ANALYSE - Gezien de verkiezingsuitslag zal zowel het vormen als het bij elkaar houden van een regeringscoalitie erg lastig worden. In dit artikel wordt een democratischer alternatief voor de traditionele coalitievorming voorgesteld, waarbij de partijen per thema coalities vormen met bijpassende, uitvoerende ministers.
Situatie
Het was deze verkiezingen erg duidelijk dat de Nederlandse democratie geen kiesdrempel heeft. Dit zorgt weliswaar voor een betere vertegenwoordiging van het moderne (ontzuilde) meningenlandschap, maar sinds de verkiezingen zitten er wel 13 partijen in de tweede kamer waarvan 6 partijen met 5 zetels of minder. Een regeringscoalitie heeft daardoor minstens 4 partijen nodig en op veel themas zullen deze partijen ver uit elkaar liggen.
Zelfs als zo een monstercoalitie gevormd wordt en de rit kan uitzitten, zullen alle partijen veel van hun verkiezingsbeloften overboord moeten gooien en daarvoor de volgende verkiezingen afgestraft worden. Bovendien voedt dit onvermijdelijke breken van de verkiezingsbeloftes de continu groeiende scepsis richting de politiek.
Waarschijnlijk zullen er nu weer stemmen opgaan voor de invoer van een kiesdrempel, maar in dit artikel wil ik een alternatieve en democratischere oplossing voorstellen.
Voorstel
Stel je voor dat de partijen besluiten om helemaal geen regeringscoalitie te vormen en in de plaats daarvan voor elke ministerpost “open” sollicitaties organiseren. Op die manier kan op elk beleidsgebied een aparte coalitie gevormd worden met een bijpassende minister.
Om de toestroom van sollicitanten wat te beperken, kan worden afgesproken dat elke sollicitant door minstens 1 partij moet worden voorgedragen. De minister wordt vervolgens gekozen door verkiezingen in de tweede kamer. Wellicht leidt dit er toe dat de ene partij de ene minister mag leveren en de andere partij de andere minister, maar het is ook mogelijk dat een coalitie op een bepaald onderwerp een meer partijonafhankelijke kandidaat als minister voordraagt. Een volledig “zakenkabinet” is echter onwaarschijnlijk.
Trias Politica
Dit voorstel zou ook bevordelijk zijn voor een duidelijkere scheiding van de machten in de wetgevende macht (tweede kamer) en de uitvoerende macht (regering). Als een minister zijn werk niet goed doet, kan hij makkelijk worden vervangen zonder dat daarvoor de betreffende partij zijn trots moet inslikken of zelfs de regering valt.
De minister-president zal een meer ceremoniele en voorzittende rol krijgen en de fractievoorzitters zullen veel belangrijker worden. De rol voor de overige ministers zal meer zijn de wil van de kamer te inventariseren en in overleg met de kamer beleid te formuleren. Daarnaast is het de rol van de ministers om het voorgestelde beleid te controleren op praktische en financiele problemen (ook in overleg met de andere ministers) en daarmee het overzicht te behouden.
Democratie and Stabiliteit
Deze regeringsvorm kan ook leiden tot een democratischer beleid, waarbij een meerderheid op een bepaald thema vaker wordt omgezet in beleid, in de plaats van uitgeruild te worden tegen andere thema’s (waarvoor wellicht geen meerderheid is). Alle partijen zijn in staat mee te regeren, zolang ze in staat zijn op bepaalde onderwerpen een coalitie te vormen.
Door het vormen van kleine, themagebonden coalities hoeft geen enkele partij tegen de essentie van zijn verkiezingsbeloftes te stemmen om in de regering te komen. Dit zal de scepsis richting de politiek verkleinen en de stabiliteit van de diverse coalities versterken.
Conclusie
Door het vormen van themagebonden coalities en bijbehorende ministers is het mogelijk een eerlijkere, stabilere en democratischere regering te vormen. De VVD zal ongetwijfeld niet blij zijn met deze afbraak van hun machtspositie, maar als alle kleinere partijen zich hiervoor sterk maken (inclusief Groenlinks en de Democraten66) is het mogelijk deze regeringsvorm nu af te dwingen!
