In het keurige Bern in het al even keurige Zwitserland staat op de Kornhausplatz in het centrum van de stad, hoog op een sokkel boven een bron, een realistisch beeld waarvoor de meeste passanten hun wenkbrauwen zullen fronsen: een man die een kind aan het verorberen is: de ‘Kindlifresser’. De persoon is zo te zien een ‘oger’: een groot en lelijk mensachtig monster die voorkomt in folklore en sprookjes en niet zelden mensen eet. Het beeld werd vervaardigd in de jaren 1545 en 1546 en kwam in de plaats van een 15e eeuwse houten fontein die op deze plaats had gestaan. De huidige naam draagt het sinds 1666, daarvoor heette het gewoon ‘Platzbrunnen’. Onderaan de sokkel zijn enkele beren (het symbool van Bern) te zien die kennelijk ten strijde gaan trekken. Het maakt het er allemaal niet logischer op. Het merkwaardige is dat niemand weet wat het beeld precies representeert.
Plaats
De huidige stad Bern werd in 1191 gesticht door Hertog Berthold V van Zähringen en in 1208 voor het eerst in een schriftelijke bron (oorkonde) genoemd. De stad groeide relatief snel en bezit nog steeds een indrukwekkend Middeleeuws centrum dat op de UNESCO werelderfgoedlijst staat. De Kornhausplatz ligt in dit Middeleeuwse centrum en wel in het oudste gedeelte ervan, al is dat heden ten dagen niet echt meer zichtbaar. Het was oorspronkelijke een brede greppel langs de oorspronkelijke stadsmuur die gebruikt werd voor drainage. Na de stadsbrand van 1405 werd deze greppel, bekend als de Steininbrügg-Graben, opgevuld om zo een plein te creëren dat bijna drie eeuwen lang bekend stond als simpelweg de ‘Platz’ (qua term vergelijkbaar met het ‘Plein’ in Den Haag), vandaar de oorspronkelijke naam ‘Platzbrunnen’. Gedurende de jaren 1711-1715 werd aan de westzijde van de ‘Platz’ een Kornhaus (graanschuur) gebouwd en kreeg het plein de naam Kornhausplatz of Kornmarkt, hetgeen er op duidt dat op het plein graan verhandeld werd ten behoeve van bakkers en bierbrouwerijen.
Bern kent liefst rond de honderd bronnen c.q. fonteinen (Zisternen). Met name de bronnen in de oude binnenstad speelden tot in de tweede helft van de 19e eeuw een cruciale rol bij de drinkwatervoorziening en de brandbestrijding. De fonteinen kregen steeds meer een representatieve functie en werden dienovereenkomstig ontworpen. Bern staat bekend om de figuurfonteinen uit het midden van de 16e eeuw.
De beeldhouwer
De ‘Kindlifresser’ blijft vooralsnog in de nodige nevelen gehuld, de beeldhouwer is wel bekend: de uit het Zwitserse Freiburg im Üechtland afkomstige beeldhouwer Hans Gieng († 1562) die alleen al in Bern negen fonteinen op zijn naam heeft staan – drie zijn zeker van zijn hand, de andere worden aan hem of zijn werkplaats toegeschreven – en in zijn geboortestad Freiburg zeven. Verder werkte hij in Zürich, Solothurn en Sankt Gallen.
Gieng en zijn werkplaats, waaronder zijn zoon Franz die schrijnwerker was, voorzagen de regio Freiburg van talrijke sculpturen in hout en steen. Als semi-officiële gemeentebeeldhouwer was hij verantwoordelijk voor alle fundamenten en figuren (waarvan diverse metaforische) van de nieuwe fonteinen en de uitrusting van de openbare gebouwen (stadhuis, kanselarij). Af en toe zette hij het monogram HG op een werk, zoals bij de onderhavige fontein op de Kornhausplatz.
Hans Gieng was een leerling van zijn voorganger Hans Geiler , maar de sculpturen van Gieng zijn natuurlijker van vorm. Zijn nieuwe gevoel voor het fysieke is opvallend: de verhoudingen zijn correct, de beweging van het lichaam komt overeen met die van de gewaden. In die zin wordt Gieng wel beschouwd als een overgangsfiguur van de Middeleeuwen naar de Renaissance.
Verklaringen
Voor de kinderetende figuur zijn in de loop der tijd diverse verklaringen bedacht, de een logischer dan de andere. Eén van meest voor de hand liggende verklaringen is ook de minst sympathieke. De man zou een Jood zijn, duidelijke te herkennen aan de karakteristieke punthoed die Joden aldaar in die tijd moesten dragen. Dat hij kinderen at zou een representatie zijn van het veronderstelde ‘bloedsprookje’ of ‘bloedsmaad’ (de gebruikelijke Engelse term luidt ‘blood libel’, ‘bloed laster/smaad’), een gerucht (broodjeaapverhaal zouden we nu zeggen) waarbij joden ervan werden beschuldigd kinderen en soms volwassenen te hebben ontvoerd en vermoord ten behoeve van hun religieuze rituelen. In een veel voorkomende variant gaat het om christelijke kinderen die vermoord zouden zijn en waarbij hun bloed bij de bereiding van matzes voor het Pesachfeest zou zijn gebruikt. Het ‘sprookje’ is aantoonbaar onzin, maar werd met name in de Middeleeuwen gebruikt als aanleiding voor pogroms. Net als de ‘Protocollen van de wijzen van Sion’ aantoonbaar een vervalsing is maar nog steeds binnen antisemitische kringen misbruikt wordt, zo is het ‘bloedsprookje’ nog steeds niet helemaal uitgestorven en steekt af en toe in uiteenlopende varianten de kop op. Dat het hier om een verbeelding van de ‘bloedsmaad’ gaat is echter niet aannemelijk. Ten eerste werden volgens het veronderstelde ritueel de kinderen vermoord en daarna hun lichamen misbruik en werden ze niet opgegeten, en ten tweede was de joodse gemeenschap van Bern in 1427 al verdreven (het beeld dateert van 1545), juist naar aanleiding van het ‘bloedsprookje’. Alleen, de genoemde Joodse punthoed komt in de laatste en meest waarschijnlijke verklaring toch weer terug.
