Republiek Allochtonië

59 Artikelen
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Foto: Photocapy (cc)

Inburgeringscursus is noodzakelijk

OPINIE - De huidige inburgeringstoets is helemaal uit de hand gelopen tot een soort –kostbaar- toelatingsexamen voor Nederland.Oorspronkelijk was het niet meer en minder dan een hulpmiddel om vertrekkende emigranten te vertellen hoe Nederland in elkaar stak en het Nederlands te leren. Toch is een inburgeringscursus nodig, schrijft Jan Beerenhout. 

Elke gewone toerist met meer belangstelling dan voor zon en strand koopt of leent een goede reisgids om zich vooraf op de hoogte te stellen van lokale bezienswaardigheden en eigenaardigheden: om je wat thuis te kunnen voelen. Nederlandse emigranten konden een halve eeuw geleden al terecht bij bijvoorbeeld de Katholieke Emigratie Centrale. In ons verzuilde land hadden we meer organisaties voor vertrekkende Nederlanders. ‘U wilt naar Canada? Wij leren u hoe het leven daar gaat.’

Een goede inburgeringscursus maakt dat de vreemdeling inboorling wordt, en zich op zijn/haar gemak voelt, en niet wegens culturele invaliditeit een beroep moet doen op de overheid. 

Voor een tijdelijk verblijf dienen de eisen, te stellen aan de immigrant, anders/minder te zijn, dan voor de immigrant die zich hier permanent wil vestigen. Daarom moet een inburgeringstraject in twee delen geknipt worden. Voor de expat (tijdelijke werknemer), en voor de naturalisandus

Voor een permanent verblijf mét naturalisatie kan men andere eisen stellen, namelijk dat de immigrant zich zelfstandig in Nederland staande kan houden. Daarvoor is minimaal de eind-kennis van een basisschoolleerling nodig. Die inburgering kan onder de Leerplichtwet worden opgenomen, die dan niet alleen een leeftijdscriterium dient te kennen, maar ook een kennis-criterium. Men is leerplichtig zolang men minder (talen-)kennis heeft als een basisschoolleerling van Groep 8, die ‘met lof’ de lagere/basisschool verlaat.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Jeugdzorg moet leren framen

OPINIE - Als de zaak-Yunus iets laat zien, is het dat jeugdzorg slecht inspeelt op verschillende doelgroepen, vindt Khalid Boutachekourt.  

De zaak Yunus heeft in binnen- en buitenland veel stof doen opwaaien. Pleegzorg en jeugdzorg werden (wederom) onderwerp van kritiek. Tegelijkertijd kregen de lesbische pleegmoeders van Yunus vanuit vele kanten steunbetuigingen. Fantastisch dat zij de zorg voor dit kwetsbare kind op zich genomen hebben, terwijl islamitische pleegouders in geen velden of wegen te bekennen zijn. Daarvoor moet de vlag uit.

Maar anderen vinden het een klap in het gezicht. Hoe heeft jeugdzorg de tradities en religieuze achtergrond van dit kind en zijn gezin zo kunnen schenden? Is het niet zo dat artikel 15 van de Wet op de Jeugdzorg luidt dat de hulpverlener bij de uitoefening van haar taken rekening dient te houden met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en culturele achtergrond van de cliënt? Hoe haalt jeugdzorg het dan in haar hoofd om een moslimkind bij een autochtoon lesbisch stel onder te brengen?

Dilemma’s

Deze casus toont aan dat het geen sinecure is om als instelling in de samenleving draagvlak te creeëren en houden. Met name als het gaat om ethische dilemma’s kunnen de gemoederen hoog oplopen terwijl de beleidsruimte in veel gevallen beperkt is. Over de vraag of adoptie en pleegzorg wel of niet is toegestaan in islamitische kring bestaat echter ook veel onduidelijkheid. Veel moslims geven aan dat het verboden is. Ook onder professionals in de jeugdzorg is hier veel onduidelijkheid over.

Foto: bob suir (cc)

Radicaal of radeloos? Geïsoleerde moslima’s in Amsterdam

ANALYSE - Nieuw onderzoek laat zien dat jonge moslima’s in Amsterdam zich onbegrepen en collectief achtergesteld voelen. Roemer van Oordt analyseert het onderzoeksrapport.

