Studium Generale Universiteit Utrecht

211 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Ontmoet befaamde wetenschappers, debatteer met denkers en luister naar schrijvers die hun drijfveren blootleggen. Studium Generale is het podium van de Universiteit Utrecht, waar studenten, docenten en andere geïnteresseerden kennis kunnen maken met alle mogelijke vakgebieden.

Studium Generale biedt iedereen de mogelijkheid kennis te maken met een vakgebied zonder verdere verplichtingen. Een toegankelijk programma op academisch niveau, te volgen zonder voorkennis. Waarom vindt de universiteit dit belangrijk? Omdat academische vorming meer is dan vakinhoudelijke kennis. En omdat de wet bepaalt dat de universiteit aandacht moet schenken aan de samenhang van wetenschappen en aan de maatschappelijke aspecten van wetenschap.

Meer informatie over ons, onze lezingen en ons nieuwsblog vind je op www.sg.uu.nl.
Foto: by Karolina Grabowska, via Pexels.

Singles zijn (niet) sneu

COLUMN - van Laura Mol

De alleenstaande Nederlander is bezig aan een opmars. In Amsterdam en Rotterdam woont nu al iets minder dan de helft van de inwoners alleen én heeft geen liefdesrelatie. Vrienden en kennissen proberen ze waarschijnlijk te koppelen, maar singles zouden pas echt gelukkig worden als de overheid ze als groep zou erkennen.

Vanavond [*-*] gaan de liefhebbers er goed voor zitten, want het is tijd voor de First Dates Valentijn Special. Een tv-programma waarin bekende singles op zoek gaan, want “wat is er mooier dan de ware vinden op de dag van de liefde?” aldus de makers. Het is illustratief voor hoe we in onze samenleving nadenken over de liefde: een vaste relatie is een voorwaarde voor een vervuld leven. Een denkbeeld dat op Valentijnsdag prominent aanwezig is. Maar ook op andere dagen in het jaar worden singles met de beste intenties op een blind date gestuurd of wordt hen gevraagd wanneer ze nou eens iemand meenemen naar het kerstdiner. Impliciet en expliciet laten we hen die het niet lukt om die ‘ware’ te vinden weten, dat we ze toch een beetje sneu of eenzaam vinden. Is dat terecht? Dat bespraken we in de talkshow over Moderne Liefde.

Foto: Fauxels, via Pexels.

De zin en onzin van werk

Werk staat steeds minder centraal in ons leven, uit onderzoek blijkt dat zaken als vrije tijd, familie en vrienden hoger op onze prioriteiten lijst. Desondanks hechten we nog wel veel waarde aan betaald werk. Waar komt deze paradox vandaan? Wat betekent dit voor mensen zonder baan?

Janske van Eersel (UU) is ontslagpsycholoog en onderzoeker aan de UU, maar kwam in haar vorige functie als re-integratieadviseur vaak in contact met mensen die tijdelijk geen baan hadden, arbeidsongeschikt waren of dreigde te raken. Tijdens het Science Café over de zin en onzin van werk vertelde zij over wat dat met iemand doet. “De situatie waar deze mensen in zitten is meestal geen keuze. Het overgrote deel van de mensen wil wél werken en zal er alles aan doen om weer een baan te krijgen. Het verlies aan financiële zekerheid levert veel stress op.”  Daarnaast legt van Eersel uit dat een baan zingeving geeft en een groot deel vormt van onze identiteit. Dat maakt je kwetsbaar bij het verlies van een baan. Sterker nog, bij 18 procent van de mensen die ontslagen worden ontstaan rouwklachten die (als hier niets aan gedaan wordt) uit kunnen monden in depressieve klachten. De kans dat iemand in een negatieve spiraal terecht komt is dan groot. Wat ook niet helpt is dat instanties zeer achterdochtig zijn. Mensen die tijdelijk zonder werk zitten moeten zich constant verantwoorden als het gaat om hun financiën en sollicitaties. Dit is echter niet altijd zo geweest.

Foto: Afbeelding Ari He via Unsplash.

Kunnen we algoritmes maken die niet uitsluiten?

COLUMN - van Rosa van den Dool.

Met het toeslagenschandaal werd nogmaals duidelijk dat data en datatechnologieën niet neutraal zijn en kunnen discrimineren, net als mensen. Hoe kunnen we dit soort data-onrechtvaardigheid de das omdoen?

