voor een invasie van het Israëlische leger. Een leger dat vervolgens, zoals het enkele jaren eerder al deed, ongezien en ongestoord zijn gang zou kunnen gaan in de dorpen en steden hier. Veel mensen zijn de hele nacht opgebleven, op de uitkijk, wachtend op wat komen ging. Enkele Blackberry telefoons die nog op internet konden, vormden de enige overgebleven connectie met de buitenwereld. Op die manier konden mensen buiten de Gazastrook ons op de hoogte brengen van wat er zich eventueel om ons heen afspeelde. Intern konden we niet met elkaar communiceren. Dat is het toppunt van isolatie. Later bleek dat graafwerkzaamheden van Israëlische legerbulldozers in de periferie van Gaza de oorzaak waren van de black out.

Omdat ik wil begrijpen hoe dat voelt, dat jarenlange gedwongen isolement, blijf ik maar vragen stellen. Tijdens een van m’n urenlange koffie-klets-sessies weet Mohammed, een jonge student Engelse literatuur zijn gevoelswereld goed onder woorden te brengen. In alle rust, met een vriendelijke maar serieuze blik vertelt hij over de dagelijkse beslommeringen en hoop en verwachtingen voor de toekomst. Als ik vraag naar zijn grootste ergernis, antwoordt hij ‘de stroomuitval in Gaza’. Waarom weet ik niet, maar dat antwoord verwachte ik niet. Vervolgens vertelt hij hoe internet en televisie zijn wereld verruimen, zijn nieuwsgierigheid bevredigen en voor afleiding zorgen. Tijdens de urenlange stroomuitval (die soms wel een dag duurt) wordt zijn link met de buitenwereld vervangen door de stank van benzine en (nog erger) het oorverdovende monotone gebrom van generatoren. Deze machines leveren niet genoeg stroom om de ‘luxe apparaten’ in het huis van zijn familie aan te laten. Wanneer we verder praten over de toekomst wordt zijn vriendelijke glimlach langzaam vervangen door een verdrietige, lege blik. Meteen heb ik spijt van mijn directe vragen.

Even later wandelen hij, zijn beste vriend en ik over straat, op zoek naar een volgende pitstop (de overheerlijke Palestijnse koffie valt het best te vergelijken met benzine; gitzwart en verdikt). Ik vraag naar hun favoriete ‘hang outs’. Ze denken allebei lang na en komen tot de conclusie dat ze die niet (meer) hebben: ze zijn het hier helemaal beu. Iedere dag is een kopie van de vorige, in hetzelfde kleine wereldje. Nog zo’n claustrofobisch element, dringt het tot me door.

Net als veel andere jongeren die aan één van de drie universiteiten in Gaza studeren, wil Mohammed zijn studie vervolgen in het buitenland. De toelating en beurs voor een Britse universiteit heeft hij al op zak. Nu moet hij ‘alleen’ nog op tijd de Gazastrook uit zien te komen. Zijn enige kans om de Gazastrook te verlaten is de grensovergang met Egypte (bij Rafah). Met hem staan nog 13.000 anderen op de wachtlijst om via die weg naar het buitenland te reizen, velen op weg naar familie, of behandeling in een Egyptisch ziekenhuis. De openingstijden van de grenspost en het aantal personen dat er per dag doorgelaten wordt, zijn vrij onvoorspelbaar. Het kan dus weken of maanden duren voordat je eventueel de Gazastrook uit kunt reizen. Maar degene die hun universiteit in het buitenland bereiken, ervaren niet alleen euforie. Veel van hen keren noodgedwongen jarenlang niet terug naar hun familie en vrienden in de Gazastrook. Anders lopen ze –vanwege vertragingen bij het uitreizen via Rafah- het risico een volgend semester van hun studie te missen. Voor degenen die deze maand (tijdens Ramadan en de zomervakantie) toch hier doorbrengen is het een tijd van emotionele herenigingen. Ik ben al menigmaal ontroerd door zulke mooie en tegelijkertijd verdrietige familiemomenten.

In het volgende blog vertel ik meer over de leefomstandigheden in deze bajes.

Reacties zijn uitgeschakeld