Michel

227 Artikelen
78 Waanlinks
3.417 Reacties
Achtergrond: Jay Huang (cc)
Ik schrijf over conservatisme, economie en de relatie tussen die twee. Regelmatig komen eurocrisis en de problemen met macro-economie aan bod.

De vraag die me steeds meer bezig is gaan houden is: waarom is het politieke klimaat de afgelopen dertig jaar veranderd van optimistisch/progressief naar pessimistisch/conservatief.
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Onafhankelijke journalistiek: een krant zonder regering

Deel van logo WikiLeaks

In mijn vorige post over WikiLeaks heb ik verschillende aspecten van de ontwikkelingen rond deze organisatie op een rij gezet. De vraag of het goed is wat zij doet heb ik niet echt beantwoord. In het commentaar stelt collega blogger Martijn terecht dat we kritisch moeten zijn over WikiLeaks. Dus daarom nogmaals de vraag: Is het goed wat Wikileaks doet of niet?

Ik denk dat we het er wel over eens zijn dat WikiLeaks zoals het nu is georganiseerd niet ideaal is. Met name als het gaat om de review procedure: wat wordt wel en wat wordt niet gepubliceerd. Wat we wel kunnen constateren is dat de manier waarop WikiLeaks te werk gaat evolueert. Oorspronkelijk bedoeld als plaats om informatie te dumpen, door iedereen – vandaar ‘wiki’ – begint het steeds meer te lijken op een journalistieke organisatie. Ze zijn te klein om zelf de review te doen, maar laten het over aan de traditionele media (van de 250.000 cables zijn er nu iets meer dan 1000 gepubliceerd, op het moment dat ik dit schrijf exact 1311 stuks). De beschuldiging dat het om een dump van 250.000 documenten gaat is dus propaganda. Wat opvalt is dat deze kritiek ook vaak van journalisten komt. Zouden zij zich bedreigd voelen? Veel (Amerikaanse) journalisten hebben in periode tussen 9/11 en de inval in Irak mee gewerkt aan oorlogspropaganda of hun mond gehouden – zijn dit de ‘waakhonden’ van de macht?

Wat voor veel mensen vooral beangstigend zal zijn is dat WikiLeaks niet onder controle staan van een regering. Het zou eigenlijk niets mogen uitmaken: er is toch persvrijheid, en journalisten gaan beroepsmatig dagelijks met geheimen om. Sinds haar ontstaan zijn informatielekken onderdeel van het dagelijks brood van de journalistiek. Het feit dat er nu een organisatie bij is gekomen die de ontvangst en publicatie van deze informatie tot haar hoofddoel maakt zou niemand moeten verrassen of moeten beangstigen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De schijnheilige verontwaardiging rond WikiLeaks

Deel van logo WikiLeaks

Toen vorig jaar onder andere op WikiLeaks emails van klimaatonderzoekers werden gepubliceerd was er geen ophef over de legitimiteit van WikiLeaks. De politici en journalisten die nu waarschuwen voor het gevaar van onbeperkte transparantie heb ik toen niet horen klagen terwijl er wel degelijk vraagtekens te plaatsen waren bij dat lek. Vorig jaar om deze tijd juichten conservatieve blogs over het lek, terwijl de wereld nu te klein voor de ’terrorist’ Julian Assange. Bijvoorbeeld de conservatieve blogger Michelle Malkin in 2009:

The crimes revealed in the e-mails promise to be the global warming scandal of the century — and have massive bearing on the climate change legislation being considered by our lawmakers here at home.

Maar anno 2010 zingt Malkin een heel ander lied:

No American should take joy, pleasure, or satisfaction from the untold, devastating ways in which the coordinated WikiLeaks document dump of hundreds of thousands of State Department cables — nearly half of which are ‘secret’ or ‘classified’– has undermined U.S. diplomacy.

Schijnheilig
Het is nog geen jaar geleden dat Hillary Clinton de Chinezen de les las omdat zij internet censureren:

Secretary of State Hillary Clinton will call tomorrow for an uncensored global Internet where individuals and companies can operate without fear of repression or computer attacks such as those Google Inc. says emanated from China.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het gelijk van Schröder, de leugens van Bush en de braafheid van Balkenende

Gerhard Schröder (Foto: Wikimedia Commons/Marco Orban)

Deze week werd bekend dat Der Spiegel in het bezit is gekomen van gelekte documenten waaruit blijkt dat de Duitse regering in 2002 heeft geprobeerd George Bush er van te overtuigen dat de oorlog in Irak een slecht idee zou zijn. Het gaat om aantekeningen die zijn gemaakt enige weken voor de inval in Irak, naar aanleiding van een gesprek met Condoleezza Rice. In zijn autobiografie Decision Points meldt de decider daarentegen dat hij de volledige steun had van Schröder voor zijn politiek ten opzichte van Irak.

Uit het nu openbaar geworden stuk blijkt dat de Duitsers een vooruitziende blijk hadden. Zij voorspelden dat

  • De Democratie in Irak niet zo snel wortel zal schieten als in Duitsland na WO2.
  • Als je hearts and minds wilt winnen oorlog misschien geen goed idee is.
  • Het moslim-fundamentalistische er door bevorderd zal worden en dat het eerder terrorisme zal veroorzaken dan het terrorisme zal voorkomen.
  • Iran de lachende derde zal zijn.
  • Dat een oorlog de oplossing van het Midden-Oosten conflict moeilijker zal maken.

