Caroline gaat met Geert

COLUMN - Dat Wilders een gevaar vormt voor de vrijheid van de Nederlandse media wisten we al. Voor hem zijn vrijwel alle journalisten ’tuig van de richel‘. Vorige maand riep hij zijn volgers op tot een strafactie tegen dagblad Trouw omdat de krant een kritische cartoon over het asielbeleid van zijn kabinet publiceerde. Zijn maatje Caroline van der Plas van de BBB blijkt niet voor hem onder te willen doen. Zij ziet het internetplatform Cestmocro, dat veel aandacht besteedt aan de genocide in Gaza, als een haatzaaiend platform dat “overloopt van antisemitisme”. Ze vraagt zich af of het niet gewoon verwijderd kan worden. Het is het zoveelste teken dat in kringen van de huidige regeringscoalitie de vrijheid van informatie niet veilig is.

“Een heel account op zwart zetten is censuur,” zegt jurist Roeland de Bruin tegen de NOS. Het is niet alleen een onaanvaardbare beperking van de uitingsvrijheid. Het raakt de communicatie tussen burgers. Burgers moeten van elkaars meningen kennis kunnen nemen. “Het gaat dus eigenlijk om het proces van communiceren. En dat moet vrij en onbelemmerd kunnen gebeuren.” Volgens De Bruin is het beter om per Instagrampost te bekijken of een bepaalde uiting onrechtmatig of strafbaar is. Emeritus hoogleraar algemene rechtswetenschap Jan Brouwer zei in Nieuwsuur dat het sluiten van het account Cestmocro een zeer verregaande maatregel zou zijn: ‘Dan zou je ook kranten zomaar kunnen verbieden.’

‘Benoemen’

Heeft Caroline van der Plas zich gerealiseerd dat ze met haar vraag veel te ver gaat? Nog voordat alle feiten over de voetbalrellen in Amsterdam bekend zijn wist zij al te vertellen dat het om pure Jodenhaat ging. En Cestmocro acht zij daar verantwoordelijk voor gezien enkele hatelijke, antisemitische reacties in de commentaarsectie van het platform. En daarom zou bekeken moeten worden of het medium als geheel verboden zou kunnen worden. Een verontrustend idee in de context van het debat van de afgelopen weken. Opnieuw zien we hier hoe door partijen met regeringsverantwoordelijkheid geknaagd wordt aan het vrije verkeer van informatie.

Van der Plas gaf deze week ook elders nog blijk van haar gebrek aan respect voor de uitingsvrijheid door demonstratief weg te lopen bij een boekpresentatie omdat zich stoorde aan het gebruik van het woord ‘extreemrechts’ als typering van de huidige regering. ‘Het blijft fascinerend hoe dezelfde mensen die vinden dat minderheden een dikkere huid moeten ontwikkelen en vinden dat iedereen alles moet kunnen benoemen, zelf bij het minste al gekrenkt weglopen en zich weggezet voelen,’ schreef columniste Emine Uğur in Trouw.

Uğur raakt met dat ‘benoemen’ een gevoelig punt in het spraakgebruik en de cultuur van de huidige coalitiepartijen. Want zonder referentie aan geconstateerde feiten wordt met verwijzing naar de voetbalrellen door verschillende politici, inclusief de premier, gesproken van ‘een groot deel van de jongeren’ die ‘onze’ normen en waarden niet serieus nemen en van een mislukte integratie. En dat onder het mom van: je moet de problemen kunnen ‘benoemen’. Is het vreemd dat staatssecretaris Nora Achabar, een qua opleiding en carrière volkomen geïntegreerde vrouw van Marokkaanse afkomst, al die generaliserende en discriminerende onzin aan de regeringstafel niet langer kon aanhoren en besloot haar functie neer te leggen? Wat hier ‘benoemd’ moet kunnen worden is het extreemrechtse karakter van de huidige regeringscoalitie. Daarvoor weglopen is een zwaktebod.

De rol van het kabinet

Politici mogen uiteraard alles zeggen en benoemen tot aan de grenzen van als strafbaar gestelde uitingen. Het is goed dat zij van hun hart geen moordkuil maken, dan weten we waar we als burgers aan toe zijn. En op wie we (niet) moeten stemmen. Voor de politici die aan de macht zijn, de bestuurders, het kabinet dat alle Nederlanders moet dienen, ligt dat anders volgens Sarah de Lange (Universiteit van Amsterdam): „Bestuurders hebben in de eerste plaats de taak de veiligheid en sociale cohesie te bewaren. Dat gaat alleen door te de-escaleren, niet door verder de tegenstellingen aan te wakkeren.” Als bestuurders voor het laatste kiezen, zegt De Lange, „heeft dat direct een negatieve invloed op burgers”. „Politici onderschatten hun invloed. Ze zeggen vaak dat ze uitdrukken wat burgers voelen, maar het werkt vaak andersom: zij hebben een leidende, agenderende rol in het vormen van de publieke opinie.”

En dat laatste geldt dan volgens mij voor alle politici. We kennen de polarisatie-agenda van Wilders. Het zou Van der Plas sieren als ze daar eens duidelijk afstand van neemt. Ook de BBB heeft bij de vorming van dit kabinet beloofd de rechtsstaat te respecteren.

[overgenomen van Free Flow of Information]

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

| Registreren

*
*
*