COLUMN - “Een pikant staatsrechtelijk moment!” De voorzitter van de Tweede Kamer kraaide het bijkans uit van plezier. Wat was er aan de hand?
Bij het stemmen over een amendement voor de Wijzigingswet financiële markten 2024 trad een patstelling op. Met 75 stemmen voor en 75 tegen kon er geen uitslag worden vastgesteld. Dat is nog niet het echte pikante. Sinds de beëdiging van de huidige Tweede Kamer komt “gelijkspel” vaker voor. Inmiddels is zo’n patstelling al achttien keer voorgekomen. Anders gezegd: gemiddeld drie keer per maand speelt de Tweede Kamer gelijkspel.
De procedure bij het ‘niet kunnen vaststellen’ van een stemmingsuitslag is als volgt:
Als de uitslag bij stemmen met handopsteken (fractiegewijs) niet kan worden vastgesteld, volgt onmiddellijk een tweede poging. Wordt de uitslag weer 75 – 75, volgt een hoofdelijke stemming (reglement van orde, pagina 26, artikel 8.26, 1.b.). Dat kan op verzoek van de indieners van een voorstel onmiddellijk of in een later stadium.
Als bij de hoofdelijke stemming de stemmen staken én alle 150 Kamerleden zijn aanwezig, dan wordt het voorstel verworpen. Zijn er minder dan 150 Kamerleden dan wordt de stemming uitgesteld tot een volgende vergadering. Als ook dan de stemmen staken, wordt het voorstel niet aangenomen.
Maar waar zit ‘m dat pikante nou in? Voordat tot de hoofdelijke stemming werd overgegaan, zei de voorzitter:
Ik verzoek mevrouw Paul om even plaats te nemen in de zaal, zodat zij haar stem als Kamerlid kan uitbrengen. Een pikant staatsrechtelijk moment! Maar daar draaien we onze hand niet voor om.
Mevrouw Paul is de demissionaire minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs en tevens lid van de Tweede Kamer. Zij zat niet in de zaal maar in vak K, omdat ze eerder vragen moest beantwoorden tijdens het wekelijkse vragenuurtje.
Dat vragenuurtje was voorbij, er volgde nog twee agendapunten, waarna de stemmingen aan de orde kwamen. Eerst passeerden 26 amendementen en 12 moties over de Energiewet de revue. Hierbij zat de verantwoordelijke demissionaire minister overigens gewoon in de zaal. Mevrouw Paul bleef al die tijd in vak K zitten.
Toen was het de beurt aan het amendement van Van der Lee (GL/PvdA) voor de Wijzigingswet financiële markten 2024. Het amendement beoogt een verbod op het geven van belastingadvies door trustkantoren.
Bij handopsteken (fractiegewijs stemmen) was het resultaat 75 voor en 75 tegen. Er werd overgegaan tot een hoofdelijke stemming. Mevrouw Paul verliet vak K, liep naar de overkant en nam plaats op een van de achterste rijen. Na de hoofdelijke stemming werd ze door de voorzitter weer richting vak K gedirigeerd.
Het hele gebeuren kunt u hier terugzien via Debat Direct. Op 11 min. 21” is het amendement Van der Lee aan de orde.
Deze pikanterie is natuurlijk het directe gevolg van de twee petten waaronder een zevental demissionaire bewindslieden, annex Kamerleden, opereren. Alsof ze het niet druk genoeg hebben op hun ministeries, zitten ze regelmatig in de Tweede Kamer als lid van hun partijfractie. Allemaal volstrekt legaal (Grondwet artikel 57, lid 3) gedurende de demissionaire status.
De hoofdelijke stemming bood geen soelaas. Het bleef gelijkspel: 71 stemmen voor en 71 tegen. Het betekende ook dat de stemming over de wet zelf niet kon doorgaan.
Wat ook pikant genoemd mag worden: er waren drie Kamerleden bij de stemming afwezig, die in het verslag van de plenaire vergadering aanvankelijk wel als zijnde aanwezig werden vermeld. Eén Kamerlid van GroenLinks/PvdA, één Kamerlid/bewindspersoon van de VVD en één Kamerlid/bewindspersoon van D66 ontbraken. Zouden zij wel aan de hoofdelijke stemming hebben deelgenomen dan was het amendement met 73 voor en 72 stemmen tegen aangenomen.
Vandaag staat de stemming over het amendement opnieuw op de agenda (ergens tussen 15.00 en 15.30 uur). Als alle 150 Kamerleden bij de hoofdelijke stemming aanwezig zijn, dan mogen we een ‘staken der stemmen’ verwachten. Het amendement wordt dan verworpen. Dat zou echt pikant zijn.
Reacties (11)
Zouden zij wel aan de hoofdelijke stemming hebben deelgenomen dan was het amendement met 73 voor en 72 stemmen tegen aangenomen.