(dit artikel werd ingezonden door een gastredacteur die liever anoniem wil blijven: naam en contactgegevens zijn bij de redactie bekend)
Reacties (34)
Helemaal top idee. Ik heb zelf ook vaak dergelijke suggesties gedaan. Kap met die coalitievorming en sta vrij debat toe. Wordt de Kamer veel representatiever van.
Tegen. Zo’ n voorstel zal alleen maar tot meer fragmentatie leiden. Júist het zoeken naar een compromis, consensus, is het meest waardevolle aspect van onze democratie. Dit voorstel nodigt uit tot het negeren van minderheden. Bijvoorbeeld het voorstel tot levensbeëindiging bij voltooid leven zal gemakkelijk door het parlement gejast worden. Maar dit doet geen recht aan de tegenstanders. Het is van belang dat zij ook bij een brede maatschappelijke discussie betrokken worden. Net zoals indertijd bij abortus. Het duurt even langer, maar dan heb je ook wat.
Dit is alweer zo’n idee dat leuk klinkt, maar dat eigenlijk niets meer is dan een blijk van onbegrip over politieke processen. Er is een reden dat een kabinet vanuit een kamermeerderheid gevormd wordt. Die reden is, dat een kabinet alleen dingen kan doen waar een kamermeerderheid voor is. Het heeft niet zoveel zin om ministers te benoemen die hun beleid niet door de kamer krijgen. Daarom is het het handigste, om ministers te benoemen uit een coalitie van partijen die een meerderheid heeft; dan weet je zeker dat die ministers ook daadwerkelijk het land kunnen besturen.
En als ik er even over nadenk, dan vraag ik me af of dit uberhaupt wel verschil gaat maken. Ik vermoed, dat ook met dit systeem er al heel snel een coalitie van partijen wordt gevormd die op elkaars kandidaten stemmen, en daarna vrij spel hebben om hun beleid neer te zetten … eigenlijk precies hetzelfde dat we nu hebben, maar dan op veel ondoorzichtiger manier. Dat lijkt me geen winst.
Verder helemaal eens met Lutine hierboven.
Best een interessant idee, maar ik zie toch een behoorlijk probleem.
Ik ben bang dat het gevolg zal zijn dat de minister-president (die de eenheid van kabinetsbeleid zal moeten bewaken) en de minister van financiën grotendeels de dienst uit maken. Dus als enkele partijen handjeklap doen over die twee posten, kunnen andere partijen en hun vakministers hoogstens nog wat kruimeltjes bemachtigen.
@2: “Zo’ n voorstel zal alleen maar tot meer fragmentatie leiden.”
Wat is daar precies mis mee?
@3: ” Het heeft niet zoveel zin om ministers te benoemen die hun beleid niet door de kamer krijgen.”
Die uitgangsgedachte is eigenlijk al verkeerd. De minister dient die wetten te maken die een Kamermeerderheid wil, niet zelf iets te verzinnen dat dan nog even door de Kamer geloodst moet worden. Nederland mag wel eens wat meer scheiding der machten krijgen en dit is een idee dat daarbij kan helpen.
“Ik vermoed, dat ook met dit systeem er al heel snel een coalitie van partijen wordt gevormd … Verder helemaal eens met Lutine hierboven”
Dat kan natuurlijk moeilijk alle twee. Met meer partijen (alleen maar meer fragmentatie, aldus Lutine) is het vormen van vaste coalities toch moeilijker. Dat maakt de keuze voor neutralere ministers een stuk voor de hand liggender.
@0: Er is wel een onderliggend gevaar: Wie gaat precies in de gaten houden dat uitgaves en inkomsten niet teveel uit de pas lopen? De kans dat er partijen zijn die zich verantwoordelijk voelen voor de uitgaves wordt kleiner (een uitgave waar jij niet voor hebt gestemd, daarvan zal de dekking je ook niet echt interesseren). Ik zie een minister van financiën al snel een (machteloos @4) roepende in de woestijn worden.
@5: wat betreft de inkomsten en uitgaven: het is de taak van de ministers om dit door te rekenen en te communiceren. Zolang er een meerderheid in de kamer is voor het balanceren van de inkomsten en uitgaven (coalitie voor minister van financien?) zou een voorstel dat alleen de uitgaven vergroot zonder de inkomsten te vergroten er niet (vaak) door moeten komen…
@4: geen enkele minister zou in staat moeten zijn de dienst uit te maken, ze zijn tenslotte de uitvoerende en niet de wetgevende macht… Juist de minister-president en de minister van financien krijgen minder te zeggen. De minister president krijgt een meer ceremoniele en voorzittende rol en de minister van financien krijgt voornamelijk de rol om door te rekenen, te controleren en te implementeren.