Een meer speculatieve verklaring is de volgende. De sculptuur telt in totaal acht kinderen. Deze zouden staan voor de acht kantons van de oude Zwitserse confederatie en de oger zou staan voor de vijand, waarschijnlijk Karel van Bourgondië die probeert de kantons te verorberen. Dit zou de strijdvaardige beren onderaan de sokkel verklaren, die overigens separaat ontworpen zouden zijn door Hans Rudolf Manuel Deutsch . Het klinkt niet onlogisch, maar te bewijzen is het niet.
Ook is wel geopperd dat de oger kardinaal Matthäus Schiner voorstelt, die de Zwitserse Bondsstaat naar verschillende bloedige nederlagen in Noord-Italië leidde. De link met de kinderetende oger ontbreekt hier echter.
Een andere ‘politieke’ verklaring is dat de oger de oudere broer is van de stichter van Bern, de genoemde Hertog Berthold V van Zähringen, die er niet tegen kon in de schaduw van zijn jongere broer te staan. Nadat hij gek zou zijn geworden van jaloersheid liet hij alle kinderen van de stad bij zich brengen en at ze vervolgens op. Over dit volksverhaal is qua feiten echter niets in de historische bronnen terug te vinden.
Kronos
De oger wordt ook wel gezien als een representatie van Kronos, een Titaan uit de Griekse mythologie met als Romeins equivalent Saturnus. Kronos’ vader Ouranos was jaloers op zijn zonen en wierp hen terug in de diepte van de aarde. Kronos’ moeder Gaia wilde wraak nemen en spoorde Kronos aan zijn vader te castreren, hetgeen hij subtiel deed met een sikkel, waarna hij in plaats van zijn vader heerser werd. Hij huwde zijn zuster Rhea, maar wilde dat geen enkele van de uit dit huwelijk geboren kinderen in leven zou blijven, want zijn ouders hadden hem voorspeld dat één van die kinderen hem zijn heerschappij zou ontnemen. Dus, zodra de kinderen geboren werden, verslond hij ze met huid en haar. Kronos werd later door zijn zoon Zeus, die gespaard bleef omdat zijn moeder in het geheim op Kreta beviel, in stukken gesneden en in de Tartaros geworpen. Zowel de oger van het sculptuur als Kronos eten kinderen, maar daar houdt de vergelijking dan ook op. De oger heeft niets van een Griekse mythologische figuur hoewel Gieng, gezien zijn oeuvre, heeft laten zien dat hij in zo’n geval ongetwijfeld een ‘realistische’ Grieks/Romeinse Kronos/Saturnus had neergezet.
Folklore
De meest voor de hand liggende verklaring is vaak de juiste. In dat geval moeten we de sculptuur zien als een representatie van een ‘kinderschrik‘ zoals dat in de Nederlandse volkskunde genoemd wordt, en wel een motief dat bekend staat als de ‘man met de zak’. Denk hierbij aan onze Zwarte Piet die stoute kinderen in de zak stopt en meevoert naar Spanje. De ‘man met de zak’ is een motief dat over de hele wereld voorkomt, dus we kunnen gerust spreken over aan archetypisch motief. De ‘man met de zak’ neemt stoute kinderen mee in de zak op zijn rug. In diverse gevallen doet hij kinderen niet alleen in de zak, maar eet hij ze ook op. In Spanje bijvoorbeeld heet hij ‘el hombre del saco’ en wordt hij afgebeeld als een gemeen en ontzettend lelijke man die de kinderen die hij meeneemt opeet. De kindereter/-eetster komt ook regelmatig voor in sprookjes. De heks uit Hans en Grietje kent iedereen, maar ook de Slavische Baba Yaga at kinderen. In IJsland is het een vrouwelijke figuur, Grýla, die kinderen meeneemt en opeet. Per publiek decreet uit 1746 werd bepaald dat Grýla en haar zonen niet meer gebruikt mochten worden om de IJslandse kinderen angst aan te jagen.
Afgezien van de militante beren aan de onderzijde van de sokkel is deze verklaring redelijk waterdicht. Dit wordt versterkt door het feit dat de oger een Joodse puntmuts draagt. De ‘man met de zak’ werd namelijk vaak als Jood voorgesteld, geheel volgens de tijdgeest. Waarom Hans Gieng dit motief als onderwerp voor zijn fonteinsculptuur koos (of was het een gerichte opdracht) en waarvoor hij precies de kinderen wilde waarschuwen, zal altijd wel een mysterie blijven.
(Alle afbeeldingen zijn uit het public domain)
Reacties (3)
“qua term vergelijkbaar met het ‘Plein’ in Den Haag”
Of de Plats in Echt.
Ah, fijn tussen al het politieke geneuzel door, lichte kost ;-)
Een kindereter, en dan “lichte kost”? Niemand…?
… laat maar, ik ben al weg.