Afgelopen week leverde Vizea Adviseurs in opdracht van de gemeente Amsterdam een puik verkennend onderzoek af naar (potentiële) radicalisering van moslima´s. In het rapport ‘Radicaal (on)zichtbaar’ doen de onderzoekers verslag van hun bevindingen aan de hand van een indrukwekkende questionnaire, die zij voorlegden aan 155 jonge Amsterdamse islamitische vrouwen met verschillende etnische en culturele achtergronden en met – zo bleek – een rugzak vol problemen. Twaalf van hen die in de enquête hoog scoorden op vragen over geweldslegitimatie werden daarna uitvoerig ‘doorgelicht’.
De uitkomsten zijn niet direct schokkend. 7 procent zegt weliswaar bereid te zijn zelf geweld te gebruiken als ‘hun geloof wordt bedreigd’, maar het veiligheidsrisico dat van de groep uitgaat is volgens de onderzoekers klein. Over de omvang van het aantal radicale moslima’s in de hoofdstad doen zij geen uitspraken, omdat gewerkt is met een beperkte en – belangrijker – selecte steekproef.

Kracht = bereik

De kracht van het rapport ligt dan ook niet zozeer in de kwantiteit maar in de kwaliteit van het verrichtte onderzoek. Zo is een groep jonge, geïsoleerde moslima’s die aan het doelgroepprofiel voldeed, benaderd en bereikt via de ervaring en het netwerk van twee veldwerkers van Vizea. Voor dat bereik is toegang tot bijvoorbeeld lezingen van conservatieve en/of orthodoxe predikers en verschillende gesloten fora voor vrouwen (thuis, in de moskee, in praatgroepen, tijdens islamitische feesten) onmisbaar en zeker niet voor iedere onderzoeker weggelegd.

Foto: Robert Falk (cc)

Van allochtoon naar Turkse Amsterdammer

OPINIE - Dilan Yesilgöz is van allochtoon plotseling Turkse Amsterdammer geworden, maar dat had ze liever niet gewild.

In Amsterdam is besloten dat het woord allochtoon niet meer gebruikt mag worden in beleidsstukken. Voortaan moet geschreven worden over Amsterdammers van buitenlandse afkomst. De tegenstellingen tussen allochtoon en autochtoon zouden in het maatschappelijk debat te scherp zijn geworden.

Deze wijziging wordt breed gesteund. Van links tot rechts, van voormalige allochtoon tot autochtoon.
Het woord ‘allochtoon’ , dat in de jaren ’70 geïntroduceerd werd en in geen andere taal vertaald kan worden, is volgens de meeste mensen stigmatiserend en heeft een negatieve klank.

De roep om het woord ‘allochtoon’ te verbannen is niet nieuw. In 2008 zei oud-minister Ernst Hirsch Ballin al dat dit woord niet langer gebruikt zou moeten worden omdat het een valse tegenstelling zou creëren. Vijf jaar later heeft Ballin zijn zin gekregen, het woord is verbannen.

Naar Amerikaans voorbeeld heten we vanaf nu Turkse of Marokkaanse Amsterdammers. Want categorisering blijft gewenst. De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling adviseerde het vorige kabinet in 2012 om te stoppen met registeren van de afkomst van allochtonen en hun ouders na de eerste generatie, maar minister Asscher meldde in zijn brief aan de kamer op 21 februari (2013) dat hij niet van plan is om te stoppen met deze registratie. De minister zegt betrouwbare en consistente informatie nodig te hebben over de positie die migranten en hun kinderen innemen in de Nederlandse samenleving.

Foto: Charles Roffey (cc)

De Marokkaanse cultuur als zondebok

INTERVIEW - De islam of Marokkaanse cultuur heeft helemaal niets te maken met de benadeelde positie van Nederlandse Marokkanen, stelt historica Nadia Bouras in een interview met Michel Hoebink.

De sociale achterstand van Nederlandse Marokkanen komt niet door hun cultuur, zoals in Nederland vaak beweerd wordt. Het is een gevolg van hun migratiegeschiedenis. Dat stelt de Marokkaans Nederlandse historica Nadia Bouras. ‘Nederlandse politici vegen hun stoepje schoon door de Marokkaanse cultuur de schuld te geven.’

In de jaren tachtig voltrok zich een stille tragedie in de Marokkaanse gemeenschap in Nederland. De Marokkaanse mannen, die in de twee decennia daarvoor naar Nederland gekomen waren, lieten hun gezinnen overkomen. Maar die massale gezinshereniging viel samen met economische recessie. De Marokkaanse vaders raakten massaal werkloos.

Gezinshereniging en economische recessie vormden samen een giftige cocktail, zegt Bouras, die onlangs aan de universiteit Leiden promoveerde op de banden van de de Nederlands Marokkaanse gemeenschap met het land van herkomst Marokko.