De bezwaren en kanttekeningen kan ik wel volgen. Toch is het wel enige aandacht waard.
Het gaat om de verbinding tussen een bestuurder en de ambtelijke organisatie: iemand met een beetje benul kan vaak meer bereiken in het professioneel overleg met zijn ambtenaren. Meer in de zin dat er betere voorstellen naar het parlement komen.
Het gaat ook om de verbinding tussen de ministers: de deskundigen op een vakgebied zijn vaak minder gehaaid in de strijd om de budgetten. Dat betekent dat de minister president, gesecondeerd door de minister van Financiën teambouwers moeten zijn.
Dat roept het gevaar op dat het eigenlijk een presidentieel systeem is dat wordt bepleit. Het zal Thierry Baudet misschien wel bevallen, want hij kwam al met zo’n soort beeld bij Pauw en Jinek, maar ik ben wel gehecht aan onze collegiale verantwoordelijkheid.
Dat is een hoeksteen in de checks and balances in de afweer van tyrannie, die ons ons hert doorwondt.
@5:
“Die uitgangsgedachte is eigenlijk al verkeerd. De minister dient die wetten te maken die een Kamermeerderheid wil”
Nee, hoezo ? Daar is helemaal niets over vastgelegd of geregeld. En in de praktijk werkt de Nederlandse politiek ook niet zo; het initiatief voor wetgeving ligt wel degelijk bij het kabinet.
Het idee van een coalitie per dossier lijkt me juist heel werkbaar. Zo hoeft een kabinet niet te zoeken naar wisselende meerderheden (zoals de afgelopen periode) maar weet je al bij voorbaat welke meerderheid er voor welk ministerie is. De angst dat kleine partijen daarmee geen recht wordt gedaan lijkt me ongegrond. Kleine partijen (denk bijvoorbeeld aan de PvdD) krijgen in dit voorstel juist de ruimte om hun beleidsvoornemens te toetsen aan het parlement, dit gebeurt nooit als er een meerderheidskabinet is. Kortom, een mooi evolutionair vervolg op Rutte II. Nu nog het parlement samenstellen door loting, zoals David van Reijbrouck voorstelt, en onze democratie kan er weer anderhalve eeuw tegen.
Een column met Baudet als inspiratiebron?
@5
Naar mijn mening zijn we in het huidige bestel al een eilandjes cultuur. Wat we terug zien in de hoeveelheid partijen en partijtjes. Ik heb kort gezegd niks met verdeeldheid.
Verder is al die zogenaamde politieke vernieuwing en politiek dichter bij de burger brengen mij ook in het verkeerde keelgat geschoten. Ik heb dus geen behoefte aan een tweede graat in mijn keel.
Ultra conservatief op dit punt: geen experimenten.
@7
Voor het geval dat niet duidelijk was: ik bedoelde dat de minister-president en minister van financiën grotendeels de dienst uitmaken in het kabinet en dus ook in het beleid, omdat ze in de Kamer worden gesteund door de partijen die over die twee posten een akkoord hebben gesloten.
@6
Alleen zit de wereld niet zo in elkaar. Zaken als onderwijs, gezondheidszorg, politie, of investeringen in infrastructuur kosten geld en dat geld wordt opgebracht door belastingen. Ofwel: er is één ministerie dat het geld binnenbrengt, dat door de anderen wordt uitgegeven.
Een oplossing zou dan kunnen zijn dat elk ministerie zijn eigen inkomsten regelt via belastingheffing. In plaats van inkomstenbelasting zou je dan onderwijsbelasting, politiebelasting, defensiebelasting, enzovoort krijgen. Dat zou wel inzichtelijk zijn. Maar ook ontzettend ingewikkeld.
“Bijvoorbeeld het voorstel tot levensbeëindiging bij voltooid leven zal gemakkelijk door het parlement gejast worden.”
