dossier

Tweede Kamerverkiezingen 2025

Stembureau Winterswijk Foto Ciell, CC BY-SA 4.0 , via Wikimedia Commons.


Alles over (de aanloop naar) de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober 2025


Foto: Frédéric BISSON (cc)

Het ‘fatsoenlijke’ woonprogramma van het CDA

ANALYSE - van Jan Kok [*]

Analyse van de woonparagraaf in het conceptverkiezingsprogramma van het CDA voor de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober (1). Met hier en daar vergelijkingen met de woonprogramma’s in de conceptverkiezingsprogramma’s  van GroenLinks-PvdA en de VVD, de twee andere middelgrote partijen in de peilingen en mogelijke regeerpartners.

Bij het CDA is het weer helemaal ‘fatsoen’ wat de klok slaat. Ook als het over wonen gaat: ‘Veel starters verdienen ….. te weinig voor de hypotheek om een fatsoenlijk huis te kopen.’ Fatsoen wordt vaak omschreven als het voldoen aan de geldende normen en waarden. (Waarden en normen is inhoudelijk trouwens een betere volgorde.) Het is nu vooral een reactie op de politieke omgangsvormen ten tijde van het kabinet-Schoof. Het begrip doet ons terugdenken aan de tijden van Jan Peter Balkenende, die ook schermde met normen en waarden en met ‘fatsoen moet je doen’.  Hij reageerde hiermee voornamelijk op de gebeurtenissen rond de moord op Pim Fortuyn in 2002. (2)

Overheid meer invloed

In het woonprogramma van het CDA wordt meer afstand van de markt genomen dan in vroegere versies. ‘De overheid moet de regie terugpakken om keuzes te maken in schaarste.’ Er wordt gepleit voor een leegstandsheffing. Bij het verlenen van een bouwvergunning een bouwplicht binnen maximaal twee jaar. En het Rijk gaat steun verlenen met een grondfaciliteit of zelfs een Nationale Grondbank. Gemeenten moeten sociale grondprijzen kunnen rekenen. Met behulp van de planbatenheffing kunnen winsten vanwege gestegen waarden van grond gericht worden ingezet in gebiedsontwikkeling.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

De bestuurlijke ambities van de VVD: toenadering tot GroenLinks-PvdA noodzaak?

ANALYSE - van Boris van Haastrecht
VVD-leider Dilan Yeşilgöz sloot begin juni toekomstige samenwerking met de PVV van Geert Wilders definitief uit. Kort daarna verklaarde zij tijdens het partijcongres van de VVD dat GroenLinks-PvdA een “elitaire” partij is, waarmee het “heel moeilijk” wordt samen te werken na de aankomende Tweede Kamerverkiezingen. Haar verkiezingsinzet is een “stabiel rechts kabinet”. Deze uitspraken roepen de vraag op in welke coalitie de VVD haar bestuurlijke ambities in de toekomst wil realiseren.

Het is nu al vrijwel zeker dat de eerstvolgende kabinetsformatie ingewikkeld wordt, omdat het Nederlands politiek bestel versnipperd en gepolariseerd is. Op basis van de peilingen van de afgelopen maanden is de meest realistische mogelijkheid tot vorming van een meerderheidscoalitie een combinatie van VVD, GroenLinks-PvdA en CDA, aangevuld met kleinere partijen uit het politieke midden als D66 of ChristenUnie.

Door de huidige wederzijdse vijandigheid tussen sociaaldemocraten en liberalen zou je bijna vergeten dat deze groepen in het verleden meermaals regeringscoalities vormden, namelijk in de kabinetten-Drees I en II (1948-1952), de kabinetten-Kok I en II (1994-2002) en het kabinet-Rutte II (2012-2017). Het is de moeite waard deze eerdere perioden van samenwerking nader te bestuderen om de relatie tussen GroenLinks-PvdA en VVD in context te plaatsen.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Kamervragen als campagnemiddel

Met de verkiezingen in aantocht duiken de lijstjes op over welke Kamerleden het meest actief zijn. Wie doet de meeste debatten? Welke partij dient de meeste moties en amendementen in? Nieuwsmedia zoals NOS, de Groene Amsterdammer, en eerder ook Nieuwsuur, RTL en NRC, deden uitgebreid verslag van de ‘prestaties’ in de Tweede Kamer.

