ACHTERGROND - Politiek Den Haag weet al decennia dat de vergrijzing een probleem gaat opleveren voor de AOW. In de jaren ’90 werd het Spaarfonds AOW opgericht om dat probleem het hoofd te bieden. Maar in 2011 werd dat Spaarfonds, op dat moment leeg, opgedoekt. Wat is er gebeurd? Vandaag deel 1 van een drieluik.
In 2013 verscheen ‘Mij een zorg!’, een bundel met bijdragen van de wetenschappelijke bureaus van de politieke partijen in de Tweede Kamer. Onderwerp was de toekomst van de sociale zekerheid. In het hoofdstuk ‘Handen af van de verzorgingsstaat’ gaat de Partij voor de Dieren in op het AOW-spaarfonds. Dat is ooit opgericht als spaarpot voor de groeiende AOW-uitgaven en inmiddels een stille dood gestorven omdat er na ruim tien jaar sparen door de Staat der Nederlanden geen cent in blijkt te zitten. De Dierenpartij spreekt van kiezersbedrog en Ponzi-fraude. En dat alles vlak om de hoek in Den Haag. De andere wetenschappelijke bureaus van de politieke partijen hebben kennelijk nooit van het Spaarfonds gehoord. In ieder geval reppen ze er met geen woord over, ook niet het CDA en 50plus, terwijl hun bijdragen juist gaan over de betaalbaarheid van de AOW.
Begin 1998 behandelt de Tweede Kamer het wetsontwerp Spaarfonds AOW. Paars-I regeert, Wim Kok is premier. PvdA-kamerlid Jan van Zijl beschouwt zich als de vader van het fonds, in de traditie van de vereerde Willem Drees, de echte vader van de AOW. Het Spaarfonds is nodig omdat er na 2020 veel meer aow’ers zullen zijn. Met alleen de AOW-premies die alle werknemers in Nederland sinds Drees afdragen is de aankomende bult aan grijze duiven niet meer te betalen. Waarom die “grijze druk” pas in 1998 en niet veel eerder tot actie leidde, is op zich al merkwaardig. Tussen 1955 en 1975 zijn alle Nederlanders die tussen 2020 en 2040 de leeftijd van 65 jaar bereiken al geboren. Voeg daar de groeiende levensverwachting aan toe en je weet dat er achter de horizon een probleem ligt te wachten. Politiek Den Haag had jaren de tijd om een oplossing te bedenken.
Regering niet echt krenterig
Het Spaarfonds moet tijdelijk de bestaande AOW-voorzieningen aanvullen. Want na 2040 liggen die aow’ers op het kerkhof en is de Staat van ze af. In de twintig jaar dat het Spaarfonds gaat uitkeren neemt het ruim 10% van de AOW-betalingen voor zijn rekening. Het gaat niet om kinderachtige bedragen. En toch zijn die miljarden snel gevonden. Het gaat in de late jaren negentig voorspoedig met Nederland, in ieder geval met ’s lands financiën. Het begrotingstekort daalt sinds 1995 en zal zelfs twee jaar lang omslaan in een overschot. En dus, volgens de toelichting op de wet, leidt dit tot minder rente-uitgaven over de dalende staatsschuld. En die ruimte kan worden gebruikt om het fonds te spekken. Het gespaarde geld wordt direct weer uitgeleend aan de minister van Financiën die er ook nog eens rente over gaat betalen. En belastingmeevallers kunnen ook gelijk in het Spaarfonds.
In die jaren is de regering niet echt krenterig. Het fonds krijgt de status van een begrotingsfonds. Dat vindt de wetgever nodig omdat hiermee ‘zekerheid wordt geboden met betrekking tot de toekomstige financiering van de AOW-uitgaven.’ Het Gemeentefonds en het Deltafonds zijn ook begrotingsfondsen. Degelijker kan toch niet? De regering heeft haast en wil de wet met terugwerkende kracht tot 1997 in werking laten treden, zodat de bijdragen over dat jaar nog kunnen worden bijgeschreven. Is getekend: F. de Grave en A. Melkert, respectievelijk staatssecretaris en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en G. Zalm, minister van Financiën.
Twijfel aan degelijkheid
Bij de mondelinge behandeling in de Tweede Kamer vinden zowel de regeringspartijen als de oppositie het Spaarfonds een prima plan. Maar, er zijn wel kritische vragen. Zo bestaan er twijfels over de degelijkheid van het fonds. Het zou niet meer zijn dan een schijnconstructie en een boekhoudkundige vestzak/broekzak-operatie. Er is geen sprake van echte kapitaalopbouw maar hoogstens van een vordering in de verre toekomst. En waarom komt het beheer van het fonds niet bij een onafhankelijke instantie, zoals de Sociale Verzekeringsbank of het ABP in plaats van bij de minister van Sociale Zaken?