Dat lijkt mij nou precies een reden om voor dit voorstel te zijn: dat een knotsgekke christenminderheid niet allerlei verbeteringen kan blokkeren die de samenleving al lang wil, zoals legalisatie van de achterdeur in de coffeeshop en nota bene het recht om over je eigen leven te beschikken. Voor een goede regeling voor abortus en euthanasie hebben we ook de christenen niet nodig gehad.
Ik zie wel veel democratische voordelen in dit systeem en zoals boven geschetst zou het de politiek op punten zeker ook slagvaardiger kunnen maken.
Veel van de bezwaren hier gaan overigens uit van de veronderstelling dat een minister nog wetgevende macht heeft, en dat primaat ligt zoals ik het begrijp bij dit voorstel in de kamer. Van de achterkamertjes naar de voorkamer dus, en van minderheidsbesluiten naar meerderheidsbesluiten. Dat vind ik alles behalve negatieve effecten.
@14
Je illustreert exact waarom ik er tegen ben, Klokwerk. Voor genoemd voorstel is gemakkelijk een meerderheid te vinden en die “knotsgekke christenminderheid” moet hun kop maar houden. Kennelijk heeft minderhedenbescherming alleen waarde als het een etnische minderheid is of een minderheid naar seksuele voorkeur.
Op belangrijke onderwerpen (en dit is er mijn inziens een) is consensus belangrijker dan dat men het er met een hamerslag doorheen jaagt. Een brede discussie heeft waarde omdat alle -of in ieder geval de meeste- partijen zich bij de uitkomst kunnen neerleggen. Wat ik ook al in @12 aangeef: ik heb niks met verdeeldheid. En ook niks met het negeren van minderheden.
Het moge duidelijk zijn dat ik zelf niet tot die “knotsgekke christenminderheid” behoor en dat ik ze zo ook niet zou betitelen.
@14
Nog? De wetgevende macht ligt in Nederland bij het parlement en het is evident dat dit voorstel daar niets aan verandert. Ik heb eerder het idee dat dit voor de meeste critici van dit voorstel zo vanzelfsprekend is, dat ze het niet expliciet benoemen. Dat geldt in elk geval voor mij.
Of enkele partijen een overkoepelend regeerakkoord afsluiten, of dat er op verschillende onderwerpen deelakkoorden worden afgesloten door wisselende coalities heeft helemaal niks te maken met de vraag wie wel of niet wetgevende macht is.
Een minderheid heeft in een democratie bescherming door de grondwet, de rechtstaat en de internationale mensenrechtenverdragen, die allemaal hoger gaan dan meeste-stemmen-gelden. Voor wat betreft beleid binnen die grenzen hoort in een democratie inderdaad de meerderheid te bepalen wat de richting is.
Alsof het nu al zo zou zijn dat bij ieder beleidsvoorstel altijd iedere minderheid wordt gehoord? Onzin, dat is alleen als ze toevallig in een kabinet zitten. Naar de minderheid die de Partij voor de Dieren stemt is nog nooit geluisterd in coalitieverband. Die zogenaamde zorgvuldigheid die jij in het systeem ervaart is puur selectief.
En helemaal als het gaat om jouw voorbeeld vind ik dat erg: hier gaat het om het recht voor mensen om te beslissen over hun eigen lichaam en leven. Dat wordt geblokkeerd door een minderheid die vindt dat zij daar via de overheid beter over kan beslissen dan mensen zelf.
Interessant idee. Echter denk ik dat er wel een aantal bedenkingen tegen zijn, wat ook al uit de eerdere reacties naar voren komt.
Ten eerste staat niets politieke partijen in de weg om alsnog onderling afspraken te maken en zo te zorgen dat alleen de mensen die gebonden zijn aan een bepaalde meerderheid ministersposten gaan bekleden. Eigenlijk het huidige systeem dus. Wil je dit invoeren dan zullen daar een aantal constitutionele waarborgen bij moeten komen kijken om dat te voorkomen.
Ten tweede, als dit wel ingevoerd wordt zal dit leiden tot een verdere depolitisering van de politiek. In het huidige neoliberale tijdsbeeld staat mijns inziens de heersende ideologie toch al weinig ter discussie. Ik vrees dat door op een dergelijke manier een regering te vormen dit effect versterkt zal worden. Hoewel er op specifieke beleidsterreinen nog steeds voorstanders en tegenstanders van zekere voorstellen zullen zijn, zal door het ontbreken van een duidelijk onderscheid tussen oppositie en coalitie de overkoepelende ideologie in nog grotere mate klakkeloos worden aangenomen als common sense. Een post-ideologisch tijdperk dus.