‘De voormalige helden, jonge ondernemende avonturiers die een bestaan hadden opgebouwd in het buitenland, vielen van hun voetstuk. Ze kwamen thuis te zitten met hun grote gezinnen waar ze al die jaren niet aan gewend waren en waar hun werkloosheid hun traditionele gezag ondermijnde. Met een werkloze vader en een moeder die net in Nederland was, werd de opvoeding van de kinderen een probleem.’

Foto: Margriet PR (cc)

Geen bruggen slaan voor integratie

OPINIE - Het thema integratie lijkt van de politieke agenda verdwenen te zijn, schrijft Hasib Moukaddim.

De kogel is door de kerk en een brug gebouwd. Het kabinet Rutte II is zo goed als een feit. VVD en PvdA hebben wekenlang aan een sociaal-liberaal manifest gesleuteld dat het daglicht eindelijk mocht zien. Een regeerakkoord waarin de aandacht voor specifieke problemen van minderheden lijkt weggedacht.

Bij de eerste lezing van het regeerakkoord is het meer dan duidelijk dat iedereen in Nederland de bezuinigingen gaat merken. Iedereen. En dat is eerlijk en dat moet ook gebeuren. Wat dat betreft moedig ik het kabinet aan om de rekening niet bij latere generaties te leggen. Maar dan hebben wij het over de financiële rekening. Maar hoe zit het met de maatschappelijke rekening?

In het akkoord is niets te lezen over de aanpak van discriminatie, terwijl verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat bewust en onbewust discrimineren dagelijkse kost is bij de politie, de geestelijke gezondheidszorg, de horeca en de uitzendbranche. Zonder effectieve discriminatiebestrijding wordt participatie van specifieke groepen een brug te ver. En wat zegt het regeerakkoord over de jeugdwerkloosheid, en die van minderheden in het bijzonder? Geen woord. Dit is geheel in strijd met de ambitie van het kabinet in wording om Nederland met een solide beleid uit de crisis te laten komen. Rutte en Samsom moeten beter weten.

Foto: copyright ok. Gecheckt 02-11-2022

Schrappen woord allochtoon zinloos

OPINIE - De Amsterdamse PvdA wil dat het woord ‘allochtoon’ verdwijnt uit alle communicatie van de Amsterdamse gemeente. Onzin, vindt VVD-raadslid Stefan de Bruijn.

“Allochtone verdachten met een psychiatrische stoornis worden tot wel vier keer vaker gedwongen opgenomen dan vergelijkbare autochtone verdachten van een misdrijf,” aldus De Telegraaf op 22 oktober. Als het aan de Amsterdamse PvdA ligt, zijn dit soort berichten binnenkort verleden tijd. Niet omdat het probleem van onbewuste discriminatie wordt aangepakt, maar omdat we het woord ‘allochtoon’ niet meer mogen gebruiken in beleid en het dus ook niet meer is te onderzoeken.

Symboolpolitiek, die de problemen en kansen van en voor ‘onze’ allochtonen helemaal niet oplost, maar juist terzijde schuift.

Binnenkort spreekt de Amsterdamse gemeenteraad over een initiatiefvoorstel van PvdA-raadsleden Iman Akel en Ahmet Olgun. Zij willen dat er een einde komt aan het gebruik van het woord ‘allochtoon’. Volgens onze sociaaldemocratische vrienden leidt het woord ‘allochtoon’ tot ‘polarisatie’ en ‘schept het een kloof tussen groepen’, want je er zou er niet bij horen als je betiteld wordt als ‘allochtoon’.

Geen woordpolitie

De VVD gaat dit voorstel niet steunen. In de eerste plaats moet ‘de overheid’ geen woordpolitie willen zijn. Laat iedereen vooral zelf hun woorden kiezen, dat is goed voor het debat. Daarnaast is het ook om inhoudelijke redenen onwenselijk om het woord ‘te verbieden’. Uiteraard zijn wij tegenstander van het buitensluiten van groepen Amsterdammers en willen we ook niet aan een deel van hen (bewust) een negatieve connotatie verbinden. Juist de VVD kijkt liever naar iemands toekomst in plaats van naar iemands afkomst. Maar we zijn ook een groot tegenstander van het sluiten van de ogen voor de problemen waarmee met name ‘niet-westerse allochtonen’ kampen.

Foto: Erik Tjallinks (cc)

Lange arm Turkije beïnvloedt moslimzendtijd

ANALYSE - Moslims in Nederland vechten al decennialang voor een islamitische omroep in het bestel. Roemer van Oordt, redacteur van Republiek Allochtonië, bespreekt een paar pijnpunten.