De Nederlandse overheid verzamelt grote hoeveelheden privacygevoelige data van en over burgers. Wat er vervolgens met deze gegevens gebeurt is niet altijd zichtbaar, maar kan wel grote impact hebben op ons levenWanneer ik inlog op de website van de Belastingdienst om belastingaangifte te doen, schrik ik van de hoeveelheid informatie die over mij in het systeem staat: de overheid weet beter wat ik dit jaar heb verdiend dan ikzelf.

Algoritmen helpen overheidsinstanties omgaan met de oneindige stroom aan binnenkomende data. Deze computerprogramma’s bepalen vervolgens op basis van jouw gegevens of jij bijvoorbeeld in aanmerking komt voor een steekproef, waarmee ze checken of je wel genoeg belasting betaalt of wel recht hebt op huurtoeslag. Heel efficiënt, maar hieraan kleeft ook een keerzijde: algoritmes die gebruikt worden om informatie te sorteren en verwerken zijn niet neutraal en kunnen discrimineren. Of jij dus wordt uitgekozen voor een steekproef, kan zomaar worden bepaald op basis van je naam of de buurt waarin je woont.

Discriminerende technologie

Cultuur- en mediawetenschapper dr. Gerwin van Schie (UU) onderzoekt hoe het gebruik van data en algoritmen kan leiden tot discriminatie en onrechtvaardigheid in Nederland. “Als je wordt geboren in Nederland, melden je ouders je aan bij de gemeente en komen je gegevens terecht in de databases van de overheid. Je leeftijd wordt geregistreerd, maar bijvoorbeeld ook je geboorteland én het geboorteland van je ouders.”

Foto: Photo by Sander Weeteling on Unsplash

“Voor mij zijn technologische oplossingen een last resort”

INTERVIEW - door Laura Mol

Al eeuwenlang proberen we het land met dijken, molens en deltawerken te beschermen tegen het water. Maar er loert ook een ander gevaar. Het grondwaterpeil is te laag en natuurwater is vervuild. Hoe voorkomen we een watercrisis?

Het lijkt misschien een beetje gek om na een natte herfst stil te staan bij de waterproblemen die we in Nederland hebben. Toch is het volgens experts twee voor twaalf. We hebben steeds meer last van lange droge periodes waardoor er een tekort aan regenwater dreigt. Bovendien is het Nederlandse water sterk vervuild. Volgens hydroloog dr. Niko Wanders (UU) moeten we aan droogte werken als het nat is. We spreken hem in aanloop naar het Science Café over water op 24 mei én omdat hij recent een grote beurs ontving voor zijn onderzoek naar meerjarige droogte.

Niko, gefeliciteerd met het binnenhalen van je beurs. Waarom is dit project zo belangrijk?

“Sinds 2018 hebben we, met uitzondering van 2021, bijzonder droge zomers gehad. Dat is natuurlijk zorgwekkend. Wij willen uitzoeken wat de impact is van meerdere droge jaren achter elkaar, wat dat doet met de natuur en het grondwater. Daarnaast willen we in kaart brengen hoe ons eigen watergebruik daar invloed op heeft.”

Experts spreken van meerdere watercrises. Er is droogte, maar we hebben ook te maken met sterk vervuild water, door het gebruik van pesticiden bijvoorbeeld. Is er een verband tussen droogte en waterkwaliteit?

“Tot op zekere hoogte wel. Als het in een bepaald gebied te droog is, wordt de concentratie slechte stoffen hoger en dus nog schadelijker voor de natuur. Er is tegenwoordig ook veel discussie over het grondwaterpeil. Dat hebben we historisch gezien altijd laag gehouden, omdat we droge grond beschikbaar willen houden voor de landbouw. Maar het zorgt er ook voor dat regenwater in natuurgebieden snel wegstroomt, omdat het grondwater in het gebied eromheen laag is. Water stroomt nu eenmaal van hoog naar laag. En dus worden natuurgebieden droger.”

Droogte wordt ook wel een onzichtbaar probleem genoemd. Waarom?

“Dat komt omdat het merendeel van ons water in de grond zit. En dát is het water dat we in ons dagelijks leven gebruiken. Om te drinken, om akkers mee te besproeien, of om van alles mee te produceren. Het zichtbare water in rivieren en sloten gebruiken we bijna niet. Wanneer de waterreserves opraken, het grondwater zakt of wanneer water verontreinigd is, dan zien we dat niet. Droogte komt heel langzaam, als je het eenmaal doorhebt, dan is het al veel te laat.”

Voelen beleidsmakers en politici dat er iets moet gebeuren?

