Ernst Busch was eigenlijk bestemd tot arbeider, maar ontwikkelde zich al snel tot zanger en toneelspeler. Zijn oeuvre bestaat vooral uit linkse politieke liederen, niet zelden geschreven door de Berlijnse journalist en auteur Kurt Tucholski.
Het jaar is 1919, in Rusland is de communistische revolutie uitgebroken en de jonge Weimar-republiek in Duitsland is broos. Sinds November 1918 staat ook het voormalig keizerrijk op z’n kop. Duitsland lijkt Rusland achterna te gaan: eerst beginnen matrozen te muiten uit onvrede over de oorlog, dan gooien arbeiders in allerlei kuststeden het werk neer. De revolutie verspreidt zich in rap tempo, tot München aan toe.
Vorsten van allerlei deelstaten geven hun macht op en er worden volksraden van arbeidslieden en boeren opgericht. Door behendig manoeuvreren van de sociaal-democratische Bondskanselier Friedrich Ebert geeft Keizer Wilhelm II de troon op. Hij vlucht naar Nederland, waar hij een kasteel en daarna een monumentele villa krijgt toegewezen.
Ebert wil een communistische revolutie koste wat het kost voorkomen en zowel de liberalen als de conservatieve krachten te vriend houden. Hij gooit het in januari 1919 op een akkoordje met leden van het Vrijkorps om de Spartakusopstand in Berlijn neer te slaan. Daarbij worden twee prominente leiders van de radicale socialisten vermoord: het betreft Karl Liebknecht en de Pools-Duitse Rosa Luxemburg.
Het moge duidelijk zijn dat Tucholski noch Busch erg gecharmeerd waren van deze koers van de sociaal-democraat Ebert. Stond daar een beetje de arbeidersrevolutie op het punt door te breken, stak hij een spaak in de wielen van de geschiedenis. Busch is trouwens een opvallende figuur. Tijdens het nazi-regime in de jaren dertig sloeg hij met zijn vrouw op de vlucht, waarna ze door Europa en de Sovjet-Unie zwierven.
Hij werkte onder meer voor Radio Moskou en maakte in Spanje muzikale en theatrale propaganda voor de communistische strijders tegen Franco. Uiteindelijk kwam hij in de DDR terecht, waar hij een decennialange carrière als acteur en zanger zou hebben. Hij stierf op 8 juni 1980 als een grootheid in de Oost-Duitse theaterkunst. Sinds 1999 is zijn graf tot officieel eregraf van de deelstaat Berlijn bestempeld.
Dank aan lezer Pipo voor deze tip.