Moslimdiscriminatie is niet los te zien van politieke context
OPINIE - door Ewoud Butter
Discriminatie van moslims in Nederland is geen incident, maar structureel, genormaliseerd en diepgeworteld. Dat bevestigt nieuw onderzoek. Het rapport is waardevol, maar heeft te weinig oog voor de politieke context die mede verklaart waarom moslims ‘onderzoeksmoe’ zijn. Aan dit kabinet vragen iets tegen moslimdiscriminatie te doen, is aan de brandweer vragen een brand te blussen terwijl een deel van de korpsleiding eerder met een jerrycan op het dak stond.
Discriminatie van moslims is geen uitzondering, maar een patroon dat diep verweven is met het dagelijks leven van veel Nederlandse moslims. Dat blijkt uit een onderzoek dat tussen december 2023 en december 2024 werd uitgevoerd door Regioplan en ERCOMER (Universiteit Utrecht), in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Geen incidenten, maar patronen
Moslimdiscriminatie komt voor in vrijwel alle onderzochte domeinen van het dagelijks leven: op school, op het werk, in de zorg en bij de overheid. Vaak gaat het niet om scheldpartijen of openlijk geweld, maar om alledaagse, subtiele vormen van uitsluiting. Niet minder pijnlijk, wél moeilijker aanwijsbaar.
Daarnaast is er sprake van institutionele discriminatie: regels en processen binnen organisaties die – vaak onbedoeld – systematisch nadelig uitpakken voor moslims. Denk aan strengere controles, belemmeringen bij toegang tot zorg of werk, of protocollen die niet aansluiten bij religieuze realiteit.