OPINIE - Politiek gaat over doelen, middelen en tijdstippen. Het is een losse pols definitie, maar het gedoe over de fiscalisering van de zorgpremie illustreert hem prachtig. Over het doel praten we niet, want zo hebben de VVD en PvdA het afgesproken. Over middelen en tijdstippen des te meer.
Het is een boeiende week voor de nationale politiek. Ons parlement gaat de confrontatie aan met het kabinet Rutte-II. Daarbij zal het gaan over het regeerakkoord, voor het eerst sinds lange tijd tussen slechts twee partijen. Dat is nogal wat in een meerpartijenstelsel met evenredige vertegenwoordiging.
Het waren “wittebroodsuren” tussen “Marx” Rutte en Diederik Samsom, maar De Telegraaf had maar een paar koppen met chocoladeletters nodig om de verzuring te doen toeslaan. Het roept de vraag op hoe dat kan en of het een uitkomst is van een verouderd systeem?
Opwinding, maar waarover precies?
Is deze regering het eens over de doelen? Dat lijkt mij niet. In de eerste plaats is een formatie niet een manier om je verder liggende doelen goed met elkaar af te stemmen. Dat kan nog lukken bij verwante partijen, maar niet bij tegenpolen die tot de verkiezingsdag hun verschillen hebben uitvergroot. In de tweede plaats hebben VVD en PvdA niet geprobeerd het eens te worden over die doelen. De partijen besloten ideologisch uit te ruilen. Zoals Spekman zei: we doen het met blauw, maar worden niet paars. We blijven hartstikke rood.
Zijn de partijen het eens over de keuze van middelen dan? Dat lijkt mij evenmin. Met de gedachte aan een milde nivellering hebben de VVD-ers niet veel moeite, maar de fiscalisering van de premie is een aanslag op de marktprincipes die gelden in de zorg. Nivellering regel je toch met een progressieve inkomstenbelasting? De maatvoering is een tweede aspect: 4% moet het maximum zijn, laat de VVD weten. Het zal de overeenkomst van de onderhandelingen wel zijn, maar ik heb het nog niet gevonden in de stukken.
Zijn partijen het eens over de tijdstippen, dan? Andermaal, beleefde twijfel. De ene kant zegt: waarom ga je de openbaarheid in als je nog geen uitgewerkt beeld hebt? Maak eerst je sommen en tabellen. De andere kant relativeert dat: je spreekt over principes, uitwerking komt altijd later. Zo groeit het beeld dat wij een mild landje vormen, vol tolerantie, maar dat hondsdolheid zich openbaart als het over de euro’s in onze knip gaat.
Communicatie of rolverwarring?
Sommigen weten hoe het komt: het is een onderschatting van de communicatie. Het beleid moet beter worden uitgelegd. Ook Rutte lijkt die opvatting toegedaan, door ruimhartig de schuld op zich te nemen voor de zwakke communicatie. Nu haak ik toch echt af. Hier geloof ik niet in. Er lijkt mij een algemener probleem aan de orde: het vervagende onderscheid tussen politiek en bestuur.
De geleerden hebben de moed van Mark en Diederik gewaardeerd. Maar als je elkaars ideologie niet proeft en daar iets mee doet bij de vertaling naar de operationele politiek, krijg je patchwork. Dat heeft risico in de communicatie: het roept vragen op wat je precies wilt, wie er gewonnen heeft en zo meer. Dat brengt onderhandelaars tot de gedachte dat er concreetheid nodig is. Daar hebben we een mooie oplossing voor: het CPB kan doorrekenen wat we hebben bedacht. Dat CPB zit vol goede ambtenaren en rekenmeester die hun machines laten snorren en hun modellen laten kraken.Maar politieke denkers zijn het niet.
De schijnzekerheid van het CPB
Het CPB schrijft in voorwoord en samenvatting: ‘Per saldo blijft de statische koopkracht van zowel de mediane werknemer als de mediane gepensioneerde gelijk.’ Ook staat er: ’Voorliggende analyse is dus géén analyse van het regeerakkoord.’ (p.3) Dat lijkt me een heldere mededeling. En wat is “statische” koopkracht eigenlijk?
De rebellie in VVD-kring is wel amusant: als de woede ontstaat omdat we niet meer op vakantie naar Brazilië kunnen, is dat komisch. Je zult maar gehuwd zijn met een demente partner, die niet meer naar de dagopvang kan, omdat daar geen geld meer voor is.
Iedereen die beweert dat de koopkrachteffecten moeten worden doorgerekend heeft natuurlijk gelijk. Of dat door het Nibud gebeurt of door het CPB mogen ze in Den Haag uitzoeken. Dat hoeft niet tot drie decimalen achter de komma, maar wel zo dat er een beetje over te communiceren valt.. Ik bedoel: stel je voor dat je tot de gepensioneerde Nederlanders behoort, dat je een redelijk pensioen hebt, maar een partner die dementeert. Je woont in een sociale huurwoning.
Als je huishouden boven modaal zit, zie ik:
– Een huurverhoging van tenminste 1.5.% plus inflatie; (misschien zelfs veel meer)
– Een probleem met de dagopvang;
– Een verhoging van de premies voor de zorg;
– Een verhoging van het eigen risico;
– Een verhoging van de wegenbelasting op je oldtimer….
Rondpompen van geld
Er valt veel voor te zeggen om het systeem simpeler te maken en tegelijk rechtvaardiger. Maar we hebben het niet gehad over inkomensongelijkheid in dit land en niet over de manieren waarop je die kleiner zou kunnen maken, voor zover dat gewenst is.
Vind ik de afschaffing van de zorgtoeslag en de fiscalisering van de premie onzin? Dat niet, maar er zijn vast betere en begrijpelijker middelen te verzinnen. Dat hebben de VVD en PvdA niet gedaan. Dat geeft verwarring en commotie.
Door de premies inkomensafhankelijk te maken, kan de zorgtoeslag vervallen. Het is een goed motief tegen het rondpompen van geld. Maar waarom doen we dat dan niet ook in de woningmarkt? Als we huurtoeslag betalen vanuit het Rijk aan huurders in de sociale sector, dan is het toch raar om die verhuurders een belasting op te leggen, die zij gaan doorberekenen aan hun klanten? Buig je dan ook over het rondpompen van geld in de huisvesting. Dat zou goed kunnen, maar dan moeten de jonge honden daar in Den Haag weer even moed verzamelen. Je zou:
– De huurtoeslag kunnen afschaffen;
– De corporaties de plicht geven de lage inkomens betaalbaar te huisvesten;
– De gemeenten met de controle daarvan en beleid daarop te belasten.
Ik wil maar zeggen: even over deze hobbel heen en dan doorpakken. Mark en Diederik moeten de rust vinden om hun uiteenlopende visies op deze samenleving dichter bij elkaar te brengen. Zo groot zijn die verschillen nu ook weer niet. En als die wat zijn gerelativeerd, ontstaat er nieuw perspectief op de middelen en de tijdstippen.
Rare jongens, die politici: ze zeggen dat ze visies hebben en sturen. Maar als ze een keer de kans hebben, schaatsen ze een sprintje. Die crisis is er nog wel even, dus ze kunnen zich beter voorbereiden op een Elfstedentocht.