“Het besef begint te komen. Het kost veel tijd om maatregelen te implementeren, maar het moet veel sneller. Ik moet wel zeggen dat er in 2022 minder problemen waren dan in 2018, terwijl het neerslagtekort even groot was. Dus de maatregelen die toen genomen zijn, hebben enig effect. Maar de veranderingen moeten structureel zijn. Het grondwaterpeil moet omhoog. Dat betekent vernatting van veen- en weidegebied. Vroeger dachten we dat alles maakbaar was, nu moeten we meebewegen met de natuur. Dat betekent soms natuurgebied of landbouwgrond opgeven en sloten dempen. We moeten minder gericht zijn op het afvoeren van water, en er alles aan doen om het vast te houden.”

Zijn er technologische oplossingen die een uitweg kunnen bieden, bijvoorbeeld het ontzilten van zeewater dat we als drinkwater kunnen gebruiken?

“Voor mij zijn technologische oplossingen een last resort. Dat doe je alleen als je alle andere oplossingen al hebt geprobeerd. Het ontzilten van zeewater is bovendien helemaal niet duurzaam. Het kost heel veel energie, stoot CO2 uit, en is hartstikke duur.”

Wat kunnen wij zelf betekenen in de watercrisis?

“We moeten met z’n allen minder water gaan gebruiken. Alleen dan kunnen we voorkomen dat er drastische maatregelen moeten worden genomen. Maar dat gaat niet vanzelf. Ik zou ervoor willen pleiten om een prijskaartje te hangen aan overmatig watergebruik. Begrijp me niet verkeerd, schoon drinkwater is noodzakelijk voor ieder huishouden en het is ook belangrijk dat het betaalbaar blijft. Volgens de WHO is er per huishouden 50 tot 100 liter water nodig. Nou, laten we in Nederland een maximum van 120 liter aanhouden. We zouden ervoor kunnen kiezen dat je voor iedere liter meer een hoger tarief betaalt. Er zou ook wetgeving kunnen komen die ons verplicht om regenwater van het dak op te vangen. Zo’n wet hebben ze in België. Schoon water is schaars en daar mogen we met z’n allen best weleens wat vaker bij stilstaan.”

Foto: Mike Shaheen (cc)

Op zoek naar een nieuwe definitie van mannelijkheid

COLUMN - van Rosa van den Dool

De emancipatie van de vrouw kent een lange geschiedenis en zet zich stukje bij beetje voort. Hoe zit het eigenlijk met de emancipatie van mannen? Moet de man wel emanciperen, en zo ja, hoe?

Feminisme heeft een duidelijk doel: meer gendergelijkheid creëren. Door de emancipatie van de vrouw en van lhbtqia-personen, komt dit streven langzaam dichterbij. Maar om echte gelijkwaardigheid te kunnen bereiken, moeten mannen meer doen dan alleen het aanmoedigen van feminisme vanaf de zijlijn. Gendergelijkheid nastreven kan namelijk alleen als de man ook emancipeert.

Mannelijkheidsnormen

Waarom moeten mannen emanciperen? “De man zit vast in traditionele normen van mannelijkheid,” legt historicus prof. Geertje Mak uit. “Zo heb je de Tarzanman, die is stoer, sterk en competitief. Maar je hebt tegenwoordig ook de Zuidasman; die is beheerst, rationeel, redelijk en verantwoordelijk.” Twee verschillende soorten van mannelijkheid, maar tóch benadrukken ze allebei een mannelijk ideaalbeeld. Binnen de norm van mannelijkheid horen eigenschappen als kwetsbaarheid, zachtaardigheid, empathie of medeleven niet thuis. In het mannelijkheidshokje is nog geen ruimte voor eigenschappen die als vrouwelijk beschouwd worden.

Het toewijzen van bepaalde eigenschappen aan mannelijkheid of vrouwelijkheid heeft volgens Geertje Mak niet altijd zo bestaan. “Vroeger werden mensen in het gareel gehouden door macht en geweld, nu doen we dat zelf, door een norm vast te stellen.” Hoe we mannelijkheid tegenwoordig definiëren komt voort uit het idee van de ‘hegemoniale man’ dat begin 19e eeuw ontstond: het type man dat dominant, krachtig, zelfverzekerd en competitief is. Dit mannelijk ideaalbeeld sloot automatisch andere typen mannelijkheid uit.

