Inburgeringscursus is noodzakelijk
OPINIE - De huidige inburgeringstoets is helemaal uit de hand gelopen tot een soort –kostbaar- toelatingsexamen voor Nederland.Oorspronkelijk was het niet meer en minder dan een hulpmiddel om vertrekkende emigranten te vertellen hoe Nederland in elkaar stak en het Nederlands te leren. Toch is een inburgeringscursus nodig, schrijft Jan Beerenhout.
Elke gewone toerist met meer belangstelling dan voor zon en strand koopt of leent een goede reisgids om zich vooraf op de hoogte te stellen van lokale bezienswaardigheden en eigenaardigheden: om je wat thuis te kunnen voelen. Nederlandse emigranten konden een halve eeuw geleden al terecht bij bijvoorbeeld de Katholieke Emigratie Centrale. In ons verzuilde land hadden we meer organisaties voor vertrekkende Nederlanders. ‘U wilt naar Canada? Wij leren u hoe het leven daar gaat.’
Een goede inburgeringscursus maakt dat de vreemdeling inboorling wordt, en zich op zijn/haar gemak voelt, en niet wegens culturele invaliditeit een beroep moet doen op de overheid.
Voor een tijdelijk verblijf dienen de eisen, te stellen aan de immigrant, anders/minder te zijn, dan voor de immigrant die zich hier permanent wil vestigen. Daarom moet een inburgeringstraject in twee delen geknipt worden. Voor de expat (tijdelijke werknemer), en voor de naturalisandus
Voor een permanent verblijf mét naturalisatie kan men andere eisen stellen, namelijk dat de immigrant zich zelfstandig in Nederland staande kan houden. Daarvoor is minimaal de eind-kennis van een basisschoolleerling nodig. Die inburgering kan onder de Leerplichtwet worden opgenomen, die dan niet alleen een leeftijdscriterium dient te kennen, maar ook een kennis-criterium. Men is leerplichtig zolang men minder (talen-)kennis heeft als een basisschoolleerling van Groep 8, die ‘met lof’ de lagere/basisschool verlaat.