De voortslepende tragikomedie over de zendtijd op radio en televisie voor moslims lijkt een nieuw seizoen in te gaan. Het Commissariaat van de Media (CvM) trakteerde ons 19 september in het laatste deel op een echte ‘cliffhanger’, door zonder opgaaf van redenen de beslissing over de aanvraag van de Stichting Zendtijd Moslims (SZM) uit te stellen. De SZM verzocht op haar beurt het CvdM om daarover uiterlijk 3 oktober een besluit te nemen. Kamervragen van CU en CDA en uitspraken van politici over de betrokkenheid van de Turkse overheid suggereren dat het om meer gaat dan alleen procedurele argumenten. In dit afsluitende tweede deel een paar van de pijnpunten.

Negatief beeld
De afgelopen 25 jaar volgen negatieve berichten over het functioneren van moslimomroepen elkaar in hoog tempo op. De meeste daarvan geven uiting aan persoonlijke of collectieve meningsverschillen, stammenstrijd, ruzie over geldzaken en machtspelletjes tussen een bonte waaier van organisaties, denominaties en individuen, die allemaal beweren het beste voor te hebben met de islam en moslims in Nederland. In recente artikelen domineren zinsneden als ‘de conservatieve poppetjes die al 25 jaar de dienst uitmaken’, ‘geknutsel op straatniveau’, ‘moslimbobo’s die het onderling gaan uitmaken’ en ‘koehandel’.

Foto: copyright ok. Gecheckt 11-03-2022

Besnijdenis moet kunnen

Recente initiatieven beperken de bewegingsvrijheid van gelovigen. Nu pleit Herman Vuijsje ook nog eens voor een verbod op jongensbesnijdenis. Een oplossing voor een niet bestaand probleem, betoogt Bart Voorzanger.

In NRC’s Opinie en Debat van 8 september 2012 pleit Herman Vuijsje voor een verbod op de besnijdenis van jongens. Daarmee houdt hij een moreel pleidooi, en over moraal valt niet te twisten. Je kunt hoogstens wijzen op ándere situaties waarin een bepaald besluit algemeen aanvaard wordt en dan betogen dat déze situatie voldoende op die andere lijkt om hier datzelfde besluit te nemen – een analogieredenering, altijd een hachelijke onderneming. En je kunt de argumenten voor de door jou bestreden keus ondergraven door te laten zien dat de feitelijke elementen daarin niet kloppen. Vuijsje doet beide, en dat met even weinig resultaat. Zijn analogieën zijn kreupel en zijn feiten deugen niet.

Analogieën

Vuijsje begint z’n verhaal met een uitstapje naar Malawi waar de tienjarige meisjes van sommige stammen door een van opperhoofdswege aangestelde jongeman worden verkracht om ze tot vrouw te maken. Hij doet verder weinig met dit voorbeeld, maar de toon is er aardig mee gezet. Ik zal het hier verder negeren.

Vuijsje vergelijkt jongensbesnijdenis vooral met de weigering door sommige orthodoxe calvinisten hun kinderen te laten vaccineren. Die weigering wordt in ons land nog altijd getolereerd, terwijl hij soms tot stevige gezondheidsrisico’s leidt. Vuijsje meent (op grond van uitspraken van enkele spijtoptanten uit de betrokken gemeenschap – ik hoop dat hij zijn doordeweekse werk grondiger aanpakt) dat het hier gaat om een weigering die voortkomt uit sociale druk, uit angst voor de dominee en de buren, en concludeert dan dat “een consequent afgedwongen vaccinatieplicht door veel orthodox-gereformeerde ouders met een stille zucht zou worden verwelkomd”. Afgezien van dat “veel”, volgt die conclusie inderdaad uit zijn premissen, maar dat “veel” is wel cruciaal. De conclusie hangt dus nog even in de lucht.

Foto: copyright ok. Gecheckt 02-03-2022

Franse toestanden (of niet)

Het Parool opende gisteren met de kop ‘Moslims voelen zich verraden door PvdA”. De krant schreef dat “Amsterdamse moslimprominenten” dit verklaard hadden. De Telegraaf waarschuwt al van Franse toestanden. Maar hoe zit het echt? Ewoud Butter, redacteur van Republiek Allochtonië zocht het uit.

De Telegraaf nam het bericht van het Parool over: “Amsterdam kan worden geconfronteerd met ‘Franse toestanden’, zoals rellen of een volksopstand. Dat zeggen prominente moslims in de hoofdstad. De moslims voelen zich verraden door de politiek en door de PvdA in het bijzonder.” Bij het artikel staat een foto van een brand in een buitenwijk in Parijs.