Foto: Matthew Hurst (cc)

Van vliegschaamte naar reisbewustzijn

Heb je wel eens het vliegtuig gepakt en dit vervolgens verzwegen voor vrienden of familie? En zoiets gedacht als: “Ik schaam me wel een beetje hoor, maar ik ben natuurlijk wel vegetarisch. Dan is het niet zo erg, toch?” Hoe komt het dat we massaal blijven vliegen, ook al weten we dat het slecht is voor het milieu? Terwijl een gevoel van schaamte je bekruipt, boek je een ticket.

Een vakantie in een ver oord maar wel het milieu belasten, óf het vliegtuig links laten liggen en dichter bij huis blijven: het is een moreel dilemma. Dat je dan misschien toch kiest voor de vliegreis, komt doordat je de gevolgen van vliegen niet meteen voelt. De impact van jouw specifieke vlucht is niet direct meetbaar. Maar dit maakt niet dat vliegen ook minder schadelijk is, vertelt filosofe dr. Naomi van Steenbergen. “De uitstoot van broeikasgassen die gepaard gaat met vliegen, heeft wel degelijk negatieve impact op de aarde en op volgende generaties.” Met vliegen doe je dus indirect schade aan anderen, daarom moet vliegen een morele overweging zijn.

“Het effect is indirect, maar daardoor niet minder waar,” aldus Van Steenbergen. Door te vliegen draag je onder andere bij aan het mislukken van oogsten, het verspreiden van ziektes en de opwarming van de aarde. De schade is dan misschien pas in de toekomst merkbaar, of niet groot, maar toch: “Schade doen aan anderen, daar moet een zwaarwegend iets tegenover staan,” beargumenteert Van Steenbergen vanuit een ethisch perspectief. Minder ver op vakantie kunnen is géén zwaarwegende reden, een urgent familiebezoek kan dat wel zijn.

Foto: Petra B. Fritz (cc)

Wanneer is het oké om aan DNA te sleutelen?

COLUMN - van Rosa van den Dool.

In de wereld van de genetica is steeds meer mogelijk. Als het aan dr. Sabine Fuchs ligt, zal het niet lang meer duren voordat we ernstige genetische aandoeningen gaan behandelen met genetische therapie.

Genetische modificatie is niets nieuws: wetenschappers sleutelen al decennia aan het DNA van gewassen, bijvoorbeeld om ze een andere kleur te geven of om ze resistent te maken tegen bepaalde bacteriën. Maar in 2020 stond de wereld toch even op zijn kop, toen de Nobelprijs voor de scheikunde werd uitgereikt aan de twee onderzoeksters die de Crispr-Cas9-techniek ontwikkelden. Met deze techniek zou het namelijk een stuk makkelijker en goedkoper worden om ook aanpassingen te doen aan menselijk DNA. En dat klinkt misschien gevaarlijk, maar het tegendeel is waar: genetische modificatie kan namelijk als therapie worden gebruikt voor de meest ernstige erfelijke ziektes.

Voor kinderen met metabole ziekten kan gentherapie levensreddend zijn. Kinderarts dr. Sabine Fuchs doet onderzoek naar een veelbelovende, nieuwe vorm van gentherapie die nauwkeuriger is dan Crispr-Cas9: prime-editing. Tijdens de tweede editie van Het zit (niet) in je genen vertelde ze over haar onderzoek. Wat kunnen we bereiken met deze techniek, maar ook: waar liggen de grenzen van wat we moeten willen?

Foto: Images Money (cc)

Waarom we moeten praten over geld

Nederland draait mee in de wereldtop als we kijken naar vermogensongelijkheid. Bijna nergens is bezit zo scheef verdeeld als hier. Wat heeft dit voor gevolgen? En wat zouden we kunnen doen om dit te veranderen?

Praten over geld, we doen het niet graag. Salarissen worden zelden uitbundig besproken of met elkaar vergeleken, en als iemand een erfenis krijgt vraag je (meestal) niet: “en, hoeveel was dat dan?” Waarom vinden we dit zo lastig? En zou het beter zijn wel het gesprek over wat je verdient aan te gaan, of ligt het probleem elders? Deze vragen vormden de rode draad tijdens de eerste editie van de serie ‘Ongemakkelijke Gesprekken’ waarin filosofen en economen prof. Ingrid Robeyns (UU) en dr. Huub Brouwer (Tilburg University) te gast waren.

Je verdiende loon?