Eén belangrijk instrument ontbrak in die verslagen: de Kamervraag. En dat is opvallend want juist het aantal schriftelijke Kamervragen groeide de afgelopen decennia explosief, schrijven Anchrit Wille en Mark Bovens.

Alle dagen Kamervragen

Aan het einde van de vorige eeuw, in 1998, publiceerde voormalig D66-kamerlid Hans Jeekel, een terugblik op zijn Kamerlidmaatschap. Zijn boekje had de omineuze titel ‘Duizend dagen Kamervragen’. Tot zijn grote teleurstelling bestond het Kamerwerk vooral uit het stellen van eindeloze hoeveelheden vragen aan de regering. Toen Jeekel in de Kamer zat werden er nog maar 1500 Kamervragen per jaar gesteld. Figuur 1 laat zien dat het aantal Kamervragen sindsdien is verdubbeld. In 2019 werd een record bereikt met 3078 schriftelijke Kamervragen. Dat zijn gemiddeld 20 vragen op elke parlementaire werkdag.

De grafiek stijgt van ongeveer 250 in 1960 naar 1750 in 1972. Vanaf 1978 daakt get gestaat weer naar ongeveer 700 in de beginjaren 1990. Vanaf 1996 ligt het op ongeveer 1500 en vanaf 2007 schommelt het tussen de 2000 en 3000

Figuur 1. Aantal schriftelijke vragen per jaar, Tweede Kamer 1960-2024 (abs)

Waarom komt die toename vandaan?

Foto: Frédéric BISSON (cc)

GroenLinks-PvdA: betaalbaar wonen voor de sociale meerderheid

ANALYSE - Weg met de marktwerking. Leve de solidariteit. Volkshuisvesting wordt weer een publieke taak. In het alom als links gekwalificeerde concept-verkiezingsprogramma van GroenLinks-PvdA voor de Tweede Kamerverkiezingen op 29 oktober 2025 wordt dit verder uitgewerkt. Wonen is niet voor niets het eerste thema-hoofdstuk. Eindelijk wordt wonen het belangrijkste onderwerp van landelijke verkiezingen. Een belofte: ‘In de eerste honderd dagen van een nieuwe regering komen we met een Herstelplan voor de Woningbouw.’  Een analyse van Jan Kok.

Voor woningbouw is stevige grondpolitiek noodzakelijk

Men sluit zich aan bij al die andere politieke partijen welke allemaal 100.000 woningen per jaar willen bouwen. Maar ook GroenLinks-PvdA is zich inmiddels gaan realiseren dat bij een hoog positief migratiesaldo dit niet genoeg zal zijn om de woningnood te verminderen. Dus pleit zij voor een migratiesaldo van niet meer dan 40.000 tot 60.000 per jaar. Vooral de laagwaardige arbeidsmigratie moet worden beperkt.

Wil je veel en snel kunnen gaan bouwen, dan is een stevige grondpolitiek noodzakelijk.
‘Als de overheid grond opkoopt, kunnen we sneller bouwen en de huren en huizenprijzen betaalbaar houden. De overheid heeft dan een sterkere onderhandelingspositie en kan zo het proces versnellen.’ [*] Nu is het nog zo dat grondeigenaren bouw bewust uitstellen om de grondprijs te laten stijgen.
Grondspeculatiewinsten moeten ten goede komen aan de samenleving, waarbij het onder andere kan worden gebruikt voor woningbouw.
De partij denkt ook aan het eerste recht van koop als grond beschikbaar komt (voorkeursrecht).
Dan pas kun je veel locaties bestemmen voor woningbouw. Dit moet allemaal worden opgenomen in een nieuwe Nota Ruimte. Ik vraag me dan af. Waarom geen Zesde Nota Ruimtelijke Ordening? Zo’n titel met ordening erin zou mooi verwoorden dat men wil teruggaan naar de tijden van meer overheidsregie.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Werken moet lonen – maar voor wie eigenlijk?

De VVD hamert er al decennia op: werken moet lonen. Het is het mantra dat in elke verkiezingscampagne en elk verkiezingsprogramma weer opduikt. Het is een uitspraak waarmee ze de ‘hardwerkende Nederlander’, die normaal eerder geneigd is links te stemmen, proberen over te halen op hun elitepartij te stemmen, en het werkt. Maar wie kijkt, ziet dat deze leus vooral wordt ingevuld door één specifieke route: het verlagen of beperken van uitkeringen en toeslagen. Niet omdat men de lonen actief wil verhogen, maar omdat men zo de bodem steeds wat verder uit het sociale vangnet zaagt.

