Soms moeten dingen klein gemaakt worden om ze goed te kunnen zien. Die gedachte bracht mij er toe mijn avonturen met het energielabel in deze kolommen te beschrijven. Natuurlijk is het klein bier en gezeur. Tegelijk is het een voorbeeld van de wijze waarop de overheid vertrouwen verliest en de mogelijke politieke gevolgen daarvan.
In vorige verhalen beschreef ik mijn belevenissen: het viel niet mee om de bureaucratie te bewegen tot de handelingen waarvoor hij bestaat. Had u ooit gehoord van een Rijksdienst voor ondernemend Nederland, gevestigd in Roermond? Mijn waarschuwingsbel voor satire rinkelt dan meteen.
Maar laat ik met een positieve noot beginnen. Ik heb een energielabel gekregen (365581185) Het heeft maanden genomen, maar dan heb je ook wat. Dat het label C is, had ik zelf uit de standaard documenten al geconcludeerd. Heb je er dan iets aan?
Het lijkt mij niet. De regeling EPBD energieprestatie gebouwen is op 24 oktober 2014 voor Nederlands gebruik geschikt gemaakt en gepubliceerd in de Staatscourant. (2014, nr. 29575) Ik weet iets van bureaucratie en detailleringsdrift, maar was toch weer verbaasd. Het is een soort leerboek voor energiegedrag van gebouwen en alles wat de adviseur moet kunnen is er in beschreven, tot en met begripvol communiceren met de labelplichtige…
Waar was het label voor bedoeld? Ik zou zeggen: bij transactie in vastgoed meer bewustzijn bij koper en verkoper te scheppen over de energieconsumptie van een gebouw. Hoe zou dat moeten? Niet echt door bewijsstukken te laten toezenden aan een deskundige, die daar op afstand naar kijkt en vervolgens zegt dat het wel klopt.
Hoe dan wel? Ik heb, na twintig jaar bewoning wel een idee, waar mijn huis met energie morst. Ik heb een voordeur die omlijst is met sierglas, dat enkelvoudig is. Dat is prettig voor lichtinval, maar dat ik op allerlei andere plekken dubbelglas HR++ heb, helpt dan niet erg. Ook een bovenlicht is op die wijze uitgevoerd: de warmte stijgt op, dus ook daar veel verlies.
De leidingen van de CV liepen over een onverwarmde zolder; die heb ik maar eens ingepakt. De ketel is van VR overgegaan naar HR, de thermostaat vervangen, omdat het geavanceerde systeem niet in de gaten had dat als de zon scheen, het in de woonkamer prima uit te houden was.
Uit het onderzoek, waar ik in mijn VROM tijd bij betrokken was, weet ik de invloed van bewoners-gedrag. Zo wezen veel onderzoeken uit dat een verbeterde isolatie tot een hogere energieconsumptie leidde. Dat gaf verwarring, maar de kierenjacht bedierf het binnenklimaat, dus gingen de bewoners meer ramen open zetten om zelf te ventileren. Mijn vrouw deed dat ook midden in de winter en langdurig, wat mij tot gefoeter bracht dat we niet stoken voor de kosmos.
Enzovoort: afstand, technische algemeenheden brengen niets van betekenis. Het beleid is goed bedoeld, maar van geen enkele waarde. De Hekking’s van deze wereld eten er niettemin goed van. De bureaucratie is van een vertederende onnozelheid. Ik kreeg een registratienummer op naam van iemand die ik niet kende, maar uitleg ontbrak. Vervolgens kwam een briefje van een particulier adres uit Amsterdam, gericht aan de heer Doormal, twee schrijffouten van mijn naam, maar aan te nemen was dat ze mij bedoelden. De deskundige schrijft: “Aangezien deze keuring per post plaats vindt moet ik twee euro portokosten in rekening brengen. Ik hoop dat u daar geen bezwaar tegen heeft.”
Ik heb maar betaald. De kosten van 17 euro totaal zijn tenslotte een spotprijsje, als je daarvoor de Rijksdienst van Ondernemend Nederland maanden hebt bezig kunnen houden.
Het probleem blijft: een goed doel wordt door een absurdistisch gedetailleerde instructie van uitvoerders volledig om zeep geholpen. De groene wereld is er blij mee.
Het roept de onbehaaglijke vraag op of elk beleid, waarvan je de details een beetje kunt overzien, op deze wijze zou kunnen worden bekeken. Ik vrees eigenlijk dat het antwoord daarop volmondig ja moet luiden. De wereld is ingewikkeld en van de wereld losgezongen ambtenaren maken hem steeds ingewikkelder. En de politiek ziet het suffig aan.
Reacties (3)
“Had u ooit gehoord van een Rijksdienst voor ondernemend Nederland, gevestigd in Roermond?”
Heeft Jos van Rey die niet ooit eens weten binnen te slepen? Die jongen doet zoveel goede dingen voor de stad!
Precies die jongen zo veel goede dingen voor de stad en het is schattig
Ook ik had al eens de associatie met van Rey.
Maar het springende punt is natuurlijk, net als bij journalisten, als je er iets van af weet, valt het beleid dan door de mand?
Mijn onbehaaglijke vermoeden is dat dit het geval is. Soms moet je dingen klein maken om grote lijnen te zien.