Allemaal voor de hand liggend natuurlijk maar met argumenten kun je in de politiek zelden winnen.

According to the notes — all in German — the meeting amounted to 90 minutes of verbal blows, which primarily stemmed from Rice’s “relatively rigorous and uncompromising” defense of the US position. The same notes indicate that [Ambasadeur] Scharioth didn’t budge an inch toward Washington, either. In retrospect, though, they document a high point in German diplomatic history, because the objections and predictions put forward by Berlin on that Tuesday have turned out to be legitimate and correct.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De Bush Tax Cuts: een verhaal over weekdieren en gewervelde dieren

Inktvissen (Foto: Wikimedia Commons/Rainer Zenz)

Het onderscheidende kenmerk van de gewervelde dieren (fylum vertebrata) is het bezit van een ruggengraat. Wie de politiek in Amerika volgt krijgt de indruk dat Democraten gerangschikt moeten worden in de groep van de weekdieren (fylum mollusca) omdat niet altijd duidelijk is of zij in het bezit zijn van dit orgaan. Maar misschien is dat optiek: het contrast met de onverbiddelijke, doelgerichte en nooit loslatende Republikeinse haaien, is gewoon te groot.

Binnenkort zal blijken tot welk fylum de Democraten behoren want vóór 1 januari moet het Congress beslissen of de belastingverlaging, die tien jaar geleden door Bush is ingevoerd, gecontinueerd moet worden. Als men niets doet verloopt deze wet en komt het belastingniveau weer terug op het nivo van 2000. Anders geformuleerd: per 2011 wordt de belasting verhoogd als het Congress niets doet. Dat mag niet gebeuren want een belastingverhoging midden in een diepe recessie is zeer onverstandig. Alleen voor gezinnen die meer dan $250.000 per jaar verdienen willen de Democraten een uitzondering maken. De extra inkomsten die dat oplevert is 700 miljard dollar over een periode van 10 jaar. Ook de Republikeinen willen deze wet verlengen maar dan wel voor alle inkomensgroepen. De korting voor de hoogste inkomens die de Democraten willen schrappen zijn namelijk een essentieel onderdeel van deze wet. Tot 1 januari hebben de Democraten de meerderheid in het Huis van Afgevaardigden, maar in de Senaat komen ze stemmen te kort. Er moet dus een compromis gevonden worden.

Behalve dat het spannend is om te kijken hoe dit afloopt de komende maand, is het ook interessant om eens naar de tactiek te kijken die de Republikeinen hebben gevolgd bij ontwerp en invoering van deze belastingwet omdat zij goed laat zien hoe gehaaid zij zijn. Waarom is de belastingverlaging voor rijke Amerikanen voor de Republikeinen zo belangrijk? Zij beweren zelf dat belastingverhoging voor miljonairs banen gaat kosten. Maar is dat de ware reden?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Over het belang van woorden

Gevangenen Guantanamo January 2002 (Foto: Wikimedia Commons/Shane T. McCoy)

Woorden zijn belangrijk in de politiek. In de mond van politici zijn woorden wapens zoals we in de Nederlandse politiek dagelijks kunnen zien: hoofddoekjes worden kopvodden en de verzorgingsstaat wordt een geluksmachine. Maar ook het omgekeerde is mogelijk: er zijn ook woorden die men liever niet in de mond neemt. Omdat het onderwerp niet altijd vermeden kan worden gebruikt men dan een eufemisme. Natuurlijk hebben politici niet het alleenrecht als gaat om de woordkeus: de journalistiek moet ook meewerken. Journalisten kunnen er voor kiezen of ze meedoen met het spel van de politici of niet. Als het goed is doen ze dat natuurlijk niet.

Afgelopen donderdag was de ‘284-voudige vrijspraak’ van Ahmed Ghailani in het nieuws op de volgende manier:

Het is een merkwaardige veroordeling: deze man is waarschijnlijk schuldig aan de dood van honderden mensen maar hij wordt tot levenslang veroordeeld omdat hij ‘heeft meegedaan met een samenzwering om Amerikaanse eigendommen te vernietigen’. Eigendommen? Niet alleen is de beschuldiging merkwaardig maar ook de gang van zaken rond zijn proces: hij is in al in 2004 opgepakt maar hij wordt blijkbaar pas nu veroordeeld, ruim zes jaar later. Om het nog vreemder te maken blijkt dat hij wordt vrijgesproken op 284 van de 285 beschuldigingen. Het is alsof men een schot hagel heeft afgeschoten: er zal dan vast wel één kogeltje raak zijn.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Quote van de Dag: De woorden Van Wilders

[qvdd]

Maar hij zei dus “Het zal mij worst zijn.” Ik hoorde het en wist zeker dat hij die uitdrukking niet zomaar gebruikte. Hij had erover nagedacht. “Het zal mij worst zijn.” Het is direct, grof, maar ook weer niet té. Het is iets dat Dik Trom zou kunnen hebben gezegd, of Bartje. De taal van het Land van Ooit, dat is het. Het Nederland van de veldwachter en de kolenboer. Het bleekveldje voor de kookwas. Toen Nederland Nederland nog was. Wilders werd geboren in 1963. Dé televisieserie voor kinderen in die jaren was Swiebertje, Wilders moet ermee zijn opgegroeid. Daar liggen de wortels van zijn idioom, in de keuken van Juffrouw Saartje, de huishoudster in Swiebertje.

Jan Kuitenbrouwer, ‘De Woorden van Wilders & hoe ze werken’, p16.

Vorige Volgende