Het is een strategie die in theorie alleen zin heeft als het systeem waar de VVD zelf voor staat niet functioneert. Want als werk eerlijk werd beloond, als werkgevers hun mensen zonder dwang en dreiging een fatsoenlijk loon betaalden, dan hoefde je geen mensen in armoede te duwen om ze ‘te prikkelen’ om te werken. In een gezonde economie zou de vergelijking simpel zijn: een baan biedt meer bestaanszekerheid, perspectief en waardering dan een uitkering, zonder dat je daarvoor de uitkering kapot hoeft te bezuinigen. Maar ook: in een gezonde economie zouden werkgevers een eerlijk loon bieden

Maar de praktijk laat zien dat dit beleid vooral een race to the bottom in gang zet. Want als je de onderkant van het vangnet steeds verder naar beneden trekt, dan krijgt de arbeidsmarkt één duidelijke boodschap: het loont om lage lonen te blijven betalen, zeker als je bestaansonzekerheid bij mensen uitspeelt. En waarom zou een werkgever het minimumloon substantieel verhogen, als de overheid er tegenwoordig alles aan doet om de afstand tot de bijstand via armoede te creëren? De werkende arme, ooit in Nederland bijna een contradictio in terminis, is inmiddels een structureel onderdeel van onze economie geworden.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

VVD’s vrijheden op de woningmarkt

een gastbijdrage van Jan Kok

Het conceptverkiezingsprogramma van de VVD voor de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober 2025 is volgens Yvonne Hofs in De Volkskrant van 28 juli 2025, p. 4 ‘onversneden rechts’. Later in haar artikel noemt ze dit programma trouwens ‘rechtser dan rechts’, maar dan zou het logischerwijs radicaal-rechts moeten zijn. Dat lijkt mij een stap te ver.
Dat onversneden rechtse geluid komt ook naar voren in de paragraaf die over wonen gaat.

Alles draait om (individuele) vrijheid bij de VVD, what’s in a name. Het is wel de vrijheid van de bovenlaag, ten koste van de rest.

In dit artikel ga ik dieper in op vier voor de VVD cruciale thema’s in de woonparagraaf: eigenwoningbezit (de vrijheid van de woningkoper); vrije huur (de vrijheid van de woningverhuurder); sociale huur (de beperkte vrijheid van de sociale huurder); deregulering (de vrijheid van de bewoner).

Voordat ik dat ga doen, nog kort iets over de bouwplannen van de VVD. De partij wil ‘met sturing vanuit het Rijk dertig nieuwe grootschalige woonwijken’ bouwen. ‘Dat willen we zowel in dichtbevolkte gebieden, zoals Utrecht, als dunbevolkte gebieden, zoals Flevoland.’ De VVD wil er een wedstrijd van maken: ‘Gemeenten die bouwrecords breken krijgen een financiële bonus om in nieuwe woningbouwplannen te investeren.’

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Xenofoob marktfundamentalisme uit verkiezingsprogramma VVD speelt populisten in de kaart

ANALYSE, LONGREAD - door Bram van Gendt

De VVD heeft als eerste partij haar verkiezingsprogramma bekendgemaakt. Het ligt in de lijn der verwachting dat er (helaas) een coalitie gesmeed moet worden met de VVD, omdat het in de peilingen toch nog ongeveer twintig zetels vertegenwoordigt. Daarom wil ik in dit stuk nader ingaan op de standpunten van deze partij; met welke plannen zal de VVD aan de onderhandelingstafel verschijnen. Daarnaast neemt de VVD een zeer gewichtige positie in binnen het publieke debat (en dus tijdens de verkiezingscampagne); als centrumrechtse partij -althans in naam- bepaalt zij welke rechtse ideeën binnen het discours als toelaatbaar worden beschouwd en welke niet. De VVD fungeert daarmee, of beter gezegd: zou moeten fungeren, als poortwachter tegen radicaal-rechtse denkbeelden. Zo bakent de partij af wat als ‘acceptabel’ en ‘normaal’ wordt gezien. Ik zal hiervoor eerst thematisch de standpunten behandelen, waarna ik tot een ideologische duiding kom van het verkiezingsprogramma.