“Op het benoemen van wat je verdient berust een enorm taboe”, benadrukt dr. Huub Brouwer. Brouwer doet als filosoof en econoom onderzoek naar de betekenis van verdienste. Praten over geld is volgens hem ongemakkelijk, omdat we ons salaris vaak koppelen aan hoe nuttig je bent voor de samenleving. “Het idee heerst dat als je meer betaald krijgt, je dan ook daadwerkelijk succesvoller en nuttiger bent. Dat klopt niet.” Er zijn nog allerlei factoren in de markt die ook een rol spelen in de hoogte van je salaris, legt Brouwer uit. “Toeval is er één van bijvoorbeeld, of het benchmarken van salarissen in een bepaald vakgebied.”

Foto: Wonder woman0731 (cc)

Hoe bestrijden we institutioneel racisme?

VERSLAG - van Eline Dondorp

Etnisch profileren, racistische Whatsappjes en discriminatie op de werkvloer: de politie is weer negatief in het nieuws. Maar niet alleen daar, ook in de politiek, onderwijs en beleid zien we verontrustende patronen. Hoe is institutioneel racisme ontstaan? En hoe komen we er vanaf?

“Over het beleid dat we in Nederland hebben, zal niemand die het maakt zeggen: ‘Mijn intentie is om onderscheid te maken tussen groepen, ten voordele van de ene groep en ten nadele van een andere groep.’ Toch gebeurt dit in Nederland wel structureel,” vertelt dr. Markha Valenta (UU). Samen met dr. Diantha Vliet (UU) en Cemil Yilmaz (IZI solutions) sprak ze over institutioneel racisme als direct gevolg van het slavernijverleden. Volgens Vliet is institutioneel racisme een patroon dat langzaam in onze samenleving is geslopen: “Onze geschiedenis, ook ons slavernijverleden, maakte langzaam maar zeker bepaalde keuzes makkelijker en normaal.”

Heel complex vraagstuk

Eerder verscheen de documentaire De blauwe familie bij KRO-NCRV. In de documentaire vertellen politiemensen hoe zij of collega’s vanwege hun huidskleur geïntimideerd, getreiterd en gediscrimineerd worden. De leiding grijpt niet in en zij die melding maken, zien weinig verandering op de werkvloer.

In een interview naar aanleiding van de documentaire zei Martin Sitalsing, politiechef in Midden-Nederland en portefeuillehouder diversiteit, dat racisme en discriminatie “een structureel probleem” zijn binnen de politie. In 2021 werden Rotterdamse agenten schriftelijk berispt om racistische berichtjes op WhatsApp. Ook toen sprak Sitalsing van een “heel complex vraagstuk” dat in de hele samenleving speelt en vraagt om continu investering in leiderschap, diversiteit en de norm stellen als die wordt overschreden.

Foto: ukhomeoffice (cc)

Is er nog hoop voor ‘narcostaat’ Nederland?

VERSLAG - door Larissa Biemond

Van liquidaties op klaarlichte dag tot de gestage groei aan drugsvangsten in de Rotterdamse haven: Nederland lijkt de grip te verliezen op de drugshandel en het bijkomende geweld. De roep om een keiharde aanpak wordt luider, maar is dat wel de oplossing?

Vergismoorden, ontvoeringen, beschietingen en brandstichting: het extreme drugsgeweld in Nederland haalt regelmatig de voorpagina’s. Is Nederland getransformeerd tot een heuse ‘narcostaat’? Tijdens deze eerste avond in de serie Nederland drugsland, bespraken criminoloog dr. Damián Zaitch (UU), bestuurskundige prof. dr. Pieter Tops (LEI & Politieacademie) en misdaadverslaggever Jan Meeus (NRC Handelsblad) het Nederlandse drugsgeweld. Hoe effectief is de huidige strategie van de opsporingsdiensten? En waar liggen de oplossingen?

Drugsland Nederland anno 2022

Nederland is een doorvoerland, en helaas niet alleen voor legale goederen. Jaarlijks weet de politie duizenden kilo’s aan cocaïne te onderscheppen in de haven van Rotterdam: in 2021 liepen de aantallen inbeslaggenomen cocaïne op tot maar liefst 72.800 kilo! Hoeveel kilo’s weet men nog meer ongezien langs de Nederlandse grenzen te smokkelen? Dit veelvoorkomende beeld dat de autoriteiten slechts een fractie van de drugs weet te onderscheppen, is volgens Damián Zaitch echter incorrect. “De productie van cocaïne is hard toegenomen, maar ondertussen is de politie de afgelopen jaren veel beter geworden in het vinden van binnengesmokkelde drugs.” Zo wordt in Nederland naar schatting zeker twee derde van de binnengesmokkelde cocaïne in beslag genomen. Zaitch: “De groei van de cocaïneproductie toont eigenlijk het succes van de politie aan. Hoe meer er namelijk wordt geconfisqueerd, hoe meer men moet produceren om aan de gelijkblijvende vraag te kunnen voldoen.”