Maar staatssecretaris Frank de Grave staat pal voor de degelijkheid van het fonds. ‘Het is, zo zeg ik nogmaals, geen schijnconstructie, want het is echt geld: al die miljarden in dat fonds zijn geld…Schijnconstructies zijn indrukken die je wekt, namelijk dat je geld hebt, terwijl je het niet hebt.’ Van Wingerden (Algemeen Ouderen Verbond) wil graag weten waar het gespaarde geld blijft en of dat er in 2020 nog wel is. De Grave: ‘Dat geld is natuurlijk bij de minister van Financiën, bij de penningmeester. … Dat is eigenlijk niet anders dan zoals dit voor een groot deel bij in ieder geval mijn toekomstig ABP-pensioen het geval is, dat immers voor een groot deel bestaat uit vorderingen van het ABP-fonds op de Staat der Nederlanden via staatsobligaties. Het is nog altijd zo dat de Nederlandse overheid triple A is en ik voel mij redelijk safe bij die schuldbekentenis van de Staat der Nederlanden, in ieder geval safe genoeg voor mijn ABP-pensioen en dus ook safe genoeg voor uw en mijn AOW, mijnheer Van Wingerden.’ Ook de mannenbroeders van GPV en SGP zijn niet helemaal gerust op de goede afloop. Eimert van Middelkoop blijft het vreemd vinden dat als de Staat schulden afbetaalt en dus minder rente hoeft te betalen dit als inkomsten mag worden beschouwd. En Bas van der Vlies wil toch heel graag weten wie nu precies het sleuteltje van dit spaarvarken in zijn bezit heeft.
Op de vraag of het geld er in 2020 nog wel zal zijn geeft De Grave een profetisch antwoord: ‘Tegen een wetgever die kwaad wil, is niets bestand. Als een wetgever over vijftien jaar het AOW-spaarfonds wil plunderen, is de enige waarborg daartegen dat u en ik geen onverstandige Kamer kiezen.’ Inmiddels heeft hij zijn gelijk gekregen. Maar het bijzondere van dit antwoord is dat De Grave hier nogmaals zegt dat er over vijftien jaar wel degelijk geld in het Spaarfonds zal zitten. Anders valt er tegen die tijd helemaal niets te plunderen. Later, bij de afschaffing van het Spaarfonds, zal hij dat ontkennen.
Niet meer wakker liggen
Het enige concrete resultaat van de twijfel in de Kamer is dat de Staat bij wet wordt verplicht de stortingen in het fonds jaarlijks met een kwart miljard te verhogen. Hiermee is de noodzakelijke groei van het fonds verankerd. Voor het overige heeft De Grave blijkbaar iedereen overtuigd, want het wetsontwerp wordt met algemene stemmen aangenomen. De Kamerleden hoeven niet meer wakker te liggen van hun AOW-zorgen. Bovendien, een Spaarfonds is toch een fonds om te sparen? Net zo degelijk als een spaarbankboekje en een spaarpot. In de Troonrede van 2000 spreekt de majesteit het volk geruststellend toe: ‘De opbouw van het AOW-spaarfonds heeft tot doel welvaartsvaste ouderenpensioenen voor de toekomst veilig te stellen. Hiermee blijft ook in een vergrijzende samenleving de solidariteit tussen generaties behouden.’ Ook Postbus 51 verspreidt de heuglijke boodschap over een onbezorgde oudedag voor alle onderdanen: ‘Een AOW-spaarfonds wordt ingesteld. Wettelijk is geregeld dat het fonds jaarlijks stortingen ontvangt uit de belastinginkomsten. Dankzij deze stortingen en de renteopbrengst daarvan, wordt in 2020 een geaccumuleerd kapitaal van 135 miljard euro verwacht. Vanaf dat jaar zal het mogelijk zijn het geaccumuleerd kapitaal te benutten om de AOW-uitgaven te helpen financieren.’
