Brave carrièrewetenschappers: gevaar of onzin?

COLUMN - Wordt de wetenschap voortgedreven door briljante enkelingen met het juiste inzicht? Of juist door de tienduizenden brave wetenschappers die heel precies hun werk doen en daarover keurige artikelen schrijven in ‘top’ journals? Wat is de beste manier om nieuwe wetenschappelijke kennis op te doen?

Niemand weet het natuurlijk – per definitie: zodra je weet hoe nieuwe inzichten verworven moeten worden, verwerf je die inzichten natuurlijk meteen. De organisatie van de wetenschap is dan ook een beetje dubbelhartig: aan de ene kant zitten er natuurlijk overal brave onderzoekers met een vaste baan hun onderzoekjes te doen en wordt de zogenaamd democratisch samengestelde Nationale Wetenschapsagenda leidend. Aan de andere kant zijn er allerlei speciale beurzen, onderscheidingen en prijzen voor eenlingen aan wie we bijzondere kwaliteiten toekennen.

Onder de knie

Je kunt het dilemma aardig geïllustreerd zien op het weblog van de Duitse theoretisch fysica Sabine Hossenfelder. In een recente post schrijft ze over de crisis in de wetenschap. Hoe komt het dat er bijvoorbeeld in haar eigen vak de afgelopen decennia nog maar zo weinig vooruitgang is gemaakt? Volgens haar ligt dit in kuddedenken: wetenschappers doen eigenlijk alleen maar dingen die andere wetenschappers ook al doen, en wie buiten de gebaande paden treedt, krijgt nauwelijks nog geld voor zijn onderzoek:

Research is currently organized in a way that amplifies, rather than alleviates, peer pressure: Measuring scientific success by the number of citations encourages scientists to work on what their colleagues approve of. Since the same colleagues are the ones who judge what is and isn’t sound science, there is safety in numbers. And everyone who does not play along risks losing funding.

Het is een situatie die ook ik, in mijn hoekje van de wetenschap, op veel plaatsen zie. Er wordt veel onzinnig onderzoek gedaan, sterker nog, er is veel in mijn ogen onzinnig onderzoek heel prestigieus enkel en alleen omdat ‘iedereen het doet’. Ik neem aan dat iedereen die ervaring wel heeft die weleens een tijdschrift doorbladert of een congres bezoekt: eindeloze heel nauwkeurige experimentele studies waarvan eigenlijk onduidelijk wat ze ons precies leren behalve dat de auteur allerlei onderzoekstechnieken onder de knie heeft.

Blokkeren

Het is dan fijn als een natuurkundige zoiets zegt, want de natuurkunde is ontegenzeggelijk de meest succesvolle wetenschap aller tijden. Als zelfs daar de rot waarneembaar is, ligt het dus niet alleen aan ons, domme alfa’s. Het zit misschien echt wel in het systeem.

Tegelijkertijd krijg ik een ongemakkelijk gevoel als ik Hossenfelders blog lees, want ze gaat wel érg tekeer. Haar blog begint zowaar met een passage over het Derde Rijk, toen de massa immers ook blind met de massa heen liep, en dat gaat wel erg ver. Die carrièrewetenschappers blokkeren misschien de voortgang van de wetenschap, maar aan een genocide dragen ze nu ook weer niet bij.

Vergaren

Maar het belangrijkste komt ook niet aan de orde: het is eigenlijk onduidelijk dat die brave kantoorklerken de vooruitgang zelfs maar kunnen tegenhouden. Je kunt natuurlijk nog steeds ook in je zolderkamertje zelf de échte wetenschap bedrijven en zo tot de grote ontdekkingen komen. De kwantummechanica en de relativiteitstheorie zijn nog steeds niet met elkaar verenigd. Niet door de brave natuurkundigen, maar ook niet door de durfallen, waarvan enkelen zelfs waarschijnlijk genoeg (eigen) geld hadden om wel een grote ontdekking te doen. Je kunt natuurlijk wel denken dat het alleen goed was gegaan als aan die onafhankelijke geesten grote sommen gelds was toegekend om hun werk te doen, want voor je het weet heb je dan toch al weer snel een heel systeem opgebouwd rondom die onafhankelijke geesten, inclusief allerlei carrièrewetenschappers die het eenvoudige werk doen.

Er is denk ik geen oplossing voor, we weten het echt niet. Het lijkt mij van zeer groot belang dat we meer te weten komen over de natuur en trouwens ook over de mens; maar het is ook van belang om toe te geven dat niemand weet hoe we die kennis precies zouden moeten vergaren.


Dit artikel verscheen eerder hier
.

Reacties (2)

#1 Koos Swart

Leuk, raakt aan mijn website. Ik heb de koran ontcijferd en een psychologisch model gemaakt.
Als ik de ‘kantoorklerken’ mail met mijn oplossing krijg ik vaak geen antwoord. Al het oude researchwerk kan namelijk de prullenbak in (wat de koran betreft) dus mijn vertaling klopt volgens sommigen niet.
Ondertussen heb ik wel een half miljoen volgers op facebook, uit landen als Pakistan.
Daar schort het aan: wil je op wikipedia komen, dan moet er een artikel geschreven worden door een journalist of een wetenschapper zodat daaraan gerefereerd kan worden. Eigen research mag je niet op wikipedia plaatsen. Daaraan hebben we de islamitische staat te danken. En aan de rijksuniversiteit Groningen natuurlijk.
Dat levert mij een behoorlijk cynisch wereldbeeld op: academici als scriptkiddies die braaf hun handjes ophouden bij de verzekeraar die dan eigen risico in rekening brengt.

  • Volgende discussie
#2 børkbørkbørk

Mbt de opmerking “het is eigenlijk onduidelijk dat die brave kantoorklerken de vooruitgang zelfs maar kunnen tegenhouden”: ze kunnen het zeker afremmen. Ze zitten namelijk ook in de redacties van de tijdschriften en onder de reviewers. Ze hebben zo hun eigen fetisjen, bv. specifieke theoretische kaders, literatuurverwijzingen, statistische technieken, en slagen er met kritiek op wat details de wildere artikelen of zelfs artikelen van andere scholen buiten de tijdschriften te houden, omdat elk kritiekpunt ten koste gaat van de publicatiekans en er vaak meer aanbod dan ruimte is. Daarmee komen de vernieuwers samen met de charlatans terecht in onbeduidende tijdschriften en slagen goeie netwerkers erin om met een slecht artikel zelfs in Nature te komen. Dat verandert dan weer de balans in de samenstelling van de volgende generatie onderzoekers en zo blijft het in stand.

  • Vorige discussie