Foto: Michael Coghlan (cc)

Recycling van plastic: schone schijn?

ACHTERGROND - door Ellen Mohlmann

De geringe recycling van plastic legt de moeilijkheden van de circulaire economie bloot. Waarom is recycling zo moeilijk? Wat doen we nu, en wat moeten we verbeteren voor de toekomst?

Wie wel eens heeft geprobeerd om minder plastic te gebruiken zal herkennen dat dit frustrerende momenten kan opleveren. Plastic is moeilijk te vermijden, het zit om iedere komkommer in de supermarkt. Tegelijkertijd luidt de noodklok, want we vinden microplastics overal terug: van op de hoogste toppen van de Himalaya tot in de diepste krochten van de oceaan. Zelfs in ongeboren baby’s worden al microplastics gevonden, die zijn doorgegeven door de moederkoek. Nu de vergaande gevolgen van plastics tot ons beginnen door te dringen, wordt er volop ingezet op recycling, zou je denken. Toch zijn we niet zo goed in recycling als we graag zouden willen. Recycling is het fundament van de circulaire economie: je kunt lang producten hergebruiken, maar uiteindelijk moet alles een keer worden gerecycled. Hoog tijd dus, om dit probleem onder de loep te nemen.

Waarom is recycling zo moeilijk?

Van al het plastic wordt slechts twee procent gerecycled. Waarom is dit percentage zo schrikbarend laag? Hier zijn verschillende redenen voor, recycling is namelijk niet zo makkelijk als het lijkt. Ten eerste: het ene plastic is het andere niet, maakt chemicus dr. Ina Vollmer (UU) duidelijk. Plastic is heel veelzijdig en kan voor veel verschillende toepassingen worden gebruikt. Hoewel dit één van de grote voordelen van plastic is, is het een groot nadeel wanneer het aankomt op recycling. Een wegwerpflesje bevat bijvoorbeeld al drie verschillende soorten plastic: één voor het flesje, één voor de dop, en één voor het etiket. Je kunt je misschien voorstellen dat het lastig is om dit te scheiden. Maar als verschillende soorten plastic bij elkaar worden omgesmolten, zal het plastic zijn eigenschappen verliezen en voor geen van deze toepassingen meer geschikt zijn.

Foto: the justified sinner (cc)

Oud worden: een zegen of een vloek?

“Ouder worden is een ziekte, maar hij gaat vanzelf over,” grapte Herman van Veen ooit. We hebben vaak negatieve associaties bij ouderdom: aftakeling, slijtage en achter de geraniums zitten. Media berichtten lange tijd over een Alzheimertsunami, en als het CBS spreekt over het groeiende aandeel ouderen in vergelijking tot jongeren, noemen ze dit de ‘grijze druk’. Ouderdom is dus eerder een maatschappelijke last dan een lust. Waarom is ons beeld van ouder worden zo negatief, en welke gevolgen heeft dit?

Mensbeeld in de zorg

“De wetenschap doet net alsof er in ons leven eerst alleen groei is, dan een periode van bloei, en daarna totale ineenstorting”, aldus psycholoog prof. dr. Liesbeth Woertman (UU). Ouderdom wordt in de wetenschap vaak gezien als een niet-zelfstandige levensfase. Terwijl onze vroegere levensjaren worden opgedeeld in baby, kind en adolescent, komt daarna eigenlijk alleen de categorie volwassene. “Oud zijn is daarmee een soort non-entiteit,” stelt Woertman.

Dat zie je volgens verplegingswetenschapper prof. dr. Marieke Schuurmans (UMC Utrecht) ook in de gezondheidszorg. Er wordt maar weinig onderzoek gedaan naar oudere mensen, en daardoor is er van veel behandelingen niet bekend hoe effectief ze zijn voor mensen die ouder zijn dan 80. Dit kan overbehandeling als gevolg hebben, omdat behandelingen worden toegepast zonder te weten hoe zinvol deze zijn bij ouderen. Tegelijkertijd bestaat er het risico op onderbehandeling: artsen en verpleegkundigen schrijven klachten soms onterecht aan iemands leeftijd toe.

Vorige Volgende