Ook de jaren die volgen geven geen aanleiding tot zorgen. Integendeel, het Spaarfonds groeit als kool. In 2000 zit er al 7 miljard in, vijf jaar later zijn het 23 en in 2010 ruim 45 miljard. Ieder jaar publiceert de minister van Sociale Zaken netjes een jaarverslag met een specificatie van de stortingen. Opnames uit het fonds zijn er in die jaren niet, dat gebeurt pas na 2020. De cijfers worden, zoals gebruikelijk, tweemaal gecontroleerd, eerst door de Accountantsdienst van het Ministerie van Sociale Zaken, en daarna doet de Algemene Rekenkamer het nog eens dunnetjes over. Niet alleen de goedgekeurde cijfers stralen vertrouwen uit. Ook de toelichtende tekst laat in die jaren geen ruimte voor twijfel. Het Jaarverslag AOW-spaarfonds 2000: ‘Doel van het Spaarfonds AOW is om op de lange termijn de piek in de AOW-uitgaven als gevolg van de vergrijzing te kunnen opvangen.’ En voor de echte twijfelaars verzekert de Rekenkamer jaar na jaar dat alles met het Spaarfonds in orde is. Er worden geen tekortkomingen, geen belangrijke fouten, geen onzekerheden aangetroffen. Ook de Rekenkamer herinnert jaarlijks aan het nobele doel van het Spaarfonds. Het rapport over 2002: ‘Het is de bedoeling van de wetgever in het fonds over een langere periode gelden te reserveren teneinde de financiering van de algemene ouderdomsverzekering in de toekomst, in het licht van de toenemende vergrijzing zeker te stellen.’ De jaarverslagen van Sociale Zaken en de rapporten van de Rekenkamer zorgen voor een extra gouden randje om de triple A-status waarmee De Grave het Spaarfonds heeft omhangen. Maar, zoals vaak bij sprookjes begint de lucht te betrekken en rommelt het in de verte.
Deel 2 van ‘De nepmiljarden van het spaarfonds AOW’ verschijnt morgen om 19u, deel 3 zaterdag om die tijd.
Reacties (4)
Hier een stuk uit de Volkskrant in 1998.
http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/490890/1998/11/28/Heb-geen-zorgen-voor-de-oude-dag.dhtml
De uitleg lijkt ingewikkeld maar is simpel. Van 1998 tot 2020 wordt er ieder jaar een denkbeeldig bedrag in de spaarpot gestopt. Het is denkbeeldig omdat er geen echte spaarpot is, het bedrag wordt echter wel degelijk bespaard, de staatsschuld wordt er een stukje mee afbetaald. In 2020 zou de staatsschuld als percentage van het BNP dan zoveel lager moeten zijn dan in 1998 dat Nederland op dezelfde voet zou kunnen leven als in 1998 (plus de reeele groei van het BNP in de periode 1998-2020) maar tegelijkertijd ook miljarden extra kan uitgeven aan de AOW (omdat er miljarden minder aan rente op de staatsschuld wordt betaald). In 2011 is men ermee opgehouden maar zijn er andere maatregelen zoals de verhoging van de pensioenleeftijd voor in de plaats gekomen.
Tussen 1998 en 2008 is (mede) op deze manier de staatsschuld als percentage van het BNP flink geslonken, dus het spaarfonds heeft wel degelijk iets opgeleverd waar we nu nog de vruchten van plukken.
Hoe het spaarfonds in 1998 is voorgesteld (dus of er sprake is van volksverlakkerij) weet ik niet, ik was toen te jong, maar daar gaat Johan van Wijk ons vast heel veel over vertellen.
“Waarom die “grijze druk” pas in 1998 en niet veel eerder tot actie leidde, is op zich al merkwaardig. Tussen 1955 en 1975 zijn alle Nederlanders die tussen 2020 en 2040 de leeftijd van 65 jaar bereiken al geboren.”
Een kabinet zal eens een keer niet iets doorschuiven naar generaties die pas net kunnen stemmen (dus een klein deel van het electoraat zijn), nog niet mogen stemmen of nog niet geboren zijn… Aan rechtse kiezers wordt dat uitgelegd als “je eigen zuurverdiende centen mogen houden” (ook al zijn er helemaal niet genoeg zuurverdiende centen in de pot gestopt), aan linkse kiezers wordt het gebracht als Keynesiaanse stimulatie (vreemd genoeg wordt de andere helft van Keynes’ theorie, namelijk de schulden afbetalen in de goede tijden, altijd “vergeten”). Alles om maar niet degene te hoeven te zijn die de kiezer moet vertellen dat er eigenlijk te weinig geld voor iets populairs is.
Ontzettend goed geschreven, inhoudelijk, ter zake kundig, maar ook als een thriller. Wel eentje waar je van wakker gaat liggen.
Wat een sterk verhaal, snak naar het vervolg. Wat is de deep meaning van de VWT1 ? Voel me al bijna schuldig in m’n T2. Ben ook benieuwd of “long reads” ook gelezen worden.
@3 Die is er niet. Gaat meer om Drees, daar zijn niet bijster veel rechtenvrije foto’s van op Flickr.