En maakt het, als per fractie gestemd wordt, nog uit of alle fractieleden aanwezig zijn?
Anders is de registratie van de aanwezigheid wel belangrijk.
Het maakt niet uit als er per fractie wordt gestemd. Dat heet ‘stemmen bij handopsteken’. Ook al steekt er één Kamerlid de hand op, dan worden toch alle stemmen van een voltallige fractie geteld.
Het komt vaak voor, de regels worden gevolgd. Wat pikant allemaal. Als je alles pikant noemt is niets meer pikant.
Even voor de goede orde: wij waren het niet die over een pikant staatsrechtelijk moment begonnen…
Wat dan weer wél pikant is:
– Deze kabinetsformatie gaat zich in de top-3 langste formaties vestigen. Gevolg: we maken nu weer een veel te lang zittend demissionair kabinet mee. Met zeven bewindslieden die, als Kamerlid zijnde, zichzelf controleren. Dat dit in de regelgeving mag, is gebaseerd op het idee dat formaties van korte duur zijn. Dat is inmiddels dus niet meer zo. Hoogste tijd dat de regelgeving aan de nieuwe werkelijkheden wordt aangepast! De huidige regels stammen uit 1983, die het mogelijk maakten dat zo’n dubbelfunctie langer dan drie maanden mag duren.
– pikant is ook dat het blijkbaar goed wordt bevonden (of het ook praktisch handig is, is een andere vraag) dat een minister tijd spendeert aan beide functies. Er is zelfs in één geval die tijd besteedt aan het ministerschap, het fractievoorzitterschap in de Kamer en de onderhandelingen bij de kabinetsformatie. Dat kan nooit alle drie even goed gaan.
– En ja, misschien niet pikant maar wel hoogst eigenaardig: dat de Kamervoorzitter meent dat een minister ineens geen bewindspersoon meer is als ze op een andere zetel in de Kamer plaatsneemt… Wat is dat voor poppenkast?
Het komt vaak voor, de regels worden gevolgd. Wat pikant allemaal. Als je alles pikant noemt is niets meer pikant.
Bewaar het woord waar het voor is. Dat een leeghoofd als Mona Keijzer die uit een eerder kabinet gegooid is omdat ze zich niet aan de afspraken kon houden nu benoemt gaat worden als minister, dat is pikant.
En dan moet het regeerakkoord ook nog eens ná de formatie worden geschreven. De serieuze inhoudelijke compromissen, die meestal de meeste tijd kosten in een formatie, zijn er nog helemaal niet op het moment dat er een nieuw kabinet wordt beëdigd. We gaan nu dus een soort post-formatie tegemoet, met heel veel achterkamertjesoverleg tussen de coalitiepartijen. (En met een kabinet dat nog helemaal niet klaar is om echt te gaan besturen.)
Overigens is het elders heel normaal dat ministers ook in het parlement zitten. In het VK kunnen alleen gekozen parlementariërs minister worden. In Duitsland ook, meen ik. Die combinatie wordt dus niet overal als problematisch gezien.
In Duitsland en het VK zijn de parlementen ook dusdanig groot, dat de kans veel kleiner is dat een enkele parlementariër de uitkomst van een stemming beïnvloedt. Verder geldt natuurlijk dat het hele politieke proces in het VK toch al van een bedenkelijk democratisch gehalte is. Alle drie de laden kennen daarnaast in ieder geval onvoldoende scheiding tussen wetgevende en uitvoerende macht (en de dubbelfunctie minister/parlementslid maakt dat er in ieder geval niet beter op). Tenslotte is in Nederland de afspraak dat we zulke dubbelfuncties juist niet toelaten, met als enige pragmatische uitzondering mensen die als parlementslid zijn gekozen terwijl ze hun ministerschap al ter beschikking hebben gegeven (om te voorkomen dat ze werkloos worden, zodra het volgende kabinet geformeerd is).
Ja, bij een groter parlement maakt het minder uit, daar zit wat in. Al schijnen ze het in Duitsland ook gewoon ondemocratisch te vinden dat een ongekozen politicus minister kan worden. Dus het hangt waarschijnlijk ook wel een beetje af van de democratische traditie in een land. En met de doorgeslagen fractiediscipline van tegenwoordig maakt het in de praktijk natuurlijk heel weinig uit.
“In Duitsland en het VK zijn de parlementen ook dusdanig groot, dat de kans veel kleiner is dat een enkele parlementariër de uitkomst van een stemming beïnvloedt.”
Mogelijk, maar dat neemt niet weg dat -in ieder geval in het VK- dergelijke functies wel degelijk aan parlementariërs worden gegund om er zeker van te zijn hoe ze stemmen. Je ziet daar ook vaak een wildgroei aan staatssecretarissen, en dan kan het zo maar het verschil maken.
Er is vandaag een rapport uitgekomen van een adviescollege over die demissionaire dubbelrol.
Daar zit geen woord Spaans bij.