OPINIE - Minister van OCW Eppo Bruins kan de megabezuinigingen op onderwijs die hij doorvoert niet verkopen omdat hij er zelf niet achter staat. Slappe hap.
Een nieuwtje dat de laatste week onderbelicht is gebleven: de Nederlandse universiteitsbesturen praten niet meer met Eppo Bruins, minister van OCW. De Groningse bestuursvoorzitter Jouke de Vries kondigde het afgelopen maandag aan tijdens zijn toespraak bij de opening van het academisch jaar, maar andere universiteiten zwegen erover en zelfs de Groningse universiteitskrant UKrant vond het niet de moeite waard er iets over te schrijven. Alleen RTV Noord berichtte erover.
Terwijl het toch een opmerkelijk feit is. Nederlandse universiteitsbestuurders zijn over het algemeen nogal gezagsgetrouw. Bij eerdere bezuinigingen kozen ze er steeds voor om ‘aan tafel te blijven zitten’ – door te praten en proberen ieder openlijk conflict te vermijden. Maar nu maakt de minister het kennelijk zo bont dat zelfs deze mensen niet meer met hem willen praten, terwijl ze eerder ook al aankondigden mogelijk een rechtszaak aan te spannen tegen de bezuinigingen omdat deze de overheid onbetrouwbaar maken. Hun enige loyaliteit is kennelijk nog dat zij, met uitzondering van Jouke de Vries, dat niet openbaar maken.
Duidelijk argument
De minister betoont zich dan ook uitermate zwak. Hij is aangesteld op een hoofdlijnenakkoord waarin over zijn dossiers niets constructiefs wordt gezegd, alleen dat er enorm in moet worden gehakt: honderden miljoenen op de publieke omroep, bijna twee miljard op het onderwijs, waarvan ruim een miljard op het hoger onderwijs. Waarom er uitgerekend op het onderwijs, dat ook in betere tijden al zo’n veelgeplaagd object was van almaar krimp, zo gigantisch zou moeten worden bezuinigd is tot nu toe door niemand uitgelegd.
In dat hoofdlijnenakkoord wordt dan ook geen enkel duidelijk argument gegeven voor deze bezuinigingen, die in geen enkel verkiezingsprogramma werden aangekondigd, ook niet in die van de nu regerende partijen. Een zeer ruime meerderheid (69%) van alle kiezers blijkt ook tegen de bezuinigingen. Dat geldt zelfs (62%) voor de kiezers van de regeringspartijen.
Brekebenen
Ook Bruins zelf tot nu toe niets gezegd over de noodzaak van de bezuinigingen. Wel zei hij zelf maandag in een toespraak in Rotterdam dat ze ‘lelijk’ zijn en ‘pijn doen’ en dat hij alsnog in de komende weken gaat proberen ze minder erg te maken, zonder zelfs maar toe te lichten wat er dan zo erg is. Ook vroeg hij nu alvast om ‘genade’ en dat mensen zouden zeggen ‘dat hij zijn best had gedaan’.
Het ministerie van OCW heeft heel veel heel zwakke ministers gehad. Zelfs Ronald Plasterk is nog weleens minister van OCW geweest. Maar zo zout hebben we het nog nooit gegeten: iemand die bezuinigingen zelf eigenlijk vreselijk lijkt te vinden, voert ze uit tegen de wil van de kiezers, tegen alle redelijke gronden, alleen omdat ze in een hoofdlijnenakkoord staan – dat hij natuurlijk ook gewoon niet had kunnen onderschrijven. Bruins had ook aan de kant van de wetenschap kunnen blijven staan in de adviesorganen waarvan hij tot de zomer deel uitmaakte – om te proberen de wetenschap in Nederland te verbeteren in plaats van aan te tasten.
In Rotterdam zei Bruins dat hij “niet de meest populaire onderwijsminister” zou worden. Het is vooralsnog moeilijk daarover te oordelen. Wel kunnen we hem nu al uitroepen tot de zwakste van een lange lijst brekebenen die minister van OCW zijn geweest in de afgelopen decennia, en die tegelijkertijd daardoor nu ongekende schade zal aanrichten.
Reacties (9)
Waarom wilde hij dan minister van onderwijs worden?
Geld en status?
In het Nederlands Dagblad vertelt hij het zelf. “Gods leiding zit in alles. Als ik er niet van overtuigd was, had ik het niet gedaan.” ChristenUnie he? https://www.nd.nl/nieuws/politiek/1237270/eppo-bruins-over-zijn-keus-minister-te-worden-nsc-is-nu-mijn-
Bedankt!
Hij is dus een soort burgemeester in oorlogstijd. (voor de jongeren onder ons: bedoeld wordt de Tweede wereldoorlog, dus een burgemeester die last heeft van een vijandige bezetter).
Dan is natuurlijk de vraag of hij als minister meer invloed heeft dan in zijn vorige functie.
En hoeveel hij van zijn invloed gebruiken kan voordat hij zijn baan verliest.
(dat was ook het dilemma van de burgemeesters destijds).
Als hij braaf het regeringsakkoord uitvoert, zal hij niet veel gunstigs bereiken.
Burgemeesters in oorlogstijd bleken over het algemeen – ongewild – vaak collaborateurs. Je kan geen slecht beleid uitvoeren (ook al is het zachter dan het zonder je zou zijn) zonder er besmet door te geraken
Waarom er uitgerekend op het onderwijs zo gigantisch zou moet worden bezuinigd? Omdat anti-intellectualistisme en rancune nou eenmaal altijd belangrijke drijfveren zijn van extreemrechts. En omdat hun collaborateurs hier blijkbaar geen probleem mee hebben, als ze er maar wat voor terugkrijgen voor hun eigen achterban. Zoals een verlaging van het hoogste tarief van de vermogensbelasting. (Win-win: minder belasting voor de rijksten, en als onderwijs niet meer voor iedereen betaalbaar is, geeft dat hun kinderen een voorsprong. Je zou het sociaal darwinisme kunnen noemen.)
Vanuit efficiënt oogpunt bekeken is het voor de nabije toekomst misschien handig om de term ‘een zeer zwakke minister’ af te korten tot ezzm, want anders moet je elke keer weer als het over een minister uit het kabinet Schoof gaat, die hele riedel typen, terwijl ezzm voor elke minister uit dat clubje opgaat.
Een drieletterwoord is nog korter.
Hehehehe