Bestaanszekerheid: Wonen, Werk en Inkomen

De VVD wil de “ingewikkelde herverdelingsmachine” een halt toeroepen. Werken moet weer lonen. Hiervoor wil de VVD de marginale druk reduceren, en moeten toeslagen en uitkeringen “hervormd” worden. Op deze manier tracht de VVD het bovengenoemde rechtvaardigheidsgevoel van “werken moet lonen” te bevredigen.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Daar komen de ‘nieuwe’ partijen

ANALYSE - Sargasso speurt sinds 2012 bij elke Tweede Kamerverkiezing naar nieuwe partijen. In de aanloop naar  de TK-verkiezingen in oktober gaan we dat ook deze keer weer doen.

In  een vorig artikel wezen we op vijf politieke partijen, die niet eerder aan de TK-verkiezingen deelnamen, maar wel geregistreerd staan bij de Kiesraad. Inmiddels zijn daar vier partijen bij gekomen.

Wie politieke ambities heeft moet snel zijn. Vier augustus is de laatste dag dat men nog de partijnaam kan laten registreren bij de Kiesraad. Een krap maandje later (1 september) moet de waarborgsom voor de kandidaatstelling betaald worden en 15 september moeten de definitieve kandidatenlijsten ingeleverd zijn.

Een overzichtje van de vier recentelijk geregistreerde ‘nieuwelingen’.

1. Partij Helder

Deed een poging eerder mee te doen onder de naam Groen Rechts. De partij haalde toen het stembiljet niet. Men was te laat begonnen met de voorbereidingen en kreeg te weinig ondersteuningsverklaringen om in genoeg kiesdistricten deel te nemen.

Vanaf maart 2023 heeft men aan een doorstart gewerkt en nu heeft de partij helder wat men wil en met welke mensen men politiek Den Haag denkt op te schudden.

De partij staat lange termijnoplossingen voor en afficheert zich als een middenpartij: “Wij hebben daarbij geen grootse linkse idealen die toch niet gerealiseerd gaan worden. En zijn ook niet van het rechts populisme dat elke samenwerking uit de weg gaat of roept dat ze gehinderd worden door wetten (die nota bene door rechtse partijen zijn aangenomen de laatste 15 jaar)”.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Nieuwe politieke partijen 2025

Niet eerder maakten we mee dat binnen een tijdsbestek van viereneenhalf jaar er drie keer Tweede Kamerverkiezingen waren. Ja, lang geleden was het gewoon dat er om de drie jaar een deel van de Tweede Kamer gekozen kon worden. Maar dat was niet omdat er zoveel kabinetscrisissen waren.

Nu lijken bepaalde politici niet met hun fikken van de stekker af te kunnen blijven en trekken ze die er uit omdat ze regeren maar saai vinden en zich liever wellustig in verkiezingscampagnes wentelen.

Om moe van te worden.

Maar wie weet biedt dit wel een kans voor nieuwe politieke partijen. Sargasso speurt sinds 2012 bij elke Tweede Kamervekiezing naar nieuwe partijen. Dat gaan we ook deze keer weer doen.

Vijf of zes nieuwelingen?

Op moment van dit schrijven staan bij de Kiesraad vijf partijen vermeld die niet eerder aan de TK-verkiezingen deelnamen. Of die ook op de stembiljetten te zien zullen zijn weten we pas na 15 september, als alle kandidaten bekend zijn.

Eén partij staat (nog) niet in die lijst: de Fryske Nasjonale Partij (FNP), die onder aanvoering van NSC’er Aart Jelle Soepboer zegt mee te gaan doen aan de landelijke verkiezingen. Het is nog even afwachten tot 30 augustus, wanneer de ledenvergadering “het laatste woord zal heb over definitieve deelname aan de verkiezingen en alles wat er bij hoort”. (bron citaat)

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Bescherm onze democratie

COLUMN - door Marcel Canoy

De vijf zekerheden of ‘reddende engelen’ van onze democratie staan onder druk. Tijd voor actie, meent hoogleraar Marcel Canoy, met als ultieme en eenvoudige remedie: een ander vakje rood kleuren in het stemhokje.

Het kan niet vaak genoeg gezegd worden: onze democratie is in gevaar. En we staan er bij te kijken alsof het iets onafwendbaars is, of erger: iets dat we maar moeten accepteren. ‘Meer dan twee miljoen mensen stemden op de PVV’, is een veelgehoord argument. Het kabinet mag dan eindelijk gevallen zijn, het gevaar is niet geweken.