@0 lijkt een praktisch beter uitvoerbare variant van een idee dat ik als tiener in de jaren ’80 al eens had. Ik had toen bedacht dat het veel democratischer zou zijn als er voor elk ministerie een aparte verkiezingsronde zou zijn, maar toen besefte ik nog niet dat voor veertien ministeries een aparte stembusgang wellicht wat veel gevraagd was.
@17
Nog voordat er wat besloten is, is er door de verschillende partijen al op gereageerd. In mijn voorbeeld was er uiteraard tegenstand van de christelijke partijen, maar ook van de SP. Deze partijen vonden elkaar door te stellen dat er meer gedaan moet worden voor eenzame ouderen enz enz.
Jij frame’ t het direct weg als christelijke weerstand, maar de SP is geen christelijke partij. Er worden alternatieven getracht te vinden voor iets waar jij kennelijk een warm voorstander van ben. Pechtold echter sprak al weer voor zijn beurt door te stellen dat de leeftijd willekeurig gekozen was en dat deze in een later stadium wel verlaagd kan worden.
Wat we op dit onderwerp feitelijk zien is al een vorm van coalitie vorming op één onderwerp.
Uiteraard kan je niet voor ieder wissewasje een brede discussies op zetten. Maar afhankelijk van de zwaarte stel ik een brede discussie wel op prijs. Onze democratie versimpelen lijkt mij onwenselijk.
@15:
Bij het huwen van homosexuelen, of euthanasie op wilsbekwame personen, lijkt mij dat de belangen van de betrokkene zwaarder moeten wegen dan de religieuze bezwaren van anderen.
Bij abortus ligt het anders, omdat de foetus niet hierover beslissen kan, maar wel de gevolgen ondervindt.
Ook bij de veeteelt (bio-industrie, slacht en vervoer) denk ik dat de bezwaren van de minderheid zwaarder mogen wegen.
Als het goed is, zullen de parlementaire groepen die hier zwaar aan hechten, iets willen offeren voor hun hogere ideaal.
@18: Als er geen coalities zijn, wordt juist duidelijk is welke standpunten een partij inneemt.
Nu is duidelijk dat de CU “links” is op het gebied van milieu, werk en vluchtelingen, en “rechts” is m.b.t. euthansie en abortus.
D66 is “rechts” op het gebied van arbeidsrecht, maar wel vóór mensenrechten.
Als er een coalitie CU/D66/VVD zou komen, lijkt het alsof ze alle 3 dezelfde standpunten hebben.
aanvulling op mezelf @21:
Ooit was er een partij die het algemene kiesrecht in wilde voeren, en een partij dit het “bijzondere” (d.w.z. christelijke) onderwijs door de overheid wilde laten financieren.
Dat beide gerealiseerd zijn, werd bij mijn weten mogelijk door een coalitie waarin standpunten geruild werden.
Ik denk dat – in 1912 – dit een goed resultaat opleverde.
(tegenwoordig zouden hopelijk voldoende partijen het algemeen kiesrecht invoeren zonder tegenprestatie te vragen)
@9: “En in de praktijk werkt de Nederlandse politiek ook niet zo; het initiatief voor wetgeving ligt wel degelijk bij het kabinet.”
En dat is precies verkeerd aan de Nederlandse invulling van de democratie. De uitvoerende macht zit ook op de wetgevende stoel. Gebrek aan scheiding der machten.
Goed idee en een aansporing voor een Nederlandse versie van Yes Minister
;-)
@16: “De wetgevende macht ligt in Nederland bij het parlement en het is evident dat dit voorstel daar niets aan verandert.”
In Nederland is dit punt juist erg slecht geregeld (het is in mijn ogen met afstand het grootste manco en eigenlijk het enige dat voldoende omvang heeft om aan te sleutelen). De wetgevende macht wordt de jure gedeeld door Kamer en kabinet en ligt in de praktijk vrijwel geheel bij het kabinet. Dit voorstel zou daar wel degelijk verandering (ten goede) in brengen.