“Dit is geen waarschuwing, maar een verkapte oorlogsverklaring” schreef het rechtse blog Amsterdam Post.

Maar wie waren dan die prominente Amsterdamse moslims die uitspraken hadden gedaan waarop Het Parool haar bewering baseerde?

Dat waren Said Amrani, de tweede imam van de Amsterdamse Badr-moskee en Yahia Bouyafa, moskeebestuurder uit….IJsselstein. Nou is Bouyafa voorzitter van de Raad Marokkaanse Moskeeën Nederland (RMMN), maar dat is nietde koepel van de Amsterdamse Marokkaanse moskeeen. Dat is namelijk de Raad van Marokkaanse Moskeeen Noord-Holland (RVM). Ik geef toe dat de namen van beide koepels op elkaar lijken, maar een beetje journalist moet dat onderscheid toch kunnen maken?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Na de crisis is de integratie van minderheden weer terug bij af

De crisis hakt er hard in bij Marokkaanse Nederlanders, constateert Hasib Moukaddim, directeur van het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN).

Een gezin, drie kinderen (Badr, Hasnae en Toufik), vader en moeder. De één monteur en de ander een schoonmaakster. Beide in Marokko geboren en deels getogen, en twintig jaar in Nederland. Twee jaar terug een huis gekocht en twee, weliswaar kleine, auto’s voor de deur. En toen sloeg de crisis in. Zowel vader als moeder in vier maanden tijd werkloos en sindsdien al anderhalf jaar tot elkaar veroordeeld in de huiskamer die verkocht moet worden. Eindeloos solliciteren zonder resultaat. Terug naar de sociale huurwoning in een krachtwijk, waar ze na jaren ploeteren aan ontsnapt waren is het enige alternatief. De schoteltelevisie gaat weer aan. De luiken naar Nederland gaan dicht en de dromen over een nieuw leven in Marokko lijken steeds minder bedrog. En de kinderen? Tsja… die kinderen…

Terwijl de politiek en de rest van het land aan het navelstaren is met de verkiezingen in aantocht, zaagt de realiteit aan de stoelpoten van de werkgelegenheid en daarmee de zelfredzaamheid van de samenleving. En, zoals de traditie van de economische neergang betaamt, zijn het de zwakkeren in de samenleving die als eerste de crisis voelen met etnische minderheden voorop.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Straatracisme is niet typisch Marokkaans

Naar aanleiding van een vreselijk incident – een zwangere Marokkaanse vrouw werd door vijf Marokkaanse straatjongens uitgemaakt voor ‘negerhoer’ omdat zij naast een zwarte man liep en is vervolgens mishandeld waardoor zij mogelijk haar baby heeft verloren – is de vraag opgeworpen of Marokkanen een racismeprobleem hebben. Bart Schut merkt terecht op dat het incident tot niet minder maatschappelijke verontwaardiging zou moeten leiden dan wanneer de daders wit waren geweest. Maar het antwoord dat hij geeft op de vraag of Marokkaanse jongens in Nederland vanwege hun cultuur racistisch zijn, is misleidend, stelt Jan Dirk de Jong, socioloog en criminoloog.

Het provoceren van mensen in de publieke ruimte is volkssport nummer één onder Marokkaanse straat- jongens (zowel de criminele als de niet-criminele) en het plegen van geweld of het dreigen daarmee is hun taal van de straat. Wat dat betreft, is er niet veel veranderd sinds de bekende criminoloog Buikhuizen de Nederlandse ‘nozems’ van na de oorlog vanwege hetzelfde gedrag aanduidde als ‘provo’s’ (een benaming die Roel van Duijn kaapte en van een andere betekenis voorzag).

Bij het uitdagend en agressief benaderen van mensen buiten straatjongens opvallende kenmerken van de ‘ander’ uit ter verheffing van de eigen groep en ter legitimering van hun ziekelijke wangedrag. Zo voelen Marokkaanse straatjongens zich als groep beter dan bijvoorbeeld punkers (‘zwervers’), de homo’s (‘viezeri- ken’) en diverse andere Nederlan- ders (‘racisten’). Volgens de jongens lokken de slachtoffers met hun ‘an- dere’ – opgevat als denigrerende – houding het provocerende en agressieve gedrag zelf uit. De jongens creëren op die manier verbeelde vijanden ten opzichte van wie zij zich beter en machtiger willen voelen. Zij wissen hun negatieve groepsidentiteit (‘kut-Marokkanen’) tijdelijk uit en vervangen die door de positieve identiteit van ‘kapot moeilijke’ (verschrikkelijk stoere) straatjongens.

Vorige Volgende