COLUMN - Nadat ik de titel van deze column heb getikt, ontvang ik een WhatsApp’je. Of ik zin heb om vanavond nog ergens iets te gaan drinken in de stad met enkele vrienden? Het brengt me aan het twijfelen. Ik stuur dit keer een ‘Vanavond even niet meer’-app’je terug aan de afzender, afgesloten met een welgemeend: ‘Maar bedankt voor het aanbod.’ Heb ik nu, helemaal aan het begin van deze column, zitten ‘phubben?’, vraag ik me af.
Enfin. ‘phubben’ staat voor de op-de-irritatiegrens-werkende combinatie van ‘phone’ en ‘snubbing’ (iemand negeren). Dus, in een sociale setting geregeld afgeleid zijn, doordat je op je smartphone kijkt of er nog nieuwtjes zijn, app’jes zijn binnengekomen, je een Facebook-like hebt gemist óf dat wellicht iemand je heeft gebeld. De zogenaamde ‘sociale setting’ wordt dan langzaam omgetoverd tot een ‘setting’, waar weinig sociaals meer aan is. Het is zelfs een steeds groter wordende bron van ergernis aan het worden onder de hedendaagse bevolking.
En ik kan het begrijpen. Ik stoor me ook al enige spreekwoordelijke eeuwen aan het gebruik van mobieltjes in het openbare leven. En dan bedoel ik dus het ongepaste gebruik ervan. Waar men jaren geleden alleen nog maar de mogelijkheid had tot luidruchtig bellen en alles negerend sms’en in het openbaar, is daar tegenwoordig het ‘social media-monster’ bijgekomen. Sinds deze allesvernietigende, digitale en (a-)sociale opmars, is het leven er niet empathischer op geworden. Of denken we dat maar?
We kunnen nu wel gefrustreerd en afwijzend blijven hangen in de anti-social-media-in-het-openbaar-zeurmodus, maar dat heeft geen enkele zin. Het is zelfs oneerlijk. Want laten we maar eens terugdenken aan de tijden dat er nog geen mobiele telefoons, in welke vorm dan ook, bestonden. Toen stond er in elk huishouden minimaal één grote telefoon met draaischijf op een eikenhouten tafeltje, rechts naast de televisiekast. Daar werd mee gebeld!
En dát was pas narcistisch en minder sociaal! Ongegeneerd staan bellen! In de huiskamer! Naast de televisie! Met als nare bijkomstigheid dat deze zelfde televisie dan ook nog eens op een fluistervolume moest worden gezet! Wanneer het lelijke ding z’n meest dwingende geluid liet horen, en hiermee doorging totdat er iemand oppakte, snelde één of meerdere familieleden naar de toenmalige ‘God van het sociale leven’. Of je zat te eten, te ganzenborden of in gesprek was, deed er niet toe. Alles week voor de luid ringelende, grootste aandachttrekker in het huis. ‘Phubbing’ galore dus! Verre van sociaal. En dat op elk willekeurig moment van de dag!
Dat apparaat deed me destijds nog niet beseffen dat we in de ‘pre-phub’-tijd zaten. Maar we ‘phubden’ er dus onbewust al lustig op los. En niemand die dat asociaal vond… Het begrip is dan ook absoluut niet nieuw. Het heeft alleen een andere dimensie gegeven aan ons sociale leven en bestaan, met de mogelijkheden en bijpassende frustraties die het ons in het heden oplevert. We moeten dus maar (leren) leven met het feit dat we soms ‘ge-phubbed’ worden. Het is namelijk niets nieuws.
(Inmiddels ben ik aan het einde gekomen van deze column. Ondertussen heb ik nog twee app’jes ontvangen, gelezen en beantwoord. Excuses hiervoor.)
Reacties (5)
Phubben is het nieuwe gapen.
aar we ‘phubden’ er dus onbewust al lustig op los. En niemand die dat asociaal vond… Het begrip is dan ook absoluut niet nieuw.
De mens verandert niet, alleen de woorden die dat beschrijven.
asociaal == phubben. Dat is het enige verschil.
Jep the generation of idiots oftewel de smartphone-gebruikers met hun hulphersenen die bij verlies van het onding hun leven verliezen en bv. een week gaan zitten janken. Ja echt volwassen mensen heb ik het hier over. Ik vind smartphone-gebruikers in 99% van de gevallen dwangmatige zwakzinnige zielenpoten. Kheb zo’n ding niet, kwil zo’n ding niet, alleen bellen en SMS-en is prima en een kleine 5-10 euro per maand is meer dan genoeg vind ik.
Laat me eens proberen de auteur in overweging te geven dat er iets mis is met/bij hem zelf. Want bij mij stond de telefoon ook vroeger helemaal niet in de huiskamer, naast de televisie, maar gewoon in de gang. Zodat je familieleden niet stoorde tijdens het telefoneren. Zo asociaal was immers niemand.
Of korter gezegd; wat een immens dom flut-praatje.
“Phubben”: onhandig klinkend yuppen-woord dat wss nooit zal aanslaan, zelfs niet in het Amsterdamse.