++ voor Bismarck.
@20: in dit voorstel wordt dit punt dus in de openheid onderhandeld, in de tweede kamer, in plaats van weggemoffeld in een coalitieakkoord, waarover we wel kunnen lullen, maar waarvoor de uiteindelijke beslissing al lang in de achterkamertjes uitonderhandeld is – tel uit je winst.
@26: Maar even los van de theoretische bespiegelingen over de Trias Politica, wat is daar nu eigenlijk echt het probleem van ? Ik snap de formele bezwaren, maar praktisch gezien lijkt het me veel beter om wetgeving bij een kabinet neer te leggen dan bij de kamer.
@21
Inhoudelijk ben ik het daar volledig mee eens. Het is überhaupt merkwaardig dat de martelindustrie is toegestaan. Maar uit zo’ n punt blijkt ook al dat individueel belang voor collectief belang gaat. Laat ik eens conservatief schatten, dan eet 75% van de Nederlandse bevolking martelvlees.
Om in Klokwerk’ s termen te spreken: die knotsgekke dierengekkies moeten niet van alles blokkeren.
En terug naar de coalitievorming welke plaats kan hebben: Thieme en haar club behoort tot de winnaars van woensdag. Om het drietal compleet te maken kan Thieme eisen stellen op dierenwelzijn en zo als minderheid de meerderheid haar wil etaleren. De meerderheid kan daar dan al niet mee instemmen.
In de huidige praktijk kan Thieme dus rechtstreeks onderhandelen met boerenpartij bij uitstek: het CDA.
*In de praktijk zie ik Thieme het door mij gestelde niet doen. Maar dat is meer een verwijt aan Thieme dan dat het systeem niet zou deugen.
Ik ruik er toch iets in wat niet in onze traditie past: afscheid van collegialiteit, accent op uitvoerende macht.
In de V.S. woedt deze discussie ook weer: moet er een president zijn, of een groep ministers? Hamilton c.s. zagen het meest in een sterke uitvoering, dus een president.
Wij hebben dat nooit zo nodig gevonden, vermoedelijk door een waterschap-traditie. De uitvoering vindt bij ons op een laag niveau plaats, waarin helder is wat er moet gebeuren.
“Maar even los van de theoretische bespiegelingen over de Trias Politica, wat is daar nu eigenlijk echt het probleem van ? ”
Dat minderheidsstandpunten makkelijk en im praktijk ook vaak beleid worden.
Zo is de achterdeur van de coffeeshop nog steeds in criminele handen, terwijl er bij de bevolking en in de kamer al meer dan vijftien jaar consequent een meerderheid van zestig procent voor legaliseren is.
@31: Ik vraag me af of dat wel significant beter wordt met dat nieuwe voorstel. De kamer kan nu ook al zelf wetsvoorstellen indienen, en doet dan ook geregeld. D66 heeft een paar weken geleden een wet doorgevoerd, waardoor die coffeeshop-achterdeur geregeld kan gaan worden, bijvoorbeeld.
Dat is erg zeldzaam, wat er ook mee te maken heeft dat de kamer niet de macht heeft om een ministerie aan het werk te zetten om een eet te maken. In praktijk komt het overgrote deel van eet en regelgeving van het kabinet en maakt de kamer moties, die eenmaal aangenomen regelmatig niet eens worden uitgevoerd.
@26
Niet mee eens. Wetsvoorstellen komen inderdaad (formeel) meestal van de regering, maar ze worden altijd voorgekookt door uitgebreid overleg met coalitiefracties. (En de afgelopen jaren ook met andere partijen, omdat de coalitie geen meerderheid had in de Eerste Kamer.) Bovendien worden de hoofdlijnen van beleid vastgelegd in een regeerakkoord dat in overleg tussen coalitiefracties wordt opgesteld.
Het probleem is niet dat het parlement zijn rol van wetgevende macht uit handen heeft gegeven, maar veel meer dat het overleg zich nauwelijks nog in openbare vergaderingen afspeelt, maar vooral achter de schermen wordt gevoerd. Ik betwijfel of dit voorstel daar verandering in brengt. Het tegendeel zou wel eens het geval kunnen zijn, omdat er alleen maar meer gewheeld en gedeald moet worden als verschillende coalities verschillende ministeries in handen hebben.