Empedokles: het multitalent van Sicilië
ACHTERGROND - In de vijfde eeuw voor onze jaartelling leefde de in de Griekse kolonie Akragas op Sicilië geboren filosoof Empedokles. Hij was bedreven in de dichtkunst en gold als autoriteit op het gebied van religie en magie. Hij bemoeide zich ook met staatszaken en was in zijn tijd een vermaard geneesheer. In die hoedanigheid zou hij zelfs iemand uit de dood weer tot leven hebben gebracht.
Maar ook was hij een wetenschapper. Hij had begrepen dat de wind en moerassen ziekten konden veroorzaken, zeker in combinatie met elkaar, en had dankzij dat inzicht veel succes met het bestrijden van epidemieën. Al met al dus een type dat van vele markten thuis was, die Empedokles. Hij trad bovendien op als goeroe.
Bescheidenheid was hem echter vreemd. Empedokles was ervan overtuigd dat hij een godheid was, of kon worden. Hierdoor kwam hij op het idee dat hij zou moeten sterven door zichzelf in de Etna te werpen: dan bleef er geen stoffelijk overschot over dat hem zou vermenselijken. Het verhaal gaat echter dat de vulkaan na de sprong een sandaal zou hebben uitgespuwd, om te bewijzen dat zelfs Empedokles een mens van vlees en bloed was. Ze konden wel mooie verhalen vertellen, die Grieken.
We staan bij Empedokles stil vanwege zijn oplossing voor het probleem van Parmenides: als iets niet zomaar kan ontstaan, verdwijnen of veranderen, hoe kan dan verandering in de wereld bestaan?
Vier elementen
Empedokles keek naar wat de filosofen voor en ten tijde van Parmenides allemaal hadden beweerd over oerelementen. Thales dacht dat alles uit water voortkwam. Anaximenes daarentegen dacht dat alles uit lucht was ontstaan. Herakleitos ging weer uit van het vuur als oorsprong. En zo werd ook het element aarde door de Eleaten, de filosofen uit de school van Parmenides, wel als de essentie van dingen gezien.
Het probleem bleef echter bestaan. Volgens Parmenides kon het ene niet zomaar in het andere veranderen. Eén oerelement kon dus nooit zomaar de oorsprong zijn van dingen die fundamenteel anders waren. Wellicht, stelde Empedokles, hadden al die eerdere filosofen toch een klein beetje gelijk, maar gingen ze de fout in door aan te nemen dat er slechts één oerelement moest zijn. Waarom niet gewoon vier oerelementen: water, aarde, lucht én vuur?
Dit aannemen van vier elementen lijkt op zichzelf misschien een flauwe truc, maar met deze vondst verklaarde Empedokles hoe het komt dat er zo veel verschillende stoffen zijn met zo veel verschillende eigenschappen: iedere stof is weer een ander mengsel van die vier oerelementen, met een unieke onderlinge verhouding. De dingen die we waarnemen verschillen dus van elkaar, simpelweg omdat ze in samenstelling van de vier elementen verschillen.
Parmenides had dus gelijk toen hij stelde dat iets niet zomaar kon verdwijnen of verschijnen of in iets anders kon veranderen. Desondanks is het mogelijk verandering te verklaren zolang we aannemen dat de vier elementen – hoewel zij zelf steeds hetzelfde blijven – voorkomen in verschillende mengverhoudingen, en zo tezamen andere stoffen gaan vormen.
Het ontstaan van de wereld
Empedokles ging verder met het doordenken op de gedachten van zijn voorgangers.
Herakleitos stelde dat strijd het scheppende principe is waaruit de tegenstellingen voortkomen, en dus alles wat wij kennen. Maar, dacht Empedokles, als die strijd de enige kracht is die aan het werk is, waarom spat het universum dan niet voortdurend verder uit elkaar? Waarom zien we daarentegen even vaak dat zaken, dieren en mensen ook samenkomen? Empedokles antwoordde dat er niet één, maar twee fundamentele natuurkrachten aan het werk moesten zijn: de liefde als aantrekkingskracht en de haat als afstotende kracht.
En met deze ingrediënten bouwt Empedokles aan zijn versie van de ontstaansgeschiedenis van de wereld.
In de oertoestand waren volgens Empedokles de vier elementen volledig vermengd. Zij hadden de vorm van een bol, het volmaakte lichaam, volledig doortrokken van liefde. De haat raasde daar dan omheen. Een volkomen harmonische toestand. Maar doordat de haat zich concentreerde, wist het in de bol door te dringen, en de elementen van elkaar te scheiden, waardoor de kosmische levenscyclus ontstond.
Natuurlijke selectie
Naast zijn theorie over het ontstaan van de wereld had Empedokles een misschien vrij knullig aandoende theorie over het ontstaan van dieren en mensen. Volgens hem leefden in de wereld de organen eerst los van elkaar, om dan later samen grotere levende wezens te gaan vormen.
Door de willekeurige samenklontering van organen zouden er eerst allerlei vreemde soorten wezens zijn ontstaan, zoals tweeslachtige wezens en wezens met andere vreemde combinaties van organen. En mythologische wezens als paardmensen en eenhoorns. Deze rare schepsels verdwenen echter doordat ze niet levensvatbaar zouden zijn geweest.
Dit is, hoe geestig ook, de eerste bekende theorie van natuurlijke selectie die we kennen, en daarmee loopt Empedokles vooruit op Darwins idee van de survival of the fittest.
Iets nieuws uit iets ouds
We zagen al duidelijk dat Empedokles dol was op leentjebuur spelen en de filosofieën van anderen naar hartenlust combineerde. Thales, Anaximenes, Herakleitos, Parmenides, het kan niet op.
Om het plaatje compleet te maken is er ook een connectie tussen het denken van Empedokles, de pythagoreïsche school en de zogenaamde mysterieculten. Bij deze religieuze of filosofisch-religieuze sekten hoorde vaak een geloof in reïncarnatie, en ook Empedokles ging daarvan uit. Hij was daarom vegetariër, net als Pythagoras, om het risico te verkleinen zijn voorouders op te eten.
Daarnaast was Empedokles wat men noemt een typische dualist. Lichaam en geest waren volgens hem twee verschillende dingen. Hij ging ervan uit dat de geest is gekooid in een lichaam. Zonder lichaam is de geest het best af. Het doel van wijsheid vergaren is volgens Empedokles niet herboren te hoeven worden in een lichaam. In deze gedachte weerklinkt opnieuw de traditionele filosofie van India.
Tot slot kunnen we opmerken dat Empedokles erg consequent was. Volgens zijn filosofie ontstaan nieuwe dingen door het combineren van bestaande dingen. Op dezelfde manier is ook zijn eigen filosofie ontstaan. Hij kwam niet met nieuwe concepten, maar combineerde op een knappe manier de vondsten van de wijsgeren voor hem, en creëerde zo toch wat nieuws.
[Deze reeks is gebaseerd op het boek De wereld vóór God, dat een introductie biedt tot de filosofische stromingen van de oude wereld. Het hele boek is hier te bestellen.]