Sociaal contract

Verschillende filosofen hebben democratie geduid. Democratie is een sociaal contract waarbij burgers een deel van hun soevereiniteit vrijwillig opgeven aan de gekozen macht om het algemeen belang te dienen. Pijlers van democratie zijn het respecteren van mensenrechten, het beschermen van minderheden, vrijheid van meningsuiting en het bestaan van tegenmachten voor de heersende klasse.

De waarde van democratie is het gemakkelijkst te begrijpen vanuit het negatieve

De waarde van democratie is het gemakkelijkst te begrijpen vanuit het negatieve. Niet voor niets zei Churchill in 1947 dat democratie het slechtste systeem was om een land te runnen, alleen zijn de alternatieven nog slechter. In dictatoriale systemen worden alle pijlers van democratie onderuit geschoffeld. Het gevolg is minder vrijheid, repressie van minderheden, geen onafhankelijke rechtspraak en het onderdrukken van tegengeluiden. En niet te vergeten: een zwakkere economie.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Een centrumkabinet op hoofdlijnen: doe wat nodig is!

OPINIE - Wilders heeft het meest radicale kabinet uit de parlementaire geschiedenis laten vallen. Je kunt niet anders stellen dan dat dit een zegen voor ons land is. Hopelijk zijn we na de aanstaande Kamerverkiezingen definitief af van de (xenofobe) symboolpolitiek, het eindeloze geruzie, de profileringsdrang en het kortzichtige beleid dat enkel op electoraal gewin gericht is. Voor zo’n centrumkabinet staat niet iedereen te springen. Vooral VVD’ers – onder aanvoering van Dilan Yesilgöz – lijken het nauwelijks te kunnen verkroppen dat GL-PvdA een potentiële regeringspartner wordt. Ik vind dat hoogst opmerkelijk, schrijft  Bram van Gendt.

GL-PvdA deelt grotendeels de probleemanalyse van de VVD als het gaat om maatschappelijke kwesties, in tegenstelling tot haar voormalige coalitiepartners. Wat resteert is vervolgens de ‘hoe’-vraag: hoe wordt deze problematiek opgelost? De beantwoording daarvan is grotendeels ideologisch bepaald en dat is prima; dat hoort bij een gezonde parlementaire democratie. Hoe anders was dat bij partijen zoals PVV en BBB. Zij ontkennen (deels) bepaalde evidente maatschappelijke problemen en stellen beleidsmaatregelen voor die buiten de rechtsstatelijke kaders vallen. Ik begrijp werkelijk niet wat er mis is – kijkend vanuit het VVD-perspectief – met het vormen van een regulier centrumkabinet mét dat verfoeide GL-PvdA. Immers, tijdens de kabinetten-Paars en Rutte II was dergelijke regeringsvorming de normaalste zaak van de wereld. Het is simpelweg geheel in de traditie van de parlementaire democratie dat centrumlinks en centrumrechts tot vruchtbare politiek-bestuurlijke samenwerking komen.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

De bom van Wilders – overbodig tienpuntenplan

Terwijl de slachtoffers van de aanslag op kabinet Schoof hun weg tussen de brokstukken proberen te vinden, blikken we nog even terug op de bom die Wilders in de parlementaire democratie dropte: het tienpuntenplan.

Een van onze lezers stelde voor:

Inhoudelijk de tien punten van hem gaan fileren zoals Klaas Dijkhoff vanavond [1] deed met punt 10 in Goedenavond NL. Keer op keer doen zodat het blijft hangen bij de kiezers.

Het was een van de reacties op ons artikel waarin we duidelijk maakten dat Wilders’ eerste twee punten over grenscontroles totaal overbodig zijn, omdat die al in het Hoofdlijnenakkoord en het Regeerprogramma staan én al tot praktische uitvoering hebben geleid.

Voorafgaand aan de woeste ruk waarmee Wilders de stekker eruit trok, liet hij nog nadrukkelijk weten:

(…) Als het merendeel van onze voorstellen uit het tienpunten plan asiel niet worden overgenomen door de coalitie (en dus toegevoegd aan het Hoofdlijnenakkoord) (…) dan stapt de PVV uit deze coalitie

Onder de eerste twee punten had hij de handtekeningen dus al lang binnen. Bedoelde hij dan de overige acht punten? Maar als die ook al in het Hoofdlijnenakkoord en Regeerprogramma staan, wat was dan toch de zin daar nog een keer handtekeningen van je coalitiepartners onder te vragen?

Volgende